Associatieovereenkomst

Met dank overgenomen van Europa Nu.

Associatieovereenkomsten (ook wel 'associatieverdragen' of 'associatie-akkoorden' genoemd) zijn bindende afspraken die de Europese Unie1 met derde landen2 sluit. Het is een specifiek soort internationale overeenkomst3, gericht op verregaande samenwerking tussen de EU en het betreffende land. De overeenkomsten zijn met name gericht op economische samenwerking en handel, maar raken vaak aan veel andere onderwerpen, zoals versterking van de rechtsstaat en bescherming van de mensenrechten.

Voor het vaststellen van associatieovereenkomsten geldt een aparte besluitvormingsprocedure4 in de Europese Unie. Om de naleving en het uitvoeren van een overeenkomst te bevorderen wordt bij elke overeenkomst een associatieraad5 ingesteld waarin de belangrijkste onderwerpen worden besproken. Uiteindelijk moeten alle nationale parlementen in de EU-lidstaten akkoord gaan met een associatieovereenkomst.

Inhoudsopgave

  1. Associatieovereenkomsten
  2. Bijzondere soorten associatieovereenkomsten
  3. Meer informatie

1.

Associatieovereenkomsten

Associatieovereenkomsten hebben als doel betere economische en politieke samenwerking. Er zijn verschillende soorten associatieovereenkomsten.

Bij een aantal is heel duidelijk aangegeven dat het associatieverdrag moet leiden tot een lidmaatschap. Turkije was een van de eerste landen die een associatieovereenkomst sloten met de voorganger van de Europese Unie, de EEG6. In het associatieverdrag met Turkije staat wel duidelijk dat het verdrag de toetreding van dat land tot de EU zal vergemakkelijken. Ook bijvoorbeeld de Stabilisatie- en associatieovereenkomsten (SAO) die gesloten zijn met onder andere Albanië, Kroatië en Servië waren opgezet met het doel uiteindelijk te leiden tot een EU-lidmaatschap.Andere overeenkomsten (zoals die tussen de EU en mediterrane landen) leiden niet tot lidmaatschappen.

Er is sinds september 2015 veel discussie in Nederland over het associatieverdrag met Oekraïne7. Op 6 april 2016 vond er een raadgevend referendum plaats over dit verdrag. Tegenstanders vreesden dat het associatieverdrag een eerste stap was op weg naar EU-lidmaatschap van Oekraïne. In het associatieverdrag met Oekraïne wordt niet gesproken van een lidmaatschap, maar de overeenkomst streeft wel naar geleidelijke afstemming van de wetgeving van Oekraïne op die van de Europese Unie.

  • Lees hier meer over het associatieverdrag met Oekraïne7

gesloten met o.a.:

  • - 
    Turkije (1964)
  • - 
    Chili (2005)
  • - 
    Centraal-Amerika (2013)
  • - 
    Georgië (2015)
  • - 
    Moldavië (2015)
  • - 
    Oekraïne (2017)

2.

Bijzondere soorten associatieovereenkomsten

ACS-Overeenkomst (ACSO)

Deze overeenkomst is in 2003 in werking getreden tussen de 79 ACS-landen8 en de Europese Unie. Dit verdrag wordt ook wel de Cotonou-overeenkomst9 genoemd. De ACS-landen zijn minder ontwikkelde landen in Afrika ten zuiden van de Sahara, het Caribische gebied en de Stille Oceaan. Met dit associatieverdrag wordt geprobeerd corruptie te bestrijden en te investeren in de kwaliteit van o.a. bestuur, onderwijs en zorg.

gesloten met:

  • - 
    79 ACS-landen (2003)

Euro-mediterrane Associatieovereenkomsten (EMA)

Tussen 1998 en 2005 heeft de Europese Unie met zeven landen diverse Euro-mediterrane associatieovereenkomsten gesloten. Deze associatieverdragen zijn gesloten om een betere dialoog aan te gaan met deze landen rond de Middellandse Zee en dienen tegelijkertijd als grondslag voor liberalisering van het handelsverkeer. Ook zijn er voorwaarden gesteld voor samenwerking op economisch, sociaal en cultureel gebied tussen de EU en deze landen.

gesloten met:

  • - 
    Tunesië (1998)
  • - 
    Israël (2000)
  • - 
    Marokko (2000)
  • - 
    Jordanië (2002)
  • - 
    Egypte (2004)
  • - 
    Algerije (2005)
  • - 
    Libanon (2006)

Europese Economische Ruimte-Overeenkomst (EERO)

Europese Economische Ruimte-Overeenkomsten zijn gesloten tussen de EU en drie landen van de Europese Vrijhandelsassociatie10 (EVA). De samenwerking tussen IJsland, Liechtenstein en Noorwegen en de EU is zeer breed en intensief. Deze landen nemen namelijk EU-wetgeving over, zonder daarover mee te beslissen in de Europese Raad11, Europese Commissie12 of het Europees Parlement13. Niet alle landen van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA) zijn lid van de Europese Economische Ruimte14: het vierde land, Zwitserland, heeft als EVA-land meer dan 120 bilaterale verdragen met de EU.

gesloten met:

  • - 
    IJsland (1994)
  • - 
    Noorwegen (1994)
  • - 
    Liechtenstein (1995)

Overeenkomst over Handel, Ontwikkeling en Samenwerking

De doelstellingen van deze overeenkomst tussen de EU en Zuid-Afrika zijn onder andere het ondersteunen van economische en sociale fundamenten van Zuid-Afrika en het integreren van het land in de wereldeconomie door liberalisering van handel in goederen, diensten en kapitaal.

gesloten met:

  • - 
    Zuid-Afrika (2004)

Samenwerkingsovereenkomst (SO)

Deze overeenkomst tussen de toenmalige Europese Gemeenschappen15 (EG) en Syrië heeft het doel om de economische en sociale ontwikkeling van Syrië te bevorderen door bijvoorbeeld het handelsverkeer tussen beide partijen te verbeteren.

gesloten met:

  • - 
    Syrië (1978)

Stabilisatie- en associatieovereenkomsten (SAO)

In 1999 startte de Europese Unie met het sluiten van stabilisatie- en associatieovereenkomsten met een aantal Balkanlanden. Het doel van deze overeenkomsten is om Albanië16, Bosnië-Herzegovina17, Noord-Macedonië18, Montenegro19, Kosovo20 en Servië21 voor te bereiden op toetreding tot de Europese Unie. Er wordt daarbij de nadruk gelegd op (regionale) economische betrekkingen, democratisering en de samenwerking op het gebied van justitie. Het doel van stabilisatie- en associatieovereenkomsten is toetreding tot de Europese Unie, in tegenstelling tot vele andere associatieovereenkomsten.

  • meer informatie

gesloten met:

  • - 
    Noord-Macedonië (2004)
  • - 
    Albanië (2009)
  • - 
    Montenegro (2010)
  • - 
    Kroatië (2013)
  • - 
    Servië (2013)
  • - 
    Bosnië-Herzegovina (2015)
  • - 
    Kosovo (2016)

3.

Meer informatie

  • Overzicht van alle rechtsinstrumenten van de EU22
  • Internationale overeenkomsten3

  • 1. 
    De Europese Unie (EU) is het belangrijkste samenwerkingsverband in Europa. De deelnemende landen hebben voor deze Unie een aantal organisaties opgericht waaraan zij een deel van hun eigen bevoegdheden hebben overgedragen. Dit zijn onder meer het Europees Parlement, de Europese Commissie, de Raad en het Europese Hof van Justitie.
     
  • 2. 
    Dit zijn landen die geen lid zijn van de Europese Unie. De term 'derde landen' wordt vaak gebruikt als het gaat om afspraken tussen twee of meer EU-lidstaten en een ander land.
     
  • 3. 
    Internationale overeenkomsten, ook wel internationale akkoorden genoemd, zijn bindende afspraken die de Europese Unie sluit met derde landen of internationale organisaties.
     
  • 4. 
    Deze procedure is één van de bijzondere wetgevingsprocedures die in de Europese Unie gebruikt worden. De akkoordprocedure wordt gebruikt bij het sluiten van veel internationale overeenkomsten. De akkoordprocedure slaat op de rol die de wetgevende instellingen van de EU, het Europees Parlement en de Raad van Ministers, spelen; die keuren een overeenkomst goed of af, maar hebben verder geen invloed op hoe een overeenkomst er uiteindelijk uit komt te zien.
     
  • 5. 
    Bij elke associatieovereenkomst met een land hoort een associatieraad. Die raad bestaat uit de ministers van de lidstaten en de ministers van het land of de landen waarmee de overeenkomst is afgesloten.
     
  • 6. 
    De Europese Economische Gemeenschap (EEG) is de voorloper van de huidige Europese Unie. De EEG werd in 1957 door middel van het Verdrag van Rome opgericht om de samenwerking tussen de landen in Europa te bevorderen. Daarmee moest tevens voorkomen worden dat deze landen opnieuw met elkaar in oorlog zouden raken. De EEG telde oorspronkelijk zes lidstaten: België, Frankrijk, Italië, Luxemburg, Nederland en toenmalig West-Duitsland. Tussen de deelnemende lidstaten ontstond geleidelijk een gemeenschappelijke markt: de interne handelstarieven op veel producten werden verwijderd.
     
  • 7. 
    De Europese Unie en Oekraïne sloten in juni 2014 een associatieovereenkomst (ook wel 'associatieverdrag' genoemd). Het verdrag zorgt voor verregaande politieke en economische samenwerking tussen de EU en Oekraïne. Het verdrag is op 1 september 2017 volledig in werking getreden.
     
  • 8. 
    Deze 79 landen uit Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan hebben een speciale relatie met de Europese Unie. De samenwerking dateert al vanaf het ontstaan van de Europese Gemeenschap (EG) en is toegespitst op drie belangrijke hoofdthema's: economische samenwerking, ontwikkelingssamenwerking en het bevorderen van mensenrechten en democratie.
     
  • 9. 
    De Overeenkomst van Cotonou is een verdrag uit 2000 tussen de Europese Unie en de zogeheten ACS-landen: de minder ontwikkelde landen in Afrika ten zuiden van de Sahara, het Caribische gebied en de Stille Oceaan.
     
  • 10. 
    Deze vrijhandelsorganisatie is in 1960 opgericht en bestaat op dit moment uit IJsland, Liechtenstein, Noorwegen en Zwitserland. De Europese Vrijhandelsassociatie (EVA, Engelse afkorting EFTA) is een handelsblok waarin de samenwerking minder ver gaat dan in de Europese Unie. Zo is er geen politieke samenwerking tussen de leden van de EVA en vormen de lidstaten ook geen douane-unie.
     
  • 11. 
    De Europese Raad bestaat uit de regeringsleiders of staatshoofden van de 27 lidstaten van de Europese Unie, de vaste voorzitter en de voorzitter van de Europese Commissie. Alleen de regeringsleiders of staatshoofden hebben stemrecht tijdens de vergaderingen. De Europese Raad heeft geen wetgevingstaak, maar stelt wel de politieke richting van de EU vast.
     
  • 12. 
    Deze instelling van de Europese Unie kan worden beschouwd als het 'dagelijks bestuur' van de EU. De leden van de Europese Commissie worden 'Eurocommissarissen' genoemd. Elke Eurocommissaris is verantwoordelijk voor één of meerdere beleidsgebieden.
     
  • 13. 
    Het Europees Parlement (EP) vertegenwoordigt ruim 450 miljoen Europeanen en bestaat momenteel uit 720 afgevaardigden (inclusief voorzitter). Nederland heeft 31 zetels in het Europees Parlement. Het Europees Parlement wordt geacht een stem te geven aan de volkeren van de 27 landen die aan de Unie deelnemen, en vooral te letten op het belang van de Unie in zijn geheel.
     
  • 14. 
    De Europese Unie en drie van de landen van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA) - Liechtenstein, Noorwegen en IJsland - vormen samen de Europese Economische Ruimte (EER). In de EER gelden de regels voor de interne markt (het vrije verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal) en de regels voor mededinging en overheidssubsidies.
     
  • 15. 
    Vanaf 1967 vormden de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS), de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (EURATOM) en de Europese Economische Gemeenschap (EEG) samen de Europese Gemeenschappen (EG).
     
  • 16. 
    Albanië is een republiek in het westen van de Balkan. Het land ligt aan de Adriatische Zee en grenst aan Montenegro, Kosovo, Noord-Macedonië en Griekenland. Door het ruwe terrein van het land ligt Albanië geïsoleerd van zijn buurlanden. Om die reden heeft de bevolking een grote etnische homogeniteit behouden. In 1991 werden er voor het eerst vrije verkiezingen gehouden waarna er een democratische regering werd gevormd. In 2009 vroeg Albanië het EU-lidmaatschap aan en kreeg in 2014 de status van kandidaat-lidstaat.
     
  • 17. 
    Bosnië en Herzegovina is een republiek in Zuidoost-Europa, gelegen in de westelijke Balkan. Het land bestaat uit de Federatie Bosnië en Herzegovina enerzijds en de deelrepubliek Republika Srpska anderzijds. Bosnië-Herzegovina grenst ten noord-oosten aan Servië, ten westen aan Kroatië en ten zuiden aan Montenegro. Vanaf december 2019 is de Bosnische Serviër Zoran Tegeltija minister-president, na een formatieperiode van 14 maanden. De formatie verliep moeizaam door meningsverschillen binnen het driedelige presidentschap van het land, dat tegelijkertijd wordt vervuld door een Serviër, een Kroaat en een Bosniër. Tegeltija is lid van de centrumlinkse Alliantie van onafhankelijke sociaaldemocraten (SNSD).
     
  • 18. 
    De Republiek Noord-Macedoniė (voorheen de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië) is een land in het midden van de Balkan. Het land ligt ingesloten tussen Albaniė, Kosovo, Serviė, Bulgarije, en Griekenland en ligt Het is een bergachtig land met zestien toppen boven de 2000 meter en meer dan vijftig meren. In 1991 verklaarde Noord-Macedoniė zich onafhankelijk van Joegoslaviė. Sinds februari 2019 heet het land officieel Noord-Macedonië. Het land is sinds 2005 een kandidaat-lidstaat van de Europese Unie. Het beginnen van de toetredingsprocedure werd in 2019 echter door Frankrijk en Nederland geblokkeerd.
     
  • 19. 
    De Republiek Montenegro is een land in de westelijke Balkan, in Zuidoost-Europa. Het land ligt ten westen aan de Adriatische Zee en grenst in het noord-westen aan Kroatië en Bosnië en Herzegovina, in het oosten aan Servië en Kosovo en in het zuiden aan Albanië. Montenegro heeft een president als staatshoofd, een functie die sinds 2023 wordt vervuld door Jakov Milatovic.
     
  • 20. 
    Kosovo is een staat op het Balkanschiereiland. Deze voormalige Servische provincie wordt voornamelijk door etnische Albanezen bevolkt. Het land grenst aan Montenegro, Albanië, Noord-Macedonië en Servië. De hoofdstad is Pristina. Een groot deel van Kosovo bestaat uit bergachtig gebied. Sinds 4 april 2021 is Vjosa Osmani de president van Kosovo.
     
  • 21. 
    Servië en Montenegro was sinds 4 februari 2003 de nieuwe naam van de Federale Republiek Joegoslavië. Het land verklaarde zich onafhankelijk op 11 april 1992, maar werd pas op 9 april 1996 als zodanig door de lidstaten van de Europese Unie erkend. Montenegro riep op 3 juni 2006 de onafhankelijkheid uit en scheidde zich daarmee af van Servië. In februari 2008 verklaarde de voormalige Servische provincie Kosovo zich onafhankelijk, tot ongenoegen van Servië. Het land wordt geregeerd door premier Vučić van de pro-Europese partij Servische Progressieve Partij (SNS).
     
  • 22. 
    De Europese Unie gebruikt verschillende instrumenten om Europese wet- en regelgeving mee vast te leggen, om beleid van de lidstaten mee te coördineren of de lidstaten mee te adviseren. Rechtsinstrumenten zijn onder te verdelen in twee categorieën, bindende en niet-bindende rechtsinstrumenten. Uitvoerende rechtsinstrumenten vallen onder de bindende instrumenten, maar zijn als aparte categorie opgenomen.