Interinstitutionele niet wetgevende procedures (NLE)
Veel regelgeving in de Europese Unie is algemeen van aard en moet nog verder worden uitgewerkt. Dat wordt gedaan via afgeleide regelgeving. Hoe deze afgeleide regelgeving wordt vastgesteld, is afhankelijk van één van de drie procedures die daarvoor van toepassing zijn. Bij het vaststellen van afgeleide regelgeving moet de Europese Unie binnen de kaders blijven die in de algemene, primaire wetgeving zijn vastgesteld. Desalniettemin kan het nog steeds om belangrijke besluiten gaan.
In alle drie de procedures is een belangrijke rol weggelegd voor de Europese Commissie1. De rol van het Europees Parlement2 en de Raad van Ministers3 ligt vooral in het stellen van de grenzen waarbinnen de Commissie en experts uit de lidstaten4 besluiten mogen voorstellen en nemen. Een belangrijk verschil met wetgevende procedures is dat het in deze procedure niet nodig is om de nationale parlementen te infomeren. Nationale parlementen kunnen regelgeving op basis van deze procedures niet toetsen op subsidiariteit5.
Het geheel van procedures en betrokken actoren bij het uitwerken van afgeleide regelgeving staat ook bekend als comitologie6.
Inhoudsopgave
-
-Gedelegeerde handelingen7: in een wet wordt vastgelegd dat een deel van de uitwerking van de regelgeving aan de Europese Commissie wordt toevertrouwd
-
-Uitvoeringshandelingen8: als er voor het implementeren van wetgeving Europese regels nodig zijn worden die op Europees niveau door Commissie of Raad van Ministers vastgesteld
-
-Lamfalussy-procedure9: op het gebied van financiële regelgeving worden gedelegeerde en uitvoeringshandelingen vastgesteld volgens deze speciale procedure
In enkele specifieke gevallen kan de implementatie van wetgeving ook samen met de sociale partners worden vastgesteld. Hiervoor geldt een geheel eigen procedure, het sociaal protocol10.
Voor het Verdrag van Lissabon11 van kracht werd, kon de Raad besluiten bevoegdheden over te dragen aan de Commissie. De precieze uitwerking moest door de Raad, op voorstel van de Commissie en na raadpleging van het Europees Parlement nader worden uitgewerkt. Om dat te structureren werd het systeem van comitologie opgezet.
Met het verdrag wordt een nader onderscheid gemaakt tussen de verschillende typen afgeleide regelgeving; gedelegeerde en uitvoeringshandelingen. De Europese instellingen hebben een heel andere rol in beide procedures. Dit leidde ook tot aanpassingen in het bijbehorende systeem van comitologie.
- 1.Deze instelling van de Europese Unie kan worden beschouwd als het 'dagelijks bestuur' van de EU. De leden van de Europese Commissie worden 'Eurocommissarissen' genoemd. Elke Eurocommissaris is verantwoordelijk voor één of meerdere beleidsgebieden.
- 2.Het Europees Parlement (EP) vertegenwoordigt ruim 450 miljoen Europeanen en bestaat momenteel uit 720 afgevaardigden (inclusief voorzitter). Nederland heeft 31 zetels in het Europees Parlement. Het Europees Parlement wordt geacht een stem te geven aan de volkeren van de 27 landen die aan de Unie deelnemen, en vooral te letten op het belang van de Unie in zijn geheel.
- 3.In deze instelling van de Europese Unie (kortweg 'de Raad van Ministers' of nog korter 'de Raad' genoemd) zijn de regeringen van de 27 lidstaten van de EU vertegenwoordigd. De Raad oefent samen met het Europees Parlement de wetgevings- en begrotingstaak uit.
- 4.Momenteel zijn 27 landen lid van de Europese Unie. De meest recente uitbreiding van de Unie vond plaats op 1 juli 2013, met de toetreding van Kroatië. Er wordt verder over uitbreiding gesproken met verschillende landen in Oost-Europa. Het Verenigd Koninkrijk is sinds 31 januari 2020 middernacht geen lid meer van de Europese Unie. Dat was het eerste land dat de EU verliet.
- 5.Dit beginsel beoogt een besluitvorming te garanderen die zo dicht mogelijk bij de burger staat. Een actie mag volgens dit beginsel pas op Europees niveau ondernomen worden als die actie niet net zo goed (of beter) op nationaal, regionaal of lokaal niveau kan plaatsvinden.
- 6.Wetgeving in de Europese Unie wordt in eerste instantie vaak algemeen opgesteld. Om die wetgeving goed te kunnen uitvoeren in de hele Europese Unie moeten de details van die wetgeving nog worden vastgesteld. Het gaat hier dus niet om het maken van nieuwe regels, maar om afgeleide regelgeving.
- 7.In Europese wetgeving bestaat de mogelijkheid om de Europese Commissie de bevoegdheid te geven om delen van een wet verder uit te werken. Voorwaarde is dat het de kern van de wetgeving ongemoeid laat. De grenzen waar binnen de Commissie een wet mag uitwerken, worden al in de wet vastgelegd.
- 8.Het uitwerken van Europese wetgeving om deze te kunnen implementeren is in beginsel een zaak van de lidstaten van de Europese Unie. In sommige gevallen is het noodzakelijk dat Europese wetgeving in alle lidstaten op eenzelfde, juiste, manier wordt geïmplementeerd.
- 9.Deze procedure is één van besluitvormingsprocedures die gebruikt worden om afgeleide wet- en regelgeving op te stellen. Het gebruik van de Lamfalussy-procedure is beperkt tot het terrein van financiële regelgeving. Dit is een heel gevoelig terrein. Vandaar dat deze procedure meer nog dan andere besluitvormingsprocedures erop gericht is zoveel mogelijk gebruik te maken van expertise in de sector en in de lidstaten.
- 10.De Europese Commissie is verplicht om bij voorstellen op sociaal gebied de sociale partners bij de besluitvorming te betrekken. De rol van de sociale partners kan daarbij verder gaan dan alleen advisering: lidstaten kunnen besluiten om de uitwerking van bepaalde wet- en regelgeving in handen te leggen van de sociale partners. Hierin verschilt het sociaal protocol met andere procedures voor het vaststellen van afgeleide wetgeving. Het sociaal protocol is echter alleen mogelijk bij een beperkt aantal onderdelen van het sociaal beleid.
- 11.Dit Europese verdrag voerde een aantal hervormingen door om de Europese Unie democratischer en beter bestuurbaar te maken nadat in 2004 en 2007 twaalf nieuwe landen lid zijn geworden van de Europese Unie. Het Verdrag van Lissabon is op 1 december 2009 in werking getreden.
- 12.De Europese Unie kent verschillende procedures om besluiten te nemen. Naast de gewone wetgevingsprocedure gelden er voor een aantal onderwerpen bijzondere wetgevingsprocedures. Daarnaast zijn er een aantal aparte procedures voor het vaststellen van afgeleide regelgeving.