Kabinet-Balkenende I (2002-2003)

Met dank overgenomen van Parlement.com.
Kabinet-Balkenende I
© Rijksoverheid.nl
Voorste rij v.l.n.r: De Hoop Scheffer, Remkes, Balkenende, koningin Beatrix, Bomhoff, Van der Hoeven en Donner. Achterste rij: De Geus, Heinsbroek, Kamp, Hoogervorst, Korthals, De Boer, Veerman en Nawijn.

Na acht jaar 'paars' (de kabinetten Kok I1 en Kok II2) trad in 2002 een centrumrechtse coalitie aan van CDA3 en VVD4 samen met nieuwkomer LPF5 (de Lijst Pim Fortuyn). De enorme winst van deze nieuwe partij (26 zetels) bij de Tweede Kamerverkiezingen van 15 mei 20026 maakte een kabinet zonder deze partij bijna onmogelijk. CDA-leider Jan-Peter Balkenende7 werd de nieuwe premier.

De formatie van het kabinet verliep vlot. De samenwerking tussen de coalitiepartijen verliep echter al snel moeizaam. Er waren voortdurende spanningen binnen de LPF-fractie en tussen de LPF-bewindslieden onderling. Zo bleek de relatie tussen vicepremier Bomhoff en minister Heinsbroek al spoedig verstoord.

De verstoorde verhoudingen binnen de LPF maakten dat het kabinet al na 87 dagen viel. CDA en VVD zegden hun vertrouwen in de samenwerking met de LPF op. Na verkiezingen8 trad op 27 mei 2003 het opvolgende kabinet-Balkenende II9 aan.

Inhoudsopgave

  1. Formatie, regeerakkoord en regeringsverklaring
  2. Data en zittingsduur
  3. Samenstelling kabinet
  4. Wijzigingen in de samenstelling van het kabinet
  5. Zetelverdeling in parlement en kabinet
  6. Financieel-economisch beleid
  7. Wetgeving
  8. Beleid per departement
  9. Bijzonderheden
  10. Troonrede
  11. Einde van het kabinet

1.

Formatie, regeerakkoord en regeringsverklaring

Formatie

De Tweede Kamerverkiezingen van 20026 lieten een grote winst zien voor nieuwkomer LPF5 en verlies voor de deelnemers aan Paars (PvdA10, VVD4, D6611). CDA3, LPF en VVD stuurden aan op vorming van een kabinet en slaagden daarin onder leiding van informateur Piet Hein Donner12. Zij sloten een 'strategisch akkoord'.

Op 4 juli 2002 debatteerde de Tweede Kamer13 over dit akkoord. Op 22 juli 2002 werd, na een door openheid gekenmerkte formatie, het kabinet-Balkenende I beëdigd.

  • meer informatie

Regeerakkoord en regeringsverklaring

CDA, LPF en VVD sloten op 3 juli 2002 het strategisch akkoord 'Werken aan vertrouwen, een kwestie van aanpakken'. Op 26 juli legde premier Balkenende de regeringsverklaring af.

2.

Data en zittingsduur

datum

wat

tot en met

dagen

22 juli 2002

Beëdiging14 nieuwe bewindslieden, aantreden kabinet

16 oktober 2002

87

17 oktober 2002

Ontslag gevraagd, kabinet demissionair15

26 mei 2003

222

 

Totale zittingsduur16 kabinet

 

309

3.

Samenstelling kabinet

Minister-president
Mr.Drs. J.P. Balkenende (CDA)

Viceminister-president
Dr. E.J. Bomhoff (LPF) (22 juli 2002 - 16 oktober 2002)
J.W. Remkes (VVD)
R.H. de Boer (LPF) (18 oktober 2002 - 27 mei 2003)

Algemene Zaken
minister: Mr.Drs. J.P. Balkenende (CDA)

Buitenlandse Zaken
minister: Mr. J.G. de Hoop Scheffer (CDA)
staatssecretaris: A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven (CDA)
staatssecretaris: Mr.Drs. A. Nicolaï (VVD)

Justitie
minister: Mr. J.P.H. Donner (CDA)

minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie
minister: Mr. H.P.A. Nawijn (LPF)

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
minister: J.W. Remkes (VVD)
staatssecretaris: R.H. Hessing (LPF)

Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
minister: M.J.A. van der Hoeven (CDA)
staatssecretaris: Mr.Drs. C.H.J. van Leeuwen (LPF)
staatssecretaris: Drs. A.D.S.M. Nijs (VVD)

Financiën
minister: Drs. J.F. Hoogervorst (VVD)
staatssecretaris: Dr. S.R.A. van Eijck (LPF)

Defensie
minister: Mr. A.H. Korthals (VVD) (22 juli 2002 - 12 december 2002)
minister: H.G.J. Kamp (VVD) (12 december 2002 - 27 mei 2003)
staatssecretaris: C. van der Knaap (CDA)

Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
minister: H.G.J. Kamp (VVD)
staatssecretaris: Drs. P.L.B.A. van Geel (CDA)

Verkeer en Waterstaat
minister: R.H. de Boer (LPF)
staatssecretaris: M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus (VVD)

Economische Zaken
minister: Mr. H.Ph.J.B. Heinsbroek (LPF) (22 juli 2002 - 16 oktober 2002)
minister: Drs. J.F. Hoogervorst (VVD) (16 oktober 2002 - 27 mei 2003)
staatssecretaris: Mr.Drs. J.G. Wijn (CDA)

Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
minister: Dr. C.P. Veerman (CDA)
staatssecretaris: Ir. B.J. Odink (LPF)

Sociale Zaken en Werkgelegenheid
minister: Mr. A.J. de Geus (CDA)
staatssecretaris: R.R.Ph. Bijlhout (LPF) (22 juli 2002 - 23 juli 2002)
staatssecretaris: Drs. M. Rutte (VVD)
staatssecretaris: K.L. Phoa (LPF) (9 september 2002 - 27 mei 2003)

Volksgezondheid, Welzijn en Sport
minister: Dr. E.J. Bomhoff (LPF) (22 juli 2002 - 16 oktober 2002)
minister: Mr. A.J. de Geus (CDA) (16 oktober 2002 - 27 mei 2003)
staatssecretaris: Drs. C.I.J.M. Ross-van Dorp (CDA)

4.

Wijzigingen in de samenstelling van het kabinet

Ondanks de korte zittingsduur wijzigde de samenstelling van het kabinet-Balkenende I vier keer. Eén keer trad een staatssecretaris af en drie keer een minister.

  • - 
    Bijlhout werd opgevolgd door Khee Liang Phoa als staatssecretaris van Familie- en Emancipatiezaken

    Al enkele uren na de beëdiging van het kabinet maakte Philomena Bijlhout bekend af te treden17 als staatssecretaris van Familie- en Emancipatiezaken. Zij had de formateur verkeerd ingelicht over haar deelname aan Surinaamse milities ten tijde van en na de Decembermoorden in 1982. Nadat de door de LPF voorgedragen Fiona de Vilder zich had teruggetrokken, werd de directeur van de Stichting Verantwoord Alcohol Gebruik, Khee Liang Phoa, in september tot staatssecretaris benoemd.

  • - 
    De Geus en Hoogervorst namen taken Heinsbroek (Economische Zaken) en Bomhoff (Volksgezondheid) over

    Op 15 oktober 2002 vroeg LPF-minister De Boer zijn LPF-collega's Bomhoff en Heinsbroek ontslag te nemen vanwege hun onwerkbare onderlinge verhouding. De ministerraad besloot die avond dat Heinsbroek en Bomhoff de volgende dag uiterlijk 9.00 uur een besluit bekend moesten maken. Bomhoff deelde omstreeks 10.00 uur mee te zullen opstappen, maar de fractievoorzitters Verhagen (CDA) en Zalm (VVD) hadden eerder die dag al het vertrouwen in het kabinet opgezegd. Nadat dit bekend was geworden bood ook Heinsbroek zijn ontslag aan. De ministers De Geus en Hoogervorst namen de taken van de afgetreden ministers over. LPF-minister De Boer werd vicepremier.

  • - 
    Kamp nam taken Korthals als minister van Defensie over

    Na het verschijnen van het rapport van de enquêtecommissie bouwnijverheid18 op 12 december trad minister Korthals van Defensie af. Korthals had als minister van Justitie in het vorige kabinet de Tweede Kamer onjuist ingelicht over een schikking tussen het Openbaar Ministerie en bouwondernemingen. Minister Kamp nam, naast het minsterschap van VROM, het ministerschap van Defensie op zich.

5.

Zetelverdeling in parlement en kabinet

In de Tweede Kamer kon het kabinet-Balkende I op een ruime meerderheid rekenen. Omdat de LPF niet in de Eerste Kamer vertegenwoordigd was, had het kabinet slechts een kleine meerderheid in de Eerste Kamer.

Tijdens de zittingsduur van het kabinet vonden er geen verkiezingen voor de Eerste Kamer plaats.

 
 

CDA

LPF

VVD

totaal

Kabinet: ministers / (staatssecretarissen)

6/(5)

4/(5)

4/(4)

14/(14)

Tweede Kamer op 22 juli 2002

43

26

24

93 (62%)

Eerste Kamer

20

-

19

39 (52%)

Op 1 oktober 2002 werden Winny de Jong19 en Cor Eberhard20 uit de Tweede Kamerfractie van de LPF gezet, nadat beiden openlijk kritiek hadden geleverd op fractievoorzitter Harry Wijnschenk21. De Jong en Eberhard gingen als duo verder in de groep-De Jong22.

Als gevolg van de onwerkbare verhoudingen binnen de fractie werd fractievoorzitter Harry Wijnschenk op 17 oktober 2002 uit de LPF-fractie gezet.

6.

Financieel-economisch beleid

De economische groei kwam in de korte regeerperiode van het kabinet-Balkenende I vrijwel tot stilstand. Dit beperkte de budgettaire ruimte voor extra uitgaven aan zorg en onderwijs. Het kabinet nam zich voor het zorgstelsel en de WAO te hervormen en de spaarloonregeling te versoberen. Binnen drie maanden kwam het kabinet echter ten val, waarna verkiezingen werden uitgeschreven voor januari 2003. Zo ging er kostbare tijd om in te grijpen verloren, terwijl de economie aan een vrije val bezig leek.

  • meer informatie

7.

Wetgeving

  • Belangrijkste wetgeving kabinet-Balkenende I23

8.

Beleid per departement

Het kabinetsbeleid werd sterk bepaald door de econmosche omstandigheden. De verminderde economische situatie beperkte de ruimte voor investeringen in zorg en onderwijs. Er waren plannen voor een nieuw zorgstelsel en voor beperking van het aantal WAO'ers. Om te bezuinigen werden fiscale voordelen voor 'groen' beleggen verminderd en werd de spaarloonregeling versoberd.

Justitie

  • - 
    Minister voor Vreemdelingenbeleid en Integratie

    Er kwam bij het ministerie van Justitie een minister voor Vreemdelingenbeleid en Integratie. Deze post werd vervuld door LPF'er Nawijn. Enkele malen waren zijn uitlatingen aanleiding voor een debat. Zo zorgden in november 2002 uitspraken in 'Nieuwe Revu' over herinvoering van de doodstraf voor opschudding. Een maand later was kritiek van Nawijn op het functioneren van de Tweede Kamer reden om hem ter verantwoording te roepen.

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties24

  • - 
    Staatssecretaris voor Openbare Orde en Veiligheid

    Veiligheid was een belangrijk thema van het nieuwe kabinet. Er kwam daarom onder de minister van Binnenlandse Zaken een aparte staatssecretaris voor Openbare Orde en Veiligheid.

Defensie25

  • - 
    Joint Strike Fighter-project

    Het kabinet hield vast aan participatie in de ontwikkeling (system development and demonstration) van de Joint Strike Figther (JSF).

Landbouw, Natuurbeheer en Visserij26

  • - 
    Vogelpest

    Begin 2003 was er een uitbraak van vogelpest in de pluimveesector. Bedrijven werden geruimd en ook dieren die als hobbypluimvee werden gehouden, moesten worden vernietigd. Minister Veerman werd vanwege zijn aanpak van deze crisis zowel geprezen als bekritiseerd.

9.

Bijzonderheden

Moord op Pim Fortuyn

Het kabinet trad aan in een politiek woelige periode. Vlak voor de verkiezingen van 15 mei 2002 was Pim Fortuyn27, oprichter en politiek leider van de LPF, vermoord. Nog door het tweede kabinet-Kok werd de commissie-Van den Haak ingesteld om de beveiliging van Fortuyn te onderzoeken. Het rapport van de commissie verscheen op 17 december 2002. Er was daarin vooral kritiek op de BVD en het Korps Landelijke Politiediensten. Tot politieke problemen voor de ministers Remkes en Donner leidde dit echter niet.

Irak-oorlog

De Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en enkele andere landen besloten tot militair optreden in Irak. Dit optreden gebeurde zonder direct mandaat van de VN-Veiligheidsraad. De Nederlandse regering besloot om geen militaire steun te geven, maar steunde het optreden wel in politieke zin.

Affaire Margarita

In maart 2003 was er een rel na uitlatingen van prinses Margarita, een nicht van koningin Beatrix, op aandringen van Prins Bernhard. Beschuldigingen over machtsmisbruik en ongeoorloofd optreden door de AIVD leidden ook tot kritiek op de directeur van het Kabinet van de Koningin.

Overlijden Prins Claus

Op 6 oktober 2002 overleed Prins Claus, prins-gemaal van Koningin Beatrix28 op 76-jarige leeftijd. Hij werd op 15 oktober 2002 bijgezet in de grafkelder van de koninklijke familie in de Nieuwe Kerk in Delft.

10.

Troonrede

De enige troonrede waarvoor het kabinet verantwoordelijk was, ging met name in op de plotseling ontstane onzekerheden op het gebied van veiligheid en economie.

  • 17 september 2002

11.

Einde van het kabinet

De 'LPF-crisis'

Op woensdag 16 oktober 2002 kwam het kabinet-Balkenende I ten val. Na wekenlange geruzie tussen de LPF5-ministers Bomhoff29 en Heinsbroek30 hadden de overige ministers, inclusief de LPF-collega's, aangedrongen op hun vertrek.

  • meer informatie
 

Meer over

  • Kabinetten 1945-heden31
  • Kabinetten vanaf 2002 / Tijdvak 'Instabiliteit'32
 

  • 1. 
    Aan dit eerste 'paarse' kabinet namen PvdA, VVD en D66 deel. Het werd op 22 augustus 1994 gevormd na de Tweede Kamerverkiezingen van 1994. De kleur paars refereerde aan de vermenging van het rood van de PvdA en het blauw van de VVD. PvdA-leider Wim Kok, minister van financiën en vicepremier in het voorgaande kabinet-Lubbers III, werd premier.
     
  • 2. 
    Dit kabinet, in de wandelgangen veelal 'Paars II' genoemd, was een voortzetting van het kabinet-Kok I. Hoewel het kabinet het bijna de volle vier jaar uithield, verliep de samenwerking tussen PvdA, VVD en D66 minder soepel dan in de vorige kabinetsperiode. PvdA-leider Wim Kok werd voor de tweede keer premier.
     
  • 3. 
    Het Christen-Democratisch Appèl (CDA) is een christelijk geïnspireerde partij in het centrum van het politieke spectrum. Henri Bontenbal is momenteel politiek leider van het CDA. De partij werd opgericht op 11 oktober 1980 als fusie van Anti-Revolutionaire Partij (ARP), Christelijk-Historische Unie (CHU) en Katholieke Volkspartij (KVP).
     
  • 4. 
    De Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) is een rechtse liberale partij, met op onder meer ethisch gebied progressievere standpunten. Politiek leider is sinds 14 augustus 2023 Dilan Yesilgöz-Zegerius. De partij werd opgericht in 1948 als opvolger van de Partij van de Vrijheid (PvdV), die weer een voortzetting was van de vooroorlogse Liberale Staatspartij (LSP).
     
  • 5. 
    De Lijst Pim Fortuyn (LPF) werd opgericht in 2002 na de breuk tussen de lijsttrekker Pim Fortuyn en de partij Leefbaar Nederland. De oorzaak van de breuk was een aantal ongelukkig gekozen uitspraken in De Volkskrant door Fortuyn. De partij heette officieel: Politieke Vereniging Lijst Pim Fortuyn. Op 6 mei 2002 werd de politiek leider van de partij, Pim Fortuyn, vermoord. Desondanks maakte de LPF samen met CDA en VVD deel uit van het kabinet Balkenende I.
     
  • 6. 
    Op 15 mei 2002 waren er reguliere (vierjaarlijkse) verkiezingen voor een nieuwe Tweede Kamer, maar er lagen ook grondwetsvoorstellen voor, zoals over de kroonbenoemingen. Grote winnnaars waren nieuwkomer LPF, van de op 6 mei vermoorde Pim Fortuyn, en het CDA. De LPF kreeg als nieuwkomer 26 zetels, het CDA werd onder leiding van Jan Peter Balkenende de grootste. De drie regeringspartijen verloren 43 zetels, waarbij voor de PvdA fors achteruit ging. Naast de LPF was Leefbaar Nederland met twee zetels een nieuwkomer.
     
  • 7. 
    Zeeuwse CDA-politicus die negen jaar partijleider en acht jaar premier was. Afkomstig uit de wetenschap en partijideoloog, die eigen verantwoordelijkheid van burgers voorstond. Als Tweede Kamerlid financieel woordvoerder. Werd in 2001 onverwacht lijsttrekker van het CDA na de machtstrijd tussen De Hoop Scheffer en Van Rij. Leidde vanaf 2002 als premier kabinetten van wisselende samenstelling in een na de moord op Fortuyn politiek instabiele periode. Probeerde terugkeer van 'normen en waarden' op de politieke agenda te zetten. Nadat zijn tweede kabinet diverse hervormingen had doorgevoerd, was zijn vierde kabinet op dat punt minder daadkrachtig. Een bankencrisis werd wel bezworen. In zijn publieke optredens soms wat onhandig, maar niettemin - of juist daardoor - lange tijd populair en succesvol. De verkiezingen van 2010 verliepen voor zijn partij echter desastreus, waarna hij de politiek verliet. Sinds 2022 minister van staat.
     
  • 8. 
    Op 22 januari 2003 werden er vervroegde Tweede Kamerverkiezingen gehouden. De verkiezingen waren nodig na de val van het kabinet-Balkenende I. Deze val kwam doordat het CDA en de VVD het vertrouwen in hun coalitiepartner LPF hadden opgezegd. De verkiezingen stonden in het teken van de vraag of het door CDA, VVD en LPF uitgestippelde beleid kon worden voortgezet. De LPF verloor echter fors. De PvdA van Wouter Bos herstelde zich sterk ten opzichte van 2002. Het CDA bleef wel de grootste partij.
     
  • 9. 
    Na de Tweede Kamerverkiezingen van 2003 werd het kabinet-Balkenende II gevormd. In dit kabinet werkten CDA, VVD en D66 samen. De CDA- en VVD-bewindslieden uit het voorgaande kabinet-Balkenende I keerden allen terug. Jan Peter Balkenende (CDA) werd wederom premier. Bijzonder waren het recordaantal van vijf vrouwen in het kabinet en het feit dat D66 voor het eerst aan een centrumrechts kabinet meedeed.
     
  • 10. 
    De Partij van de Arbeid (PvdA) is een progressieve, sociaaldemocratische partij. De partij werd opgericht in 1946 als een voortzetting van de vooroorlogse Sociaal-Democratische Arbeiders Partij (SDAP), de Vrijzinnig-Democratische Bond (VDB) en de Christelijk-Democratische Unie (CDU). De PvdA trok samen met GroenLinks op en deed met een gezamenlijke lijst mee aan de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023. Frans Timmermans leidt de gezamenlijke fractie in de Tweede Kamer.
     
  • 11. 
    Democraten 66 (D66) is een hervormingsgezinde sociaal-liberale partij. De huidige politiek leider is Rob Jetten. De partij werd opgericht op 14 oktober 1966 door 44 'homines novi', waarvan er 25 eerder bij andere politieke partijen actief waren geweest. Belangrijkste initiatiefnemer en voorman (tot 1998) was de oud-journalist Hans van Mierlo.
     
  • 12. 
    Piet Hein Donner (1948) was van 1 februari 2012 tot 1 november 2018 vicepresident van de Raad van State. Hij was van 22 juli 2002 tot 21 september 2006 minister van Justitie, van 22 februari 2007 tot 14 oktober 2010 minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van 14 oktober 2010 tot 16 december 2011 minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Daarvoor was de heer Donner onder meer voorzitter van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid en lid van de Raad van State (1998-2002). In 2001-2002 leidde hij een commissie die adviseerde over de WAO-problematiek en in 2002 en 2003 trad hij op als informateur. In de periode november 2006-februari 2007 was hij Tweede Kamerlid voor het CDA. Sinds december 2018 is hij minister van staat.
     
  • 13. 
    De Tweede Kamer is deel van de volksvertegen­woor­di­ging. Zij speelt een belangrijke rol bij de totstandkoming van wetten, controleert de regering en beslist over de vraag of een kabinet (of bewindspersoon) genoeg vertrouwen heeft.
     
  • 14. 
    Bij het aantreden van een nieuw kabinet worden de nieuwe ministers en alle staatssecretarissen beëdigd. Zittende ministers gaan over in het nieuwe kabinet. Feitelijk wordt besloten het door hen gevraagde ontslag niet te verlenen (of zij komen terug op hun verzoek hun portefeuilles ter beschikking te stellen). Wel kunnen bewindslieden in het nieuwe kabinet een andere functie krijgen, maar dit wordt bij Koninklijk Besluit geregeld.
     
  • 15. 
    Als een kabinet of minister ontslag heeft gevraagd aan de Koning(in), maar dit ontslag nog niet is verleend, noemen we dat demissionair. Het is na 1922 gebruikelijk dat een kabinet op de dag van de verkiezingen zijn ontslag aanbiedt, tenzij het dat eerder al had gedaan vanwege een kabinetscrisis.
     
  • 16. 
    De zittingsperiode van een kabinet valt samen met de zittingsduur van de Tweede Kamer, namelijk vier jaar. Het is echter niet vanzelfsprekend dat alle kabinetten de rit tot het einde uitzitten. Bij een tussentijdse crisis wordt de Tweede Kamer ontbonden en komen er nieuwe verkiezingen. Op basis van de nieuwgekozen Tweede Kamer wordt een nieuw kabinet gevormd.
     
  • 17. 
    De gisteren pas beëdigde staatssecretaris Philomena Bijlhout (LPF) is al na enkele uren afgetreden. Gisteravond werd bekend dat zij ten tijde van en ook na de decembermoorden in 1982 nog deel uitmaakte van Surinaamse milities. Mevrouw Bijlhout had formateur Balkenende daarover verkeerd ingelicht.
     
  • 18. 
    Op 5 februari 2002 besloot de Tweede Kamer een parlementaire enquête in stellen naar de aard en omvang van de fraude in de bouw. Verder zou worden bekeken of Justitie voldoende in staat was hiertegen op te treden. De enquêtecommissie stond onder voorzitterschap van Marijke Vos.
     
  • 19. 
    In Duitsland opgegroeide politica, die zichzelf aanmerkte als de door Pim Fortuyn aangewezen leidster van de LPF. Was onder meer actrice en fotomodel en werkte later bij het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel. Stond in mei 2002 derde op de kandidatenlijst van de LPF. Stortte echter op de verkiezingsdag geestelijk in, waarna niet zij maar Herben leider van de fractie werd. Haar emotionele en onconventionele optreden in de fractie leidde uiteindelijk tot een breuk, waarna zij leidster werd van Conservatieven.nl. Haalde bij de verkiezingen van januari 2003 echter geen zetel. Verzamelde dure sportauto's. Sprak met een Duits accent en was een geliefd onderwerp van satirische programma's.
     
  • 20. 
    Voormalige ondernemer (onder meer exploitant van pornosites) die tot de spraakmakende LPF-Kamerleden behoorde. Was oorspronkelijk technisch tekenaar en sportfotograaf. Als medewerker en financier betrokken bij de opbouw van het partijbureau van de LPF. Werd er door het Algemeen Dagblad ten onrechte beschuldigd dat hij een strafblad had. Koos de zijde van Winny de Jong toen die uit de LPF-fractie werd gezet. In 2003 was hij 12e op de kandidatenlijst van Conservatieven.nl, de partij van De Jong. Liet vooral buiten de Kamer van zich horen en bediende zich daarbij regelmatig van onparlementair taalgebruik.
     
  • 21. 
    Fortuynistisch politicus, die in de periode augustus-oktober 2002 fractieleider van regeringspartij LPF was. Zoon van een Amsterdamse marktkoopman en zelf uitgever van onder andere motorbladen. Kwam als één van de laatsten in de LPF-fractie en werd in augustus 2002 verrassend opvolger van Mat Herben, die in de LPF als te gematigd werd beschouwd. Maakte bij de algemene beschouwingen aanvankelijk een goede indruk, maar blunderde in de tweede termijn. Na een machtstrijd in de LPF waarbij hij minister Heinsbroek als nieuwe leider naar voren schoof, werd hijzelf weer aan de kant geschoven. Zijn politieke rol was daarna uitgespeeld.
     
  • 22. 
    Op 1 oktober 2002 werden Winny de Jong en Cor Eberhard uit de Tweede Kamerfractie van de LPF gezet, nadat beiden openlijk kritiek hadden geleverd op fractievoorzitter Harry Wijnschenk. De Jong en Eberhard gingen als duo verder in de groep-De Jong.
     
  • 23. 
    2003
     
  • 24. 
    Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft zorg voor het goed functioneren van het openbaar bestuur van ons land. De hoofdtaken zijn het bevorderen van de democratische rechtstaat, slagvaardig bestuur, zorg voor betaalbare woningen en een goede leefomgeving. Sinds 2017 behoort ook de ruimtelijke ontwikkeling tot het taakveld. Met Koninkrijksrelaties worden de relaties tussen de vier landen van het Koninkrijk bedoeld, namelijk Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten.
     
  • 25. 
    Het ministerie van Defensie draagt de zorg voor het goed functioneren van de krijgsmacht van ons land. De krijgsmacht dient ter verdediging en bescherming van de belangen van het Koninkrijk. Daarnaast dient de krijgsmacht ter handhaving en bevordering van de internationale rechtsorde.
     
  • 26. 
    Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) had de zorg voor duurzaam voedsel, kringlooplandbouw, waardevolle natuur en biodiversiteit, visserij, biotechnologie en stikstofaanpak. Het departement was tussen 2010 en 2012 onderdeel van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en tussen 2012 en 2017 van het ministerie van Economische Zaken. In 2024 wijzigde de naam in ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur.
     
  • 27. 
    Voormalige hoogleraar en columnist die in 2001 op stormachtige wijze de politiek betrad en die op een onconventionele wijze politiek bedreef. Hedonistische, flamboyante, enigszins dandy-achtige man, die omstreden uitspraken niet schuwde, maar daarom ook fel werd bestreden. Had een grote geldingsdrang, die hem ertoe bracht de politiek in te gaan. Werd in 2001 gekozen tot lijsttrekker van Leefbaar Nederland. Zeer succesvol bij de gemeenteraadsverkiezingen in Rotterdam. Na een conflict met Leefbaar Nederland kwam hij met een eigen lijst, de Lijst Pim Fortuyn. Fel bestrijder van het 'paarse kabinet' en het 'poldermodel'. Leek af te stevenen op een grote verkiezingswinst en had ambitie om minister-president te worden. Werd kort voor de verkiezingen vermoord; een moord die de gehele politiek schokte.
     
  • 28. 
    Prinses Beatrix was tot zij op 30 april 2013 abdiceerde ten gunste van haar zoon Willem-Alexander regerend vorstin. Als zodanig trad zij op 30 april 1980 aan. Prinses Beatrix is de oudste dochter van koningin Juliana en prins Bernhard. Zij studeerde rechten in Leiden en heeft speciale belangstelling voor het gehandicaptenbeleid en voor cultuur. In 1966 huwde zij met Claus von Amsberg, die in 2002 overleed. Zij kregen drie zonen, van wie de middelste, prins Friso, in 2013 is gestorven. Door haar met grote plichtsbetrachting, waardigheid en betrokkenheid uitgeoefende koningschap verwierf zij veel aanzien en waardering. In 1996 ontving zij de Karlsprijs en in 2005 kreeg zij een eredoctoraat aan de Leidse Universiteit.
     
  • 29. 
    Econoom die namens de LPF in het eerste kabinet-Balkenende minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en viceminister-president was. Kwam uit een 'rood' Leids gezin en was een kritisch columnist. Zette zich als hoogleraar in voor instelling van een economisch onderzoeksinstituut (Nyfer) dat de concurrentie moest aangaan met het Centraal Planbureau. Erudiet, maar ook overtuigd van eigen gelijk, wat soms aanleiding was tot irritatie bij anderen. Toen zijn collega-minister Heinsbroek met steun van fractievoorzitter Wijnschenk zijn positie als LPF-vicepremier leek aan te willen tasten, leidde dit tot spanningen en conflicten in de LPF. Dit had uiteindelijk beider vertrek tot gevolg. CDA en VVD bewerkstelligden daarna de val van het kabinet. Keerde daarna terug naar de wetenschap.
     
  • 30. 
    Flamboyante zakenman, die fortuin maakte in de platenindustrie en die door LPF-voorman Ferry Hoogendijk werd gevraagd voor het ministerschap. Zoon van een manager uit de distilleerderijbranche. Na een diplomatieke opleiding koos hij voor een loopbaan in de platenbusiness, die eindigde als directeur van Arcade. Daarna handelaar in eigendomsrechten. Als minister van Economische Zaken in het kabinet-Balkenende I wilde hij doorbreking van Haagse gewoonten. Dat leverde hem in sommige kringen populariteit op, waarna hij zich opwierp als nieuwe LPF-leider. Dit leidde tot een conflict met LPF-vicepremier Bomhoff en uiteindelijk tot beider gedwongen aftreden. Zag daarna af van een verdere politieke loopbaan.
     
  • 31. 
    Nederland heeft sinds 1945 tientallen verschillende kabinetten gehad. Drees en Balkenende leidden vier kabinetten, terwijl Lubbers twaalf jaar minister-president was. Mark Rutte was dat van 2010 tot en met 2024 en ook hij leidde vier kabinetten.
     
  • 32. 
    Na acht jaar komt er een eind aan 'Paars'. 2002 staat in het teken van de opkomst van de politieke beweging rond Pim Fortuyn en diens gewelddadige dood. Een periode van grotere politieke instabiliteit breekt aan. De verschuivingen bij verkiezingen nemen toe en de 'centrum-partijen' (CDA, PvdA en VVD) verliezen geregeld terrein ten koste van partijen aan de politieke flanken, zoals SP en PVV. Om een meerderheidskabinet te vormen, is steeds een 'derde' partij nodig.