Kabinet-Balkenende II (2003-2006) - Hoofdinhoud
Na de Tweede Kamerverkiezingen van 2003 i werd het kabinet-Balkenende II gevormd. In dit kabinet werkten CDA i, VVD i en D66 i samen. De CDA- en VVD-bewindslieden uit het voorgaande kabinet-Balkenende I i keerden allen terug. Jan Peter Balkenende i (CDA) werd wederom premier. Bijzonder waren het recordaantal van vijf vrouwen in het kabinet en het feit dat D66 voor het eerst aan een centrumrechts kabinet meedeed.
De samenwerking tussen de partijen verliep soms moeizaam. In het voorjaar van 2005 was er na het aftreden van minister De Graaf zelfs enige tijd sprake van een crisissfeer i. Na herziening van het regeerakkoord en instemming van het D66-congres (2 april 2005) met dit akkoord werd de crisis echter bezworen.
Op 7 juli 2006 verleende Koningin Beatrix het kabinet ontslag, nadat de D66-fractie vanwege zijn handelen in de kwestie-Hirsi Ali het vertrouwen in de samenwerking had opgezegd. CDA en VVD vormden daarop zonder D66 het overgangskabinet-Balkenende III i.
Inhoudsopgave
Formatie
Het kabinet-Balkenende II, met CDA i, VVD i en D66 i als deelnemende partijen, kwam tot stand nadat een (eerste) poging om een kabinet van CDA en PvdA i te formeren, was mislukt. Informateurs waren Piet Hein Donner i en Frits Korthals Altes.
Omdat CDA en VVD samen geen meerderheid hadden en de LPF i zichzelf had gediskwalificeerd als regeringspartij werd de voormalige coalitiepartner uit Balkenende I ingeruild door D66. Op 20 mei 2002 stond het kabinet-Balkenende II naast de koningin op het bordes.
Regeerakkoord, regeringsverklaring en beleidsprogramma
Op 16 mei 2003 presenteerden CDA, VVD en D66 het 'hoofdlijnenakkoord' 'Meedoen, meer werk en minder regels'. Op 11 juni legde premier Balkenende de regeringsverklaring af. In september kwam het kabinet verder met een beleidsprogramma 2004-2007.
datum |
wat |
tot en met |
dagen |
---|---|---|---|
27 mei 2003 |
Beëdiging i nieuwe bewindslieden, aantreden kabinet |
29 juni 2006 |
1130 |
30 juni 2006 |
Ontslag gevraagd, kabinet demissionair i |
6 juli 2006 |
7 |
Totale zittingsduur i kabinet |
1137 |
Mr.Drs. J.P. Balkenende (CDA)
Viceminister-president
Mr. Th.C. de Graaf (D66) (27 mei 2003 - 23 maart 2005)
Drs. G. Zalm (VVD)
Mr. L.J. Brinkhorst (D66) (31 maart 2005 - 3 juli 2006)
Algemene Zaken
minister: Mr.Drs. J.P. Balkenende (CDA)
Buitenlandse Zaken
minister: Mr. J.G. de Hoop Scheffer (CDA) (27 mei 2003 - 3 december 2003)
minister: Dr. B.R. Bot (CDA) (3 december 2003 - 7 juli 2006)
staatssecretaris: Mr.Drs. A. Nicolaï (VVD)
minister voor Ontwikkelingssamenwerking
minister: A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven (CDA)
Justitie
minister: Mr. J.P.H. Donner (CDA)
minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie
minister: Drs. M.C.F. Verdonk (VVD)
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
minister: J.W. Remkes (VVD)
minister voor Bestuurlijke vernieuwing en Koninkrijksrelaties
minister: Mr. Th.C. de Graaf (D66) (27 mei 2003 - 23 maart 2005)
minister: Drs. A. Pechtold (D66) (31 maart 2005 - 3 juli 2006)
Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
minister: M.J.A. van der Hoeven (CDA)
staatssecretaris: Mr. M.C. van der Laan (D66) (27 mei 2003 - 3 juli 2006)
staatssecretaris: Drs. A.D.S.M. Nijs (VVD) (27 mei 2003 - 9 juni 2004)
staatssecretaris: Drs. M. Rutte (VVD) (17 juni 2004 - 27 juni 2006)
Financiën
minister: Drs. G. Zalm (VVD)
staatssecretaris: Mr.Drs. J.G. Wijn (CDA)
Defensie
minister: H.G.J. Kamp (VVD)
staatssecretaris: C. van der Knaap (CDA)
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
minister: S.M. Dekker (VVD)
staatssecretaris: Drs. P.L.B.A. van Geel (CDA)
Verkeer en Waterstaat
minister: Drs. K.M.H. Peijs (CDA)
staatssecretaris: M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus (VVD)
Economische Zaken
minister: Mr. L.J. Brinkhorst (D66) (27 mei 2003 - 3 juli 2006)
minister: Drs. G. Zalm (VVD) (3 juli 2006 - 7 juli 2006)
staatssecretaris: Ir. C.E.G. van Gennip (CDA)
Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
minister: Dr. C.P. Veerman (CDA) (27 mei 2003 - 1 juli 2003)
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
minister: Dr. C.P. Veerman (CDA) (1 juli 2003 - 7 juli 2006)
Sociale Zaken en Werkgelegenheid
minister: Mr. A.J. de Geus (CDA)
staatssecretaris: Drs. M. Rutte (VVD) (27 mei 2003 - 17 juni 2004)
staatssecretaris: H.A.L. van Hoof (VVD) (17 juni 2004 - 7 juli 2006)
Volksgezondheid, Welzijn en Sport
minister: Drs. J.F. Hoogervorst (VVD)
staatssecretaris: Drs. C.I.J.M. Ross-van Dorp (CDA)
Drie keer veranderde de samenstelling van Balkenende II. Tussentijds vertrokken er twee ministers en één staatssecretaris.
-
-De Hoop Scheffer werd opgevolgd door Bot als minister van Buitenlandse Zaken
In september 2003 werd bekend dat minister De Hoop Scheffer van Buitenlandse Zaken secretaris-generaal van de NAVO zou worden. De voormalige diplomaat Ben Bot werd bij besluit van 30 september tot diens opvolger benoemd. De ministerswisseling kreeg op 3 december zijn beslag.
-
-Nijs werd opgevolgd door Rutte als staatssecretaris van Onderwijs
Na rel rond een interview met weekblad Nieuwe Revu trad in juni 2004 staatssecretaris Nijs van Onderwijs af. In het interview bleek dat de verhouding tussen haar en minister Van der Hoeven slecht was. Na excuses zag een Kamermeerderheid geen reden voor het vertrek van Nijs, maar een dag na het Kamerdebat gaf de top van de VVD aan dat zij beter kon aftreden. Als opvolger van Nijs werd Mark Rutte, staatssecretaris van Sociale Zaken, benoemd.
-
-Rutte werd opgevolgd door Van Hoof als staatssecretaris van Sociale Zaken
Rutte werd op zijn beurt als staatssecretaris van Sociale Zaken opgevolgd door oud-Tweede Kamerlid en oud-staatssecretaris van Defensie Henk van Hoof.
-
-De Graaf werd opgevolgd door Pechtold als minister van Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties
Op 23 maart 2005 trad minister De Graaf van Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties af nadat gebleken was dat zijn voorstellen voor invoering van een gekozen burgemeester en de hervorming van het kiesstelsel niet op een meerderheid konden rekenen. Als opvolger werd D66-voorzitter en burgemeester van Wageningen Alexander Pechtold benoemd.
Het kabinet kon in de Tweede Kamer rekenen op een kleine meerderheid. Wel stapte op 2 september 2004 Geert Wilders i uit de VVD-fractie na onenigheid over de koers van de partij. Het verlies van deze zetel bracht de meerderheid van het kabinet niet in gevaar.
In de Eerste Kamer beschikte Balkenende II over een iets ruimere meerderheid. Ook na de Eerste Kamerverkiezingen van 2003 i bleef deze behouden.
CDA |
VVD |
D66 |
totaal |
|
---|---|---|---|---|
Kabinet: ministers / (staatssecretarissen) |
9/(5) |
6/(4) |
2/(1) |
17/(10) |
Tweede Kamer op 27 mei 2003 |
44 |
28 |
6 |
78 (52%) |
Eerste Kamer tot 10 juni 2003 |
20 |
19 |
4 |
43 (57,3%) |
Eerste Kamer vanaf 10 juni 2003 |
23 |
15 |
3 |
41 (54,7%) |
Bij het aantreden van het kabinet-Balkenende II, was de economische groei ongeveer stilgevallen en waren de overheidsfinanciën in hoog tempo aan het ontsporen. Vooral in de eerste fase van de kabinetsperiode werd er flink bezuinigd, waardoor het EMU-tekort vrij snel weer onder controle was. Het kabinet voerde ingrijpende hervormingen door in de sociale zekerheid en in de zorg, maar kwam ten val op het moment dat het na het 'zuur' het 'zoet' wil uitdelen.
Het kabinetsbeleid stond in het teken van hervormingen en bezuinigingen op de overheidsfinanciën. Vooral bij de sociale zekerheid vonden ingrepen plaats, zoals strengere toelatingseisen bij de WAO. Verder lukte het om het stelsel van ziektekostenverzekeringen te wijzigen.
-
-Europese Grondwet
Tijdens het Nederlands voorzitterschap van de EU kwam op 29 oktober 2004 het ontwerp tot stand van een Grondwettelijk Verdrag (Europese Grondwet) voor de EU. Tijdens een op basis van een initiatiefwet gehouden referendum werd dit ontwerp op 1 juni 2005 afgewezen. Het kabinet had zich sterk gemaakt voor aanvaarding. Hierna werd de Europese Grondwet 'dood' verklaard.
Justitie / Vreemdelingenzaken en Integratie
-
-Pardonregeling
In 2004 werd een beperkte pardonregeling ingevoerd voor asielzoekers die al langere tijd in Nederland verbleven. Het uitzetbeleid voor uitgeprocedeerde asielzoekers werd aangescherpt. De terugkeer naar onder meer Syrië en Congo leidde tot aanvaringen van de Kamer met minister Verdonk, omdat teruggekeerde asielzoekers in die landen in problemen waren gekomen.
-
-Inburgering
Een wetsvoorstel over verplichte inburgering van alle allochtone Nederlanders leidde tot kritiek van zowel Raad van State als Tweede Kamer. Uiteindelijk werd de verplichting voor genaturaliseerde Nederlanders gekoppeld aan het wel of niet bezitten van diploma's of certificaten.
Binnenlandse Zaken i / Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties
-
-Wijziging kieswet
Minister De Graaf maakte zich sterk voor wijziging van het kiesstelsel. Hij kwam met een wijziging van de Kieswet waardoor kiezers zowel een stem op een partij als op een regionale kandidaat moesten kunnen uitbrengen. Het voorstel werd bekritiseerd en werd na het vertrek van De Graaf ingetrokken.
-
-Gekozen burgemeester
Voor invoering van de gekozen burgemeester was een grondwetswijziging nodig. Daarnaast kwam De Graaf met een wetsvoorstel dat er voor moest zorgen dat op 1 januari 2006 alle burgemeesters (ook de zittende) werden gekozen. Hiertegen rezen veel bezwaren. Onder andere de voorgestelde invoering was voor de PvdA-Eerste Kamerfractie reden om tegen de grondwetsherziening over de gekozen burgemeester te stemmen, die daardoor werd verworpen.
-
-Nationale Conventie
De Graafs opvolger Pechtold stelde een Nationale Conventie i in, die met voorstellen moest komen voor staatkundige hervormingen. Ook stelde hij een Burgerforum over het kiesstelsel in.
-
-Verbetering EMU-saldo
Bij het aantreden van het kabinet waren de overheidsfinanciën niet meer onder controle. In 2000 had het EMU-overschot nog 1,9% BBP bedragen, terwijl in 2003 de EMU-tekortnorm van 3% bijna werd overschreden. Het begrotingssaldo was in 3 jaar tijd dus met zo'n 5%-punt BBP verslechterd. Uiteindelijk realiseerde het kabinet een verbetering van het EMU-saldo van 3,2%-punt BBP.
-
-Missie Afghanistan
Donderdag 2 februari 2006 stemde de Tweede Kamer i in met Nederlandse deelname aan de ISAF-vredesmissie in de provincie Uruzgan, in Zuid-Afghanistan. Het kabinet stuurde hier Nederlandse militairen naar toe. De Tweede-Kamerfractie van coalitiepartij D66 i stemde tegen. Volgens partijleider Dittrich i had de missie te weinig kans van slagen omdat vechten en opbouwen te zeer vermengd worden.
Sociale Zaken en Werkgelegenheid i
-
-Omvorming WAO tot WIA
Het WAO stelsel werd hervormd. De Bijstandswet wordt vervangen door de Wet werk en bijstand, de WAO door de Wet Werk en Inkomen naar arbeidsvermogen. Werkgevers kregen een grotere plicht bij de re-integratie van zieke werknemers en de voorwaarden werden aangescherpt. Door herkeuring en aangescherpte voorwaarden daalde het aantal arbeidsongeschiktheidsjaren met bijna 1/8.
-
-Afbouw prepensioen
Het kabinet wilde de fiscale subsidiëring van VUT en prepensioen afbouwen, omdat het de lage arbeidsparticipatie van oudere werknemers onverantwoord vond met het oog op de naderende vergrijzing.
-
-Hervorming WW
De WW-vervolguitkering (een vervolguitkering na afloop van de WW-uitkering die tot 2 jaar kan duren) werd afgeschaft, zodat de WW minder als overbruggingsregeling richting prepensioen of AOW kon dienen. Later in de kabinetsperiode werd besloten tot een verkorting van de WW-duur van maximaal 5 jaar tot maximaal 38 maanden.
Volksgezondheid, Welzijn en Sport i
-
-Invoering nieuw zorgverzekeringsstelsel
Door invoering van een nieuw zorgverzekeringsstelsel verdween het onderscheid tussen particulier- en ziekenfondsverzekerden. De invoering ging gepaard met een invoering van een eigen risico en zorgtoeslag.
Normen en waarden
Een terugkerend thema tijdens deze kabinetsperiode was het debat over normen en waarden. Naar aanleiding van een kabinetsreactie op een rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid debatteerde de Tweede Kamer in april 2005 over dit onderwerp. Er bestond overeenstemming over bevordering van fatsoenlijk gedrag, maar sommige partijen vreesden daarbij betutteling. De linkse oppositie vroeg ook om aandacht voor 'waarden en normen' van de kant van de overheid, bijvoorbeeld waar het ging om de behandeling van ouderen in verpleeghuizen en om het beperken van extreem hoge beloning in het bedrijfsleven.
Terreurdreiging
Op 11 maart 2004 vonden in Spanje terroristische aanslagen op treinen plaats, waarbij bijna 200 doden en 1400 gewonden vielen. Op 7 juli 2005 werden aanslagen gepleegd in de Londense metro en in een bus. Dit droeg ook in Nederland bij aan een algemeen klimaat van onveiligheid en angst voor aanslagen door extremistische moslims.
Moord op Theo van Gogh
Op 2 november 2004 werd in Amsterdam de cineast en columnist Theo van Gogh vermoord door Mohammed Bouyeri, een radicale moslim. Op het lichaam van Van Gogh werd een doodsbedreiging aan VVD-Tweede Kamerlid Ayaan Hirsi Ali i gevonden. De moord veroorzaakte veel commotie. De discussie over integratie en asiel werd door de gebeurtenissen verscherpt. Dat werd nog versterkt toen op 10 november 2004 in het Haagse Laakkwartier een inval plaatsvond, waarbij leden van de zogenaamde Hofstadgroep (radicale islamitische jongeren) werden gearresteerd.
Paascrisis 2005
Op 22 maart 2005 kreeg het voorstel in tweede lezing tot het uit de Grondwet halen van de burgemeestersbenoeming i geen tweederde meerderheid in de Eerste Kamer i. Een dag later trad minister Thom de Graaf i (Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties) af. Dit gebeurde zowel vanwege de geleden nederlaag als vanwege zijn gebrek aan vertrouwen in verwezenlijking van zijn kiesrechthervorming.
De drie troonredes die het kabinet-Balkenende II opstelde, stonden vooral in het teken van het veiligheidsbeleid en de hervormingen van het kabinet om de economie weer op gang te brengen.
De 'Ayaan-crisis'
Op 30 juni 2006 bood minister-president Jan Peter Balkenende i het ontslag aan van de bewindslieden van D66 en stelden hij en de overige bewindslieden hun portefeuilles ter beschikking. De D66-bewindslieden stapten op, nadat de D66-fractie een dag eerder het vertrouwen in minister Verdonk had opgezegd. De aanleiding van het conflict tussen D66 en minister Rita Verdonk i was de gang van zaken rond het Nederlanderschap van VVD-Tweede Kamerlid Ayaan Hirsi Ali i.
Meer over