Drs. C.I.J.M. (Clémence) Ross-van Dorp

foto Drs. C.I.J.M. (Clémence) Ross-van Dorp
Naar de grotere foto (verschijnt in een nieuw venster)
Fotopersburo Dijkstra
Met dank overgenomen van Parlement.com.

In Delft geboren CDA-politica, die op jonge leeftijd Tweede Kamerlid werd en daar onder meer het woord voerde over medisch-ethische zaken. Opgeleid als doktersassistente en lerares. Als vertrouweling van fractievoorzitter Balkenende i werd zij in 2002 staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Behalve met thema's als jeugdbeleid, de thuiszorg en het ouderenbeleid, hield zij zich bezig met het sportbeleid. Leunde aanvankelijk sterk op haar ambtenaren en kreeg de nodige kritiek vanwege de problemen met wachtlijsten, maar wist later dat beeld om te buigen. Haar voornaamste wetgevende prestaties waren de Wet jeugdzorg en de Wet maatschappelijke ondersteuning.

CDA
functie(s) in de periode 1998-2007: lid Tweede Kamer, staatssecretaris

1.

Personalia

voornamen (roepnaam)
Clemencia Ignatia Johanna Maria (Clémence)

geboorteplaats en -datum
Delft, 27 augustus 1957

2.

Partij/stroming

partij(en)
CDA (Christen-Democratisch Appèl), vanaf 1990

3.

Hoofdfuncties/beroepen (7/12)

  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 19 mei 1998 tot 22 juli 2002
  • staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (belast met ouderen, sport, gehandicapten, jeugd, sociaal beleid, oorlogsgetroffenen, medische ethiek en biotechnologie), van 22 juli 2002 tot 22 februari 2007
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 30 januari 2003 tot 27 mei 2003
  • directeur NISB (Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen), van 1 april 2007 tot 1 november 2012
  • directeur-eigenaar Clemence Ross Consultancy, vanaf april 2013
  • directeur Agora, landelijke ondersteuning palliatieve zorg, vanaf 1 oktober 2013
  • directeur The Natural Way of Cleaning B.V. (groothandel in schoonmaakproducten) te Breedenbroek, vanaf maart 2014

takenpakket (staatssecretaris)
  • Was als staatssecretaris belast met 1. de coördinatie van het jeugdbeleid (inclusief jeugdzorg en preventieve jeugdgezondheidszorg); 2. de coördinatie van het gezinsbeleid; 3. ouderenbeleid; 4. het sociale beleid (welzijn); 5. gehandicaptenbeleid; 6. voorzieningen op het gebied van verpleging en verzorging; 7. de AWBZ; 8. sportbeleid; 8. medisch-ethische vraagstukken; 9. biotechnologie en 10. oorlogsgetroffenen en verzetsdeelnemers. Zij werd voorts betrokken bij de inrichting en herstructurering van de gezondheidszorg, het verzekeringsstelsel, het budgettaire kader zorg, patiëntenbeleid en de kwaliteit van de zorg.

U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.

4.

Partijpolitieke functies

In de uitgebreide versie is een overzicht van partijpolitieke functies opgenomen.

5.

Nevenfuncties

huidige
  • voorzitter Nationaal Rampenfonds, vanaf juli 2012
  • voorzitter algemeen bestuur Stichting GVvZ (Gemeenschappelijke Voorzieningen voor Zorgcommunicatie), vanaf april 2023

vorige (2/22)
  • voorzitter LAN (Long Alliantie Nederland), van juli 2018 tot juni 2024
  • lid bestuur FAST (Future Affordable Sustainable Therapies), van april 2023 tot juni 2024

U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.


afgeleide functies, presidia etc.
lid Interparlementaire Commissie voor de Nederlandse Taalunie, van augustus 1998 tot juli 2002

6.

Opleiding

In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.

7.

Activiteiten

als parlementariër (3/4)
  • Diende in 2000 samen met haar fractiegenoot Peter van Wijmen een initiatiefwetsvoorstel in over overerving van adeldom in de vrouwelijke lijn. Dit voorstel werd in mei 2002 ingetrokken.
  • Was woordvoerster van haar fractie bij het debat over het wetsvoorstel toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding
  • Interpelleerde op 15 maart 2001 minister Hermans over tekorten in het onderwijs (27.637)

In de uitgebreide versie is een overzicht van opvallend stemgedrag opgenomen.


als bewindspersoon (beleidsmatig) (3/5)
  • Bracht in 2005 de Nota 'Tijd voor sport. Bewegen, meedoen en presteren' uit. Doel van het nieuwe sportbeleid is onder meer dat in 2010 90 procent van alle scholen elke leerling dagelijks de mogelijkheid biedt om binnen en buiten schooluren te sporten. Jeugdigen, mensen met een beperking en ouderen moeten meer gaan bewegen en de achterstand in deelname van de allochtone jeugd in sportverenigingen moet worden weggewerkt. Ook topsport wordt gestimuleerd onder meer door ondersteuning van nationale talentenontwikkelingsprogramma's. Er komt extra budget voor het sportbeleid, waardoor het totaalbedrag voor het sportbeleid 2006-2010 100 miljoen euro wordt.
  • Bracht in 2006 de Nota Gezinsbeleid uit. Daarin wordt ingegaan op de thema's 'opvoeding en ondersteuning', 'opvoeding buiten het gezin: de rol van de school, sport en jeugd- en buurtwerk', 'waarden en normen', 'financiële positie van gezinnen' en 'arbeid: kinderopvang, levensloopbeleid, vrijwilligerswerk en mantelzorg'. In de nota wordt de invoering van een elektronisch kinddosier en van een wet huisverbod bij huiselijk geweld aangekondigd. In iedere gemeente moeten één of meer centrale punten komen voor Jeugd en Gezin. Er komt extra geld voor kinderopvang en extra aandacht voor opvoedingsondersteuning, m.n. voor allochtone gezinnen. (30.512)
  • Diende in 2006 samen met minister Donner het wetsvoorstel Wet gesloten jeugdzorg in. Het wetsvoorstel werd in 2007 door de ministers Hirsch Ballin en Rouvoet in het Staatsblad gebracht. (30.644)

als bewindspersoon (wetgeving) (3/6)
  • Bracht in 2003 een wet (Stb. 399) tot wijziging van de Wet op de dierproeven tot stand, waardoor het verboden wordt dierproeven te houden met mensapen, te weten chimpansees, bonobo's, orang-oetans en gorilla's. (28.503)
  • Bracht in 2004 samen met minister Donner de Wet op de jeugdzorg (Stb. 306) tot stand. Deze wet vervangt de Wet op de jeugdhulpverlening en biedt uniforme toegang tot verschillende vormen van jeugdzorg. In de wet wordt de aanspraak op, toegang tot, en bekostiging van de jeugdzorg geregeld. Ook de toegang tot andere jeugdzorg, zoals de geestelijke gezondheidszorg voor kinderen en jeugdigen (jeugd-GGZ), de zorg voor verstandelijk gehandicapten met opgroei- en opvoedingsproblemen en tot de civielrechtelijke plaatsing in justitiële jeugdinrichtingen worden geregeld. Er komen per 1 januari 2005 15 Bureaus Jeugdzorg in provincies en grootstedelijke gebieden. Het wetsvoorstel was in 2001 ingediend door staatssecretaris Vliegenthart en minister Korthals. (28.168)
  • Bracht in 2006 de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) (Stb. 351) tot stand. Deze wet moet gemeenten meer mogelijkheden bieden om een samenhangend beleid te voeren op het gebied van zorg, wonen, welzijn en dienstverlening. Daarmee moet de zorg aan mensen met een ernstige, langdurige hulpvraag - ook op de lange termijn - gewaarborgd en betaalbaar blijven. De Algemene Wet Bijzondere Ziektenkosten (AWBZ) wordt geleidelijk teruggebracht tot waarvoor hij aanvankelijk bedoeld was: een volksverzekering voor risico's die particulier niet te verzekeren zijn, zoals de gevolgen van chronische ziekten, lichamelijke en verstandelijke handicaps en verpleeghuiszorg. De Wet voorzieningen gehandicapten en (op termijn) de Welzijnswet 1994 worden ingetrokken. De wet treedt 1 januari 2007 in werking. (30.131)

U ziet een selectie van activiteiten. In de uitgebreide versie is het gehele overzicht van activiteiten in te zien.

8.

Wetenswaardigheden

algemeen
  • Werd in juli 2002 bij de strijd om het fractievoorzitterschap met 27 tegen 15 stemmen verslagen door Maxime Verhagen
  • Werd in 2005 bekritiseerd (zowel door de regeringsfracties als door de oppositie) vanwege de problemen in de verpleeghuiszorg. De kritiek richtte zich onder meer op de vertraagde invoering van de richtlijn voeding en vochttoediening. Een door de SP ingediend motie van wantrouwen kreeg geen meerderheid.

uit de privésfeer
  • Zij groeide op in Delft en Deventer

verkiezingen
  • Was in 2002 en 2003 bij de Tweede Kamerverkiezingen nummer vier op de CDA-kandidatenlijst

9.

Publicaties van/over

literatuur/documentatie
  • Claudia Kammer en Ester Rosenberg, "Bij ruzie zorgt Ross-van Dorp dat het goed komt", NRC Handelsblad, 17 mei 2004
  • Toof Brader en Marja Vuijsje, "Haagse portretten. Tweede-Kamerleden, ministers, staatssecretarissen" (1999)

10.

Familie/gezin

In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.

11.

Uitgebreide versie

Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.

Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:

In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.

Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.

De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.