Kabinet-Kok II (1998-2002) - Hoofdinhoud
Dit kabinet, in de wandelgangen veelal 'Paars II' genoemd, was een voortzetting van het kabinet-Kok I i. Hoewel het kabinet het bijna de volle vier jaar uithield, verliep de samenwerking tussen PvdA i, VVD i en D66 i minder soepel dan in de vorige kabinetsperiode. PvdA-leider Wim Kok i werd voor de tweede keer premier.
Het op 3 augustus 1998 aangetreden kabinet regeerde onder economisch gunstige omstandigheden en voerde enkele toonaangevende wetten door, zoals de euthanasiewetgeving. D66, verliezer bij de Kamerverkiezingen van 1998 i, zag in 1999 haar 'kroonjuweel', het referendum, stranden in de Eerste Kamer.
De kwestie-Srebrenica i wierp een schaduw over het kabinet. Op 16 april 2002 bood het kabinet zijn ontslag aan vanwege het NIOD-rapport over de gebeurtenissen in Srebrenica. Op 22 juli 2002 volgde het eerste kabinet-Balkenende i het kabinet-Kok II op.
Inhoudsopgave
Formatie
De Tweede Kamerverkiezingen i van 1998 wezen op twee zaken: aan de ene kant leek de kiezer het vertrouwen in de paarse coalitie te hebben behouden, met winst voor de PvdA i en de VVD i. Aan de andere kant leed D66 i een gevoelige nederlaag. Hoewel D66 niet nodig was voor een meerderheid in de Tweede Kamer, werd snel op een vervolg van een paarse coalitie van PvdA, VVD en D66 aangestuurd.
Regeerakkoord en regeringsverklaring
Na ruim zestig dagen onderhandelen kwamen PvdA, VVD en D66 tot een regeerakkoord. Op 25 augustus 1998 legde premier Kok de regeringsverklaring af.
datum |
wat |
t/m |
dagen |
---|---|---|---|
3 augustus 1998 |
Beëdiging i nieuwe bewindslieden, aantreden kabinet |
15 april 2002 |
1352 |
16 april 2002 |
Ontslag gevraagd, kabinet demissionair i |
21 juli 2002 |
97 |
Totale zittingsduur i kabinet |
1449 |
W. Kok (PvdA)
Viceminister-president
Dr. E. Borst-Eilers (D66)
A. Jorritsma-Lebbink (VVD)
Algemene Zaken
minister: W. Kok (PvdA)
Buitenlandse Zaken
minister: J.J. van Aartsen (VVD)
staatssecretaris: Drs. D.A. Benschop (PvdA)
minister voor Ontwikkelingssamenwerking
minister: Mr. E.L. Herfkens (PvdA)
Justitie
minister: Mr. A.H. Korthals (VVD)
staatssecretaris: Dr. M.J. Cohen (PvdA) (3 augustus 1998 - 1 januari 2001)
staatssecretaris: Mr. N.A. Kalsbeek (PvdA) (2 januari 2001 - 22 juli 2002)
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
minister: Dr. A. Peper (PvdA) (3 augustus 1998 - 13 maart 2000)
minister: Mr. R.H.L.M. van Boxtel (D66) (13 maart 2000 - 24 maart 2000)
minister: Mr. K.G. de Vries (PvdA) (24 maart 2000 - 22 juli 2002)
staatssecretaris: Drs. G.M. de Vries (VVD)
minister voor Grotesteden- en Integratiebeleid
minister: Mr. R.H.L.M. van Boxtel (D66)
Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
minister: Drs. L.M.L.H.A. Hermans (VVD)
staatssecretaris: Drs. K.Y.I.J. Adelmund (PvdA)
staatssecretaris: Dr. F. van der Ploeg (PvdA)
Financiën
minister: Drs. G. Zalm (VVD)
staatssecretaris: Dr. W.A.F.G. Vermeend (PvdA) (3 augustus 1998 - 24 maart 2000)
staatssecretaris: Drs. W.J. Bos (PvdA) (24 maart 2000 - 22 juli 2002)
Defensie
minister: Mr. F.H.G. de Grave (VVD)
staatssecretaris: H.A.L. van Hoof (VVD)
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
minister: Drs. J.P. Pronk (PvdA)
staatssecretaris: J.W. Remkes (VVD)
Verkeer en Waterstaat
minister: T. Netelenbos (PvdA)
staatssecretaris: Drs. J.M. de Vries (VVD)
Economische Zaken
minister: A. Jorritsma-Lebbink (VVD)
staatssecretaris: Drs. G. Ybema (D66)
Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
minister: Drs. H.H. Apotheker (D66) (3 augustus 1998 - 7 juni 1999)
minister: Mr. K.G. de Vries (PvdA) (7 juni 1999 - 9 juni 1999)
minister: Mr. L.J. Brinkhorst (D66) (8 juni 1999 - 22 juli 2002)
staatssecretaris: G.H. Faber (PvdA)
Sociale Zaken en Werkgelegenheid
minister: Mr. K.G. de Vries (PvdA) (3 augustus 1998 - 24 maart 2000)
minister: Dr. W.A.F.G. Vermeend (PvdA) (24 maart 2000 - 22 juli 2002)
staatssecretaris: Drs. J.F. Hoogervorst (VVD)
staatssecretaris: Mr. A.E. Verstand-Bogaert (D66)
Volksgezondheid, Welzijn en Sport
minister: Dr. E. Borst-Eilers (D66)
staatssecretaris: A.M. Vliegenthart (PvdA)
Twee ministers en één staatssecretaris in het kabinet-Kok II traden tussentijds af.
-
-Apotheker werd opgevolgd door Brinkhorst als minister van Landbouw
Op 7 juni 1999 trad minister Apotheker van Landbouw af, omdat hij vond dat hij in de ministerraad te weinig steun kreeg voor zijn herstructeringsvoorstellen in de varkenshouderij. Deze was net geplaagd door een uitbraak van varkenspest. Hij werd opgevolgd door L.J. Brinkhorst.
-
-Peper werd opgevolgd door De Vries op als minister van Binnenlandse Zaken
Op 13 maart 2000 trad minister Peper van Binnenlandse Zaken af, omdat zijn declaratiegedrag ten tijde van zijn burgemeesterschap van Rotterdam ter discussie stond en hij zich als 'vrij man' wilde kunnen verdedigen. Minister De Vries van Sociale Zaken volgde Peper op.
-
-De Vries opgevolgd door Vermeend als minister van Sociale Zaken
Staatssecretaris Vermeend van Financiën volgde De Vries op als minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
-
-Vermeend opgevolgd door Bos als staatsecretaris van Financiën
Vermeend werd op zijn beurt als staatssecretaris van Financiën opgevolgd door PvdA-Tweede Kamerlid Bos.
-
-Cohen opgevolgd door Kalsbeek als staatssecretaris van Justitie
Op 2 januari 2001 volgde mevrouw Kalsbeek als staatssecretaris van Justitie de heer Cohen op, die aftrad vanwege zijn benoeming tot burgemeester van Amsterdam.
Het kabinet kon in de Tweede Kamer rekenen op een ruime meerderheid. In de Eerste Kamer was dat aanvankelijk ook het geval. Als gevolg van de Eerste Kamerverkiezingen van 1999 i bleef er slechts een nipte meerderheid over.
De zetelverdeling in het parlement wijzigde in deze kabinetsperiode niet. Er vonden geen afsplitsingen plaats van de Tweede- of Eerste Kamerfracties van de regeringspartijen.
PvdA |
VVD |
D66 |
totaal |
|
---|---|---|---|---|
Kabinet: ministers / (staatssecretarissen) |
6/(7) |
6/(5) |
3/(2) |
15/(14) |
Tweede Kamer op 3 augustus 1998 |
45 |
38 |
14 |
97 (64,7%) |
Eerste Kamer tot 8 juni 1999 |
14 |
23 |
7 |
44 (58,7%) |
Eerste Kamer vanaf 8 juni 1999 |
15 |
19 |
4 |
38 (50,7%) |
De eerste jaren onder het kabinet-Kok II draaide de economie op volle toeren. De coalitiepartners richtten zich op de verdeling van de buit. Het hervormen van de economie raakte steeds meer op de achtergrond. Volgens het regeerakkoord moesten de inkomstenmeevallers voor een groot deel aan lastenverlichting worden besteed. PvdA i en D66 i wilden echter meer 'investeren'.
Het kabinet streefde naar versterking van de economische positie van het land. Bij die grotere economische slagkracht moest rekening worden gehouden met het leefmilieu. Andere speerpunten waren versterking van de sociale cohesie (het wegwerken van achterstanden, integratie, toegankelijke zorg), verbetering van de kwaliteit van de overheid en veiligheid in de woonomgeving.
-
-Invoering Homohuwelijk
Als eerst land ter wereld stelde Nederland in 2001 het huwelijk open voor partners van hetzelfde geslacht.
-
-Vreemdelingenwet
Een nieuwe Vreemdelingenwet in 2000 moet voor snellere asielprocedures zorgen
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties i
-
-Dualisering provincie- en gemeentebestuur
De Wet dualisering provincie- en gemeentebestuur bracht een strikte scheiding tussen de Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten, alsmede het College van Burgemeester en Wethouders en gemeenteraad tot stand.
-
-Vredesmissies
In deze kabinetsperiode nam Nederland deel aan vredesmissies in onder meer Kosovo, Ethiopië en Eritrea.
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer i
-
-Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening
Minister Pronk kwam met de Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening, waarin een grotere verantwoordelijkheid voor het ruimtelijk beleid bij provincies en gemeenten werd gelegd. Er werden door het Rijk 'rode' en 'groene' contouren aangegeven voor bebouwing en natuurontwikkeling.
-
-Vierde Nationaal Milieubeleidsplan (NMP4).
Uitgangspunt daarvan was een omvorming in dertig jaar naar een duurzaam functionerende samenleving. Problemen die daarbij onder meer aandacht zouden moeten krijgen waren: verlies aan biodiversiteit door verdroging en verzuring en het gebruik van bestrijdingsmiddelen, klimaatverandering, uitputting van natuurlijke hulpbronnen, externe veiligheid door luchtvaart en vervoer van gevaarlijke stoffen, en afnemende kwaliteit van de leefomgeving.
Deze problemen moesten worden aangepakt door drie zgn. transities: overgang naar een duurzame energiehuishouding, overgang naar duurzaam gebruik van biodiversiteit en natuurlijke hulpbronnen en overgang naar duurzame landbouw. Om dit te bereiken zouden heffingen en subsidies worden ingevoerd en moesten internationale afspraken worden gemaakt.
-
-Vermindering files
Er werden plannen gemaakt tot vermindering van de files. Aanvankelijk werd een systeem van tolpoorten bedacht, maar dat werd later vervangen door een plan voor invoering (op termijn) van een kilometerheffing.
-
-Schiphol
Het kabinet ondervond grote problemen met betrekking tot de uitbreiding van Schiphol. Zo waren er veel protesten naar aanleiding van de toenemende geluidshinder van de luchthaven. Ondanks protesten kwam de uitbreiding, in de vorm van een extra landingsbaan, er toch.
Landbouw, Natuurbeheer en Visserij i
-
-MKZ-uitbraak
In 2001 werd Nederland getroffen door een uitbraak van Mond- en Klauwzeer (MKZ), waarbij vee moest worden afgemaakt en boeren in ernstige problemen kwamen.
Sociale Zaken en Werkgelenheid i
-
-WAO
De Wet verbetering poortwachter moest zorgen voor ziektepreventie en betere re-integratie om zo het hoge aantal mensen dat een beroep deed op de WAO te verminderen.
Volksgezondheid, Welzijn en Sport i
-
-euthanasiewetgeving
Het kabinet trof een definitieve regeling voor euthanasie (levensbeëindiging op verzoek).
Tussentijdse crisis 1999: de nacht van Wiegel
In de nacht van 18 op 19 mei 1999 kreeg een wetsvoorstel tot invoering van de mogelijkheid voor een correctief referendum in de Eerste Kamer niet de vereiste tweederde meerderheid. Daarop bood het kabinet in de loop van 19 mei zijn ontslag aan. Vooral D66 i was zeer ontstemd en teleurgesteld over de verwerping, omdat zij het referendum als één van haar 'kroonjuwelen' beschouwde.
Nadat D66 aanvankelijk weinig voelde voor een lijmpoging, werd na enige tijd toch een compromis bereikt na een geslaagde bemiddelingspoging door de vicepresident van de Raad van State, Tjeenk Willink. i
Dat compromis hield in dat er nog tijdens de periode van het tweede kabinet-Kok een Tijdelijke Referendumwet zou komen, waarin een consultatief correctief referendum zou worden geregeld. Het kabinet zou bovendien het Grondwetsvoorstel opnieuw (in eerste lezing) indienen.
Huwelijk kroonprins Willem-Alexander
Op 3 juli 2001 werd de toestemmingswet voor het huwelijk van Kroonprins Willem Alexander en Máxima Zorreguieta aangenomen. Mevrouw Zorreguieta i, van oorsprong Argentijnse, had eerder al het Nederlanderschap gekregen.
Omdat haar vader staatssecretaris van Landbouw in het omstreden regime-Videla was, ontstond in de eerste maanden van 2001 een felle publieke discussie over het mogelijke huwelijk en de aanwezigheid van de vader daarbij. Na een gesprek met minister van staat Van der Stoel i, die door het kabinet als bemiddelaar was aangezocht, besloot vader Zorreguieta niet bij het huwelijk van zijn dochter aanwezig te zijn. Het voornaamste bezwaar tegen een huwelijk was hiermee weggenomen.
Terreurdreiging - Aanslagen op WTC en Pentagon
Op 11 september 2001 werd de wereld opgeschrikt door terreuraanslagen op het World Trade Centre in New York en het Pentagon in Washington. Deze aanslagen kostten aan ongeveer 3000 mensen het leven. Het kabinet zegde de Verenigde Staten alle medewerking toe bij het opsporen van de daders. Op nationaal niveau kwam het kabinet met een pakket anti-terreurmaatregelen.
Invoering Euro
Per 1 januari 2002 werd de Gulden ingeruild voor de Euro. Vanaf dat moment betaalden Nederlanders en inwoners van elf andere lidstaten van de Europese Unie met dezelfde munt.
Vier keer droeg de Koningin een troonrede voor die was opgesteld door het kabinet-Kok II. Snelle economische en maatschappelijke ontwikkelingen en de (naderende) eeuwwisseling stonden hierin centraal. In 2001 was er ook aandacht voor de aanslagen in de VS.
Crisis rond het Srebrenica-rapport
Op 16 april 2002 boden de ministers en staatssecretarissen van het tweede kabinet-Kok hun ontslag aan naar aanleiding van het rapport van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) over het bloedbad bij Srebrenica. In dit rapport werden de gebeurtenissen uiteengezet die in juli 1995 tot de moord door Serviërs op 7000 Bosnische mannen hadden geleid. Daarbij werd vooral ingegaan op de rol van het Nederlandse VN-bataljon (Dutchbat), dat de bevolking had moeten beschermen.
Meer over