Internationale overeenkomst

Internationale overeenkomsten, ook wel internationale akkoorden genoemd, zijn bindende afspraken die de Europese Unie1 sluit met derde landen2 of internationale organisaties.

Inhoudsopgave

  1. Internationale overeenkomst in detail
  2. Juridisch kader
  3. Meer informatie

1.

Internationale overeenkomst in detail

Toepassingsgebied

De EU sluit internationale overeenkomsten namens de lidstaten, maar is zelf niet altijd een partij bij een overeenkomst. Lidstaten zijn wel als partij bij een overeenkomst verplicht zich aan de gemaakte afspraken te houden.

De Europese Unie kan op alle terreinen internationale overeenkomsten sluiten, voor zover dat nodig is om het beleid van de EU te kunnen verwezenlijken. Op een aantal terreinen kent de EU aparte soorten internationale overeenkomsten, te weten:

  • - 
    de associatieovereenkomst3: overeenkomsten gericht op verregaande samenwerking op allerlei terreinen, en dan met name op economisch vlak
  • - 
    de samenwerkingsovereenkomst4: overeenkomsten gericht op verregaande samenwerking op het terrein van handel en economie
  • - 
    de handelsovereenkomst5: voor het sluiten van dit type overeenkomsten geldt een eigen procedure

Vaststellen internationale overeenkomsten

Voor het vaststellen van internationale overeenkomsten geldt een aparte besluitvormingsprocedure6 in de Europese Unie.

Om naleving van een overeenkomst te bevorderen wordt bij veel overeenkomsten een raad opgericht waaraan de Europese Unie en de betreffende partij deelnemen. Deze raden worden ondersteund door één of meerdere gemengde comités, eventueel bijgestaan door werkgroepen.

Uitzondering: internationale overeenkomsten bij buitenlands- en veiligheidsbeleid

De EU mag ook op het terrein van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid overeenkomsten sluiten, maar de besluitvorming wijkt af. Op dit terrein geldt in principe dat de Raad van Ministers7 met eenparigheid van stemmen8 besluiten neemt, in plaats van met gekwalificeerde meerderheid9.

2.

Juridisch kader

Internationale overeenkomsten vinden hun basis in het Verdrag betreffende de Europese Unie10 (VEU) en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie11 (VwEU):

  • - 
    instrument: vijfde deel titel V VwEU (art. 216 t/m 219) (algemeen), vijfde deel VwEU titel III hoofdstuk 1 art. 20912 (ontwikkelingssamenwerking), vijfde deel VwEU titel III hoofdstuk 3 art. 21413 (humanitaire hulp)
  • - 
    buitenlands- en veiligheidsbeleid: VEU titel V hoofdstuk 2 eerste afdeling art. 3714

3.

Meer informatie

  • Overzicht van alle rechtsinstrumenten van de EU15

  • 1. 
    De Europese Unie (EU) is het belangrijkste samenwerkingsverband in Europa. De deelnemende landen hebben voor deze Unie een aantal organisaties opgericht waaraan zij een deel van hun eigen bevoegdheden hebben overgedragen. Dit zijn onder meer het Europees Parlement, de Europese Commissie, de Raad en het Europese Hof van Justitie.
     
  • 2. 
    Dit zijn landen die geen lid zijn van de Europese Unie. De term 'derde landen' wordt vaak gebruikt als het gaat om afspraken tussen twee of meer EU-lidstaten en een ander land.
     
  • 3. 
    Associatieovereenkomsten (ook wel 'associatieverdragen' of 'associatie-akkoorden' genoemd) zijn bindende afspraken die de Europese Unie met derde landen sluit. Het is een specifiek soort internationale overeenkomst, gericht op verregaande samenwerking tussen de EU en het betreffende land. De overeenkomsten zijn met name gericht op economische samenwerking en handel, maar raken vaak aan veel andere onderwerpen, zoals versterking van de rechtsstaat en bescherming van de mensenrechten.
     
  • 4. 
    Partnerschaps - en samenwerkingsovereenkomsten (in het Engels partnership and cooperation agreements - PCA's) zijn bindende afspraken die de Europese Unie met derde landen sluit. Door middel van deze overeenkomsten tussen de EU-lidstaten en een ander land ondersteunt de Europese Unie dat land bij de bevordering van de democratie en bij de ontwikkeling van de economie.
     
  • 5. 
    Handelsovereenkomsten (ook wel: vrijhandelsovereenkomsten) zijn bindende afspraken die de Europese Unie sluit met derde landen of internationale organisaties. Het is een specifiek soort internationale overeenkomst, gericht op het bevorderen van de handel.
     
  • 6. 
    Deze procedure is één van de bijzondere wetgevingsprocedures die in de Europese Unie gebruikt worden. De akkoordprocedure wordt gebruikt bij het sluiten van veel internationale overeenkomsten. De akkoordprocedure slaat op de rol die de wetgevende instellingen van de EU, het Europees Parlement en de Raad van Ministers, spelen; die keuren een overeenkomst goed of af, maar hebben verder geen invloed op hoe een overeenkomst er uiteindelijk uit komt te zien.
     
  • 7. 
    In deze instelling van de Europese Unie (kortweg 'de Raad van Ministers' of nog korter 'de Raad' genoemd) zijn de regeringen van de 27 lidstaten van de EU vertegenwoordigd. De Raad oefent samen met het Europees Parlement de wetgevings- en begrotingstaak uit.
     
  • 8. 
    Eenparigheid van stemmen wil zeggen dat een voorstel alleen aangenomen kan worden wanneer geen enkele lidstaat tegen het voorstel stemt, én alle lidstaten een stem uitbrengen. Dit wordt ook wel unanimiteit genoemd. Bij afwezigheid van een lidstaat kan een voorstel niet worden aangenomen.
     
  • 9. 
    De Raad van Ministers kan met gekwalificeerde meerderheid een voorstel aannemen wanneer 55% van het aantal lidstaten, met een minimum van vijftien, vóór stemt. Ook moet in de lidstaten die voor zijn, ten minste 65% van de totale bevolking van de Europese Unie wonen. Met het huidige aantal lidstaten (27) betekent 55% dat minimaal vijftien lidstaten voor moeten stemmen.
     
  • 10. 
    In dit verdrag staan de waarden waar de Europese Unie en alle lidstaten zich aan moeten houden, en de belangrijkste doelstellingen van de Europese Unie. Dit verdrag vormt samen met het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie de basis van de Europese Unie.
     
  • 11. 
    Het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VwEU) is een gewijzigde versie van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (EG). De gewijzigde versie is in 2009 van kracht geworden. In het VwEU staat wat de bevoegdheden zijn van de Europese Unie, en op welke manier de Europese Unie die bevoegdheden kan uitoefenen. Dit verdrag vormt samen met het Verdrag betreffende de Europese Unie de basis van de Europese Unie.
     
  • 12. 
    1. Het Europees Parlement en de Raad stellen, volgens de gewone wetgevingsprocedure, de maatregelen vast die nodig zijn voor de uitvoering van het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid, die betrekking kunnen hebben op meerjarenprogramma's voor samenwerking met ontwikkelingslanden of op thematische programma's.
     
  • 13. 
    1. De acties van de Unie op het gebied van humanitaire hulp vinden plaats in het kader van de beginselen en doelstellingen van het externe optreden van de Unie. Deze acties hebben tot doel aan de bevolking van derde landen die het slachtoffer is van natuurrampen of door de mens veroorzaakte rampen, specifieke bijstand en hulp te bieden en haar te beschermen om de uit die situaties voortvloeiende humanitaire noden te lenigen. De acties van de Unie en die van de lidstaten completeren en versterken elkaar.
     
  • 14. 
    De Unie kan met één of meer staten of internationale organisaties overeenkomsten sluiten op de gebieden die onder dit hoofdstuk vallen.
     
  • 15. 
    De Europese Unie gebruikt verschillende instrumenten om Europese wet- en regelgeving mee vast te leggen, om beleid van de lidstaten mee te coördineren of de lidstaten mee te adviseren. Rechtsinstrumenten zijn onder te verdelen in twee categorieën, bindende en niet-bindende rechtsinstrumenten. Uitvoerende rechtsinstrumenten vallen onder de bindende instrumenten, maar zijn als aparte categorie opgenomen.