Partnerschaps - en samenwerkingsovereenkomst (PCA) - Hoofdinhoud
Partnerschaps - en samenwerkingsovereenkomsten (in het Engels partnership and cooperation agreements - PCA's) zijn bindende afspraken die de Europese Unie i met derde landen i sluit. Door middel van deze overeenkomsten tussen de EU-lidstaten i en een ander land ondersteunt de Europese Unie dat land bij de bevordering van de democratie en bij de ontwikkeling van de economie.
Deze overeenkomsten verschillen met associatieovereenkomsten i. Partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomsten gelden bijvoorbeeld slechts voor een periode van 10 jaar, maar worden daarna steeds automatisch verlengd met 1 jaar, tenzij er een bezwaar wordt ingediend.
De EU sluit partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomsten met name met buurlanden, maar ook met landen verder weg.
Deze landen worden in de samenwerkingsovereenkomsten door de EU gesteund bij de opbouw van een markteconomie en het stimuleren van handel en investeringen. Bovendien vormen de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomsten de basis voor samenwerking op economisch, sociaal, financieel, civiel-wetenschappelijk, technologisch, cultureel en wetgevend gebied. De overeenkomsten verschillen van elkaar. Uit een partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst kan ook een associatieovereenkomst i volgen. Het associatieverdrag met Oekraïne i is daar een voorbeeld van.
Voor het vaststellen van partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomsten geldt een aparte besluitvormingsprocedure i in de Europese Unie.
Om de naleving en het uitvoeren van een overeenkomst te bevorderen wordt bij elke overeenkomst een samenwerkingsraad ingesteld waar de belangrijkste onderwerpen worden besproken. Deze raden worden ondersteund door gemengde comités die op hun beurt eventueel worden bijgestaan door werkgroepen.
Er is een Samenwerkingsraad die toeziet op de implementatie van de PCA's. Deze Samenwerkingsraad komt één keer per jaar bijeen op ministerieel niveau en wordt geassisteerd door het Parlementair Samenwerkingscomité.
Internationale overeenkomsten vinden hun basis in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie i (VwEU):
-
-instrument: vijfde deel titel V (art. 216 t/m 219)