Raadplegingsprocedure (CNS)
Deze procedure is één van de bijzondere wetgevingsprocedures1 die in de Europese Unie gebruikt worden. De raadplegingsprocedure wordt vooral gebruikt voor politiek gevoelige zaken waar de verantwoordelijkheid voor beleid vooral bij de lidstaten2 zelf ligt, en waar de lidstaten het bij Europese besluitvorming unaniem eens over moeten zijn.
Het woord raadpleging slaat op de rol van het Europees Parlement3. Dat moet om advies worden gevraagd. De wetgevende rol ligt volledig bij de Raad van Ministers4.
Inhoudsopgave
Stap 1: initiatief
De Europese Commissie5 stuurt een voorstel naar de Raad van Ministers en naar het Europees Parlement. In een enkel geval kunnen ook de lidstaten een voorstel aan de Raad voorleggen.
Stap 2: aannemen voorstel
Het Europees Parlement brengt met meerderheid van de uitgebrachte stemmen6 een advies uit over het voorstel. Het EP mag ook voorstellen doen om het voorstel aan te passen.
De Raad van Ministers neemt het voorstel aan of niet. De Raad hoeft het advies van het Europees Parlement niet te volgen, en ook de voorgestelde aanpassingen niet over te nemen. Afhankelijk van het onderwerp besluit de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen7 of met eenparigheid van stemmen8 over het voorstel.
Verplicht advies
Daarnaast moeten op sommige voor hen relevante beleidsterreinen het Comité van de Regio's9 en/of het Economisch en Sociaal Comité10 worden geraadpleegd over voorstellen voor de Raad of de Europese Raad (zie uitzondering hieronder) een besluit mag nemen.
Uitzondering
Bij besluitvorming over richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid of de bevoegdheden van het in 2017 opgerichte Europees Openbaar Ministerie11 neemt niet de Raad van Ministers maar de Europese Raad12 het besluit over het voorstel. De rol van het Europees Parlement blijft onveranderd.
De raadplegingsprocedure wordt op een aantal beleidsterreinen gebruikt, te weten:
-
-enkele onderwerpen binnen de politiële samenwerking, zoals het optreden van de politie op het grondgebied van een andere lidstaat en de operationele samenwerking bij het het bestrijden van criminaliteit
-
-harmonisatie van regelgeving over persoonsdocumenten
-
-familierecht
-
-de aanpak van noodsituaties in het asielbeleid
-
-enkele zaken omtrent burgerrechten zoals het kunnen stemmen voor de gemeenteraad in andere lidstaten, consulaire bescherming en vrij reizen binnen de EU
-
-een aantal aspecten van sociaal beleid zoals richtsnoeren opstellen voor het algemeen werkgelegenheidsbeleid, ontslagrecht, het recht op collectieve vertegenwoordiging, voorwaarden voor het werken in een andere lidstaat
-
-fiscale maatregelen op het terrein van het milieu- en energiebeleid
-
-ruimtelijke ordening en waterbeheer
-
-instelling van specifieke onderzoeksprogramma's en -instellingen
-
-enkele specifieke onderdelen die aan de interne markt ontleende rechten betreffen, te weten: cabotage, contractrecht, het instellen van beperkingen op vrij kapitaalverkeer
-
-regels voor steunmaatregelen door overheden
-
-harmonisatie van bestuursrechtelijke bepalingen
-
-harmonisatie van allerlei belastingen gericht op bedrijven
-
-het vrijstellen van publieke diensten van de regels van de interne markt
-
-bepalingen over het toezicht op de Europese Centrale Bank13
-
-invoering van de euro door een lidstaat
-
-het instellen van regels over buitensporige tekorten van de lidstaten
-
-de bevoegdheden van het mogelijk op te richten Europees Openbaar Ministerie
-
-tussentijdse vervanging van individuele leden van de Europese Commissie5
-
-de benoeming van leden van de Europese Rekenkamer14
-
-de inrichting van het systeem voor het verkrijgen van eigen middelen door de Europese Unie
-
-akkoorden met derde landen over de wisselkoers van de euro
-
-de bevoegdheden van het Europees Hof van Justitie15 bij Europese bepalingen over intellectueel eigendom
Daarnaast wordt de procedure ook toegepast bij een aantal meer technische zaken.
Met de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon16 is de raadplegingsprocedure op een aantal onderwerpen vervangen door een andere procedure. Het landbouwbeleid is daarvan het belangrijkste.
Op een aantal andere beleidsterreinen is de raadplegingsprocedure juist geïntroduceerd. Het betreft vooral zaken die voorheen onder de derde pijler17 vielen:het terrein van politiële en justitiële samenwerking. Maar ook op het terrein van rechten ontleend aan de principes van de interne markt is het gebruik van de raadplegingsprocedure uitgebreid.
De raadplegingsprocedure vindt zijn basis in het Verdrag betreffende de Europese Unie18 en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie19. Per beleidsterrein staat beschreven of deze procedure op dat terrein of een deel ervan van toepassing is.
- 1.De bijzondere wetgevingsprocedure is een verzamelterm voor een groot aantal besluitvormingsprocedures in de Europese Unie. Wat al die besluitvormingsprocedures gemeen hebben is dat ze een uitzondering zijn op de gewone wetgevingsprocedure. Per bijzondere wetgevingsprocedure wordt aangegeven welke rol de verschillende Europese instellingen hebben in de besluitvorming; wie voorstellen mogen doen, wie er over mogen meebeslissen, en hoe er over voorstellen gestemd wordt.
- 2.Momenteel zijn 27 landen lid van de Europese Unie. De meest recente uitbreiding van de Unie vond plaats op 1 juli 2013, met de toetreding van Kroatië. Er wordt verder over uitbreiding gesproken met verschillende landen in Oost-Europa. Het Verenigd Koninkrijk is sinds 31 januari 2020 middernacht geen lid meer van de Europese Unie. Dat was het eerste land dat de EU verliet.
- 3.Het Europees Parlement (EP) vertegenwoordigt ruim 450 miljoen Europeanen en bestaat momenteel uit 720 afgevaardigden (inclusief voorzitter). Nederland heeft 31 zetels in het Europees Parlement. Het Europees Parlement wordt geacht een stem te geven aan de volkeren van de 27 landen die aan de Unie deelnemen, en vooral te letten op het belang van de Unie in zijn geheel.
- 4.In deze instelling van de Europese Unie (kortweg 'de Raad van Ministers' of nog korter 'de Raad' genoemd) zijn de regeringen van de 27 lidstaten van de EU vertegenwoordigd. De Raad oefent samen met het Europees Parlement de wetgevings- en begrotingstaak uit.
- 5.Deze instelling van de Europese Unie kan worden beschouwd als het 'dagelijks bestuur' van de EU. De leden van de Europese Commissie worden 'Eurocommissarissen' genoemd. Elke Eurocommissaris is verantwoordelijk voor één of meerdere beleidsgebieden.
- 6.Het Europees Parlement neemt een voorstel aan als de helft plus één van alle uitgebrachte stemmen vóór het voorstel zijn. Het gaat hier alleen om de uitgebrachte stemmen, niet om het aantal leden van het Europees Parlement.
- 7.De Raad van Ministers kan met gekwalificeerde meerderheid een voorstel aannemen wanneer 55% van het aantal lidstaten, met een minimum van vijftien, vóór stemt. Ook moet in de lidstaten die voor zijn, ten minste 65% van de totale bevolking van de Europese Unie wonen. Met het huidige aantal lidstaten (27) betekent 55% dat minimaal vijftien lidstaten voor moeten stemmen.
- 8.Eenparigheid van stemmen wil zeggen dat een voorstel alleen aangenomen kan worden wanneer geen enkele lidstaat tegen het voorstel stemt, én alle lidstaten een stem uitbrengen. Dit wordt ook wel unanimiteit genoemd. Bij afwezigheid van een lidstaat kan een voorstel niet worden aangenomen.
- 9.Dit orgaan is de spreekbuis voor lokale en regionale overheden binnen de Europese Unie. De Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie zijn in bepaalde gevallen verplicht advies te vragen aan het Comité van de Regio's (CvdR), voordat zij een besluit kunnen nemen.
- 10.Het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) werd in 1957 door het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap opgericht als raadgevend orgaan om de belangen van de verschillende economische en maatschappelijke organisaties in de Europese Unie te vertegenwoordigen. Het EESC wordt voorgezeten door Christa Schweng.
- 11.Het Europees Openbaar Ministerie (EOM) is het onafhankelijk openbaar vervolgingsorgaan van de Europese Unie. Dit orgaan is bevoegd voor het onderzoeken, het vervolgen en het aanklagen bij de nationale rechter van strafbare feiten die de EU schade opleveren. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om fraude en corruptie.
- 12.De Europese Raad bestaat uit de regeringsleiders of staatshoofden van de 27 lidstaten van de Europese Unie, de vaste voorzitter en de voorzitter van de Europese Commissie. Alleen de regeringsleiders of staatshoofden hebben stemrecht tijdens de vergaderingen. De Europese Raad heeft geen wetgevingstaak, maar stelt wel de politieke richting van de EU vast.
- 13.De Europese Centrale Bank (ECB) is verantwoordelijk voor het monetaire beleid van de Unie. De basisdoelstelling van de ECB is het handhaven van de prijsstabiliteit binnen de eurozone en daarmee het bewaken van de koopkracht en het beheersen van de inflatie.
- 14.Dit orgaan controleert de wettigheid en regelmatigheid van alle inkomsten en uitgaven van de Europese Unie. In bredere zin moet zij de financiële belangen van de burger behartigen. De Europese Rekenkamer gaat na of de Europese middelen zo effectief, efficiënt en spaarzaam mogelijk worden ingezet. In die zin is deze instelling het financiële geweten van Europa dat erop toeziet dat de burgers 'waar voor hun geld krijgen'.
- 15.Het in 1952 opgerichte Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ-EU) moet ervoor zorgen dat de wetten en regels die in Europa gemaakt worden, goed worden toegepast. De Europese wetten - het gemeenschapsrecht - moeten in alle lidstaten hetzelfde worden uitgevoerd. Het Hof van Justitie ziet er verder op toe dat het EU-recht in alle lidstaten op dezelfde manier wordt toegepast.
- 16.Dit Europese verdrag voerde een aantal hervormingen door om de Europese Unie democratischer en beter bestuurbaar te maken nadat in 2004 en 2007 twaalf nieuwe landen lid zijn geworden van de Europese Unie. Het Verdrag van Lissabon is op 1 december 2009 in werking getreden.
- 17.Tot de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon in december 2009 kende de Europese Unie drie 'pijlers'. Die pijlers omvatten clusters van beleidsterreinen die een eigen besluitvormingsprocedure hadden.
- 18.In dit verdrag staan de waarden waar de Europese Unie en alle lidstaten zich aan moeten houden, en de belangrijkste doelstellingen van de Europese Unie. Dit verdrag vormt samen met het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie de basis van de Europese Unie.
- 19.Het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VwEU) is een gewijzigde versie van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (EG). De gewijzigde versie is in 2009 van kracht geworden. In het VwEU staat wat de bevoegdheden zijn van de Europese Unie, en op welke manier de Europese Unie die bevoegdheden kan uitoefenen. Dit verdrag vormt samen met het Verdrag betreffende de Europese Unie de basis van de Europese Unie.
- 20.De Europese Unie kent verschillende procedures om besluiten te nemen. Naast de gewone wetgevingsprocedure gelden er voor een aantal onderwerpen bijzondere wetgevingsprocedures. Daarnaast zijn er een aantal aparte procedures voor het vaststellen van afgeleide regelgeving.