Europees Openbaar Ministerie (EOM) - Hoofdinhoud
Het Europees Openbaar Ministerie (EOM) is het onafhankelijk openbaar vervolgingsorgaan van de Europese Unie. Dit orgaan is bevoegd voor het onderzoeken, het vervolgen en het aanklagen bij de nationale rechter van strafbare feiten die de EU schade opleveren. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om fraude en corruptie.
Het EOM is opgericht in 2017 en op 1 juni 2021 begonnen met zijn activiteiten. Bij het EOM zijn 22 lidstaten aangesloten. Nederland is daar één van.
Inhoudsopgave
Stad |
Luxemburg |
---|---|
Land |
Luxemburg |
Grondslag |
Verordening (EU) 2017/1939 van de Europese Raad van 12 oktober 2017 |
Opgericht |
2017 |
Aard organisatie |
Orgaan van de Europese Unie |
Voorzitter |
Laura Kövesi |
Het EOM doet het onderzoek en de vervolging van misdaden over fraude en corruptie met EU-gelden. Het EOM is een onafhankelijk orgaan. Het treedt in alle 22 deelnemende landen op als één instantie, bestaand uit twee niveaus:
-
-Centraal Europees niveau, met één Europees hoofdaanklager en eenentwintig aanklagers. Namens elke deelnemende lidstaat is er één aanklager. Zij houden toezicht op het nationale niveau.
-
-Nationaal niveau, met in elke lidstaat openbare aanklagers die aanklagen bij de nationale rechtbanken. Dit zijn andere aanklagers dan op het centraal Europees niveau.
Voor een zuivere behandeling van zaken is onafhankelijkheid van het EOM van belang. Deze onafhankelijkheid is op vijf manieren verzekerd:
-
-het personeel van het EOM handelt volgens de verordening in het belang van de hele Unie en mag geen instructies vragen of aannemen
-
-het EOM zal structureel onafhankelijk zijn. Dat betekent dat het los staat van alle andere EU-instellingen of -organen en ook geen verantwoording schuldig is
-
-de zittingstermijn van de Europese hoofdaanklager is zeven jaren en kan niet worden verlengd. De overige Europese aanklagers worden voor zes jaar benoemd en hun termijn kan ook niet worden verlengd. Daarmee probeert de EU te voorkomen dat de hoofdaanklager handelt met het oog op een nieuwe benoeming. Alleen het Hof van Justitie i kan de hoofdaanklager ontslaan na verzoek van het Europees Parlement i, de Europese Raad i of de Europese Commissie i. Hiervoor moet het Hof van Justitie van oordeel zijn dat de aanklager zijn taken niet langer kan vervullen of dat hij ernstig tekort geschoten is
-
-de openbare aanklagers in de afzonderlijke lidstaten vallen onder hun nationale Openbaar Ministerie
-
-het EOM wordt gefinancierd vanuit het EU-budget, maar het orgaan heeft wel een eigen begroting. Het EOM is dus zelf verantwoordelijk voor de keuzes die gemaakt worden met het toegekende budget
De bevoegdheden van het EOM hebben betrekking op strafbare feiten die nadelig zijn voor de financiën van de EU. Het gaat om onderstaande soorten zaken:
-
-grensoverschrijdende fraude met BTW, waarbij de schade meer dan 10 miljoen euro bedraagt
-
-andere soorten fraude
-
-corruptie
-
-privé-gebruik van EU-gelden door overheidsfunctionarissen
-
-witwassen van geld
Alle instellingen en organen van de Europese Unie en afzonderlijke lidstaten zijn verplicht alle medewerking te verlenen aan onderzoeken en vervolgingen van het EOM wanneer dit orgaan daar om vraagt. Het EOM kan verzoeken de immuniteit van Europarlementariërs op te heffen bij onderzoeken naar omkoping.
Het EOM is opgericht om op een eendrachtige manier de financiële belangen van de EU te beschermen. De EU had voor de oprichting van het EOM al drie instanties die belast waren met fraudebestrijding en politiezaken. Dat zijn OLAF i, Eurojust i en Europol i. Die organisaties konden echter geen strafrechtelijk onderzoek uitvoeren of verdachten vervolgen. Het EOM moet als één instantie namens de deelnemende lidstaten zorgen voor onderzoek en de vervolging.
Bij het EOM zijn tweeëntwintig lidstaten van de Europese Unie aangesloten. Het EOM stelt in de deelnemende staten openbare aanklagers aan, die namens dit orgaan in de afzonderlijke landen belast zijn met het uitvoeren van de taken.
Binnen de Nederlandse politiek bestond aanvankelijk weerstand tegen het voorstel van de Europese Commissie i. Verschillende partijen vonden dat een Europees Openbaar Ministerie in strijd was met het subsidiariteitsbeginsel i. Bovendien waren er zorgen over de kosten en de democratische controle. Zowel de Tweede als de Eerste Kamer stuurden een subsidiariteitsbezwaar naar de Europese Commissie i om hun bezwaar kenbaar te maken. In november 2016 kondigde het kabinet-Rutte II aan akkoord te gaan met een aangepast voorstel. De Tweede Kamer stemde echter tegen het voorstel waardoor Nederland niet mee zou doen aan het Europees Openbaar Ministerie.
Na de Tweede Kamerverkiezingen i in 2017 werd tijdens de formatieonderhandelingen voor het kabinet-Rutte III de Nederlandse deelname weer bespreekbaar gemaakt. Deze verandering kwam voort uit de Nederlandse wens om een Europese oplossing voor grensoverschrijdende problemen te hebben. Dit oversteeg de eerdere bezwaren. De nieuwe coalitie van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie sprak in het regeerakkoord haar steun uit voor het EOM. Op 26 januari 2018 kondigde Nederland dat nieuwe voornemen aan op een informele top. Inmiddels hebben zowel de Tweede Kamer als de Eerste Kamer aangegeven geen bezwaar te hebben tegen Nederlandse deelname aan het EOM, waarna de regering in mei 2018 een verzoek tot deelname deed. De Europese Commissie i keurde het verzoek van Nederland mee te willen doen goed, en op 1 augustus 2018 sloot Nederland zich bij het EOM aan. Op 16 maart 2021 stemde de Eerste Kamer in met de invoering van het EOM, waarna Nederlandse deelname officieel is geworden.