Benoemingen topfuncties in de EU
De Europese Unie kent verschillende organen, die allen een topfunctie met veel macht met zich meebrengen. Deze functies zijn zeer gewild en de benoeming van personen op deze functies is van vele politieke omstandigheden afhankelijk. Hoewel de benoemingen van Europese topfuncties een juridische grondslag hebben in Europese verdragen, is er bij vacatures toch altijd weer sprake van een carrousel waarbij vele belangen een rol spelen.
Belangen worden in een strijd met vaak een lange adem tussen landen en langs nationale en politieke lijnen uitgevochten, waarbij diplomatie en het op het goede moment insteken van de juiste kandidaat van evident belang is. Tot op het laatste moment vallen grote kanshebbers af en duiken nieuwe, soms onbekende, kandidaten op. De benoemingsprocedures van al die functionarissen lopen nogal uiteen en gebeuren niet op hetzelfde moment. Er zijn variaties in de mate van democratie, politieke gevoeligheid en macht die aan de functie hangt. Afhankelijk van vele componenten komt er uiteindelijk een kandidaat uit de procedure naar voren.
De belangrijkste topfunctie in Europa is het voorzitterschap van de Europese Commissie1. De voorzitter heeft veel macht en draagt samen met de lidstaten ook de overige Eurocommissarissen2 voor. De vaste voorzitter van de Europese Raad3 is ook een gewilde functie. Hij of zij vertegenwoordigt de EU op het hoogste niveau in het buitenland en stelt de agenda van de Europese toppen op. Het voorzitterschap van het Europees Parlement4 staat een trede lager wat betreft aanzien. Dat geldt ook voor de Hoge Vertegenwoordiger voor het Buitenlands- en Veiligheidsbeleid5. Sinds de Eurocrisis heeft ook het voorzitterschap van de Eurogroep6 en de Europese Centrale Bank7 (ECB) aan gewicht gewonnen.
Inhoudsopgave
- De belangrijkste topfuncties op een rijtje
- Voorzitter Europese Commissie
- Hoge Vertegenwoordiger
- Europese Commissarissen
- Voorzitter Europese Raad
- Voorzitter Europees Parlement
- Voorzitter Eurogroep
- President ECB
- Voorzitter Europese Rekenkamer
- President Hof van Justitie
- Voorzitter Economisch en Sociaal Comité
- Voorzitter Comité van de Regio's
- Europese Ombudsman
Belangrijke topfuncties in de Europese Unie zijn:
Orgaan |
Functie |
Huidige Functionaris |
---|---|---|
Europese Commissie |
Voorzitter van de Europese Commissie Hoge vertegenwoordiger voor het gemeenschappelijk buitenlands- en veiligheidsbeleid Overige posten van Eurocommissarissen |
Diverse commissarissen |
Europese Raad |
Voorzitter van de Europese Raad |
|
Europees Parlement |
Voorzitter van het Europees Parlement |
|
Eurogroep |
Voorzitter van de Eurogroep |
|
Europese Centrale Bank |
President van de ECB |
|
Economisch en Sociaal Comité |
Voorzitter van het Economisch en Sociaal Comité |
Oliver Röpke |
Comité van Regio's |
Voorzitter van het Comité van Regio's |
Vasco Alves Cordeiro |
Europese Rekenkamer |
Voorzitter van de Europese Rekenkamer |
Tony Murphy |
Hof van Justitie |
President van het Hof van Justitie |
Koen Lenaerts |
Europese Ombudsman |
Europese Ombudsman |
De voorzitter van de Europese Commissie wordt gekozen door het Europees Parlement met meerderheid van de leden15, na een voordracht van de Europese Raad. De Raad draagt een kandidaat-voorzitter voor 'rekening houdend met de verkiezingen van het Europees Parlement en na passende raadplegingen' (artikel 17.7 VEU16).
De voordracht moet steunen op een gekwalificeerde meerderheid van stemmen in de Europese Raad17. De kandidaat hoeft dus geen unanieme steun te krijgen. Als de kandidaat in het parlement geen meerderheid krijgt, moet de Raad binnen een maand met een nieuwe voordracht komen die op identieke wijze wordt behandeld. Nadat het Parlement de kandidaat heeft goedgekeurd, kan de rest van de Commissie worden samengesteld.
De Commissievoorzitter wordt benoemd voor een termijn van vijf jaar. Er is geen limiet aan het aantal keer dat een persoon Commissievoorzitter mag zijn.
In de praktijk
De politieke fracties van het Europees Parlement hebben bij de verkiezingen in 2019 ieder een kandidaat-voorzitter voorgesteld, de 'Spitzenkandidaten'. Door bij de verkiezingen voor het Europees Parlement de benoeming van de voorzitter van de Commissie een rol te laten spelen, zouden burgers meer betrokken moeten raken bij de Europese politiek. Na de verkiezingen waarin de Europese burgers de nieuwe leden van het Europees Parlement kiezen, moet - volgens deze visie - de kandidaat van de grootste fractie in het Parlement voorzitter worden van de Europese Commissie.
Maar het Europees Parlement beslist niet alléén over het voorzitterschap. De Europese Raad doet de voordracht en mag kandideren wie hij wil. Zo werd de Spitzenkandidat na de verkiezingen van 2019 al vrij snel buitenspel gezet en werd na lang onderhandelen achter de schermen de Duitse Ursula von der Leyen8 voorzitter van de Europese Commissie. Zij was tot dan toe nog minister van Defensie in Duitsland. In de praktijk stemt het EP, al dan niet na wat tegensputteren, in met de voordracht van de Europese Raad.
Juridisch kader benoeming voorzitter Europese Commissie
De Europese Raad benoemt met gekwalificeerde meerderheid van stemmen en in overleg met de nieuwe Commissievoorzitter de Hoge Vertegenwoordiger voor het Gemeenschappelijk Buitenlands- en Veiligheidsbeleid5. Deze is lid van de Europese Commissie, maar de Hoge Vertegenwoordiger zit ook de Raad Buitenlandse Zaken18 voor, één van de formaties19 van de Raad van Ministers. De lidstaten hechten veel waarde aan het buitenlands beleid, wat de benoeming van Hoge Vertegenwoordiger tot een belangrijk punt maakt.
De benoeming van de Hoge Vertegenwoordiger valt, waar het het Europees Parlement betreft, onder de samenstelling van de Europese Commissie. Net als bij andere kandidaat-Eurocommissarissen houdt het Europees Parlement een hoorzitting met de kandidaat Hoge Vertegenwoordiger.
De Hoge Vertegenwoordiger wordt benoemd voor een termijn van vijf jaar. Er is geen limiet aan het aantal keer dat een persoon Hoge Vertegenwoordiger mag zijn.
In de praktijk
Als één van de gezichten van de Europese Unie, zeker in het buitenland, is de Hoge Vertegenwoordiger een prestigieuze post én dus een van de belangrijkste in de Europese Commissie. In 2009, toen de Hoge Vertegenwoordiger voor het eerst op deze manier werd benoemd, is deze post dan ook als eerste van alle eurocommissarissen ingevuld. Pas nadat bekend was welke lidstaat de Hoge Vertegenwoordiger mocht leveren en wie het zou worden, werden de andere posten verdeeld. Tot nu toe is het gebruikelijk dat de politieke kleur van de Hoge Vertegenwoordiger een andere is dan die van de Commissievoorzitter.
Juridisch kader benoeming Hoge Vertegenwoordiger
De nieuwe Commissievoorzitter stelt samen met de Raad van Ministers21, waar de lidstaten in zijn vertegenwoordigd, een nieuwe Commissie voor. De lidstaten dragen kandidaat-Eurocommissarissen voor bij de Commissievoorzitter. De Commissievoorzitter verdeelt de posten in de Commissie onder de kandidaten. De nieuwe Commissie moet door het Europees Parlement met meerderheid van stemmen22 worden goedgekeurd.
Het Europees Parlement mag alleen stemmen over de Commissie in zijn geheel, niet over individuele kandidaat-Eurocommissarissen. Ten slotte moet de Europese Raad de nieuwe Commissie met gekwalificeerde meerderheid van stemmen goedkeuren.
In de praktijk
De voordracht van de kandidaat-Eurocommissarissen is een nationale aangelegenheid. Wel kijkt de Commissievoorzitter naar een evenwichtige verdeling van verschillende politieke stromingen binnen de Commissie (in de praktijk vooral christendemocraten en sociaaldemocraten, aangevuld met enkele liberalen). Mogelijk zal de Commissievoorzitter enkele lidstaten proberen te overtuigen een kandidaat van een specifieke signatuur voor te dragen.
Het Europees Parlement houdt hoorzittingen met de kandidaten. Deze zittingen gaan vooral over de dossierkennis en de politieke opvattingen van de voorgestelde Commissieleden. Na de hoorzittingen stemt het Europees Parlement over de benoeming van de Commissie.
Het Europees Parlement kan alleen over de Commissie in zijn geheel stemmen, en niet over elke afzonderlijke beoogde eurocommissaris. Toch is het in 2004 een keer gebeurd dat een kandidaat werd geweerd door het Europees Parlement. Omdat het Europees Parlement dreigde de hele Commissie af te keuren, haalde de toenmalige kandidaat-voorzitter José Manuel Durao Barroso23 bakzeil. Hij verving de omstreden kandidaat, de Italiaan Buttiglione24, die omstreden opvattingen over homoseksualiteit had. De praktijk wijst dus uit dat het Parlement kan zorgen dat individuele eurocommissarissen in wie het geen vertrouwen heeft, worden vervangen. Dit bleek ook het geval te zijn in 2009 toen de Bulgaarse Rumiana Jeleva25 zich terugtrok na zware kritiek tijdens de hoorzittingen in het Europees Parlement.
Nederlandse benoemingen tot Eurocommissaris
Eurocommissaris |
Termijn |
Portefeuille |
---|---|---|
2014 - 2023 |
Betere regelgeving, inter-institutionele verhoudingen, fundamentele rechten en duurzaamheid; klimaat-actie en de 'European Green Deal' |
|
2004 - 2014 |
Mededinging; digitale agenda |
|
1999 - 2004 |
Interne Markt |
|
1993 - 1999 |
Buitenlandse betrekkingen en Uitbreiding |
|
1981 - 1993 |
Concurrentie; Land- en Bosbouw; Buitenlandse Betrekkingen en Handelspolitiek |
|
1977 - 1981 |
Sociale Zaken en Werkgelegenheid; Vicevoorzitter |
|
1973 - 1977 |
Landbouw |
|
1967 - 1970 |
Concurrentie |
|
1958 - 1973 |
Landbouw; Voorzitter |
Juridisch kader benoemingen leden Europese Commissie
Sinds het Verdrag van Lissabon36 is er een vaste voorzitter van de Europese Raad3. De Europese Raad kiest de vaste voorzitter met gekwalificeerde meerderheid37. Deze mag op het moment van benoeming geen nationale politieke functie vervullen. De vaste voorzitter van de Europese Raad wordt benoemd voor een termijn van tweeënhalf jaar, en mag één keer worden herkozen. Er is nog nooit een Nederlander verkozen tot voorzitter van de Europese Raad.
In de praktijk
Toen in 2009 de functie voor het eerst werd ingevuld werd al snel duidelijk dat de vaste voorzitter van de Europese Raad uit de kring van huidige of voormalige regeringsleiders zou komen. Een vaste voorzitter van 'lagere rang' zou niet het overwicht en ervaring hebben om de Europese Raad te kunnen voorzitten. Hiermee lijkt een standaard te zijn gezet; ook de tweede vaste voorzitter is een oud-premier.
Het meest in aanmerking komen regeringsleiders die bezig zijn aan een laatste termijn of aan het einde van hun termijn zijn, en voormalige regeringsleiders die actief zijn op internationaal niveau.
Juridisch kader benoeming Vaste Voorzitter van de Europese Raad
De voorzitter van het Europees Parlement wordt in een geheime stemming in het Parlement gekozen. De kandidaat met een absolute meerderheid van de uitgebrachte stemmen15 is de nieuwe voorzitter. Als na drie stemrondes nog geen kandidaat is gekozen, wordt in een vierde stemronde gekozen tussen de twee leden die bij de derde stemronde de meeste stemmen hebben behaald. Er is geen limiet aan het aantal keer dat een persoon als voorzitter gekozen kan worden. Formeel is de zittingstermijn van de voorzitter vijf jaar.
In de praktijk
In de praktijk leveren de twee grote partijen in het Europees Parlement, de christendemocraten en de socialisten, tot nu toe om de tweeënhalf jaar afwisselend de voorzitter. Eind 2016 zegden de socialisten deze afspraak op, omdat er naar hun mening te veel christendemocraten op Europese sleutelfuncties zaten. Uiteindelijk werd toch een christendemocraat verkozen.
In het verleden mochten de liberalen een enkele keer voor tweeënhalf jaar de voorzitter leveren.
Nederlandse benoemingen tot voorzitter van het Europees Parlement
Naam |
Termijn |
---|---|
1973-1975 |
|
1982-1984 |
Juridisch kader benoeming voorzitter Europees Parlement
De voorzitter van de Eurogroep6 wordt gekozen uit de ministers van Financiën van de eurolanden6 en benoemd voor een periode van tweeënhalf jaar.
In de praktijk
Met de extra afspraken die tussen 2010 en 2013 gemaakt zijn om de eurocrisis te bestrijden heeft de positie van voorzitter van de Eurogroep aan belang én prestige gewonnen. En daarmee is de benoeming onderdeel geworden van de verdeling van topfuncties in de Europese Unie.
Een aantal - met name noordelijke - landen hecht er sterk aan dat de voorzitter van de Eurogroep uit een land komt met de hoogst mogelijke kredietwaardering. Een voorzitter en minister van Financiën van een land dat op de internationale kapitaalmarkten onder druk staat of zelfs Europese steun nodig heeft, zou het aangezicht van de euro kunnen schaden.
Er is sprake van een mogelijke permanente voorzitter van de Eurogroep, vermoedelijk met eenzelfde soort rol en zelfde bevoegdheden als de vaste voorzitter van de Europese Raad3 binnen de Europese Raad heeft.
Nederlandse benoemingen tot voorzitter van de Eurogroep
Naam |
Termijn |
---|---|
2013-2018 |
Juridisch kader benoeming voorzitter eurogroep
De president, de vicepresident en vier andere leden van de directie van de Europese Centrale Bank worden gekozen uit personen met een erkende reputatie en beroepservaring op monetair en bancair gebied. Zij worden in onderlinge overeenstemming met gekwalificeerde meerderheid benoemd door de Europese Raad, op aanbeveling van de Raad. De Raad heeft het Europees Parlement en de Raad van Bestuur van de Europese Centrale Bank geraadpleegd.
De leden van de directie van de Europese Centrale Bank worden benoemd voor een periode van acht jaar en zijn niet herbenoembaar. De leden van de directie moeten de nationaliteit van één van de lidstaten bezitten.
Nederlandse benoemingen tot voorzitter van de ECB
Naam |
Termijn |
---|---|
1998-2003 |
Juridisch kader benoeming president ECB
De Rekenkamer47 bestaat uit 27 leden, één uit elke lidstaat. Uit deze leden wordt een voorzitter gekozen voor een periode van drie jaar. De voorzitter is herkiesbaar.
Nederlandse benoemingen tot voorzitter van de Europese Rekenkamer
Naam |
Termijn |
---|---|
1992 - 1996 |
Juridisch kader benoeming voorzitter Europese Rekenkamer
Het Hof49 bestaat uit één rechter per lidstaat van de Europese Unie. Uit de 27 rechters wordt door stemming de president voor een termijn van 3 jaar gekozen. De president is herkiesbaar.
Nederlandse benoemingen tot president van het Hof van Justitie
Naam |
Termijn |
---|---|
1958 - 1964 |
Juridisch kader benoeming president Hof van Justitie
Het Europees Economisch en Sociaal Comité52 kiest uit zijn midden een voorzitter. Een voorzitter dient een termijn van tweeënhalf jaar. De voorzitter kan niet worden herkozen. Er is nog nooit een Nederlander voorzitter van dit comité geweest.
Juridisch kader benoeming voorzitter Europees Economisch en Sociaal Comité
Het Comité van de Regio's54 kiest uit zijn midden een voorzitter. Een voorzitter dient een termijn van tweeënhalf jaar. Er is nog nooit een Nederlander voorzitter van dit comité geweest.
Juridisch kader benoeming Comité van de Regio's
Na elke verkiezing voor het Europees Parlement wordt de Europese Ombudsman door het Parlement gekozen voor een periode van vijf jaar. De ombudsman is herbenoembaar. Er is nog nooit een Nederlander Europese Ombudsman geweest.
Juridisch kader benoeming Europese Ombudsman
- 1.Deze functie wordt sinds 1 december 2019 vervuld door de Duitse Ursula von der Leyen. Zij is de opvolger van de Luxemburger Jean-Claude Juncker.
- 2.Een Eurocommissaris is één van de 27 leden van de Europese Commissie en heeft als taak het behartigen van het algemeen belang van de Europese Unie. Iedere commissaris heeft een eigen portefeuille. Een aantal Eurocommissarissen zijn tevens vicevoorzitter van de Commissie.
- 3.De vaste voorzitter van de Europese Raad leidt de werkzaamheden van deze Raad, die bestaat uit Europese regeringsleiders of staatshoofden. Ook treedt de vaste voorzitter op als vertegenwoordiger van de Europese Raad in contacten met andere regeringsleiders en staatshoofden. Deze functie, ook wel (ten onrechte) de 'president van de Europese Unie' genoemd, is in 2009 ingevoerd door het Verdrag van Lissabon.
- 4.De Voorzitter geeft leiding aan alle activiteiten van het Parlement. Zij zit de plenaire vergaderingen en de vergaderingen van de Conferentie van voorzitters voor. Ook vertegenwoordigt zij het Parlement naar buiten toe, met name in de internationale betrekkingen.
- 5.De Hoge Vertegenwoordiger (HV) geeft de Europese Unie internationaal gezien één gezicht en één stem op het terrein van het buitenlands en veiligheidsbeleid. Zo moet er meer samenhang in het externe optreden en het buitenlandse beleid van de Europese Unie komen. De HV deelt het podium met de Vaste voorzitter van de Europese Raad. Deze onderhoudt namens de EU de contacten op het niveau van staatshoofden en regeringsleiders.
- 6.De Eurogroep bestaat uit de ministers van Financiën van de landen die de euro als nationale munteenheid hebben ingevoerd (de eurozone). Dit samenwerkingsverband heeft als doel de coördinatie van economisch beleid binnen de muntunie te versterken en de financiële stabiliteit van de eurolanden te bevorderen. Het is strikt genomen een informeel orgaan en geen formatie van de Raad.
- 7.De Europese Centrale Bank (ECB) is verantwoordelijk voor het monetaire beleid van de Unie. De basisdoelstelling van de ECB is het handhaven van de prijsstabiliteit binnen de eurozone en daarmee het bewaken van de koopkracht en het beheersen van de inflatie.
- 8.Dr. Ursula von der Leyen (1958) is vanaf 1 december 2019 voorzitter van de Europese Commissie. Zij is opgeleid tot arts en was werkzaam in een Vrouwenkliniek en als docent. Namens de CDU begon zij haar politieke loopbaan in de Landsdag en regering van Neder-Saksen. In 2009 werd zij Bondsdaglid en minister in het kabinet-Merkel. Achtereenvolgens was zij minister van Gezin en Jeugd, Arbeid en Sociale Zaken, en sinds 2013, van Defensie.
- 9.Josep Borrell Fontelles (1947) is sinds 1 december 2019 Hoge Vertegenwoordiger voor buitenlands beleid en veiligheid en vicevoorzitter van de Europese Commissie (commissaris voor een sterker Europa in de wereld). De Spanjaard Borrell is sociaaldemocraat en was minister van Openbare Werken en Vervoer onder Felipe Gonzalez. In 2004-2007 was hij voorzitter van het Europees Parlement en in 2018 werd hij minister van Buitenlandse Zaken. Hij is opgeleid als ingenieur en econoom en was onder meer hoogleraar.
- 10.Charles Michel (1975) is vanaf 1 december 2019 vaste voorzitter van de Europese Raad. Van 11 oktober 2014 tot en met 27 november 2019 was hij minister-president van België. Hij was leider van de Waalse liberalen en was eerder minister van Ontwikkelingssamenwerking (2007-2011). Charles Michel, zoon van oud-minister en oud-eurocommissaris Louis Michel, werd in 1999 op 23-jarige leeftijd Kamerlid. Hij was verder minister in de Waalse regering en burgemeester van Waver.
- 11.Roberta Metsola (1979) is sinds 18 januari 2022 voorzitter van het Europees Parlement. Zij is een Maltese christendemocrate, die sinds april 2013 lid van het Europees Parlement is. Sinds november 2020 was zij vicevoorzitter van het parlement. Mevrouw Metsola is advocaat en was internationaal secretaris van de Nationale Partij en medewerker van Hoge Vertegenwoordiger Catharine Ashton.
- 12.Paschal Donohoe (1974) is sinds juli 2020 voorzitter van de Eurogroep. Hij is sinds 2022 minister voor Overheidsuitgaven en Hervorming en was eerder minister van Financiën en voor Vervoer, Toerisme en Sport. Ook was hij onderminister voor Europese Zaken. Donohoe is lid van de liberaal-conservatieve partij Fine Gael. Voordat hij in 2004 parlementslid werd, was hij werkzaam in het bedrijfsleven.
- 13.Christine Lagarde (1956) is sinds 1 november 2019 president van de ECB. Daarvoor was zij van 2011 tot 2019 directeur van het IMF. In Frankrijk diende zij van 2007-2011 als minister van Economische Zaken, financiën en Industrie in het centrumrechtse kabinet-Fillon. In 2005-2007 was zij onderminister voor Buitenlandse Handel. Eerder was zij lange tijd advocaat bij het internationale advocatenkantoor Baker & McKenzie.
- 14.Emily O'Reilly (1957) is sinds 1 oktober 2013 Europees Ombudsman. Zij begon haar loopbaan als journaliste en werkte later ook bij de Ierse staatsomroep. Zij schreef verdere enkele boeken. In 2003 werd zij Nationaal Ombudsman van Ierland. Daarnaast was mevrouw O'Reilly voorzitter van de Brits-Ierse Ombudsman Association. In 2008 kreeg zij een eredoctoraat vanwege haar werkzaamheden als Ombudsman en als commissaris voor informatie.
- 15.Het Europees Parlement neemt een voorstel aan wanneer de helft plus één van het totaal aantal Europarlementariërs vóór het voorstel stemt. Dat betekent dat elk voorstel minimaal 353 stemmen vóór moet halen. Dat houdt ook in dat tenminste de helft plus één van het aantal leden van het Europees Parlement een stem uit moet brengen, wil een voorstel aangenomen kunnen worden.
- 16.1. De Commissie bevordert het algemeen belang van de Unie en neemt daartoe passende initiatieven. Zij ziet toe op de toepassing van zowel de Verdragen als de maatregelen die de instellingen krachtens deze Verdragen vaststellen. Onder de controle van het Hof van Justitie van de Europese Unie ziet zij toe op de toepassing van het recht van de Unie. Zij voert de begroting uit en beheert de programma's. Zij oefent onder de bij de Verdragen bepaalde voorwaarden coördinerende, uitvoerende en beheerstaken uit. Zij zorgt voor de externe vertegenwoordiging van de Unie, behalve wat betreft het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid en de andere bij de Verdragen bepaalde gevallen. Zij neemt de initiatieven tot de jaarlijkse en meerjarige programmering van de Unie om interinstitutionele akkoorden tot stand te brengen.
- 17.De Europese Raad neemt een voorstel aan wanneer 55% van het aantal lidstaten, met een minimum van vijftien, vóór stemt. Ook moet in de lidstaten die voor zijn, ten minste 65% van de totale bevolking van de Europese Unie wonen.
- 18.De raadsformatie Buitenlandse Zaken (RBZ) bestaat uit de ministers van buitenlandse zaken, defensie en/of ontwikkelingssamenwerking. Deze Raad is verantwoordelijk voor het externe optreden van de Europese Unie en vergadert minstens elke maand, ook informele bijeenkomsten zijn mogelijk. Namens Nederland sluit doorgaans minister van Buitenlandse Zaken Caspar Veldkamp (NSC) aan.
- 19.Er bestaat maar één Raad van de Europese Unie. Afhankelijk van de behandelde onderwerpen komt de Raad echter bijeen in verschillende samenstellingen (formaties) waaraan wordt deelgenomen door de ministers van de lidstaten en de eurocommissarissen die bevoegd zijn voor de behandelde onderwerpen.
- 20.1. De Europese Raad benoemt met instemming van de voorzitter van de Commissie met gekwalificeerde meerderheid van stemmen de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid. De Europese Raad kan zijn mandaat volgens dezelfde procedure beëindigen.
- 21.In deze instelling van de Europese Unie (kortweg 'de Raad van Ministers' of nog korter 'de Raad' genoemd) zijn de regeringen van de 27 lidstaten van de EU vertegenwoordigd. De Raad oefent samen met het Europees Parlement de wetgevings- en begrotingstaak uit.
- 22.Het Europees Parlement neemt een voorstel aan als de helft plus één van alle uitgebrachte stemmen vóór het voorstel zijn. Het gaat hier alleen om de uitgebrachte stemmen, niet om het aantal leden van het Europees Parlement.
- 23.De Portugees José Manuel Durao Barroso (1956) was van 18 november 2004 tot 1 november 2014 voorzitter van de Europese Commissie. Hij leidde twee periodes de Europese Commissie. Daarvoor was Barroso staatssecretaris, minister van Buitenlandse Zaken (1992-1995), en ten slotte premier van Portugal (2000-2004). Hij is doctor in de politieke wetenschappen en werkte als wetenschapper. Barrosso is lid van de centrumrechtse PSD (Partido Social Democrata), een partij die is aangesloten bij de Europese Volkspartij. Sinds 2016 is hij non-executive president van de bank Goldman Sachs.
- 24.Rocco Buttiglione (1948) was in 2004 kandidaat-eurocommissaris. Eerder was hij minister van Europese Zaken in Italië, en hoogleraar politieke filosofie aan de Universiteit van de Heilige Pius V in Rome.
- 25.De Bulgaarse Rumiana Jeleva (1969) was in 2010 kandidaat voor het lidmaatschap van de Europese Commissie, belast met internationale samenwerking en humanitaire hulp. Op 19 januari 2010 trok zij zich terug vanwege door het Europees Parlement geuite bedenkingen. Mevrouw Jeleva is doctor in de sociologie en was universitair docente in Sofia. In het Europees Parlement vervulde zij een vooraanstaande functie in de fractie van de Europese Volkspartij. Sinds juli 2009 is zij minister van Buitenlandse Zaken namens de conservatieve partij GERB.
- 26.Frans Timmermans (1961) is sinds 23 november 2023 fractievoorzitter van GroenLinks-PvdA in de Tweede Kamer. Sinds 6 december 2023 is hij Tweede Kamerlid en eerder was hij dat in 1998-2007 en 2010-2012 voor de PvdA. Van 1 november 2014 tot 22 augustus 2023 was de heer Timmermans vicevoorzitter van de Europese Commissie. In de Commissie-Juncker was hij verantwoordelijk voor 'betere regulering' en duurzame ontwikkeling en in de Commissie-Von der Leyen voor de Europese Green Deal. De heer Timmermans was in 2012-2014 minister van Buitenlandse Zaken in het kabinet-Rutte II. Daarvoor was hij staatssecretaris van Buitenlandse Zaken (belast met Europese samenwerking) in het kabinet-Balkenende IV. Eerder was hij adviseur en particulier secretaris van dr. M. van der Stoel, Hoge Commissaris nationale minderheden van de OVSE.
- 27.Neelie Kroes, dochter van een Rotterdamse vervoersondernemer, was tussen 1971 en 2014 als VVD-politica in vele functies actief. Zij werd in 1971 Tweede Kamerlid en was toen woordvoerster vervoer en onderwijs. In het eerste kabinet-Van Agt (1977-1981) was zij staatssecretaris van vervoerszaken en PTT-zaken. Daarna was mevrouw Kroes minister van Verkeer en Waterstaat in het kabinet-Lubbers I (1982-1986) en kabinet-Lubbers II (1986-1989). In die functie was zij onder meer verantwoordelijk voor de spreiding van de PTT (hoofddirectie naar Groningen) en voor de verzelfstandiging van de PTT. Na haar ministerschap werd zij onder meer president van Universiteit Nijenrode en had zij vele functies in het bedrijfsleven. In 2004-2010 was mevrouw Kroes als Europees commissaris belast met mededinging. In de Commissie-Barroso II (2010-2014) had zij de portefeuille digitale agenda en was zij tevens vicevoorzitter van de Europese Commissie.
- 28.Succesvolle en erudiete VVD-politicus, die zijn partij in 1994 en 1998 naar verkiezingsoverwinningen leidde. Afkomstig uit het bedrijfsleven (Shell) en uit hoofde van zijn functies lange tijd in het buitenland verblijvend. Was staatssecretaris van buitenlandse handel in het eerste kabinet-Lubbers en daarna een vooraanstaand VVD-Kamerlid. Volgde in 1988 Van Eekelen op als minister van Defensie en werd in 1990 politiek leider van de VVD, als tussentijdse opvolger van Voorhoeve. Bleef daarna, net als Romme (KVP) in de jaren vijftig, buiten het kabinet. Wist als geen ander het publieke debat te stimuleren door pittige uitspraken en plaatste het thema 'integratie' blijvend op de politieke agenda. In 1999-2004 Europees Commissaris voor de interne markt. Was daarna bijzonder hoogleraar in Delft en Leiden.
- 29.Juridisch geschoolde CDA-politicus, die lange tijd minister van Buitenlandse Zaken was. Begon zijn loopbaan als advocaat in Rotterdam en was later werkzaam bij Enka in Arnhem. Justitie-woordvoerder van de KVP en het CDA in de Tweede Kamer. Werd in 1982, na één jaar staatssecretaris te zijn geweest, minister. Gold als een overtuigd aanhanger van de Atlantische samenwerking en verdedigde van harte het NAVO-besluit om kruisraketten te plaatsen in Nederland. Dreigde met name op Europees gebied soms overvleugeld te worden door de premier. Was enige tijd 'kroonprins' bij het CDA. Na zijn ministerschap Europees Commissaris voor buitenlandse betrekkingen. Geen voorstander van een moraliserende buitenlandse politiek. Kwam vaak nogal zelfstandig tot zijn beleidskeuzes. Kreeg in 2005 de titel minister van staat.
- 30.Vooraanstaande christendemocraat van katholieken huize. Kwam in 1967 voor de KVP in de Kamer nadat zijn vader die had verlaten. Als voormalige directeur van een instituut voor de bouw aanvankelijk woordvoerder volkshuisvesting. Volgde in 1971 Veringa op als partijleider toen deze moest aftreden vanwege gezondheidsproblemen. Leidde de KVP-Tweede Kamerfractie tijdens het kabinet-Den Uyl, waaraan hij kritisch, maar ook loyaal steun gaf. In 1977 maakte hij bezwaar tegen het ontwerp-regeerakkoord met de PvdA en werd hij door die partij afgewezen als kandidaat voor Economische Zaken. In het eerste kabinet-Van Agt dat na de mislukte formatie-Den Uyl werd gevormd, was hij minister van Financiën. Trad af, omdat hij vond dat er meer bezuinigd moest worden. Nadien Europees Commissaris voor handelspolitiek en landbouw. Pragmatisch politicus.
- 31.Markant PvdA'er die naam maakte als Kamerlid, europarlementariër en minister, maar wiens lidmaatschap van de Europees Commissie op een teleurstelling uitliep. Was van gereformeerden huize en werd tijdens de bezetting socialist. Kwam via de vakbond in de Tweede Kamer en was daar landbouw-woordvoerder. Pleitbezorger van Europese samenwerking en een zeer actief europarlementariër. Werd - ondanks zijn afkeer van uniformen - in het kabinet-Den Uyl minister van Defensie. Kleurrijk minister door soms wat al te openhartige uitspraken en door opvallend optreden. Drukte tegen de wens van zijn partij de aanschaf van de F16 door ('congressen kopen geen vliegtuigen'). Als Europees Commissaris voor sociale zaken trachtte hij tevergeefs aanpak van de jeugdwerkloosheid en medezeggenschap Europees te regelen. Was in de persoonlijke omgang verrassend minzaam.
- 32.Limburgse molenaarszoon die na zijn studie in Wageningen snel carrière maakte in de agrarische wereld. Als voorzitter van de Noordbrabantse boerenbond nam hij in de KVP-fractie een machtige positie in. Minister van Landbouw en Visserij in de kabinetten-De Jong en -Biesheuvel. Verdedigde zowel in Brussel als in Den Haag onbewimpeld de belangen van 'zijn' boeren. Had volgens Klompé te veel een rechts gezicht. Was in de ministerraad steeds tegen verlangens van de vakbeweging en voor hard optreden tegen ongeregeldheden. Als minister en Europees commissaris (1973-1977) medevormgever van het Europese landbouwbeleid, dat in zijn tijd met grote overschotten te maken had. Doelgericht man, die autoritair optreden met bonhomie combineerde. Sloot zijn loopbaan af als hoofddirecteur van de Rabobank.
- 33.Katholiek politicus die een belangrijke rol speelde in de Indonesische kwestie. Was advocaat en gedeputeerde. Behoorde tot de aanhangers van een personalistisch socialisme. Werd in 1946 als juridisch specialist Tweede Kamerlid voor de KVP. In 1948 schoof KVP-leider Romme, met wiens nicht hij was getrouwd, hem naar voren als minister van Overzeese Gebiedsdelen in het eerste kabinet-Drees. Voorstander van een harde lijn jegens de Republiek Indonesia. Kwam daarover in conflict met zijn collega's, waarop hij in 1949 aftrad. Nadien Eerste Kamerlid, EG-commissaris en gewaardeerd ambassadeur bij de Europese Gemeenschappen. Zelfbewust politicus, die het als minister soms aan tact ontbrak.
- 34.Vooraanstaande sociaaldemocratische minister en Europeaan. Afkomstig uit een rijke, sociaal betrokken Groningse landbouwfamilie. Was - na een korte tijd in de Oost - boer en verzetsman in de Wieringermeer en werd op zijn 36ste minister van Landbouw in het kabinet-Schermerhorn/Drees. Zorgde tijdens zijn tienjarige ministerschap voor herstel van de voedselvoorziening en bevorderde de modernisering van de Nederlandse landbouw. Als Europees landbouwcommissaris speelde hij vanaf 1958 eveneens een belangrijke rol bij de schaalvergroting in de landbouw en bij het ontwikkelen van een Europees landbouwbeleid. In 1972 negen maanden voorzitter van de Europese Commissie. Dynamische en sportieve man met groot nationaal en internationaal gezag en met duidelijk omlijnde visies over internationale economische en ecologische vraagstukken.
- 35.Overeenkomstig artikel 17, lid 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie worden de leden van de Commissie gekozen volgens een toerbeurtsysteem dat door de Europese Raad met eenparigheid van stemmen wordt vastgesteld en dat stoelt op de onderstaande beginselen:
- 36.Dit Europese verdrag voerde een aantal hervormingen door om de Europese Unie democratischer en beter bestuurbaar te maken nadat in 2004 en 2007 twaalf nieuwe landen lid zijn geworden van de Europese Unie. Het Verdrag van Lissabon is op 1 december 2009 in werking getreden.
- 37.De Raad van Ministers kan met gekwalificeerde meerderheid een voorstel aannemen wanneer 55% van het aantal lidstaten, met een minimum van vijftien, vóór stemt. Ook moet in de lidstaten die voor zijn, ten minste 65% van de totale bevolking van de Europese Unie wonen. Met het huidige aantal lidstaten (27) betekent 55% dat minimaal vijftien lidstaten voor moeten stemmen.
- 38.1. De Europese Raad geeft de nodige impulsen voor de ontwikkeling van de Unie en bepaalt de algemene politieke beleidslijnen en prioriteiten. Hij oefent geen wetgevingstaak uit.
- 39.Advocaat uit Alkmaar en namens de VVD in de Tweede Kamer aanvankelijk justitie-woordvoerder. Werd vanaf 1967 als specialist op het gebied van buitenlandse zaken pleitbezorger van Europese samenwerking. Werd hét gezicht van zijn partij in Europa, onder andere doordat hij enige tijd voorzitter van het Europees Parlement was. Handig parlementariër die als hij zich niet had voorbereid op een debat als laatste spreker niet zonder enige bombarie een samenvatting gaf van wat zijn voorgangers hadden gezegd. Flamboyante zoon van een Noord-Hollandse zuurkoolhandelaar met als bijnaam 'Boerenkees', die, hoewel andere drank zijn voorkeur had, op tv reclame maakte voor melk.
- 40.Vooraanstaande Europeaan van PvdA-huize. Na functies in het onderwijs en bij het opleidingsinstituut van de PvdA en na het voorzitterschap van de jongerenorganisatie te hebben bekleed internationaal secretaris van zijn partij. In de Kamer al snel een toonaangevende buitenland- en defensiewoordvoerder. Pleitbezorger van Europese samenwerking. Tien jaar lid van het Europees Parlement en daarvan enige jaren (1982-1984) voorzitter. Zette zich in voor versterking van de rechten van dat parlement. Als staatssecretaris in het derde kabinet-Lubbers minder gelukkig bij de onderhandelingen over verdere Europese samenwerking. Keerde in 1994 terug in het Europees Parlement.
- 41.1. Het Europees Parlement oefent samen met de Raad de wetgevingstaak en de begrotingstaak uit. Het oefent onder de bij de Verdragen bepaalde voorwaarden politieke controle en adviserende taken uit. Het kiest de voorzitter van de Commissie.
- 42.Vooraanstaande PvdA-politicus, die in 2000 Tweede Kamerlid werd en in 2012 verrassend minister van Financiën. Wageningse ingenieur en voor hij Kamerlid werd plaatsvervangend hoofd van het stafbureau algemene leiding van het ministerie van LNV. In de Kamer spoedig een gewaardeeerd woordvoerder integratiebeleid en in 2007-2008 voorzitter van de onderzoekscommissie onderwijsvernieuwingen. Later woordvoerder asiel en vicefractievoorzitter. Pragmatisch en degelijk. Noemde zichzelf 'niet het meest opgewonden type'. Slaagde er in het oplopende overheidstekort onder het kabinet-Rutte II om te buigen naar een overschot. Kreeg ook in de EU gezag en zag zich in januari 2013 gekozen worden tot voorzitter van de eurogroep. Speelde daardoor een centrale rol bij het bedwingen van de financiële problemen van Griekenland en bij het voorkomen van een bankencrisis op Cyprus. Sinds 13 september 2022 is hij burgemeester van Eindhoven.
- 43.De ministers van de lidstaten die de euro als munt hebben, kiezen met een meerderheid van die lidstaten een voorzitter voor de duur van tweeënhalf jaar.
- 44.Friese PvdA-econoom met een grote staat van dienst als bankpresident, zowel nationaal als Europees. Werd betrekkelijk jong minister van Financiën in het kabinet-Den Uyl. Ontwikkelde in 1975 een beleid waarbij voor het eerst de sterke groei van de overheidsuitgaven wat werd beperkt (1%-norm). Stapte kort na zijn ministerschap over naar het bankwezen en werd later president van De Nederlandsche Bank. Pleitte toen steeds voor het op orde brengen van de overheidsuitgaven. Speelde als president van de Europese Centrale Bank een voorname rol bij introductie van de euro, de gezamenlijke Europese munt. Kalme, realistische man, die als minister progressieve wensen en een verantwoord financieel beleid moest zien te verenigen.
- 45.1. De Raad van bestuur van de Europese Centrale Bank bestaat uit de leden van de directie van de Europese Centrale Bank en de presidenten van de nationale centrale banken van de lidstaten die de euro als munt hebben.
- 46.De directie
- 47.Dit orgaan controleert de wettigheid en regelmatigheid van alle inkomsten en uitgaven van de Europese Unie. In bredere zin moet zij de financiële belangen van de burger behartigen. De Europese Rekenkamer gaat na of de Europese middelen zo effectief, efficiënt en spaarzaam mogelijk worden ingezet. In die zin is deze instelling het financiële geweten van Europa dat erop toeziet dat de burgers 'waar voor hun geld krijgen'.
- 48.1. De leden van de Rekenkamer worden gekozen uit personen die in hun eigen staat behoren of behoord hebben tot de externe controle-instanties of die voor deze functie bijzonder geschikt zijn. Zij moeten alle waarborgen voor onafhankelijkheid bieden.
- 49.Het in 1952 opgerichte Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ-EU) moet ervoor zorgen dat de wetten en regels die in Europa gemaakt worden, goed worden toegepast. De Europese wetten - het gemeenschapsrecht - moeten in alle lidstaten hetzelfde worden uitgevoerd. Het Hof van Justitie ziet er verder op toe dat het EU-recht in alle lidstaten op dezelfde manier wordt toegepast.
- 50.Vooraanstaand staatsrechtgeleerde uit een bekend gereformeerd geslacht van juristen. Hoogleraar aan de Vrije Universiteit en daarna rechter in het Europese Hof van Justitie. Leidde met Cals in de jaren zestig een grondwetscommissie en onderzocht in 1976 samen met Peschar en Holtrop de Lockheedaffaire. Bewerkte het door Van der Pot geschreven gezaghebbende leerboek over staatsrecht. Zijn vader en zoon waren minister.
- 51.De rechters en de advocaten-generaal van het Hof van Justitie, gekozen uit personen die alle waarborgen voor onafhankelijkheid bieden en aan alle gestelde eisen voldoen om in hun onderscheiden landen de hoogste rechterlijke ambten te bekleden, of die bekendstaan als kundige rechtsgeleerden, worden in onderlinge overeenstemming door de regeringen van de lidstaten voor zes jaar benoemd na raadpleging van het in artikel 255 bedoelde comité.
- 52.Het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) werd in 1957 door het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap opgericht als raadgevend orgaan om de belangen van de verschillende economische en maatschappelijke organisaties in de Europese Unie te vertegenwoordigen. Het EESC wordt voorgezeten door Christa Schweng.
- 53.Het Comité kiest, voor een periode van tweeënhalf jaar, uit zijn midden zijn voorzitter en zijn bureau.
- 54.Dit orgaan is de spreekbuis voor lokale en regionale overheden binnen de Europese Unie. De Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie zijn in bepaalde gevallen verplicht advies te vragen aan het Comité van de Regio's (CvdR), voordat zij een besluit kunnen nemen.
- 55.Het Comité van de Regio's kiest, voor een periode van tweeënhalf jaar, uit zijn midden zijn voorzitter en zijn bureau.
- 56.1. Een door het Europees Parlement gekozen ombudsman krijgt de bevoegdheid om kennis te nemen van klachten van burgers van de Unie of van natuurlijke of rechtspersonen met verblijfplaats of statutaire zetel in een lidstaat over gevallen van wanbeheer bij het optreden van de instellingen, organen of instanties van de Unie, met uitzondering van het Hof van Justitie van de Europese Unie bij de uitoefening van zijn gerechtelijke taak. Hij onderzoekt die klachten en brengt ter zake verslag uit.