Hoe Europa toch de crisis bezweert

vrijdag 21 december 2012, 8:32, analyse van Dr. Jan Werts1

Dit is het verhaal van hoe de eurocrisis wordt bezworen. Om haar kiezers te paaien en wegens Duitse belangen heeft kanselier Merkel de onderhandelingen over een Politieke Unie2 opgeschort. Het plan voor een ´Echte EMU´ zit voorlopig in de ijskast. Wel komt er Europees bankentoezicht. Nederland is tevreden. Inmiddels is minister Jeroen Dijsselbloem3 de favoriete kandidaat- voorzitter van de Eurogroep.

Inhoudsopgave

  1. Pas in 2014
  2. Euro weer sterk
  3. Bankentoezicht naar ECB
  4. Banken direct steunen
  5. Top niet mislukt
  6. Zondaars belonen?
  7. ECB steeds belangrijker
  8. Duitsland is de baas
  9. Rutte lacherig
  10. Schulz bijna beledigend
  11. Iedereen tevreden
  12. Hoe verder in 2013?
  13. Maatregelen sedert 2010
  14. Meer informatie

1.

Pas in 2014

December zou de ‘top van de waarheid’ worden. Inzet was de ambitieuze ‘roadmap’ (Council document, 15632/12 website European Council) naar een verbeterde EMU4. Echter al aan de vooravond van de bijeenkomst meldden Franse en Duitse kranten dat de discussie op de lange baan was geschoven. Na de Europese verkiezingen van juni 2014 heropent zich dat debat ten volle, zo is de bedoeling. Het nieuwe jaar moet leren of de rust op de financiële markten aanhoudt, zodat zo’n langdurig uitstel kan.

Kanselier Angela Merkel5 kan het met Bondsdagverkiezingen in de komende herfst niet maken behalve miljarden voor Griekenland ook nog Duitse soevereiniteit naar Brussel over te dragen. President François Hollande6 zit van zijn kant niet verlegen om een Europese Politieke Unie2 zodra die soevereiniteitsverlies meebrengt. Daarom waren Merkel en Hollande het vlak voor de Europese Raad7 in een half uur eens over uitstel van de operatie ‘Echte EMU’.

Toch is dit een sensationele ontwikkeling. Het was namelijk juist Merkel die in de loop van 2012 meermalen sterk aandrong op de ‘Echte EMU’ waar ze nu dan ineens voorlopig vanaf ziet. Van de beoogde Economische Unie, de Begrotingsunie, de Politieke Unie en de Bankenunie staat alleen de laatste nog op de agenda.

2.

Euro weer sterk

Hoewel de Europese Raad7 in februari en mei vergadert, bespreken de politieke leiders de EMU pas in juni weer, aldus de conclusies van het beraad. Dit is nogmaals verrassend. Dezelfde Europese Raad had in oktober gevraagd om een ‘specifieke en tijdgebonden roadmap’ voor besluitvorming over de EMU in december.

Voorzitter Herman van Rompuy8 lanceerde daarop zijn vijftien kantjes tellende voorstel ‘Naar een échte Economische en Monetaire Unie4’. Van Rompuy deed dit mede namens Commissievoorzitter José Manuel Barroso9, de voorzitter van de Eurogroep, Jean-Claude Juncker10 en de president van de ECB, Mario Draghi11. Dit ‘masterplan’ was overigens een opgefriste versie van het gelijknamige plan van afgelopen zomer.

Onder druk van het Europees Parlement12 had daarnaast Commissievoorzitter Barroso op 51 kantjes tekst een nog ambitieuzere aanpak voor politieke integratie ingediend. In dit plan neemt Brussel het begrotingsrecht van de nationale parlementen grotendeels over. Verder komen de schulden van de lidstaten via eurobonds voor gezamenlijke rekening. Zoiets vereist wijziging van het Europees Verdrag13. Waarschijnlijk weet geen enkel lid van de Europese Raad hoe dit thuis uit te leggen.

Bij aankomst in Brussel zette de kanselier de toon. ‘Er zijn al veel maatregelen genomen, nu komt het op de uitvoering aan’. Hollande zei in Brussel dat ‘de politieke realiteit’ tot terughoudendheid dwingt. ‘Een aantal EU-landen wil momenteel niet horen van overdracht van bevoegdheden aan de EU. Er is zelfs een groep die ooit overgedragen bevoegdheden terug wil hebben’.

Een jaar geleden was veler verwachting dat in 2012 de eurozone14 uiteen zou rafelen, te beginnen met Griekenland. Het tekent de interne kracht van de Europese Unie dat zij de officieel aangekondigde versterking van de EMU nu kan afblazen. En dit zonder dat de financiële markten daarop reageren.

Deze gang van zake bewijst het gelijk van Merkel. De diverse maatregelen (zie hieronder) al genomen ter versterking van de eurozone hebben de speculanten ontmoedigd. ´De tijd waarin Europa twijfelde aan zijn euro ligt achter ons´, zei een tevreden president Hollande.

3.

Bankentoezicht naar ECB

Het Brusselse beraad concentreert zich in 2013 op de uitwerking van toezicht op de systeembanken en op kleinere banken die dreigen om te vallen. Deze banken komen onder direct toezicht van de ECB15. Daartoe was in juni in de Europese Raad al besloten.

Niet langer een nationale autoriteit (in casu de Nederlandsche Bank16) maar de ECB wordt eindverantwoordelijk bij het toezicht. In de vroege morgen van de eerste dag van de Europese Raad kwam de EcoFin17 onder druk van de klok tot dit uitgewerkte besluit.

Dit akkoord over een Single Supervisory Mechanism (SSM) is de eerste stap naar de beoogde Bankenunie. Een jaar geleden was zo’n Europees bankentoezicht nog onbespreekbaar. Alle banken met een balans van meer dan 30 miljard euro of die een vijfde omvatten van het bbp18 van een land, komen onder toezicht.

Volgens Draghi11 gaat het om circa 150 instellingen. In Nederland betreft het ABN Amro, de Rabobank, ING en SNS, kortom vrijwel ons hele bankwezen.

Europees toezicht moet vermijden dat de samenleving (de belastingbetaler) nog langer opdraait voor het faillissement van een mammoetbank zoals recent de Belgische Dexia. Eigenlijk hadden alle 6000 banken onder de regeling gemoeten. Duitsland wil echter geen pottenkijkers bij zijn regionale Landesbanken en Sparkassen. Drie landen zonder de euro – het Verenigd Koninkrijk, Zweden en Tsjechië - doen niet mee aan het bankentoezicht.

4.

Banken direct steunen

In Spanje en Ierland is de eurocrisis ontstaan doordat de nationale toezichthoudende autoriteiten verknoopt waren met hun financiële wereld. Nationaal toezicht op systeembanken is extra moeilijk omdat zij wereldwijd opereren. Nationale toezichthouders hebben daar weinig grip op.

Bij haar toezicht werkt de onafhankelijke ECB samen met de EBA, dat is de Europese bankentoezichthouder in Londen die de ondergeschikte rol krijgt. De beoogde aanpak heeft als voordeel dat uniforme voorschriften zullen gelden in plaats van uiteenlopende nationale regels.

Over de details daarvan overeenstemming bereiken tussen de regeringen en het Europees Parlement wordt nog wel een hels karwei. Dit ook omdat in Duitsland (vooral bij de Bundesbank) veel verzet is tegen Europees bankentoezicht.

De regeling moet niettemin op 1 maart 2014 starten. Maar of dat lukt? Behalve het nog ontbreken van uniforme criteria speelt een rol dat de ECB geen apparaat noch ervaring heeft met bankentoezicht. De ECB moet circa 1000 nieuwe experts aanwerven. Deze operatie gaat tijd kosten.

Is de Europese verordening voor bankentoezicht eenmaal rond en is de ECB er voor klaar, dan kunnen vervolgens omvallende banken steun krijgen van het noodfonds ESM19. Tot nu toe moet de betrokken regering, zoals momenteel de Spaanse, dat zelf regelen. Daardoor duwen banken de landen waar ze gevestigd zijn in de problemen. Liefst zouden de zwakke zuidelijke landen, Ierland en Frankrijk vandaag nog starten met steun aan de banken direct vanuit het ESM.

5.

Top niet mislukt

Uniform toezicht op de banken is de opmaat naar de beoogde volledig uitgebouwde Europese Bankenunie. De Commissie en het Europees Parlement kregen van de Europese Raad opdracht tegelijk met het SSM-toezicht een nationaal deposito garantiestelsel in het leven te roepen.

Dit betekent dat de tegoeden van spaarders en beleggers in de landen met de euro uniforme bescherming zullen krijgen. Een gemeenschappelijk Europees garantiestelsel, zoals de Commissie had gewild, komt er voorlopig echter niet.

Tegelijk werken Raad en Parlement een procedure uit om omgevallen systeembanken te kunnen ontmantelen. Er komt daartoe een Single Resolution Mechanism (SRM, niet te verwarren met het genoemde SSM). Het is de bedoeling dat een bankfaillissement niet langer voor rekening is van de nationale overheid.

De financiële wereld moet daar voortaan gezamenlijk voor opdraaien. Uitdrukkelijk is – op aandringen van vooral Duitsland - afgesproken dat de bancaire wereld alle overheidssteun later terugbetaalt.

Samengevat blijkt hier dat deze top meer heeft bereikt dan de teleurgestelde media heet van de naald meldden. Het is de bedoeling de twee genoemde projecten met voorrang door de Raad van Ministers20 en het Europees Parlement te jagen, aldus de slotconclusies. ‘Dat is zo opgeschreven omdat het héél moeilijk zal worden over dat SRM overeenstemming te bereiken’, zo voorspelt een diplomaat. En zelfs als het zover is, moet nog een regeling gevonden worden om de bancaire wereld tot betaling te dwingen.

6.

Zondaars belonen?

Frankrijk heeft met Duitsland economische groei als hoogste prioriteit in de conclusies neergelegd. Van Rompuy en Barroso presenteren daartoe in juni voorstellen. Die komen er op neer dat de regeringen hun economische hervormingen onderling beter afstemmen. Krijgt een euroland het benauwd, dan kan die regering met de EU een ‘reddingsovereenkomst‘ afsluiten.

Zulke contracten vormen een aanvulling op het Europees Semester21. Het is nog niet duidelijk of die overeenkomsten voor elk land verplicht en bovendien qua uitvoering afdwingbaar worden. Dat is overigens nu al het geval zodra een land steun aanvraagt, zoals bijvoorbeeld Ierland deed.

Van Rompuy en Barroso willen een flinke aparte begroting hebben om daaruit landen die vastlopen te ondersteunen. Tot nu toe worden zulke landen via het SGP22 bestraft. In de toekomst zouden zij daarentegen, mits zij saneren, een beloning krijgen. Alle traditioneel zwakkemuntlanden vinden dit een prachtidee. Maar Duitsland, Finland en Nederland, AAA-landen die de rekening moeten betalen, hebben de gedachte naar de studeerkamer verwezen.

Minister-president Mark Rutte23 noemde het ‘ondenkbaar dat Nederland ook maar één euro hieraan gaat afdragen’. Het is opmerkelijk dat daarentegen Merkel zei over zeven jaar gerekend wel vijftien miljard hiervoor vrij te willen maken. President Hollande toonde zich daarmee tevreden. ‘Het plan is dus niet dood’, aldus Barroso op de slotpersconferentie.

7.

ECB steeds belangrijker

Hierboven kwam de toenemende rol van de ECB aan de orde. Na de Europese Raad zei een Brusselse insider dat de Italiaanse bankpresident Draghi daar veel gezag heeft. Dat is een nieuw geluid.

Men herinnert zich dat zijn Franse voorganger de beminnelijke Jean-Claude Trichet24 nog wel eens woedend werd omdat de Europese Raad weer niet wilde luisteren. Gesteund door zijn succes toonde Draghi zich tegenover het Europees Parlement dik tevreden. ‘Het akkoord over het SSM-bankentoezicht zal blijken het keerpunt te zijn bij het oplossen van alle problemen’, zo voorspelde hij op 16 december.

8.

Duitsland is de baas

2012 was een zwaar jaar voor Europese politici. Zij hebben niettemin bereikt dat de euro sterker staat dan einde 2011. ‘Toen werden wij overstelpt met vragen of de eurozone wel zou overleven’, zei Barroso na de top.

Toch is het de vraag of het aan de politici is te danken dat de euro vandaag sterk staat. De gebeurtenissen van 2012 laten zien dat de markten tot rust kwamen dank zij de president van de ECB, Mario Draghi. Op 6 september bevestigde Draghi dat de ECB desnoods onbeperkt afgewaardeerde nationale obligaties zou opkopen. Draghi’s dreigen met deze Outright Monetary Transactions (OMT’s) bracht rust rond de euro die tot op heden voortduurt.

Hét kenmerk van 2012 was de overheersende rol van Duitsland. Als Berlijn momenteel in de EU iets niet wil, gebeurt het niet. Wil Duitsland het wel dan gaat het meestal door. Zo dwong kanselier Merkel de 26 andere regeringen tot een begrotingsverdrag dat overheidstekorten verbiedt. Zij dicteerde of en hoeveel steun het benarde Griekenland krijgt.

Duitsland is kortom nu de baas. Kanselier Merkel opereert in de eurocrisis stap voor stap. Zij houdt zowel rekening met het Duitse als het Europese belang als met de publieke opinie. Daarbij ziet Frau Merkel de kleinere landen wel staan. Dat was bij de vorige kanselier niet zo.

De EMU is opgericht om Duitsland met zijn ijzersterke D-Mark in Europa te integreren (Einbindung). Het gaat ironisch genoeg nu net andersom. Merkel heeft Europa in haar greep. In 2010 deed zij dat nog samen met toenmalig president Sarkozy. Zolang de nieuwe Franse president niet bijdraait doet Merkel voorlopig het karwei alleen.

9.

Rutte lacherig

Premier Rutte was na afloop tevreden met het afblazen van het grootste deel van de ambitieuze plannen. Nederland wil de EU versterken langs twee lijnen, zei Rutte in de Europese Raad. Enerzijds met hervormingen die marktprikkels uitlokken en de concurrentiekracht verbeteren. Anderzijds blijft Europees toezicht volop nodig. Loopt een land qua begroting uit de pas dan wil Nederland een interventieladder inzetten. Zo’n regering verliest meer handelingsvrijheid naarmate zij verder afwijkt. In het uiterste geval moet het stemrecht in de Europese Ministerraad geschorst worden, aldus Rutte.

In de vergadering bepleitte Rutte dat als het noodfonds banken te hulp schiet, oudere schulden niet gefinancierd worden. Anders trekt Europa de concurrentieverhoudingen met de andere banken scheef. Rutte zweeg over zijn echte bezwaar: het overnemen van de megaschulden van zulke slecht geleide banken.

Krijgt Rutte zijn zin dan vallen alle nu bestaande schulden bij de benarde banken buiten de regeling. Het is de vraag of dit wel vol te houden is. De kwestie is voor nadere studie aangehouden.

Over Jeroen Dijsselbloem (Financiën) als kandidaat opvolger van Jean-Claude Juncker10, voorzitter van de invloedrijke Eurogroep, deed Rutte nonchalant lacherig. ‘Er zijn voor die functie 33 kandidaten: alle regeringsleiders en hun minister van financiën, behalve die van Luxemburg’. Nadere vragen wilde hij hierover niet beantwoorden.

10.

Schulz bijna beledigend

‘Onnodig agressief, ja soms zelfs bijna beledigend’, aldus een diplomaat was de speech van parlementsvoorzitter Martin Schulz25 in de Europese Raad. In zijn vocabulaire staat voor ‘moeten, eigenlijk moeten of behoren’ kennelijk alleen ‘must’.

In zowat iedere alinea van Schultz’ tirade staat die dwingende term. Schulz vindt het Europees Parlement de enige vertegenwoordiger van de burgerij in de Europese context, zo benadrukte hij. Rompuy en in mindere mate Barroso plegen in hun diverse plannen slechts lippendienst aan het Europees Parlement, aldus Schultz.

11.

Iedereen tevreden

Nooit sedert de eurocrisis losbarstte waren staatshoofden en regeringsleiders na hun bijeenkomst zó tevreden. Het leek wel een goed nieuwsshow. Volgens Van Rompuy, Hollande en de Italiaanse premier Mario Monti26 is het ergste voorbij. Klaus Regling, de Duitse baas van het noodfonds ESM, verwacht dat de eurocrisis binnen twee jaar gepasseerd is.

De Griekse premier Antonis Samaris27, die een nieuw steunpakket van 44 miljard mee naar huis nam, zei ‘Grexit is dead’. Barroso koos zelfs de triomfalistische toon. Alleen Merkel was de dissonant. ‘De eurocrisis zal nog zeker vijf jaar duren’. Bezahlmeister Merkel weet dat zodra het beter gaat politici graag de ‘sense of urgency’ verliezen.

12.

Hoe verder in 2013?

De decembertop leert dat zelfgenoegzaamheid nu om zich heen grijpt. De zes AAA-landen trappen op de rem. Tegelijk bemoeilijkt de recessie in de zwakke eurolanden verdere overheidsbesnoeiingen.

Belangrijk is dat de Europese instellingen al minstens 28 ingrijpende maatregelen hebben genomen ter bestrijding van de crisis. Zie de lijst hieronder. Al die regelingen zijn er gekomen vóórdat Van Rompuy en Barroso hun genoemde plannen lanceerden.

De eurocrisis brak niet uit door een gebrek aan wetgeving. Zij ontstond door het niet naleven van ooit plechtig genomen besluiten zoals het Stabiliteitspact. Het zou mooi zijn als de politici in 2013 al die genomen besluiten nu wel gaan naleven.

13.

Maatregelen sedert 2010

  • 1. 
    De Commissie bestraft voortaan de eurolanden14 zelf in plaats van via handjeklap tussen de ministers.
  • 2. 
    Introductie van het Sixpack28, zes omvangrijke wetten versterken het SGP22.
  • 3. 
    Idem, Twopack, versterkt rol Commissie.
  • 4. 
    Ingrijpend Begrotingsverdrag (Fiscal Compact29) dwingt regeringen tot nultekort op hun begroting.
  • 5. 
    Creatie Noodfondsen EFSF30 & ESM19 met ruwweg 1000 miljard vuurkracht.
  • 6. 
    Start onbeperkt inkoopprogramma obligaties door Europese Centrale Bank15 (ECB) ter afschrikking van de speculanten.
  • 7. 
    Megagrote (1018,5 miljard) drie-jaar injectie vanuit de ECB naar de wankele banken.
  • 8. 
    Grote bilaterale leningen vanuit de eurozone aan Griekenland.
  • 9. 
    Versterking van de onafhankelijke positie van Eurostat31.
  • 10. 
    Voortaan verplicht maandelijkse rapportering van de lidstaten aan Eurostat.
  • 11. 
    Verplichte meerjarenbegroting in alle lidstaten (in Nederland de Wet Houdbare Overheidsfinanciën).
  • 12. 
    Europees Semester21 controleert voortaan economisch en fiscaal beleid van de regeringen.
  • 13. 
    Akkoord Pact Concurrentiekracht (herziening pensioenleeftijd, hypotheekrenteaftrek, e.d.).
  • 14. 
    Akkoord Pact voor Groei en Banen via injectie van 120 miljard euro.
  • 15. 
    Creatie van de reguliere Eurotopconferentie.
  • 16. 
    Creatie European Systemic Risk Board32. Deze instelling controleert vanuit Londen het hele financieel stelsel samen met de ECB.
  • 17. 
    Creatie Europese Bankenautoriteit33 (bankcontroles) te Londen.
  • 18. 
    Creatie ESMA34 (European Securities and Markets Authority) te Parijs.
  • 19. 
    Creatie European Insurance and Occupational Pensions Authority35 (controleert verzekeringen en pensioenen) vanuit Frankfort.
  • 20. 
    Afschrijving Griekse staatsschuld met 53,5 %.
  • 21. 
    Opwaardering van de Commissaris voor de euro36.
  • 22. 
    Invoering Financiële Transactie Taks teneinde financiële wereld te disciplineren en om de stroppenpot te vullen.
  • 23. 
    Invoering van de kapitaalvereistenrichtlijn (CRD-IV) die eigen kapitaal en de bonusregeling in de bankwereld regelt.
  • 24. 
    Miljardeninjectie (200 miljard) ter versterking van het IMF.
  • 25. 
    Introductie (als proef) van project-euro-obligaties.
  • 26. 
    Versterking uitleencapaciteit Europese Investeringsbank37 Bank via mega-injectie met hefboomeffect (180 miljard).
  • 27. 
    Openstelling van het noodfonds ESM voor rechtstreekse redding van banken.
  • 28. 
    Opwaardering van Eurogroep met extra staf.

Al deze maatregelen zijn overeengekomen vóór de komst van het ‘Masterplan Van Rompuy’.

14.

Meer informatie

  • Eerdere analyses van Jan Werts

Meer over ...

  • Columns & analyses Europa Nu

  • 1. 
    Jan Werts is sinds 1976 journalist en publicist in Brussel, waar hij eerder onder meer werkte als correspondent van de Haagsche Courant. Verder was hij zes jaar als journalist werkzaam in Washington. Hij promoveerde in 1991 aan de Vrije Universiteit Brussel in het Europees en internationaal recht op een dissertatie over de Europese Raad. In 2008 verscheen hiervan een herziene versie. Schrijft analyses over Europese Toppen, gebundeld in het document Hoe Europa al tien jaar lang crises bevecht - 100 plus analyses van Jan Werts.
     
  • 2. 
    Van 9 mei 2021 tot en met 9 mei 2022 vond de Conferentie over de Toekomst van Europa plaats. Deze had als doel het vaststellen van de prioriteiten van de Europese Unie. Hierin stond de burger centraal. Er zijn bijna 50 voorstellen aangenomen, die zijn uitgewerkt in 325 voorgestelde maatregelen. Enkele opvallende daarvan zijn dat er een einde moet komen aan veto's van lidstaten bij stemprocedures bij de Raad van de EU en de Europese Raad. Verder moet het Europees Parlement het recht krijgen om wetsvoorstellen te initiëren, en moeten er transnationale kandidatenlijsten komen bij de verkiezingen voor het Europees Parlement.
     
  • 3. 
    Vooraanstaande PvdA-politicus, die in 2000 Tweede Kamerlid werd en in 2012 verrassend minister van Financiën. Wageningse ingenieur en voor hij Kamerlid werd plaatsvervangend hoofd van het stafbureau algemene leiding van het ministerie van LNV. In de Kamer spoedig een gewaardeeerd woordvoerder integratiebeleid en in 2007-2008 voorzitter van de onderzoekscommissie onderwijsvernieuwingen. Later woordvoerder asiel en vicefractievoorzitter. Pragmatisch en degelijk. Noemde zichzelf 'niet het meest opgewonden type'. Slaagde er in het oplopende overheidstekort onder het kabinet-Rutte II om te buigen naar een overschot. Kreeg ook in de EU gezag en zag zich in januari 2013 gekozen worden tot voorzitter van de eurogroep. Speelde daardoor een centrale rol bij het bedwingen van de financiële problemen van Griekenland en bij het voorkomen van een bankencrisis op Cyprus. Sinds 13 september 2022 is hij burgemeester van Eindhoven.
     
  • 4. 
    De Economische en Monetaire Unie (EMU) is in 1991 opgericht door de Europese regeringsleiders. Het doel was een gezamenlijk economische politiek op te zetten, de prijsstabiliteit te bevorderen en de werking van de interne markt te verbeteren.
     
  • 5. 
    Angela Merkel (1954) was van 22 november 2005 tot 8 december 2021 bondskanselier van Duitsland. Zij leidde sinds 2018 een coalitie van CDU/CSU met de SPD. Zij is scheikundige en werkte als wetenschapper in de DDR. In 1990 werd zij voor de CDU lid van de Bondsdag. In 1991-1994 was Angela Merkel minister voor vrouwen- en jeugdzaken en in 1994-1998 minister van milieu. In 2000 volgde zij Helmut Kohl op als voorzitter van de CDU.
     
  • 6. 
    François Hollande (1954) was in 2012-2017 president van Frankrijk. Hij werd als kandidaat van de socialisten en radicalen op 6 mei 2012 gekozen. Hij was parlementslid en elf jaar secretaris-generaal van de Parti Socialiste, de Franse sociaaldemocratische partij. Verder was hij president van het regionaal bestuur in Corrèze en burgemeester van Tulle. François Hollande is econoom.
     
  • 7. 
    De Europese Raad bestaat uit de regeringsleiders of staatshoofden van de 27 lidstaten van de Europese Unie, de vaste voorzitter en de voorzitter van de Europese Commissie. Alleen de regeringsleiders of staatshoofden hebben stemrecht tijdens de vergaderingen. De Europese Raad heeft geen wetgevingstaak, maar stelt wel de politieke richting van de EU vast.
     
  • 8. 
    Herman Van Rompuy (1947) was van 1 december 2009 tot 1 december 2014 vaste voorzitter van de Europese Raad. Hij begon zijn werkzaamheden op 1 januari 2010. Hij werd op 19 november 2009 in die functie voor tweeënhalf jaar gekozen door de Europese Raad en op 1 maart 2012 herbenoemd. Van 30 december 2008 tot 25 november 2009 was Van Rompuy minister-president van België. Hij begon zijn loopbaan bij de Nationale Bank en vervulde daarna diverse politieke functies. Zo was hij staatssecretaris, senator, voorzitter van de CVP, viceminister-president en minister van Begroting, en Kamervoorzitter. Van Rompuy is lid van de Vlaamse christendemocratische partij CD&V. Hij leidde in 2008-2009 een kabinet van christendemocraten, liberalen en Waalse socialisten. Sinds 1 september 2015 is hij voorzitter van het European Policy Centre.
     
  • 9. 
    De Portugees José Manuel Durao Barroso (1956) was van 18 november 2004 tot 1 november 2014 voorzitter van de Europese Commissie. Hij leidde twee periodes de Europese Commissie. Daarvoor was Barroso staatssecretaris, minister van Buitenlandse Zaken (1992-1995), en ten slotte premier van Portugal (2000-2004). Hij is doctor in de politieke wetenschappen en werkte als wetenschapper. Barrosso is lid van de centrumrechtse PSD (Partido Social Democrata), een partij die is aangesloten bij de Europese Volkspartij. Sinds 2016 is hij non-executive president van de bank Goldman Sachs.
     
  • 10. 
    Jean-Claude Juncker (1954) was van 1 november 2014 tot 1 december 2019 voorzitter van de Europese Commissie. Hij werd op 15 juli 2014 gekozen. Juncker was in 1995-2013 minister-president van Luxemburg. Eerder was hij staatssecretaris en minister onder meer van financiën. Hij bekleedde daarnaast functies bij de Wereldbank en het IMF. In 2005-2013 was hij voorzitter van de eurogroep. Juncker is lid van de Christelijke Volkspartij en leidde een coalitie van christendemocraten en sociaaldemocraten. Hij is diverse malen onderscheiden met internationale prijzen, zoals de Walter Hallsteinprijs en de Karelsprijs.
     
  • 11. 
    De Italiaan Mario Draghi (1947) was van 13 februari 2021 tot 22 oktober 2022 minister-president van Italië. Hij was van 1 november 2011 tot 1 november 2019 president van de Europese Centrale Bank. De heer Draghi was in 2006-2011 lid van de directie van Nationale Bank van Italië. Eerder was hij onder meer hoogleraar aan diverse Italiaanse universiteiten, lid van de directie van de Wereldbank, thesaurier-generaal en voorzitter van het Economisch en Financieel Comité van de EU. Sinds 2009 is hij president van de Financial Stability Board.
     
  • 12. 
    Het Europees Parlement (EP) vertegenwoordigt ruim 450 miljoen Europeanen en bestaat momenteel uit 720 afgevaardigden (inclusief voorzitter). Nederland heeft 31 zetels in het Europees Parlement. Het Europees Parlement wordt geacht een stem te geven aan de volkeren van de 27 landen die aan de Unie deelnemen, en vooral te letten op het belang van de Unie in zijn geheel.
     
  • 13. 
    De geschiedenis van de Europese verdragen begint bij de oprichting van de eerste "Gemeenschap", de Europese Gemeenschap voor kolen en staal (de EGKS). Tussen 1952 (EGKS) en 2007 ("Lissabon") zijn negentien verdragen gesloten tussen een steeds toenemend aantal lidstaten.
     
  • 14. 
    De eurozone bestaat uit de 20 EU-lidstaten die de euro hebben ingevoerd als wettig betaalmiddel. Deze lidstaten voeren gezamenlijk het eurobeleid. De landen waar de euro wel als betaalmiddel geaccepteerd wordt maar die geen lid zijn van de EU behoren niet tot de eurozone.

     
  • 15. 
    De Europese Centrale Bank (ECB) is verantwoordelijk voor het monetaire beleid van de Unie. De basisdoelstelling van de ECB is het handhaven van de prijsstabiliteit binnen de eurozone en daarmee het bewaken van de koopkracht en het beheersen van de inflatie.
     
  • 16. 
    De Nederlandsche Bank (DNB) is de centrale bank van Nederland en tevens toezichthouder op de Nederlandse banken.
     
  • 17. 
    De raadsformatie Economische en Financiële Zaken (ECOFIN) bestaat uit de ministers (of staatssecretarissen) van economische zaken en/of financiën. Deze raad vergadert formeel één keer per maand, ook informele bijeenkomsten zijn mogelijk. Namens Nederland sluit doorgaans minister van Financiën Eelco Heinen (VVD) aan.
     
  • 18. 
    Het bruto binnenlands product (BBP) is de totale waarde van alle goederen en diensten die binnen de grenzen van een land zijn geproduceerd. Dit is het belangrijkste meetmiddel voor de marktwaarde van een land. De stijgingen en dalingen van het BBP zijn een graadmeter voor de ontwikkeling van de economie. In Nederland houdt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) deze cijfers bij.
     
  • 19. 
    Het European Stability Mechanism (ESM) is een permanent financieel noodfonds dat leningen verstrekt aan EU-lidstaten die in financiële problemen verkeren. Het fonds bestaat uit een deel direct gestort geld, dat lidstaten zelf hebben ingebracht, en kredietgaranties. Het uiteindelijke doel van deze steun is het bewaken van de economische en financiële stabiliteit van de EU om zo de waarde van de euro te waarborgen.
     
  • 20. 
    In deze instelling van de Europese Unie (kortweg 'de Raad van Ministers' of nog korter 'de Raad' genoemd) zijn de regeringen van de 27 lidstaten van de EU vertegenwoordigd. De Raad oefent samen met het Europees Parlement de wetgevings- en begrotingstaak uit.
     
  • 21. 
    Het Europees semester is de jaarlijkse cyclus voor de afstemming van het economisch en begrotingsbeleid van de lidstaten van de Europese Unie. Binnen het kader van het semester analyseert de Europese Commissie de nationale begrotingen van EU-landen en geeft de landen vervolgens aanbevelingen, waarmee de lidstaten rekening moeten houden als zij hun nationale begroting voor het komende jaar opstellen.
     
  • 22. 
    In het Stabiliteits- en Groeipact spreken de landen die lid zijn van de Europese Unie af dat hun begrotingen in evenwicht zijn of een overschot hebben. Dat betekent dat de regeringen niet meer geld uitgeven dan ze ontvangen. Dat doel hoeft nog niet meteen bereikt te worden, maar de EU-landen moeten er wel naartoe werken. De afspraken zijn gemaakt in 1997.
     
  • 23. 
    Mark Rutte (1967) is sinds 1 oktober 2024 secretaris-generaal van de NAVO. Hij was van 14 oktober 2010 tot 2 juli 2024 minister-president en minister van Algemene Zaken. Sinds 2006 was hij politiek leider van de VVD. In 2006-2010 was de heer Rutte fractievoorzitter van de VVD in de Tweede Kamer. Hij was van 17 juni 2004 tot 28 juni 2006 staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap belast met wetenschapsbeleid, beroepsonderwijs en studiefinanciering. Daarvoor was hij bijna twee jaar staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid belast met onder andere volksverzekeringen, bijstand en arbeidsomstandigheden. De heer Rutte was eerder voorzitter van de JOVD en manager bij een werkmaatschappij van Unilever.
     
  • 24. 
    Jean-Claude Trichet (1942) was in 2003-2011 president van de Europese Centrale Bank. Eerder was hij onder meer kabinetschef van minister Balladur van Economische en financiële Zaken en Gouverneur van de Franse Centrale Bank.
     
  • 25. 
    De Duitser Martin Schulz (1955) was van 17 januari 2012 tot 17 januari 2017 voorzitter van het Europees Parlement. In 2014 werd hij herkozen. Als leider van de SPD was hij in 2017 lijsttrekker en onderhandelaar bij de formatie, maar in februari 2018 trad hij terug. Schulz was in 2004-2011 fractievoorzitter van de sociaaldemocratische fractie in het Europees Parlement. De heer Schulz was aanvankelijk boekverkoper en werd later raadslid en burgemeester van Würselen (Noordrijn-Westfalen). In 1994 werd hij lid van het Europees Parlement voor de SPD.
     
  • 26. 
    Mario Monti (1943) was van 16 november 2011 tot 28 april 2013 minister-president van Italië. Hij leidde een kabinet van technocraten en was tevens minister van Financiën en Economische Zaken. Monti was van 1995 tot 2004 lid van de Europese Commissie. Van 1995 tot 1999 was hij belast met interne markt, en van 1999 tot 2004 met mededinging. Eerder was hij hoogleraar economie aan de universiteiten van Turijn en Milaan en werkzaam in diversie Italiaanse overheidscommissies inzake economische vraagstukken. Als EU-commissaris kreeg hij bekendheid door zijn strijd met Microsoft over schending van de mededingingsregels. Hij is president van de Bocconi-universiteit in Milaan.
     
  • 27. 
    Antonis Samaras (1951) was van 20 juni 2012 tot en met 26 januari 2015 premier van Griekenland. Hij was in 2009-2015 de leider van de Griekse centrumrechtse partij Nieuwe Democratie. Samaras is econoom en werd in 1977 lid van het Griekse parlement. In enkele conservatieve kabinetten was hij minister, onder meer van financiën en Buitenlandse Zaken. Tussen 1993 en 2004 leidde hij de door hem opgerichte rechtse partij "Politieke Lente". Na terugkeer bij ND werd Samaras lid van het Europees Parlement en minister van Cultuur en Sport.
     
  • 28. 
    De Europese Unie heeft sinds het uitbreken van de eurocrisis in 2009 verschillende maatregelen genomen om eurolanden met financiële problemen bij te staan en om toekomstige problemen te voorkomen. Een belangrijk aspect is het beperken van het begrotingstekort en de staatsschuld van de eurolanden, ter uitvoering van de afspraken uit het Stabiliteits- en Groeipact.
     
  • 29. 
    Dit verdrag is in januari 2012 gesloten tussen het merendeel van de lidstaten van de Europese Unie. Lidstaten die de euro als munt hebben moesten dit verdrag ondertekenen, lidstaten zonder de euro konden zich bij het verdrag aansluiten.
     
  • 30. 
    De Europese Faciliteit voor financiële stabiliteit (EFSF) was een tijdelijk noodfonds, dat inmiddels is vervangen door het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM). Het EFSF werd opgericht in 2010, toen sprake was van het dieptepunt van de crisis. Het doel was de financiële stabiliteit in de eurozone te bewaren. Eurolanden die in financiële problemen verkeerden, konden bij het EFSF een lening aanvragen. Sinds 1 juli 2013 kan er geen aanspraak meer worden gedaan op het EFSF. Steun loopt sindsdien altijd via het permanente ESM. Het ESM is sinds oktober 2012 operationeel.
     
  • 31. 
    De taak van dit directoraat-generaal is de Europese Unie te voorzien van goede statistische informatie. Eurostat draagt ook bij aan het harmoniseren van statistieken, zodat gegevens vergelijkbaar worden.
     
  • 32. 
    Het Europees Comité voor systeemrisico’s (European Systemic Risk Board - ESRB) is een van de financiële toezichthouders die in 2010 zijn ingesteld naar aanleiding van de economische crisis als gevolg van grote begrotingstekorten van een aantal lidstaten. Het maakt deel uit van een nieuw raamwerk voor financieel toezicht binnen de Europese Unie.
     
  • 33. 
    De Europese Bankenautoriteit (EBA) is een EU-agentschap dat als zelfstandige EU-autoriteit is belast met het toezicht op de banken in de Europese Unie. Zij is een van de financiële toezichthouders die in 2010 zijn ingesteld naar aanleiding van de economische crisis en de grote begrotingstekorten van een aantal EU-lidstaten.
     
  • 34. 
    De Europese Autoriteit voor effecten en markten (EAEM (ESMA in het Engels)) is een onafhankelijk EU-agentschap en draagt bij aan het beschermen van het Europese financiële systeem. Dit doet zij door investeerders beter te beschermen en door het bevorderen van stabiele en ordelijke financiële markten. Het EAEM is de opvolger van het Comité van Europese effectenregelgevers, dat een netwerk van EU-autoriteiten was.
     
  • 35. 
    De Europese Autoriteit voor Verzekeringen en Bedrijfspensioenen (EAVB) is belast met het toezicht op verzekeraars en pensioenfondsen in de Europese Unie. Zij is een van de financiële toezichthouders die in 2010 zijn ingesteld naar aanleiding van de economische crisis als gevolg van grote begrotingstekorten van een aantal EU-lidstaten.
     
  • 36. 
    Deze functie werd van 16 juli 2014 t/m oktober 2014 vervuld door de Fin Jyrki Katainen. Hij was de opvolger van Olli Rehn, die lid is geworden van het Europees Parlement. In de Commissie Barroso-II was het toezicht op de euro toegevoegd aan deze portefeuille.
     
  • 37. 
    Dit orgaan financiert projecten waarmee de doelstellingen van de Europese Unie kunnen worden gerealiseerd. De EIB leent goedkoop geld en leent dat op haar beurt tegen gunstige voorwaarden uit aan banken en bedrijven.