Passerelle
Met deze procedure kan de besluitvormingsprocedure die geldt voor een specifiek beleidsterrein, worden aangepast. De passerelle geldt alleen voor die beleidsterreinen waar de mogelijkheid expliciet in de Europese verdragen1 vermeld staat. Het gebruik van de passerelle is zeer beperkt maar grijpt op de beleidsterreinen die het aangaat diep in.
In het kort gaat de procedure als volgt: de Raad van Ministers2 moet unaniem besluiten om de besluitvormingsprocedure op een bepaald beleidsterrein te veranderen van een bijzondere besluitvormingsprocedure3 naar de gewone wetgevingsprocedure4.
Inhoudsopgave
Stap 1: initiatief
De Europese Commissie5 dient een voorstel in bij het Europees Parlement en de Raad van Ministers om de Europese verdragen aan te passen.
Stap 2: behandeling van het voorstel & besluit
Het Europees Parlement6 geeft met meerderheid van de uitgebrachte stemmen7 een advies. Vervolgens besluit de Raad met eenparigheid van stemmen8 of op een onderdeel van een beleidsterrein voortaan de gewone wetgevingsprocedure geldt, in plaats van een bijzondere besluitvormingsprocedure.
Verplicht advies
Afhankelijk van het beleidsterrein moeten het Economisch en Sociaal Comité9 en het Comité van de Regio's10 worden geraadpleegd.
De bepaling van het aanpassen van de besluitvormingsprocedure geldt voor de volgende terreinen:
-
-milieubeleid voor zover het fiscale zaken, ruimtelijke ordening en water- en bodembeheer betreft
-
-familierecht
-
-sociaal beleid voor zover het een aantal rechten van werknemers betreft
Voor alle andere wijzigingen in de verdragen gelden de gewone herzieningsprocedure11 - voor ingrijpende verdragswijzigingen - en de vereenvoudigde herzieningsprocedure12 - met name gericht op het herzien van besluitvormingsprocedures en stemwijzen.
Voordat het Verdrag van Lissabon13 van kracht werd bestond de passerelle ook, maar was deze op heel andere beleidsterreinen van toepassing. Bovendien stond toen de stemwijze in de Raad14 centraal en niet de besluitvormingsprocedure in zijn geheel.
Het aanpassen van de Europese verdragen middels de passerelle vindt zijn basis in het Verdrag betreffende de Europese Unie15 en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie16:
- 1.De geschiedenis van de Europese verdragen begint bij de oprichting van de eerste "Gemeenschap", de Europese Gemeenschap voor kolen en staal (de EGKS). Tussen 1952 (EGKS) en 2007 ("Lissabon") zijn negentien verdragen gesloten tussen een steeds toenemend aantal lidstaten.
- 2.In deze instelling van de Europese Unie (kortweg 'de Raad van Ministers' of nog korter 'de Raad' genoemd) zijn de regeringen van de 27 lidstaten van de EU vertegenwoordigd. De Raad oefent samen met het Europees Parlement de wetgevings- en begrotingstaak uit.
- 3.De bijzondere wetgevingsprocedure is een verzamelterm voor een groot aantal besluitvormingsprocedures in de Europese Unie. Wat al die besluitvormingsprocedures gemeen hebben is dat ze een uitzondering zijn op de gewone wetgevingsprocedure. Per bijzondere wetgevingsprocedure wordt aangegeven welke rol de verschillende Europese instellingen hebben in de besluitvorming; wie voorstellen mogen doen, wie er over mogen meebeslissen, en hoe er over voorstellen gestemd wordt.
- 4.Deze procedure is de wetgevingsprocedure die standaard van toepassing is op alle besluitvorming in de Europese Unie, tenzij in de verdragen specifiek staat dat er een andere, bijzondere wetgevingsprocedure geldt. De procedure stond vóór de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon eind 2009 bekend als de medebeslissingsprocedure. Kern van de procedure is dat zowel de Raad van Ministers als het Europees Parlement een beslissende stem hebben in het wetgevingsproces, én dat allebei de instellingen de mogelijkheid hebben om een voorstel aan te passen.
- 5.Deze instelling van de Europese Unie kan worden beschouwd als het 'dagelijks bestuur' van de EU. De leden van de Europese Commissie worden 'Eurocommissarissen' genoemd. Elke Eurocommissaris is verantwoordelijk voor één of meerdere beleidsgebieden.
- 6.Het Europees Parlement (EP) vertegenwoordigt ruim 450 miljoen Europeanen en bestaat momenteel uit 720 afgevaardigden (inclusief voorzitter). Nederland heeft 31 zetels in het Europees Parlement. Het Europees Parlement wordt geacht een stem te geven aan de volkeren van de 27 landen die aan de Unie deelnemen, en vooral te letten op het belang van de Unie in zijn geheel.
- 7.Het Europees Parlement neemt een voorstel aan als de helft plus één van alle uitgebrachte stemmen vóór het voorstel zijn. Het gaat hier alleen om de uitgebrachte stemmen, niet om het aantal leden van het Europees Parlement.
- 8.Eenparigheid van stemmen wil zeggen dat een voorstel alleen aangenomen kan worden wanneer geen enkele lidstaat tegen het voorstel stemt, én alle lidstaten een stem uitbrengen. Bij afwezigheid van een lidstaat kan een voorstel niet worden aangenomen.
- 9.Het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) werd in 1957 door het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap opgericht als raadgevend orgaan om de belangen van de verschillende economische en maatschappelijke organisaties in de Europese Unie te vertegenwoordigen. Het EESC wordt voorgezeten door Christa Schweng.
- 10.Dit orgaan is de spreekbuis voor lokale en regionale overheden binnen de Europese Unie. De Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie zijn in bepaalde gevallen verplicht advies te vragen aan het Comité van de Regio's (CvdR), voordat zij een besluit kunnen nemen.
- 11.Het herzien van de Europese verdragen is een lange en zware procedure. Dat is te verwachten omdat het diep kan ingrijpen in de werking en structuur van de Europese instellingen en de manier van besluiten nemen in de Europese Unie. In de gewone herzieningsprocedure kunnen de verdragen op alle onderdelen gewijzigd worden.
- 12.De vereenvoudigde herziening van de Europese verdragen kan alleen gebruikt worden voor wijzigingen in dat deel van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie dat het interne beleid van de Unie betreft. De Europese Unie mag via deze procedure ook geen nieuwe bevoegdheden toebedeeld krijgen. Voor wijzigingen in andere delen van de verdragen is de gewone herzieningsprocedure vereist.
- 13.Dit Europese verdrag voerde een aantal hervormingen door om de Europese Unie democratischer en beter bestuurbaar te maken nadat in 2004 en 2007 twaalf nieuwe landen lid zijn geworden van de Europese Unie. Het Verdrag van Lissabon is op 1 december 2009 in werking getreden.
- 14.De Raad van de Europese Unie ('Raad van Ministers') stemt over voorstellen van de Europese Commissie, de lidstaten of de Europese Centrale Bank. Afhankelijk van het onderwerp neemt de Raad op een bepaalde wijze besluiten. In de Europese verdragen staat precies beschreven hoe er op welk beleidsterreinen gestemd wordt.
- 15.In dit verdrag staan de waarden waar de Europese Unie en alle lidstaten zich aan moeten houden, en de belangrijkste doelstellingen van de Europese Unie. Dit verdrag vormt samen met het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie de basis van de Europese Unie.
- 16.Het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VwEU) is een gewijzigde versie van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (EG). De gewijzigde versie is in 2009 van kracht geworden. In het VwEU staat wat de bevoegdheden zijn van de Europese Unie, en op welke manier de Europese Unie die bevoegdheden kan uitoefenen. Dit verdrag vormt samen met het Verdrag betreffende de Europese Unie de basis van de Europese Unie.
- 17.1. De Unie ontwikkelt een justitiële samenwerking in burgerlijke zaken met grensoverschrijdende gevolgen, die berust op het beginsel van wederzijdse erkenning van rechterlijke beslissingen en van beslissingen in buitengerechtelijke zaken. Deze samenwerking kan maatregelen ter aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten omvatten.
- 18.1. Ter verwezenlijking van de doelstellingen van artikel 151 wordt het optreden van de lidstaten op de volgende gebieden door de Unie ondersteund en aangevuld:
- 19.1. Het Europees Parlement en de Raad stellen volgens de gewone wetgevingsprocedure en na raadpleging van het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's de activiteiten vast die de Unie moet ondernemen om de doelstellingen van artikel 191 te verwezenlijken.
- 20.De Europese verdragen kunnen middels drie verschillende procedures gewijzigd worden. Deze procedures worden zelden gebruikt, maar zijn van groot belang voor het functioneren van de Europese Unie en de manier waarop er in de Europese Unie besluiten worden genomen.
- 21.De Europese Unie kent verschillende procedures om besluiten te nemen. Naast de gewone wetgevingsprocedure gelden er voor een aantal onderwerpen bijzondere wetgevingsprocedures. Daarnaast zijn er een aantal aparte procedures voor het vaststellen van afgeleide regelgeving.