Raadplegingsprocedure [comitologie]

De raadplegingsprocedure is één van de twee procedures die gebruikt worden voor het vaststellen van uitvoeringshandelingen i. Op Europees niveau wordt dan vastgelegd hoe bepaalde regelgeving moet worden geïmplementeerd. Bij deze procedure is nauwelijks voorzien in controle door de lidstaten i. Het gaat in de meeste gevallen dan ook om minder belangrijke onderwerpen.

In het kort gaat de procedure als volgt: in een aangenomen wet staat voor welke onderdelen de Europese Commissie i uitvoeringshandelingen moet vaststellen. De Commissie legt aan een raadgevend comité van vertegenwoordigers van de lidstaten i een voorstel voor. Na het advies van dat comité mag de Commissie de uitvoerende handeling vaststellen.

1.

Schema

uitvoeringsbehandeling raadplegingsprocedure

2.

Raadplegingsprocedure in detail

Stap 1: kaderstelling

In een via de gewone wetgevingsprocedure i of bijzondere wetgevingsprocedure i aangenomen wetsvoorstel wordt bepaald op welke onderdelen de Europese Commissie verantwoordelijk is voor de manier waarop de wet moet wordt geïmplementeerd.

Stap 2: vaststellen uitvoeringshandelingen

De Commissie werkt een voorstel voor een uitvoeringshandeling uit. Dat stuurt de Commissie door naar een raadgevend comité van vertegenwoordigers van de lidstaten.

Dit raadgevende comité brengt advies uit over het voorstel. Het comité stemt met gewone meerderheid van stemmen i over het advies.

De Commissie neemt een besluit over de voorgestelde uitvoeringshandeling. Hierbij moet rekening worden gehouden met de besprekingen en het uiteindelijke advies van het comité. Het besluit van de Commissie kan drie zaken inhouden:

  • de uitvoeringshandeling wordt aangenomen
  • de uitvoeringshandeling wordt aangepast
  • de uitvoeringshandeling wordt ingetrokken

Indien de Commissie de voorgestelde uitvoeringshandeling aanpast, houdt dat in de praktijk vaak in dat ze probeert aan de wensen van het comité tegemoet te komen. De Commissie past het voorstel dan aan en neemt het dan ook aan. De Commissie kan ook een gewijzigd voorstel als nieuw voorstel opnieuw voorleggen aan het comité.

Raadplegingsprocedure in urgente gevallen

Stap 1: kaderstelling

In een via de gewone wetgevingsprocedure of een bijzondere wetgevingsprocedure aangenomen wetvoorstel wordt bepaald op welke onderdelen de Europese Commissie verantwoordelijk is voor de manier waarop de wet moet wordt geïmplementeerd. In dit aangenomen wetsvoorstel wordt opgenomen dat de uitvoeringshandelingen met grote spoed moeten worden opgesteld.

Stap 2: vaststellen uitvoeringshandeling

De Commissie stelt een uitvoeringshandeling vast. Deze uitvoeringshandeling mag maximaal zes maanden van kracht blijven.

Stap 3: alsnog advies

Binnen twee weken legt de Commissie de aangenomen uitvoeringshandeling voor aan een raadgevend comité.

In het geval dat het raadgevend comité een negatief advies uitbrengt heeft dit formeel geen gevolgen. In de praktijk zal een negatief advies waarschijnlijk leiden tot aanpassing van de uitvoeringshandeling.

Raadplegingsprocedure bij het gemeenschappelijk buitenlands- en veiligheidsbeleid

In plaats van de Europese Commissie stelt de Raad van Ministers uitvoeringshandelingen vast. Verder verloopt de procedure op dezelfde manier.

Controle achteraf: toetsingsrecht

Zowel de Raad van Ministers i als het Europees Parlement i kunnen aangeven dat zij vinden dat de Commissie in een uitvoeringshandeling verder is gegaan dan alleen het opstellen van regels voor de implementatie. Daarmee zou de Commissie zich bevoegdheden hebben toegeëigend die ze niet heeft.

Wanneer Raad en/of EP dit doen moet de Commissie de uitvoeringshandelingen en de bezwaren ertegen onderzoeken. Op basis van dat onderzoek kunnen drie dingen gebeuren:

  • 1. 
    de Commissie laat de Raad en het EP weten dat ze de uitvoeringshandeling intrekt
  • 2. 
    de Commissie laat de Raad en het EP weten dat ze de uitvoeringshandeling aanpast
  • 3. 
    de Commissie laat de Raad en het EP weten dat ze de uitvoeringshandeling onveranderd laat

3.

Toepassing raadplegingsprocedure

Voordat de Commissie een uitvoerende handeling middels de raadplegingsprocedure mag vaststellen, moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan:

  • de aangenomen wet of regel moet juridisch bindend zijn
  • uitvoeringshandelingen mogen alleen gaan over de uitvoering van de aangenomen wet waarvoor de Commissie gemachtigd is
  • er mag geen sprake zijn van het uitbreiden of aanpassen van de inhoud of reikwijdte van de toepassing van de aangenomen wet

Uitvoeringshandelingen kunnen op alle beleidsterreinen worden gebruikt. De raadplegingsprocedure wordt in principe gebruikt voor uitvoeringshandelingen die niet onder de onderzoeksprocedure i vallen. Van deze regel kan echter worden afgeweken.

4.

Procedure vóór inwerkingtreding Lissabon-verdrag

De procedure is met de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon i en de daaropvolgende aanpassingen aan het systeem van comitologie min of meer hetzelfde gebleven.

Waar deze procedure voor Lissabon (in theorie) ook gebruikt kon worden voor het vaststellen van gedelegeerde handelingen i geldt zij nu exclusief voor het vaststellen van uitvoeringshandelingen.

5.

Juridisch kader

De raadplegingsprocedure vindt zijn basis in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie i:

  • Zesde deel VwEU titel I hoofdstuk 2 eerste afdeling art. 291 i
  • afspraken tussen de Raad, EP en Commissie over uitvoeringshandelingen: verordening 182/2011

6.

Meer informatie