Conferentie van in Europese zaken gespecialiseerde commissies van nationale parlementen (COSAC)
De Conferentie van commissies voor Europese aangelegenheden (COSAC) is een conferentie van parlementaire commissies die twee keer per jaar bijeen komt om de rol van nationale parlementen in de Europese Unie te versterken. Zij komen samen in het land dat het voorzitterschap van de Europese Unie1 vervult. Elk nationaal parlement binnen de Europese Unie heeft een commissie die zich bezighoudt met Europese Zaken. Ook het Europees Parlement2 is in dit orgaan vertegenwoordigd.
COSAC heeft als doel de rol van de nationale parlementen in het communautair3 proces te versterken door de uitwisseling van informatie te intensiveren. Bij de conferentie kunnen leden van nationale parlementen en van het Europees Parlement onderling van gedachten wisselen over onderwerpen van gemeenschappelijk belang. Dit zijn met name onderwerpen op het gebied van buitenlands en veiligheidsbeleid. Vanuit COSAC kunnen ook werkgroepen worden opgericht die studies verrichten naar specifieke EU-gerelateerde zaken.
COSAC keurt haar standpunten met algemene stemmen goed. COSAC is een adviesorgaan. De uitspraken en bijdragen van dit orgaan worden niet namens de nationale parlementen gedaan. De beraadslagingen zijn dan ook niet bindend voor de nationale parlementen.
Voor onderwerpen op buitenlands beleid en defensiebeleid (waar de lidstaten een veel dominantere rol hebben) heeft de COSAC twee gespecialiseerde commissies in het leven geroepen. Dat zijn de Conference of Foreign Affairs Committee Chairpersons (COFACC) en de Conference of Defence Affairs Chairpersons (CODAC).
In het geval COSAC een bijdrage levert over vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid, over de toepassing van het subsidiariteitsbeginsel, of over vraagstukken in verband met grondrechten moeten zowel het Europees Parlement, de Raad4 als de Europese Commissie5 hierover geïnformeerd worden.
De COSAC is samengesteld uit zes vertegenwoordigers van elk nationaal parlement. Het parlement van het land dat het voorzitterschap van de Unie bekleedt, belegt de conferentie. Deze wordt gezamenlijk voorbereid door de parlementen van de trojka6.
De Nederlandse delegatie (maximaal 6 leden) wordt voor elke conferentie samengesteld uit leden van de commissies voor Europese Zaken van de Eerste en Tweede Kamer. Gewoonlijk maken de voorzitters van de Eerste Kamercommissie voor Europese Zaken7 en van de Tweede Kamercommissie voor Europese Zaken8 deel uit van deze delegatie.
Deze voorzitters zijn:
Caroline van der Plas9 (BBB) namens de Tweede Kamer
Bastiaan van Apeldoorn10 (SP) namens de Eerste Kamer
De COSAC is in mei 1989 in Madrid opgericht door de voorzitters van de parlementen van de lidstaten van de Europese Gemeenschap (EG) op initiatief van de voorzitter van de Franse Nationale Vergadering. Het Europese Verdrag van Amsterdam11 (1997) bevatte een protocol over de rol van de nationale parlementen in de Europese Unie. In dit protocol werd de COSAC formeel erkend. Het Verdrag van Lissabon12 heeft de rol voor nationale parlementen verder uitgebreid.
De rol van nationale parlementen in de Europese Unie is vastgelegd in het Verdrag van Lissabon (titel II VEU art. 1213, protocol 1, 2). Daar wordt ook specifiek verwezen naar de samenwerking tussen de parlementen uit de lidstaten en het EP.
Meer informatie
- 1.Elk half jaar (van januari t/m juni en van juli t/m december) wordt de Europese Unie afwisselend voorgezeten door een lidstaat. Het land dat voorzitter is, leidt de vergaderingen van de Raad van de Europese Unie. Het Voorzitterschap van de Raad speelt een essentiële rol bij de sturing van het wetgevend en politiek besluitvormingsproces.
- 2.Het Europees Parlement (EP) vertegenwoordigt ruim 450 miljoen Europeanen en bestaat momenteel uit 720 afgevaardigden (inclusief voorzitter). Nederland heeft 31 zetels in het Europees Parlement. Het Europees Parlement wordt geacht een stem te geven aan de volkeren van de 27 landen die aan de Unie deelnemen, en vooral te letten op het belang van de Unie in zijn geheel.
- 3.Communautair omvat alle zaken waarvoor de EU-lidstaten bevoegdheden hebben overgedragen aan de Europese Unie. Als een onderwerp onder het communautair recht valt, heeft de Europese Unie de bevoegdheid hierover te beslissen en kunnen individuele lidstaten de besluiten daarover niet tegenhouden.
- 4.In deze instelling van de Europese Unie (kortweg 'de Raad van Ministers' of nog korter 'de Raad' genoemd) zijn de regeringen van de 27 lidstaten van de EU vertegenwoordigd. De Raad oefent samen met het Europees Parlement de wetgevings- en begrotingstaak uit.
- 5.Deze instelling van de Europese Unie kan worden beschouwd als het 'dagelijks bestuur' van de EU. De leden van de Europese Commissie worden 'Eurocommissarissen' genoemd. Elke Eurocommissaris is verantwoordelijk voor één of meerdere beleidsgebieden.
- 6.De trojka is het samenwerkingsverband tussen drie lidstaten die aaneengesloten het voorzitterschap van de Europese Unie bekleden. Ieder voorzitterschap geldt voor een periode van zes maanden, een trojka beslaat dus een periode van anderhalf jaar. Op die manier moet er meer samenhang komen in het beleid van de Europese Unie. Er worden afspraken gemaakt over het inhoudelijke (wetgevings)programma dat de landen willen volgen. Er wordt ook wel gesproken van 'trio' in plaats van trojka.
- 7.Deze vaste Eerste Kamercommissie houdt zich bezig met onderwerpen op het gebied van Europese samenwerking.
- 8.Deze vaste Tweede Kamercommissie overlegt met de minister van Buitenlandse Zaken over het beleid inzake de Europese samenwerking.
- 9.Caroline van der Plas (1967) is sinds 31 maart 2021 lid en voorzitter van de Tweede Kamerfractie van BoerBurgerBeweging (BBB). Zij komt uit Deventer en was werkzaam als journalist voor tijdschriften in de agrarische sector. Omschreef zichzelf als 'boerin zonder boerderij'. Behalve met het algemene regeringsbeleid houdt mevrouw Van der Plas zich als Kamerlid bezig met landbouw, natuur en voedselkwaliteit, zorg, beroepsonderwijs, arbeidsmigratie, openbaar vervoer en milieu. Sinds 2024 is zij voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken.
- 10.Bastiaan van Apeldoorn (1970) is sinds 9 juni 2015 Eerste Kamerlid voor de SP. Hij is sinds 2018 hoogleraar mondiale politieke economie en geopolitiek aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Eerder was de heer Van Apeldorn wetenschappelijk onderzoeker in onder meer Florence en Keulen. Hij doet onder meer onderzoek naar internationale politieke elites en globalisering. De heer Van Apeldoorn houdt zich in de Eerste Kamer onder meer bezig met financiën, onderwijs, Europese Zaken, defensie en buitenlandse zaken. Hij is voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken.
- 11.Dit Europese verdrag, waarover de Europese Raad het in juni 1997 eens werd na twee jaar onderhandelen, maakte de weg vrij voor de start van het uitbreidingsproces van de Europese Unie.
- 12.Dit Europese verdrag voerde een aantal hervormingen door om de Europese Unie democratischer en beter bestuurbaar te maken nadat in 2004 en 2007 twaalf nieuwe landen lid zijn geworden van de Europese Unie. Het Verdrag van Lissabon is op 1 december 2009 in werking getreden.
- 13.De nationale parlementen dragen actief bij tot de goede werking van de Unie:
- 14.De rol van nationale parlementen in de Europese Unie is door het Verdrag van Lissabon toegenomen. Nationale parlementen kunnen sinds 1 december 2009 (de dag waarop het verdrag van kracht werd) een 'gele' of 'oranje kaart' trekken als zij vinden dat voorgestelde Europese wetgeving niet in overeenstemming is met het principe van subsidiariteit. Nationale parlementen hebben daarmee een middel om aan de bel trekken wanneer ze menen dat een maatregel op Europees niveau niet doeltreffender is dan een maatregel op landelijk, provinciaal of gemeentelijk niveau.