Sociaal Protocol (procedure) (PRT)

De Europese Commissie1 is verplicht om bij voorstellen op sociaal gebied de sociale partners bij de besluitvorming te betrekken. De rol van de sociale partners kan daarbij verder gaan dan alleen advisering: lidstaten2 kunnen besluiten om de uitwerking van bepaalde wet- en regelgeving in handen te leggen van de sociale partners. Hierin verschilt het sociaal protocol met andere procedures voor het vaststellen van afgeleide wetgeving3. Het sociaal protocol is echter alleen mogelijk bij een beperkt aantal onderdelen van het sociaal beleid.

In het kort verloopt de procedure als volgt: de regelgeving wordt, afhankelijk van het onderwerp, vastgesteld volgens de gewone wetgevingsprocedure4 of één van de bijzondere wetgevingsprocedures5. De sociale partners wordt gedurende die procedure om advies gevraagd. De sociale partners kunnen dan aangeven of zij de uitwerking van de regelgeving op zich willen nemen. Ook een lidstaat kan de sociale partners belasten met de uitwerking van de regelgeving. In overleg met de Europese Commissie kunnen lidstaten dat vervolgens afzonderlijk regelen.

Inhoudsopgave

  1. Schema
  2. Sociaal protocol in detail
  3. Toepassing sociaal protocol
  4. Procedure vóór inwerkingtreding Lissabon-verdrag
  5. Juridisch kader
  6. Meer informatie

1.

Schema

sociaal protocol

2.

Sociaal protocol in detail

Stap 1: vaststellen van regelgeving

Voorstellen over de volgende onderwerpen worden genomen op basis van de gewone wetgevingsprocedure4:

  • - 
    het verbeteren van de veiligheid en gezondheid van werknemers
  • - 
    het vaststellen van arbeidsvoorwaarden
  • - 
    de informatievoorziening voor en het raadplegen van werknemers
  • - 
    de integratie van kansarmen op de arbeidsmarkt
  • - 
    de gelijkheid tussen mannen en vrouwen op het werk en de arbeidsmarkt
  • - 
    het bestrijden van sociale uitsluiting
  • - 
    de modernisering van stelsels voor sociale bescherming

Het Economisch en Sociaal Comité6 (ECSC), het Comité van de Regio's7 (CoR) en de sociale partners worden geraadpleegd.

Voor voorstellen op de volgende terreinen geldt een bijzondere wetgevingsprocedure5:

  • - 
    sociale zekerheid
  • - 
    ontslagbescherming
  • - 
    het recht op collectieve belangenbehartiging door werkgevers en werknemers
  • - 
    de voorwaarden waarop mensen uit landen buiten de EU aan het werk mogen.

De Raad van Ministers8 besluit met eenparigheid van stemmen9, na raadpleging van het Europees Parlement10, het ECSC, het CoR en de sociale partners.

Op bijna alle genoemde terreinen is de EU alleen bevoegd om regelgeving aan te nemen die of de samenwerking en informatie-uitwisseling tussen de lidstaten bevordert, of beperkte minimumvoorschriften vaststelt. Voor het bestrijden van sociale uitsluiting en de modernisering van stelsels voor sociale bescherming geldt dat de EU alleen voorstellen voor verbetering van de samenwerking tussen de lidstaten mag doen.

Stap 2: mogelijke overdracht van bevoegdheden aan sociale partners

Sociale partners kunnen op twee manieren bij de uitwerking van de voorgestelde wet-en regelgeving worden betrokken:

  • 1. 
    iedere lidstaat bepaalt of ze de regelgeving door de sociale partners wil laten uitwerken. Uitwerking is dan een nationale kwestie.
  • 2. 
    de sociale partners zelf geven in hun advies aan dat zij de uitwerking van de regelgeving op zich willen nemen. Dit doen zij op Europees niveau.

Stap 3: uitwerking door sociale partners

In het eerste geval wordt een overeenkomst opgesteld tussen de betreffende lidstaat en de sociale partners aldaar. De lidstaat ziet toe op de uitwerking van de maatregelen door de sociale partners.

In het tweede geval, wanneer het op Europees niveau is afgesproken, wordt er een overeenkomst opgesteld die via de Commissie aan de Raad wordt voorgelegd. De Raad neemt dan een besluit met dezelfde stemwijze waarop er in stap 1 over het onderwerp besloten is. Het Europees Parlement wordt over het besluit geïnformeerd.

3.

Toepassing sociaal protocol

Deze procedure wordt alleen gebruikt voor hierboven genoemde onderwerpen. Op alle andere terreinen waar sociale partners een rol spelen, gaat hun betrokkenheid niet verder dan het mogen geven van advies.

4.

Procedure vóór inwerkingtreding Lissabon-verdrag

Er zijn geen noemenswaardige verschillen in de opzet van het sociaal protocol van voor de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon11 en de huidige procedure.

5.

Juridisch kader

Het sociaal protocol vindt zijn basis in het Verdrag betreffende de Europese Unie12 en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie13:

  • - 
    verplichte raadpleging sociale partners: derde deel VwEU titel X art. 15414
  • - 
    beperking aantal onderwerpen: derde deel VwEU titel X art. 15315 lid 1
  • - 
    gebruikte procedure: derde deel VwEU titel X art. 15315 lid 2, 3, art. 15516 lid 2

6.

Meer informatie

  • Besluitvormingsprocedures in de Europese Unie17
  • Interinstitutionele niet wetgevende procedures3
 
 

  • 1. 
    Deze instelling van de Europese Unie kan worden beschouwd als het 'dagelijks bestuur' van de EU. De leden van de Europese Commissie worden 'Eurocommissarissen' genoemd. Elke Eurocommissaris is verantwoordelijk voor één of meerdere beleidsgebieden.
     
  • 2. 
    Momenteel zijn 27 landen lid van de Europese Unie. De meest recente uitbreiding van de Unie vond plaats op 1 juli 2013, met de toetreding van Kroatië. Er wordt verder over uitbreiding gesproken met verschillende landen in Oost-Europa. Het Verenigd Koninkrijk is sinds 31 januari 2020 middernacht geen lid meer van de Europese Unie. Dat was het eerste land dat de EU verliet.
     
  • 3. 
    Veel regelgeving in de Europese Unie is algemeen van aard en moet nog verder worden uitgewerkt. Dat wordt gedaan via afgeleide regelgeving. Hoe deze afgeleide regelgeving wordt vastgesteld, is afhankelijk van één van de drie procedures die daarvoor van toepassing zijn. Bij het vaststellen van afgeleide regelgeving moet de Europese Unie binnen de kaders blijven die in de algemene, primaire wetgeving zijn vastgesteld. Desalniettemin kan het nog steeds om belangrijke besluiten gaan.
     
  • 4. 
    Deze procedure is de wetgevingsprocedure die standaard van toepassing is op alle besluitvorming in de Europese Unie, tenzij in de verdragen specifiek staat dat er een andere, bijzondere wetgevingsprocedure geldt. De procedure stond vóór de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon eind 2009 bekend als de medebeslissingsprocedure. Kern van de procedure is dat zowel de Raad van Ministers als het Europees Parlement een beslissende stem hebben in het wetgevingsproces, én dat allebei de instellingen de mogelijkheid hebben om een voorstel aan te passen.
     
  • 5. 
    De bijzondere wetgevingsprocedure is een verzamelterm voor een groot aantal besluitvormingsprocedures in de Europese Unie. Wat al die besluitvormingsprocedures gemeen hebben is dat ze een uitzondering zijn op de gewone wetgevingsprocedure. Per bijzondere wetgevingsprocedure wordt aangegeven welke rol de verschillende Europese instellingen hebben in de besluitvorming; wie voorstellen mogen doen, wie er over mogen meebeslissen, en hoe er over voorstellen gestemd wordt.
     
  • 6. 
    Het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) werd in 1957 door het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap opgericht als raadgevend orgaan om de belangen van de verschillende economische en maatschappelijke organisaties in de Europese Unie te vertegenwoordigen. Het EESC wordt voorgezeten door Christa Schweng.
     
  • 7. 
    Dit orgaan is de spreekbuis voor lokale en regionale overheden binnen de Europese Unie. De Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie zijn in bepaalde gevallen verplicht advies te vragen aan het Comité van de Regio's (CvdR), voordat zij een besluit kunnen nemen.
     
  • 8. 
    In deze instelling van de Europese Unie (kortweg 'de Raad van Ministers' of nog korter 'de Raad' genoemd) zijn de regeringen van de 27 lidstaten van de EU vertegenwoordigd. De Raad oefent samen met het Europees Parlement de wetgevings- en begrotingstaak uit.
     
  • 9. 
    Eenparigheid van stemmen wil zeggen dat een voorstel alleen aangenomen kan worden wanneer geen enkele lidstaat tegen het voorstel stemt, én alle lidstaten een stem uitbrengen. Dit wordt ook wel unanimiteit genoemd. Bij afwezigheid van een lidstaat kan een voorstel niet worden aangenomen.
     
  • 10. 
    Het Europees Parlement (EP) vertegenwoordigt ruim 450 miljoen Europeanen en bestaat momenteel uit 720 afgevaardigden (inclusief voorzitter). Nederland heeft 31 zetels in het Europees Parlement. Het Europees Parlement wordt geacht een stem te geven aan de volkeren van de 27 landen die aan de Unie deelnemen, en vooral te letten op het belang van de Unie in zijn geheel.
     
  • 11. 
    Dit Europese verdrag voerde een aantal hervormingen door om de Europese Unie democratischer en beter bestuurbaar te maken nadat in 2004 en 2007 twaalf nieuwe landen lid zijn geworden van de Europese Unie. Het Verdrag van Lissabon is op 1 december 2009 in werking getreden.
     
  • 12. 
    In dit verdrag staan de waarden waar de Europese Unie en alle lidstaten zich aan moeten houden, en de belangrijkste doelstellingen van de Europese Unie. Dit verdrag vormt samen met het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie de basis van de Europese Unie.
     
  • 13. 
    Het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VwEU) is een gewijzigde versie van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (EG). De gewijzigde versie is in 2009 van kracht geworden. In het VwEU staat wat de bevoegdheden zijn van de Europese Unie, en op welke manier de Europese Unie die bevoegdheden kan uitoefenen. Dit verdrag vormt samen met het Verdrag betreffende de Europese Unie de basis van de Europese Unie.
     
  • 14. 
    1. De Commissie heeft tot taak de raadpleging van de sociale partners op het niveau van de Unie te bevorderen en treft alle maatregelen die nuttig kunnen zijn om de dialoog tussen de partners te vergemakkelijken door middel van een evenwichtige ondersteuning van de partijen.
     
  • 15. 
    1. Ter verwezenlijking van de doelstellingen van artikel 151 wordt het optreden van de lidstaten op de volgende gebieden door de Unie ondersteund en aangevuld:
     
  • 16. 
    1. De dialoog tussen de sociale partners op het niveau van de Unie kan, indien de sociale partners zulks wensen, leiden tot contractuele betrekkingen, met inbegrip van overeenkomsten.
     
  • 17. 
    De Europese Unie kent verschillende procedures om besluiten te nemen. Naast de gewone wetgevingsprocedure gelden er voor een aantal onderwerpen bijzondere wetgevingsprocedures. Daarnaast zijn er een aantal aparte procedures voor het vaststellen van afgeleide regelgeving.