Politieke partij
Een politieke partij is een groep van politieke geestverwanten. Politieke partijen streven vaak meer dan één doel na, zoals bevordering van werkgelegenheid, een eerlijke inkomensverdeling, een schoon milieu of het bestrijden van criminaliteit. Omdat niet iedereen deze doelen op dezelfde wijze nastreeft, zijn er meer partijen ontstaan.
Er zijn ook partijen die worden gevormd, omdat ze wel één doel nastreven. Dit worden belangenpartijen of 'one-issue-partijen' genoemd. Een voorbeeld hiervan is de Partij voor de Dieren1, die in haar beginselprogramma uitsluitend dierenwelzijn in relatie tot het algemene milieubeleid als beginsel vermeldt. In de praktijk moeten ook one-issuepartijen zich uiteraard uitspreken over allerlei andere onderwerpen, omdat die nu eenmaal in het parlement aan de orde komen.
Partijen hebben een organisatiestructuur waarin meestal democratische besluitvorming plaatsvindt. Zij stellen een partijprogramma en verkiezingsprogramma op en stellen kandidatenlijsten vast.
Inhoudsopgave
In een partij verenigen zich mensen met eenzelfde politieke opvatting. Door het voeren van propaganda proberen zij zoveel mogelijk steun voor hun ideeën te krijgen. Partijen die in het parlement vertegenwoordigd zijn, hebben bijvoorbeeld zendtijd op radio en tv. Ook treden vertegenwoordigers van partijen regelmatig op in radio- en tv-programma's.
Daarnaast zijn partijen actief bij verkiezingen. Zij stellen een kandidatenlijst op en proberen in de verkiezingscampagne kiezers over te halen op de partij te stemmen.
Partijen hebben een organisatie, die afhankelijk van de grootte, regionaal en lokaal vertakt kan zijn. Veel partijen hebben provinciale en regionale afdelingen en sommige hebben ook plaatselijke afdelingen.
De organisatie wordt (vaak) geleid door beroepskrachten, maar draait - zeker op provinciaal en lokaal niveau - grotendeels op vrijwilligers (partijleden).
Omdat we in de Nederlandse politiek een stelsel van evenredige vertegenwoordiging2 hanteren, bestaan de Tweede en Eerste Kamer uit afgevaardigden van verschillende politieke partijen. Welke partijen in de Kamers zitten kan in theorie dus per vier jaar verschillen.
Partijen spelen een belangrijke rol in de politiek. Zij formuleren standpunten en leggen die vast in programma's en ze zorgen voor het voordragen van personen voor politiek-bestuurlijke functies.
Het algemene gedachtegoed van een partij wordt vastgelegd in een partij- of beginselprogramma. Daarnaast wordt voorafgaand aan verkiezingen een verkiezingsprogramma opgesteld. Ook tussentijds kan een partij over allerlei onderwerpen standpunten formuleren.
Partijen die in het parlement3 vertegenwoordigd zijn, krijgen financiële ondersteuning bij het doen van wetenschappelijk onderzoek naar maatschappelijke problemen. Zij hebben een eigen wetenschappelijk instituut, zoals de Prof.mr. Telders-Stichting van de VVD4.
Partijen stellen tevens voorafgaand aan de verkiezingen kandidatenlijsten op. Bij Tweede en Eerste Kamerverkiezingen en bij de Europese verkiezingen gebeurt dat door landelijke partijorganen. Bij verkiezingen voor provinciale staten of gemeenteraden worden de kandidatenlijst en het programma door provinciale of lokale partijbesturen opgesteld. De nummer één van de kandidatenlijst is de lijsttrekker5.
Leden van een partij kunnen meestal invloed uitoefenen op de samenstelling van programma's en kandidatenlijsten. Veel partijen hebben een landelijk congres (partijraad of Algemene Ledenvergadering), waarin afgevaardigden de plaatselijke afdeling vertegenwoordigen. Soms (bijvoorbeeld bij D666) hebben alle leden toegang tot het landelijke congres. Bij sommige partijen vinden ledenraadplegingen plaats, bijvoorbeeld over de vraag wie lijsttrekker moet worden.
Grote partijen werken samen met zusterpartijen in andere landen. Zo is de PvdA onderdeel van de Socialistische Internationale.
Politieke partijen spelen een centrale rol bij het uitdragen en ontwikkelen van ideeën, bij het bepalen van standpunten en bij de rekrutering van volksvertegenwoordigers. Daarvoor kennen zij eigen procedures en vormen van organisaties. Bij vrijwel alle partijen kunnen leden invloed uitoefenen.
Politieke partijen kunnen uit een aantal financieringsbronnen putten. Interne bronnen van partijen zijn ledencontributie, 'partijbelasting' van volksvertegenwoordigers en fondsenwerving. Externe bronnen zijn giften, sponsorinkomsten en (overheids)subsidie. Partijen kunnen ook beschikken over reserves. Een groot deel van de uitgaven van politieke partijen gaat naar de verkiezingscampagnes.
Een belangrijke orgaan in een partij is de eigen fractie. Een fractie wordt gevormd door de kandidaten van een partij die tot volksvertegenwoordiger (Kamerlid, statenlid, gemeenteraadslid) zijn gekozen. Vooral de fractie in de Tweede Kamer7 speelt bij het bepalen van de partijlijn een zeer belangrijke rol.
Tot de taak van de fracties behoort ook het bepalen van met welke andere partij(en) zal worden samengewerkt. Er kan met andere partijen worden onderhandeld over de vorming van een kabinet, college van gedeputeerde staten of college van B&W.
Partijen die in het kabinet vertegenwoordigd zijn, noemen we regeringspartijen. Partijen die dat niet zijn, heten oppositiepartijen.
Als eerste woordvoerder van die fractie treedt de fractievoorzitter op. Hij of zij voert het woord bij belangrijke debatten. Dat is ook vaak de politiek leider8 van een partij. Bij partijen die in het kabinet zitten, kan echter ook een minister of de minister-president politiek leider zijn.
Politieke partijen of groeperingen kunnen zich bij het centraal stembureau (de Kiesraad9) laten registreren. Bij de registratie kan de partij of groepering opgeven onder welke naam zij aan de verkiezingen wil deelnemen. De naam, ook wel aanduiding genoemd, komt boven dan de kandidatenlijst op het stembiljet te staan.
Vrijwel iedere in het Nederlandse parlement vertegenwoordigde politieke partij heeft een politieke jongerenorganisatie. Een politieke jongerenorganisatie is een organisatie voor jongeren die statutair is verbonden aan een politieke partij. Een politieke jongerenorganisatie bestaat normaal gesproken uit een (hoofd)bestuur, afdelingen en een congres. De afdelingen concentreren zich meestal op de studentensteden.
In Nederland moet iedere politieke partij een wetenschappelijk bureau hebben. Politieke partijen zijn namelijk volgens de wet verplicht om een deel van de subsidie die ze van de overheid ontvangen te besteden aan een dergelijk bureau. Dit geldt overigens niet voor de politieke beweging van Geert Wilders10, omdat dit geen politieke vereniging maar een stichting is.
Ontstaan
Nederland kent sinds het einde van de 19e eeuw politieke partijen. Daarvoor waren er wel politieke stromingen (liberalen, conservatieven, antirevolutionairen), maar die waren nog niet (landelijk) georganiseerd. Er waren alleen lokaal politieke verenigingen (kiesverenigingen) die vooral een rol speelde bij verkiezingen. Verkiezingen werden tot 1917 nog in afzonderlijke districten gehouden.
Onder invloed van belangrijke politieke thema's, zoals de financiële gelijkstelling van openbaar en bijzonder onderwijs, de uitbreiding van het kiesrecht en de positie van arbeiders, ontstonden rond 1880 de eerste partijen.
De oudste partij was in 1879 de Anti-Revolutionaire Partij11. In 1885 volgde de Liberale Unie12 en in 1894 de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij13. De katholieken zouden pas in 1926 een echte landelijke partij krijgen, al was er wel al langer een samenwerkingsverband van katholieke kiesverenigingen, de Algemeene Bond14.
Na afsplitsingen werden wel onder meer de Vrijzinnig-Democratische Bond15, de Christelijk-Historische Unie16 en de Sociaal-Democratische Partij17 (later de Communistische Partij).
Verzuiling
De Nederlandse politieke partijen waren lange tijd onderdeel van de verzuiling. Afzonderlijke politiek-maatschappelijke stromingen hadden allen hun eigen organisaties, of het nu ging om de politiek, de pers of de sport. Bij de partijvorming was verder het geloof een belangrijke factor. Er kwam een afzonderlijke katholieke partij en er waren twee protestantse partijen (de ARP was hoofdzakelijk gereformeerd, de CHU voor het merendeel Nederlands hervormd).
Doorbraak
Na de Tweede Wereldoorlog werd gepoogd de verzuiling te doorbreken (daarom werd daarvoor het begrip 'doorbraak' gebruikt) door vorming van een vooruitstrevende partij waarin ook katholieken en protestanten zouden zitten. In 1946 werd daartoe de Partij van de Arbeid (PvdA) opgericht, maar omdat er ook een aparte katholieke partij bleef (de Katholieke Volkspartij19) en twee protestantse partijen bleven bestaan, was slechts sprake van een beperkte doorbraak.
De katholieke en protestantse partijen streefden vanaf het begin van de jaren'60 naar nauwere samenwerking. Dat leidde uiteindelijk in 1975 tot de vorming van het Christen-Democratisch Appèl.
Als derde stroming kwam - vooral na 1958 - het liberalisme sterk op. Die stroming wordt sinds 1948 vertegenwoordigd door de VVD. In 1959 werd de VVD de derde partij van het land. Vooral na 1972 kreeg de VVD steeds meer aanhang.
Al van het begin van de 20e eeuw speelden ook steeds kleine en middelgrote partijen een rol in de politiek. Bekende voorbeelden zijn de SGP, die in 1918 werd opgericht en vanaf 1922 in de Tweede Kamer is vertegenwoordigd en de PSP, die tussen 1959 en 1989 in de Kamer zat.
Meer over
- 1.De Partij voor de Dieren (PvdD) beschouwt dieren als de allerzwaksten in de samenleving en wil dierenwelzijn terugbrengen op de politieke agenda. Politiek leider van de Partij voor de Dieren is Esther Ouwehand . De partij werd opgericht in 2002.
- 2.Evenredige vertegenwoordiging is een kiesstelsel waarbij vrijwel alle uitgebrachte stemmen meetellen voor de uiteindelijke verhoudingen in de zetelverdeling.
- 3.Het begrip parlement gebruiken we in twee betekenissen. We verstaan er 'de volksvertegenwoordiging' onder, waarbij dan in het algemeen de Tweede Kamer wordt bedoeld. Het is echter tevens een verzamelbegrip voor Tweede en Eerste Kamer. Een (formeler) synoniem daarvan is 'Staten-Generaal'.
- 4.De Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) is een rechtse liberale partij, met op onder meer ethisch gebied progressievere standpunten. Politiek leider is sinds 14 augustus 2023 Dilan Yesilgöz-Zegerius. De partij werd opgericht in 1948 als opvolger van de Partij van de Vrijheid (PvdV), die weer een voortzetting was van de vooroorlogse Liberale Staatspartij (LSP).
- 5.Een lijsttrekker is de nummer één op de kandidatenlijst van een politieke partij voor de verkiezingen. In de aanloop naar Tweede Kamerverkiezingen berust het politiek leiderschap bij de lijsttrekker van een partij.
- 6.Democraten 66 (D66) is een hervormingsgezinde sociaal-liberale partij. De huidige politiek leider is Rob Jetten. De partij werd opgericht op 14 oktober 1966 door 44 'homines novi', waarvan er 25 eerder bij andere politieke partijen actief waren geweest. Belangrijkste initiatiefnemer en voorman (tot 1998) was de oud-journalist Hans van Mierlo.
- 7.Een Tweede Kamerfractie is een organisatie van Tweede Kamerleden die deel uitmaken van dezelfde politieke partij en die zowel op hoofdlijnen als bij deelonderwerpen in de Tweede Kamer standpunten bepaalt. Daarnaast worden in een fractie onderling de werkzaamheden verdeeld. Een fractie staat onder leiding van een fractievoorzitter. Tweede Kamerfracties hebben personeel in dienst, zoals voorlichters en beleidsmedewerkers.
- 8.Politiek leiders treden naar buiten toe op als het 'boegbeeld' en het aanspreekpunt van hun partij. Binnen hun partij moeten zij zorgen voor politieke eensgezindheid.
- 9.De Kiesraad is een adviesorganisatie op het gebied van kiesrecht en verkiezingen in Nederland.
- 10.Geert Wilders (1963) is sinds november 2006 politiek leider van de PVV. Hij is sinds 25 augustus 1998 (met een korte onderbreking in 2002) Tweede Kamerlid. Aanvankelijk was hij dat voor de VVD, maar op 2 september 2004 werd hij een onafhankelijk Kamerlid. In 2023 was hij voor de zesde keer lijsttrekker. De heer Wilders was medewerker van de afdeling Verdragen bij de Ziekenfondsraad, wetstechnisch medewerker van de Sociale Verzekeringsraad en beleidsmedewerker en speechschrijver van de VVD-Tweede Kamerfractie. In 2010 zat hij enige tijd in de gemeenteraad van Den Haag.
- 11.De ARP werd op 3 april 1879 opgericht door Abraham Kuyper. Daarmee kwam er een partijverband voor politieke stroming, de antirevolutionairen, die reeds sinds het begin van de 19e eeuw bestond. Zij was de eerste nationale politieke partij. De ARP was een christendemocratische, protestantse partij. In 1980 ging de ARP met KVP en CHU op in het CDA.
- 12.De Liberale Unie werd in 1885 opgericht. In de unie werden de liberale kiesverenigingen verenigd. Zij gold als gematigd vooruitstrevend, zeker nadat de conservatieve vleugel zich rond 1894 had afgescheiden. Tussen 1891 en 1901 domineerde zij de Nederlands politiek. Vooral het Unie-liberale kabinet-Pierson wist belangrijke (sociale) wetgeving tot stand te brengen, zoals de Ongevallenwet en de Woningwet.
- 13.De Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP) was een sociaaldemocratische partij, die lange tijd tevens republikeins en antimilitaristisch was. De SDAP werd in 1894 opgericht en kan als opvolger van de revolutionair-socialistische SDB (Socialistenbond) worden beschouwd. De partij was onderdeel van de socialistische zuil en nauw verbonden met organisaties als het NVV, dagblad Het Volk, de Arbeiderspers en de VARA. In 1946 ging de SDAP met VDB en CDU op in de PvdA.
- 14.De Algemeene Bond van RK-kiesverenigingen werd op 15 oktober 1904 opgericht. In mei 1926 werd zij omgevormd van een federatieve in een landelijke partij, de Rooms-Katholieke Staatspartij (RKSP), onder welke naam de Algemeene Bond ook al langere tijd bekend stond. De Algemeene Bond baseerde zich op het door mgr. Schaepman in 1896 opgestelde programma.
- 15.De Vrijzinnig-Democratische Bond VDB was een links-liberale partij, die in 1901 werd opgericht. In zekere zin is zij als voorloper van D66 te beschouwen. De partij werd gevormd door van de Liberale Unie afgescheiden leden en door voormalige Radicale Bonders. Richtte zich onder meer op internationale ontwapening, emancipatie van de vrouw en invoering van een staatspensioen.
- 16.De CHU was een christendemocratische politieke partij, die vooral aanhang had onder Nederlands-Hervormden. De CHU kende een los partijverband en daarom was er sprake van een unie. De CHU ontstond in 1908 door samengaan van de Christelijk-Historische Partij en de Friese Bond van christelijk-historischen. In 1980 fuseerde de CHU met ARP en KVP tot het CDA.
- 17.De Sociaal-Democratische Partij in Nederland was een communistische partij. Zij ontstond in 1909 na ideologische conflict in de de SDAP. Een groep rond Wijnkoop, Ceton en Gorter wilde de klassenloze maatschappij via revolutionaire ontwikkeling tot stand brengen. De meerderheid van de SDAP koos voor een ontwikkeling via de parlementaire (democratische) weg.
- 18.De Nederlandse samenleving werd een groot deel van de 20ste eeuw gekenmerkt door een sterke verzuiling. Daaronder verstaan we de opdeling van de maatschappij op grond van geloofsovertuiging en/of maatschappelijke opvattingen. Iedere stroming had daarbij eigen organisaties op alle terreinen van het maatschappelijk leven: politiek, vakvereniging, onderwijs, gezondheidszorg, media, jeugdbeweging en sport.
- 19.De KVP was een christendemocratische partij, die, hoewel zij voor iedereen openstond, vrijwel uitsluitend aanhang had onder de katholieken. De partij was in 1945 de opvolger van de vooroorlogse RKSP. In 1980 fuseerde zij met ARP en CHU tot het CDA. De KVP had met name in sommige streken (Limburg, Noord-Brabant, delen van Gelderland, Twente) een sterke machtspositie.
- 20.Diverse partijen zijn ooit vertegenwoordigd geweest in het Nederlandse parlement, maar nadien opgeheven. Een aantal daarvan zijn opgegaan in nieuwe partijen, waarvan sommige nog bestaan.
- 21.Meer dan wellicht wordt gedacht zijn onze gevestigde partijen resultaat van fusies. Dat geldt voor GroenLinks, CDA, ChristenUnie, PvdA en in zekere zin ook voor de VVD.
- 22.Er zijn diverse initiatieven geweest om 'rechts' van de VVD een partij op te richten. Die pogingen zijn sinds 2000 sterk toegenomen, maar waren - uitgezonderd de PVV - niet succesvol. En voor de PVV geldt als bijzonderheid dat het geen partij is in de strikte zin van het woord, maar een politieke beweging zonder leden. De PVV was tot nu wel veruit het meest succesvol. De kans bestaat dat Forum voor Democratie de rol en positie van de PVV gaat overnemen.
- 23.Politici en politieke partijen zijn vertegenwoordigers van een bepaald gedachtegoed. Zij halen hun inspiratie uit een bepaalde ideologie of overtuiging en beroepen zich op een samenhangend geheel van ideeën, opvattingen en wensen over de inrichting van de samenleving. Hierin zijn diverse stromingen te onderscheiden. Deze verschillende stromingen hebben allen een fundamenteel verschillende visie op de positie en de taken van de overheid en de relatie tussen overheid en burger.
- 24.Lange tijd was er een dalende trend waar te nemen in de ledentallen van politieke partijen, maar sinds de jaren 90 lijkt dat aantal enigszins te stabiliseren. Sinds 2021 is er zelfs sprake van een stijging. Per 1 januari 2025 lag het totaal aantal leden op 393.066.