Comité van Permanente Vertegenwoordigers (Coreper)

Coreper bestaat uit de permanente vertegenwoordigers (ambassadeurs) die de belangen van hun lidstaten in Brussel bewaken. Deze permanente vertegenwoordigers bereiden de vergaderingen van de verschillende formaties van de Raad van Ministers1 voor, en stellen de agenda's vast. Uitzondering hierop zijn de landbouwaangelegenheden, die onder het Speciaal Comité voor de Landbouw (SCL) vallen.

In Coreper onderhandelen de lidstaten over voorstellen die te politiek beladen of te belangrijk zijn om op lager niveau in raadswerkgroepen2 tot overeenstemming te komen, maar weer niet zo controversieel of belangrijk zijn dat ze alleen op hoger niveau in de Raad van Ministers moeten worden besproken.

Coreper is ook verantwoordelijk voor de afstemming tussen de verschillende beleidsterreinen.

Coreper is de afkorting van Comité des Représentants Permanents.

Inhoudsopgave

  1. Bevoegdheden
  2. Organisatie en inbreng EU-lidstaten
  3. Geschiedenis
  4. Nederland

1.

Bevoegdheden

In de Europese verdragen staat dat Coreper "verantwoordelijk is voor de voorbereiding van de werkzaamheden van de Raad en voor de uitvoering van de door de Raad verstrekte opdrachten". De taak is vooral inhoudelijk ingevuld, en hierdoor speelt Coreper een belangrijke rol bij de Europese besluitvorming.

Onderhandelingen over voorgestelde Europese regelgeving

Lidstaten onderling

Alle voorstellen tot regelgeving worden naar de Raad van Ministers gestuurd. Voor deze op ministerieel niveau worden bekeken gaan zij eerst langs raadswerkgroepen of specialistische comités, en de uitkomsten van die groepen gaan langs Coreper. Een voorstel wordt van de raadswerkgroep naar Coreper gestuurd als de raadswerkgroep het eens is geworden, of de openstaande kwesties op een hoger niveau besproken moeten worden.

In Coreper worden de voorstellen besproken waar nog geen overeenstemming is bereikt. Daarnaast worden alle voorstellen getoetst op hun samenhang met andere voorstellen. De permanente vertegenwoordigers hebben hierbij een door hun eigen lidstaat opgegeven onderhandelingsmarge, en houden ook over lopende onderhandelingen voortdurend ruggespraak.

Tussen het Europees Parlement en de Raad

In de medebeslissingsprocedure3 kan het voorkomen dat de Raad van Ministers en het Europees Parlement het na meerdere rondgangen niet eens kunnen worden over een voorstel of voorgestelde wijzigingen op een voorstel. In dat geval wordt een bemiddelingscomité4 in het leven geroepen. Namens de Raad nemen vertegenwoordigers van Coreper zitting in dat comité.

Voorbereiding van de agenda van Raad van de Europese Unie

Tijdens een Raad (de samenstelling daarvan hangt of van het besproken onderwerp5) vergaderen ministers uit alle EU-lidstaten6 over voorstellen van de Europese Commissie. De agendapunten van een Raad worden vastgesteld door Coreper, tenzij anders besloten wordt door de Raad (met eenparigheid van stemmen7) of door Coreper (met volstrekte meerderheid8).

Als alle permanente vertegenwoordigers overeenstemming hebben bereikt over een onderwerp tijdens de onderhandelingen, dan wordt dit als A-punt9 op de agenda van de Raad geplaatst. Dat houdt in dat het door de Raad in beginsel als hamerstuk wordt afgedaan: de ministers keuren het punt goed zonder erover te vergaderen. De Raad debatteert vervolgens alleen over de punten waarover het Coreper geen akkoord heeft bereikt: de B-punten10.

2.

Organisatie en inbreng EU-lidstaten

De permanente vertegenwoordigers vergaderen bijna iedere week. Onder Coreper bevinden zich talrijke functionele werkgroepen met ambtenaren die de onderwerpen op verschillende terreinen voorbereiden.

Elke lidstaat heeft een permanente vertegenwoordiger bij de Europese Unie met de rang van ambassadeur. De 27 permanente vertegenwoordigers samen vormen het Coreper. Het Coreper bestaat uit twee vaste onderdelen:

  • - 
    Coreper I11, bestaande uit de plaatsvervangend permanent vertegenwoordigers; behandeling van met name vaktechnische dossiers.
  • - 
    Coreper II12, bestaande uit de ambassadeurs; behandeling van algemeen economische en financiële dossiers, buitenlandse politiek, justitiële samenwerking, en dossiers die betrekking hebben op de instellingen van de EU.
  • - 

De beide formaties I en II van Coreper worden ondersteund door de directe assistenten van respectievelijk de permanente vertegenwoordiger en de plaatsvervangend permanente vertegenwoordiger. Deze groepen ordenen de agenda voor hun Coreper-formatie. De assistenten mogen hun meerderen vervangen indien die niet aanwezig kunnen zijn bij een vergadering van Coreper. De groepen zijn vernoemd naar hun eerste voorzitter, te weten:

  • - 
    Mertens voor Coreper I
  • - 
    Antici voor Coreper II

3.

Geschiedenis

Coreper is opgericht in 1958 en is gebaseerd op artikel 20713 van het EG-Verdrag. Tijdens de top van 1974 en de Europese Raad van 1980 is de positie van Coreper versterkt.

4.

Nederland

De permanente vertegenwoordiging van Nederland14 omvat afgevaardigden van alle ministeries. Er werken tientallen Nederlandse ambtenaren in Brussel in diverse raadgevende comités, op tal van beleidsonderwerpen.

Overzicht van de Nederlandse ambassadeurs bij de Europese Unie

▪ Robert de Groot15

(sinds 2017)

  • Drs. Pieter de Gooijer

(2011-2017)

  • Drs. Tom de Bruijn16

(2003-2011)

  • Dr. Ben Bot17

(1992-2002)

▪ Mr. Peter Nieman

(1986-1992)

▪ Mr. Charles Rutten

(1980-1986)

▪ Dr. Jan Hendrik Lubbers

(1977-1980)

  • Mr. Maan Sassen18

(1971-1977)

  • Dick Spierenburg19

(1962-1970)

  • Dr. Johannes Linthorst Homan20

(1958-1962)

 

  • 1. 
    In deze instelling van de Europese Unie (kortweg 'de Raad van Ministers' of nog korter 'de Raad' genoemd) zijn de regeringen van de 27 lidstaten van de EU vertegenwoordigd. De Raad oefent samen met het Europees Parlement de wetgevings- en begrotingstaak uit.
     
  • 2. 
    Raadswerkgroepen maken onderdeel uit van het besluitvormingsproces over nieuwe regelgevende voorstellen in de Europese Unie. In raadswerkgroepen buigen ambtenaren uit de verschillende EU-lidstaten zich over de voorstellen die de Europese Commissie naar de Raad van Ministers stuurt. De raadswerkgroepen doen het voorbereidende werk alvorens voorstellen in het comité van permanente vertegenwoordigers (Coreper), de ambassadeurs van de lidstaten bij de EU, en uiteindelijk in de Raad ter sprake komen.
     
  • 3. 
    Deze procedure is de wetgevingsprocedure die standaard van toepassing is op alle besluitvorming in de Europese Unie, tenzij in de verdragen specifiek staat dat er een andere, bijzondere wetgevingsprocedure geldt. De procedure stond vóór de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon eind 2009 bekend als de medebeslissingsprocedure. Kern van de procedure is dat zowel de Raad van Ministers als het Europees Parlement een beslissende stem hebben in het wetgevingsproces, én dat allebei de instellingen de mogelijkheid hebben om een voorstel aan te passen.
     
  • 4. 
    In het kader van de gewone wetgevingsprocedure waarbij de Raad van de Europese Unie en het Europees Parlement samen besluiten nemen, voorziet artikel 294 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) in een bemiddelingscomité. Het comité kan na de tweede lezing van een wetsvoorstel bijeengeroepen worden om in geval van meningsverschillen tussen de beide instellingen tot een oplossing te komen.
     
  • 5. 
    Er bestaat maar één Raad van de Europese Unie. Afhankelijk van de behandelde onderwerpen komt de Raad echter bijeen in verschillende samenstellingen (formaties) waaraan wordt deel­genomen door de ministers van de lidstaten en de eurocommissarissen die bevoegd zijn voor de behandelde onderwerpen.
     
  • 6. 
    Momenteel zijn 27 landen lid van de Europese Unie. De meest recente uitbreiding van de Unie vond plaats op 1 juli 2013, met de toetreding van Kroatië. Er wordt verder over uitbreiding gesproken met verschillende landen in Oost-Europa. Het Verenigd Koninkrijk is sinds 31 januari 2020 middernacht geen lid meer van de Europese Unie. Dat was het eerste land dat de EU verliet.
     
  • 7. 
    Eenparigheid van stemmen wil zeggen dat een voorstel alleen aangenomen kan worden wanneer geen enkele lidstaat tegen het voorstel stemt, én alle lidstaten een stem uitbrengen. Dit wordt ook wel unanimiteit genoemd. Bij afwezigheid van een lidstaat kan een voorstel niet worden aangenomen.
     
  • 8. 
    Een voorstel wordt aangenomen als meer dan de helft van de lidstaten vóór stemt. Het gaat om de helft plus één van alle lidstaten van de Europese Unie, niet alleen om de lidstaten die een stem uitbrengen. Een lidstaat kan zich onthouden van stemming. Als een lidstaat afwezig is kan er, zolang minstens de helft plus één van de lidstaten aanwezig is, wel over voorstellen worden gestemd.
     
  • 9. 
    Dit zijn agendapunten die de Raad van de Europese Unie niet hoeft te bespreken tijdens een Raadsvergadering. A-punten worden als hamerstuk (zonder discussie) afgehandeld en goedgekeurd omdat binnen het Comité van Permanente Vertegenwoordigers (Coreper), raadswerkgroepen of een andere Raadsformatie al overeenstemming is bereikt. Dit in tegenstelling tot B-punten, waarover wel discussie plaatsvindt.
     
  • 10. 
    Dit zijn agendapunten waarover de Raad van de Europese Unie tijdens een Raadsvergadering discussieert omdat er binnen het Comité van Permanente Vertegenwoordigers (Coreper) geen overeenstemming kon worden bereikt. Dit in tegenstelling tot A-punten, die zonder discussie worden aangenomen.
     
  • 11. 
    Coreper I is een onderdeel van het Comité van Permanente Vertegenwoordigers. In Coreper I worden de vergaderingen van de Raad van Ministers voorbereid op een zestal beleidsterreinen:
     
  • 12. 
    Coreper II is een onderdeel van het Comité van Permanente Vertegenwoordigers. In Coreper II worden de vergaderingen van de Raad van Ministers voorbereid op vier terreinen:
     
  • 13. 
    1. Een comité, bestaande uit de permanente vertegenwoordigers van de lidstaten, heeft tot taak de werkzaamheden van de Raad voor te bereiden en de door de Raad verstrekte opdrachten uit te voeren. Het comité kan in de in het reglement van orde van de Raad genoemde gevallen procedurebesluiten nemen.
     
  • 14. 
    De Permanente Vertegenwoordiging van Nederland bij de Europese Unie is een afvaardiging van ambtenaren die de belangen van Nederland behartigt. De lidstaten van de Europese Unie hebben elk een Permanente Vertegenwoordiging in Brussel. Op dit moment is Robert de Groot de Permanente Vertegenwoordiger van Nederland in Brussel.
     
  • 15. 
    Robert de Groot (1961) is sinds 2 mei 2017 de Nederlandse permanent vertegenwoordiger bij de EU. De Groot was hiervoor directeur-generaal Europese Zaken op het Ministerie van Buitenlandse Zaken waar hij, op een uitstapje als adviseur voor toenmalig minister-president Wim Kok na, zijn gehele loopbaan heeft gewerkt.
     
  • 16. 
    Tom de Bruijn (1948) was van 10 augustus 2021 tot 10 januari 2022 minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. In 2003-2011 was hij de Nederlandse permanent vertegenwoordiger bij de Europese Unie in Brussel. Eerder was hij onder meer directeur-generaal Europese samenwerking op het ministerie van Buitenlandse Zaken. De heer De Bruijn was van 25 juni 2014 tot 7 juni 2018 wethouder van 's-Gravenhage voor D66. In 2011-2014 had hij zitting in de Afdeling advisering van de Raad van State.
     
  • 17. 
    Ervaren diplomaat die in 2003 De Hoop Scheffer opvolgde als CDA-minister van Buitenlandse Zaken in het kabinet-Balkenende II. Zoon van Indisch ambtenaar, diplomaat en minister Theo Bot. Zat in zijn jonge jaren in een Japans concentratiekamp. Was werkzaam op diverse diplomatieke posten, laatstelijk als ambassadeur in Turkije, en werd in 1989 secretaris-generaal van Buitenlandse Zaken. Daarna tot zijn pensionering vertegenwoordiger bij de Europese Unie. Beschikte over een uitgebreid internationaal netwerk en had als minister veel gezag. Zette zich na de negatieve uitkomst van het referendum over de Europese Grondwet in voor herstel van de Nederlandse positie in de EU.
     
  • 18. 
    Katholiek politicus die een belangrijke rol speelde in de Indonesische kwestie. Was advocaat en gedeputeerde. Behoorde tot de aanhangers van een personalistisch socialisme. Werd in 1946 als juridisch specialist Tweede Kamerlid voor de KVP. In 1948 schoof KVP-leider Romme, met wiens nicht hij was getrouwd, hem naar voren als minister van Overzeese Gebiedsdelen in het eerste kabinet-Drees. Voorstander van een harde lijn jegens de Republiek Indonesia. Kwam daarover in conflict met zijn collega's, waarop hij in 1949 aftrad. Nadien Eerste Kamerlid, EG-commissaris en gewaardeerd ambassadeur bij de Europese Gemeenschappen. Zelfbewust politicus, die het als minister soms aan tact ontbrak.
     
  • 19. 
    Vooraanstaand ambtenaar en diplomaat, die zijn sporen met name verdiende op het gebied van de Europese eenwording. Werd nog voor zijn afstuderen als econoom door Economische Zaken aangetrokken als ambtenaar en was na de oorlog directeur van de directie buitenlandse economische betrekkingen. Onderhandelde over de verdeling van de Marshall-hulp. In 1948 Nederlands vertegenwoordiger bij de OEES en in 1952 lid van de Hoge Autoriteit van de EGKS, de Europese samenwerkingsorganisatie op het gebied van kolen en staal. Hij had eerder de Nederlandse delegatie geleid die over de vorming van de EGKS onderhandelde. Besloot zijn loopbaan als vertegenwoordiger bij de EEG en de NAVO.
     
  • 20. 
    Telg uit een bekend Drents regentengeslacht, die in 1937 Commissaris van de Koningin in Groningen werd. Was aanvankelijk werkzaam als advocaat en later burgemeester van Vledder. Werd vooral bekend als lid van het Driemanschap dat in 1940 leiding gaf aan de Nederlandse Unie. Aanhanger van 'vernieuwing' van de Nederlandse samenleving via het doorbreken van de bestaande verzuiling. Goede bedoelingen leidden echter al spoedig tot te grote toegeeflijkheid jegens de Duitse bezetter. Na de opheffing van de Unie in 1941 in de jaren 1942-1944 gijzelaar in Sint-Michielsgestel. Keerde na de oorlog niet terug als Commissaris, maar kreeg later wel ambtelijke en diplomatieke functies.