Europese Investeringsbank (EIB)

Met dank overgenomen van Europa Nu.

Dit orgaan financiert projecten waarmee de doelstellingen van de Europese Unie1 kunnen worden gerealiseerd. De EIB leent goedkoop geld en leent dat op haar beurt tegen gunstige voorwaarden uit aan banken en bedrijven.

Verder is de EIB grootaandeelhouder van het Europees Investeringsfonds2 (EIF).

Inhoudsopgave

  1. Basiskenmerken
  2. Bevoegdheden
  3. Organisatie
  4. Relatie met EU-lidstaten
  5. Nederland en de EIB
  6. Meer informatie

1.

Basiskenmerken

Stad

Luxemburg

Land

Luxemburg

Website

http://www.eib.org/

Grondslag

Artikel 308-309 VwEU

Opgericht

1958

Aard organisatie

Orgaan van de Europese Unie

Voorzitter

Werner Hoyer

2.

Bevoegdheden

Doel van de leningen

De EIB beoordeelt de aanvragen voor leningen. Hoewel de EIB bijna 90 procent van de activiteiten richt op landen binnen de Europese Unie, gaat een aanzienlijk gedeelte van de financieringen naar kandidaat-lidstaten. De aanvragen worden onder meer getoetst aan de hand van vier prioriteiten:

  • - 
    het ondersteunen van de ontwikkeling van innovatie en vaardigheden
  • - 
    het ontsluiten van kapitaal voor het midden- en kleinbedrijf
  • - 
    het bevorderen van de duurzame economie
  • - 
    bijdragen aan het verbinden van markten door investeringen in infrastructuur

Voor alle projecten die de EIB overweegt te financieren wordt gekeken naar de impact op het milieu, het naleven van sociale normen, technische standaarden, het economisch nut en de financiële onderbouwing. Bij projecten buiten de Europese Unie is er ook nog speciale aandacht voor de bijdrage van projecten aan de maatschappelijke en democratische instellingen in ontwikkelingslanden.

Verstrekken van leningen

De Europese Investeringsbank heeft een zogenaamde 'Triple A-rating', waarmee het EIB tegen lage rentetarieven geld kan lenen op de kapitaalmarkten. Het EIB leent dat geld zelf tegen gunstige voorwaarden op verschillende manieren uit:

  • - 
    het leent direct geld uit aan bedrijven of instanties om grote projecten (waar meer dan 25 miljoen euro mee is gemoeid) mede te financieren
  • - 
    het leent geld uit aan banken en andere kredietverstrekkers die op hun beurt leningen geven aan kleinere projecten. Daarbij ligt de nadruk op het midden- en kleinbedrijf
  • - 
    het kan garant staan voor leningen, zo lopen geldschieters geen risico's

Voor de uitvoering en controle heeft de EIB intensieve samenwerkingsverbanden opgezet met het internationale bankwezen en met andere EU-instellingen.

Speciale leningen

De EIB nam voor vijf miljard deel aan het Europees Fonds voor Strategische Investeringen3 (EFSI). Om de economische gevolgen van de COVID-19 pandemie te beperken liet de EIB weten voor 25 miljard euro deel te nemen aan het Europees Garantiefonds, en 200 miljard extra aan gunstige leningen beschikbaar te stellen voor met name het midden- en kleinbedrijf.

Ondersteuning uitgifte obligaties bij EU-projecten

In 2012-2013 liep een pilot voor het aantrekken van private financiering voor langetermijnprojecten die voor de EU van belang worden geacht, zogenaamde projectobligaties4. De betrokkenheid van de EIB moet de kredietwaardigheid van deze projecten garanderen, wat het voor private investeerders aantrekkelijk maakt die projecten mee te financieren.

Op basis van de ervaringen in de pilot, opgedane kennis en resultaten is besloten dat de EIB obligaties aan kan en mag bieden.

Advies

De EIB heeft een aantal 'hubs' opgezet waar bedrijven en andere betrokkenen advies kunnen inwinnen over het financieren van projecten. De EIB heeft eigen experts die bijdragen aan die hubs.

EIB en beleid

Omdat de prioriteiten van de EIB belangrijke gevolgen hebben voor het EU-beleid, nodigen andere EU-instellingen het EIB regelmatig uit om het beleid te bespreken:

  • - 
    Op uitnodiging van het Europees Parlement5 neemt de EIB deel aan de werkzaamheden van bepaalde parlementaire commissies.
  • - 
    De EIB is betrokken bij de voorbereiding van de werkzaamheden van de Raad van Ministers6. De president van de EIB kan ook deelnemen aan vergaderingen van de Raad, waarbij hij de deskundigheid van de bank inbrengt.
  • - 
    Daarnaast werkt de EIB samen met de overige Europese instellingen7 in het kader van het gemeenschappelijke beleid.

Het EIB Instituut

Op 11 juni 2012 is het EIB Instituut officieel geopend. Het instituut vult het werk van de EIB aan met drie actieprogramma's voor sociale, culturele, onderwijs- en onderzoeksgerelateerde initiatieven, die groei en ontwikkeling stimuleren.

3.

Organisatie

De EIB bestaat uit een Raad van gouverneurs, een Raad van bestuur, een Directie, en een Comité ter controle van de boekhouding.

Raad van Gouverneurs

De Raad van Gouverneurs bestaat uit de ministers van Financiën van alle lidstaten8 van de EU. Deze Raad stelt de algemene richtsnoeren voor het kredietbeleid vast, keurt de balans en het jaarverslag goed, gaat financiële verplichtingen namens de bank aan buiten de Unie en neemt besluiten over kapitaalverhogingen. Ook benoemen de gouverneurs de leden van de Raad van Bestuur, de Directie en het Comité ter controle van de boekhouding.

Raad van Bestuur en Directie

De Raad van Bestuur is ervoor verantwoordelijk dat de EIB conform de toegewezen doelstellingen wordt beheerd. De Raad keurt de opgenomen en verstrekte leningen toe.

De Directie is het fulltime uitvoerend orgaan van de bank. De Directie bestaat uit een voorzitter en zeven vicevoorzitters. Het college garandeert de tenuitvoerlegging van besluiten van de Raad van Bestuur, met name met betrekking tot het opnemen en verstrekken van leningen.

Comité ter controle van de boekhouding

Het Comité ter controle van de boekhouding ziet toe op de regelmatigheid van de activiteiten en de boekhouding van de EIB. Dit comité schakelt hiervoor interne controle- en audit-organen en externe accountants in. Ook werkt het Comité samen met de Europese Rekenkamer9.

4.

Relatie met EU-lidstaten

De Raad van gouverneurs bestaat uit de ministers van Financiën van alle lidstaten8 van de EU. De Raad van Bestuur staat onder leiding van de president van de bank, en bestaat uit 27 leden die door de ministers zijn aangewezen en één lid dat door de Europese Commissie10 is benoemd. De EU-regeringen hebben dus een beslissende stem in het beleid van de EIB.

De aandeelhouders van de EIB zijn de lidstaten van de Europese Unie8. Deze schrijven gezamenlijk in op het kapitaal van de bank, volgens een verdeelsleutel die het economische gewicht binnen de Unie weerspiegelt.

5.

Nederland en de EIB

Sinds de oprichting van het EIB in 1958 heeft Nederland nog geen president geleverd. Op 15 mei 2014 opende de Nederlandse vestiging van de Europese Investeringsbank haar deuren in Amsterdam. In Nederland investeert de EIB in grote infrastructurele projecten en de kenniseconomie.

Nederland wordt in het EIB vertegenwoordigd door:

  • - 
    de Nederlandse minister van Financiën in de Raad van Gouverneurs.
  • - 
    een hoge ambtenaar van het ministerie van Financiën11 (Directie Buitenlandse Financiële Betrekkingen) in de Raad van Bestuur.
  • - 
    van 2012 tot 2018 was Pim van Ballekom vicepresident.
  • - 
    van 2013 t/m 2015 was oud-staatssecretaris Ben Knapen12 één van de directeuren bij de EIB.

Nederland, België en Luxemburg hebben de afspraak om als Benelux samen op te trekken bij hun vertegenwoordiging in bestuurlijke functies.

6.

Meer informatie

  • Officiële site van de Europese Investeringsbank (Engels)
 

  • 1. 
    De Europese Unie (EU) is het belangrijkste samenwerkingsverband in Europa. De deelnemende landen hebben voor deze Unie een aantal organisaties opgericht waaraan zij een deel van hun eigen bevoegdheden hebben overgedragen. Dit zijn onder meer het Europees Parlement, de Europese Commissie, de Raad en het Europese Hof van Justitie.
     
  • 2. 
    Dit fonds heeft als doel om de kredietvoorziening van het midden- en kleinbedrijf in de Europese Unie en te ondersteunen. Bedrijven die in aanmerking willen komen voor een lening moeten voldoen aan de algemene doelstellingen van de Europese Unie, verder uitgewerkt door de Europese Investeringsbank. Investeringen moeten vooral gericht zijn op innovatie, duurzaamheid, of de regionale ontwikkeling verder stimuleren. Naast bedrijven uit de Europese Unie komen ook bedrijven uit kandidaat-lidstaten in aanmerking.
     
  • 3. 
    Het InvestEU Programma of InvestEU Programme is een zevenjarig investeringsprogramma van de Europese Commissie, dat van 2021 tot 2027 loopt en een verscheidenheid aan Europese financieringsinstrumenten samenbrengt. Door middel van een EU-begrotingsgarantie van 26,2 miljard euro die investeringsprojecten ondersteunt van financiële partners als de Europese Investeringsbank (EIB), nationale stimuleringsbanken (zoals het Nederlandse Invest-NL) en internationale instellingen creëert InvestEU een aantrekkelijke investeringsklimaat voor publieke en private partijen. Het uiteindelijke doel van de Europese Commissie is daarbij dat structurele economische groei binnen de EU aangewakkerd wordt.
     
  • 4. 
    Met project-obligaties leent de EU geld bij beleggers om dit geld vervolgens te investeren in infrastructurele projecten. De project-obligaties zijn voor de EU een manier om aanvullende financiële middelen aan te trekken, naast het reguliere EU-budget. Vanaf januari 2014 worden deze project-obligaties ingezet om investeringen in de Connecting Europe Facility te stimuleren.
     
  • 5. 
    Het Europees Parlement (EP) vertegenwoordigt ruim 450 miljoen Europeanen en bestaat momenteel uit 720 afgevaardigden (inclusief voorzitter). Nederland heeft 31 zetels in het Europees Parlement. Het Europees Parlement wordt geacht een stem te geven aan de volkeren van de 27 landen die aan de Unie deelnemen, en vooral te letten op het belang van de Unie in zijn geheel.
     
  • 6. 
    In deze instelling van de Europese Unie (kortweg 'de Raad van Ministers' of nog korter 'de Raad' genoemd) zijn de regeringen van de 27 lidstaten van de EU vertegenwoordigd. De Raad oefent samen met het Europees Parlement de wetgevings- en begrotingstaak uit.
     
  • 7. 
    De Europese Unie (EU) is het belangrijkste samenwerkingsverband in Europa. De deelnemende landen hebben voor deze Unie een aantal organisaties opgericht waaraan zij een deel van hun eigen bevoegdheden hebben overgedragen, zoals de Europese Commissie en het Europese Hof van Justitie. De bevoegdheden van de EU-instellingen zijn vastgelegd in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VwEU)
     
  • 8. 
    Momenteel zijn 27 landen lid van de Europese Unie. De meest recente uitbreiding van de Unie vond plaats op 1 juli 2013, met de toetreding van Kroatië. Er wordt verder over uitbreiding gesproken met verschillende landen in Oost-Europa. Het Verenigd Koninkrijk is sinds 31 januari 2020 middernacht geen lid meer van de Europese Unie. Dat was het eerste land dat de EU verliet.
     
  • 9. 
    Dit orgaan controleert de wettigheid en regelmatigheid van alle inkomsten en uitgaven van de Europese Unie. In bredere zin moet zij de financiële belangen van de burger behartigen. De Europese Rekenkamer gaat na of de Europese middelen zo effectief, efficiënt en spaarzaam mogelijk worden ingezet. In die zin is deze instelling het financiële geweten van Europa dat erop toeziet dat de burgers 'waar voor hun geld krijgen'.
     
  • 10. 
    Deze instelling van de Europese Unie kan worden beschouwd als het 'dagelijks bestuur' van de EU. De leden van de Europese Commissie worden 'Eurocommissarissen' genoemd. Elke Eurocommissaris is verantwoordelijk voor één of meerdere beleidsgebieden.
     
  • 11. 
    Dit ministerie speelt een centrale rol bij het vertalen van het algemeen regeringsbeleid in financieel beleid. Daarnaast coördineert het de openbare uitgaven en zorgt het ministerie voor de inning van de belastinggelden. Het ministerie is verantwoordelijk voor het beleid ten aanzien van de financiën van lagere overheden als provincies en gemeenten. Het monetaire beleid is eveneens een zorg van dit ministerie. Het ministerie behartigt de Nederlandse, financiële belangen in Europa en de rest van de wereld.
     
  • 12. 
    Ben Knapen (1951) was van 8 februari 2022 tot 13 juni 2023 Eerste Kamerlid voor het CDA. Eerder was hij dat van 9 juni 2015 tot 24 september 2021 (en vanaf 11 juni 2019 fractievoorzitter). De heer Knapen was van 14 oktober 2010 tot 5 november 2012 staatssecretaris van Buitenlandse Zaken in het kabinet-Rutte I en van 24 september 2021 tot 10 januari 2022 minister van Buitenlandse Zaken in het kabinet-Rutte III. Eerder was hij lid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid en bijzonder hoogleraar media en kwaliteit aan de Radboud Universiteit. Daarvoor was de heer Knapen onder meer buitenland-correspondent, adjunct-hoofdredacteur en hoofdredacteur van NRC Handelsblad, directeur voorlichting bij Philips en bestuurder van uitgeverij PCM. In 2013 werd hij vertegenwoordiger van de Europese Investeringsbank bij de Europese Unie.