Nota's van wijziging en nota's van verbetering
Amendementen en subamendementen
1.
Dit amendement strekt ertoe het referendum op decentraal niveau te beperken tot verordeningen. Op centraal niveau zijn ingevolge artikel 89a wetsvoorstellen referendabel. De pendant daarvan op decentraal niveau is de «verordening».
2.
Dit amendement beoogt Rijkswetten die betrekking hebben op de goedkeuring van verdragen die alleen voor Nederland gelden, niet onder de uitzonderingsgronden van artikel 89b te laten vallen.
3.
Analoog aan artikel 89d voor het centrale niveau is het gewenst en redelijk bij referenda op decentraal niveau dezelfde drempel vast te leggen voor de uitslag. (Gelet op de verschillende aantallen inwoners van provincies en gemeenten kunnen geen vaste aantallen voor initiatiefnemers en steunverklaringen worden vastgelegd.) Indien het amendement met nr. 16 wordt aangenomen, wordt in dit amendement de zinsnede «het besluit van provinciale staten of de gemeenteraad» vervangen door: een provinciale of gemeentelijke verordening. Tevens wordt in dat geval «vervalt het besluit» gewijzigd in: vervalt de verordening.
4.
Het Regeerakkoord spreekt over een correctief wetgevingsreferendum op decentraal niveau, en niet over een correctief besluitenreferendum. Het begrip «besluit» omvat, in strijd met de letter en de geest van het Regeerakkoord, veel meer dan de pendant van «wetgeving in formele zin» op het centrale niveau, zoals nader uitgewerkt in artikel 89a van het wetsvoorstel cum annexis. Die pendant is een «verordening».
5.
Er is geen reden zaken aangaande het koningschap en het koninklijk huis uit te sluiten van een correctief referendum.
6.
Voorgesteld wordt de drempels aan te houden zoals die destijds zijn geadviseerd door de commissie-Biesheuvel. Moderne communicatietechnieken zijn geen reden om van dit advies af te wijken. Niet de moeite die gedaan moet worden om steun te verwerven, maar de redelijkheid van het aantal mensen dat een correctief referendum verzoekt dan wel steunt moet uitgangspunt zijn van de hoogte van deze drempels.
7.
Dit amendement strekt ertoe het volksinitiatief op te nemen in het voorstel tot invoering van het correctief wetgevingsreferendum, zoals bijvoorbeeld ook door de commissie Biesheuvel is aanbevolen. Indien dit amendement wordt aangenomen wordt aan het opschrift toegevoegd: en het volksinitiatief.
8.
Het bepaalde in artikel 89e tast de rechtszekerheid aan van burgers. Een wet waaraan burgers materiële zekerheden ontlenen (de hoogte van de uitkeringen, belastingwetten) kan, in geval er een referendum wordt gehouden, komen te vervallen waardoor burgers kunnen worden gedupeerd. De regering stelt ten aanzien hiervan in haar nota naar aanleiding van het verslag: «Deze mogelijke gevolgen alsmede de eventueel gewenste voorzieningen in het geval dat een dergelijke wet in een referendum alsnog wordt verworpen, zullen (...) zowel in het kader van de voorbereiding van het desbetreffende wetsvoorstel als bij de parlementaire behandeling daarvan, ten volle aan de orde kunnen komen. Dat geldt ook voor eventuele financiële gevolgen. Indien inderdaad de situatie zich voordoet, dat een inwerkinggetreden wet alsnog wordt verworpen, zal de wetgever de als gevolg daarvan noodzakelijk geachte voorzieningen bij nadere regeling moeten treffen». Dit móeten treffen van maatregelen wordt echter door artikel 89e niet dwingend ...
9.
Als artikel 89d wordt aangenomen zoals door de regering voorgesteld, zal dat tot gevolg hebben dat er aan het referendum drie mogelijke consequenties zijn verbonden.
Het wetsvoorstel vervalt van rechtswege, wanneer een meerderheid die ten minste 30% omvat van hen die gerechtigd waren aan het referendum deel te nemen tegen het wetsvoorstel stemt.
Het wetsvoorstel wordt terstond bekrachtigd indien een minderheid die ten minste 30% omvat van hen die gerechtigd waren aan het referendum deel te nemen tegen het wetsvoorstel stemt, dan wel een minderheid die minder dan 30% omvat van hen die gerechtigd waren aan het referendum deel te nemen tegen het wetsvoorstel stemt.
De derde mogelijke consequentie doet zich voor wanneer een meerderheid die minder dan 30% omvat van hen die gerechtigd waren aan het referendum deel te nemen tegen het wetsvoorstel stemt. De regering is dan vrij het voorstel al dan niet te bekrachtigen. Dit kan als gevolg hebben dat de regering in weerwil van het uitgesproken oordeel van beide ...
10.
In de nota naar aanleiding van het verslag stelt de regering dat in artikel 89b met «de begroting betreffend» uitsluitend worden bedoeld de wetsvoorstellen die de elementen van de begroting bevatten zoals genoemd in artikel 105 van de Grondwet. Het gaat derhalve om de vaststelling van de begroting van de ontvangsten en uitgaven van het Rijk, de algemene begrotingswetten, de suppletoire wetten, de slotwetten en de indemniteitswetten en niet om de Comptabiliteitswet alsmede de uitvoering van de begroting in andere wetgeving dan de genoemde algemene begrotingswetten. Dit uitgangspunt dient duidelijk in artikel 89b op te worden genomen. Het is niet wenselijk dat de wetgever in de toekomst een andere uitleg aan dit artikel geeft dan de regering doet.
11.
Een planologische kernbeslissing is geen wet en daarom in het huidige voorstel niet referendabel. Het is wenselijk dat ook planologische kernbeslissingen onderwerp kunnen zijn van een correctief referendum. Het document dat aan een referendum kan worden onderworpen is het overeenkomstig artikel 2a, zevende en achtste lid, van de Wet op de ruimtelijke ordening door beide kamers goedgekeurde plan. Nadere uitwerking kan plaatshebben in de in artikel 89g bedoelde wet.
12.
Dit amendement beoogt de opdracht aan de wetgever binnen vijf jaren het correctief wetgevingsreferendum te regelen, te vervangen door een daartoe strekkende bevoegdheid van de wetgever. Hetzelfde geldt voor het referendum op provinciaal en lokaal niveau.