25153, nr. 13 - Amendement Rehwinkel over een wet waaraan burgers materiële zekerheden ontleent als onderwerp van referendum - Invoering van het correctief referendum (Grondwetswijziging, eerste lezing) - Hoofdinhoud
Het bepaalde in artikel 89e tast de rechtszekerheid aan van burgers. Een wet waaraan burgers materiële zekerheden ontlenen (de hoogte van de uitkeringen, belastingwetten) kan, in geval er een referendum wordt gehouden, komen te vervallen waardoor burgers kunnen worden gedupeerd. De regering stelt ten aanzien hiervan in haar nota naar aanleiding van het verslag: «Deze mogelijke gevolgen alsmede de eventueel gewenste voorzieningen in het geval dat een dergelijke wet in een referendum alsnog wordt verworpen, zullen (...) zowel in het kader van de voorbereiding van het desbetreffende wetsvoorstel als bij de parlementaire behandeling daarvan, ten volle aan de orde kunnen komen. Dat geldt ook voor eventuele financiële gevolgen. Indien inderdaad de situatie zich voordoet, dat een inwerkinggetreden wet alsnog wordt verworpen, zal de wetgever de als gevolg daarvan noodzakelijk geachte voorzieningen bij nadere regeling moeten treffen». Dit móeten treffen van maatregelen wordt echter door artikel 89e niet dwingend voorgeschreven. Hier wordt gesproken van «zo nodig»; of er sprake is van een situatie waar nadere regelingen nodig zijn is aan de beoordeling van de wetgever. Burgers zullen hieraan geen rechten kunnen ontlenen.
Inhoudsopgave
2 |
9 juni 1997, amendement, 25153, nr. 13
KST22040 Amendement over een wet waaraan burgers materiële zekerheden ontleent als onderwerp van referendum publicatie: 20 juni 1997 |