Reflecties op de staatscommissie parlementair stelsel

In het najaar van 2018 presenteerde de staatscommissie het onderzoeksrapport 'Lage drempels, hoge dijken.' Hierin adviseert zij over hervormingen binnen het Nederlandse parlementair stelsel. In het rapport staan zeven hoofdaanbevelingen, zoals het invoeren van een bindend correctief referendum, een gekozen formateur en een Constitutioneel Hof.

Sinds de publicatie zijn op het onderzoek veel reacties verschenen, waaronder verschillende kritieken. Zo zouden in het rapport enkele tegenstrijdige aanbevelingen staan en niet de juiste problemen benoemd worden. Kortom, hervorming van het parlementair stelsel is nog altijd onderwerp van debat.

Het Montesquieu Instituut draagt graag bij aan deze discussie. Binnenkort verschijnt een bundel waarin reflecties op het onderzoeksrapport van de staatscommissie verzameld zijn. Tot die tijd willen we via de Montesquieusite en onze digitale nieuwsbrief De Hofvijver de discussie op gang houden. Hieronder een overzicht van de tot nu toe verschenen bijdragen over het onderwerp.

Inhoudsopgave

  1. Algemeen
  2. Kiesstelsel van de Tweede Kamer
  3. Kiesstelsel van de Eerste Kamer
  4. Correctief bindend referendum
  5. Gekozen formateur
  6. Constitutioneel Hof
  7. De positie van het parlement
  8. 'Wet op de politieke partijen'
  9. Digitalisering
  10. Terugzendrecht voor de Eerste Kamer
  11. Overig

1.

Algemeen

  • Ruud Koole: de rode draad van het eindrapport van de staatscommissie (pdf)
  • Aalt Willem Heringa: Staatscommissie Parlementair Stelsel: waar is de samenhang?

    Het is eigenlijk een onmogelijke taak. Als staatscommissie adviseren over het parlementair stelsel, de verhouding Eerste en Tweede Kamer, toetsingsrecht, kiesrecht, referendum, decentralisatie, coalitievorming, de relatie parlement en EU, politieke partijen, en bewerktuiging van het parlement. Op ieder onderdeel zijn debatten te voeren en zijn er dus verschillen van mening. En dan is er ook nog de samenhang. Een ingreep op de ene plek betekent, al kunnen we niet altijd precies voorspellen wat er dan gebeurt, effecten elders. Ga er maar aanstaan.

  • Jan Schinkelshoek: Meer democratie geen betere democratie

    Spiegelt oud-minister Johan Remkes1, voorzitter van de staatscommissie die het parlementaire stelsel onder de loep heeft genomen, zich aan koning Willem II?

    In het revolutiejaar 1848 werd de koning onder druk van allerlei protestbewegingen naar eigen zeggen ‘in een nacht’ van conservatief liberaal. Anderhalve eeuw later maakt Remkes - afkomstig van een partij, de VVD, die traditiegetrouw weinig moet hebben van staatkundige knutselarijen - een soortgelijke beweging. Als een verre opvolger van Thorbecke wil ook ‘zijn’ staatscommissie democratie en rechtsstaat via een soort Deltaplan versterken. Maar deugt de analyse wel?

2.

Kiesstelsel van de Tweede Kamer

  • Gerrit Voerman: De positie van de politieke partij in het eindrapport van de staatscommissie Parlementair stelsel

    Eén van de twee rode draden in het eind vorig jaar verschenen eindrapport van de Staatscommissie parlementair stelsel is de tekortschietende inhoudelijke representatie. Vooral lager opgeleide burgers haken hierdoor af en dat probleem zal in de toekomst alleen maar urgenter worden, zo meent de commissie.

  • Bert van den Braak: In de beperking toont zich de meester

    Het zou goed zijn als de Staatscommissie parlementair stelsel in het eindrapport zou beginnen met te constateren dat een aantal constitutionele basisbeginselen fier overeind staan. Ten eerste is dat de evenredige vertegenwoordiging en daarmee samenhangende pluriformiteit, ten tweede het tweekamerstelsel en ten derde het principe van vertegenwoordigers die namens de kiezers belangrijke besluiten nemen.

3.

Kiesstelsel van de Eerste Kamer

  • Bert van den Braak: Ander kiesstelsel Eerste Kamer: een niet-opgevolgd advies

    De Staatscommissie parlementair stelsel2 wees terugkeer naar het kiesstelsel voor de Eerste Kamer van vóór 1983 af, maar het kabinet volgt dat niet. Ministe vhnnmt7jkezf r Ollongren3 wil juist wel terugkeren naar de zittingsperiode van zes jaar en vernieuwing van de helft van de leden om de drie jaar.

4.

Correctief bindend referendum

  • Aalt Willem Heringa: Constitutionele toetsing

    In zijn voordracht blijkt dat Aalt Willem Heringa voorstander is van constitutionele toetsing. Het instellen van een Constitutioneel Hof is echter te verwarrend, gezien onder andere de al bestaande mogelijkheid om te toetsen aan verdragen, en overbodig voor de enkele zaken per jaar die het zal ontvangen. Daarnaast stelt hij vragen bij de invoering van een bindend referendum. Hoe moet deze zich verhouden ten opzichte van de rol van de Eerste Kamer?

  • Gerrit Voerman: De positie van de politieke partij in het eindrapport van de staatscommissie Parlementair stelsel

    Eén van de twee rode draden in het eind vorig jaar verschenen eindrapport van de Staatscommissie parlementair stelsel is de tekortschietende inhoudelijke representatie. Vooral lager opgeleide burgers haken hierdoor af en dat probleem zal in de toekomst alleen maar urgenter worden, zo meent de commissie.

  • Aalt Willem Heringa: Eerste Kamer, toetsingsrecht en democratie

    In NRC Handelsblad voerden W. Voermans (3-1-2019) en E. Jurgens (18-1-2019) begin 2019 een discussie over de Eerste Kamer. Kort gezegd betoogde Voermans dat de indirecte verkiezing voor de Eerste Kamer een anomalie is en niet past bij haar wetgevende taken en bevoegdheden, en dat het dus belangrijk is om de Eerste Kamer die taak te ontnemen. Daarmee ging hij ook in tegen het advies van de Staatscommissie Parlementair Stelsel. De Staatscommissie acht juist de bevoegdheden van de Eerste Kamer ten aanzien van wetgeving waardevol, en wil deze alleen door een voorwaardelijk terugzendrecht aanpassen.

5.

Gekozen formateur

  • Joop van den Berg: De gekozen formateur en decentralisaties

    Joop van den Berg boog zich over de direct gekozen formateur, welke volgens hem wél een partij zou moeten vertegenwoordigen. Daarnaast besprak hij de inefficiëntie van het decentraliseren. De oplossing ligt volgens hem in het creëren van een systematische decentralisatietoets die het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties in staat moet stellen om departementen aan te spreken wanneer zij willen decentraliseren.

  • Bert van den Braak: In de beperking toont zich de meester

    Het zou goed zijn als de Staatscommissie parlementair stelsel in het eindrapport zou beginnen met te constateren dat een aantal constitutionele basisbeginselen fier overeind staan. Ten eerste is dat de evenredige vertegenwoordiging en daarmee samenhangende pluriformiteit, ten tweede het tweekamerstelsel en ten derde het principe van vertegenwoordigers die namens de kiezers belangrijke besluiten nemen.

  • Alexander van Kessel: Een overbodig voorstel. Over de gekozen formateur

    De kabinetsformatie in Nederland wordt niet zonder reden gezien als een ‘black box’ van ons democratisch bestel. Willem Drees (1886-1988), zelf meervoudig formateur, sprak zelfs van een ‘zwakke plek in de Nederlandse politiek’. Bij landelijke verkiezingen brengt de kiezer een stem uit op een kandidaat van een bepaalde partij, maar daarna is het afwachten welk kabinet er wordt gevormd. Dat laatste gebeurt in een weken-, soms maandenlang proces dat zich grotendeels achter gesloten deuren afspeelt.

6.

Constitutioneel Hof

  • Aalt Willem Heringa: Constitutionele toetsing

    In zijn voordracht blijkt dat Aalt Willem Heringa voorstander is van constitutionele toetsing. Het instellen van een Constitutioneel Hof is echter te verwarrend, gezien onder andere de al bestaande mogelijkheid om te toetsen aan verdragen, en overbodig voor de enkele zaken per jaar die het zal ontvangen. Daarnaast stelt hij vragen bij de invoering van een bindend referendum. Hoe moet deze zich verhouden ten opzichte van de rol van de Eerste Kamer?

  • Aalt Willem Heringa: Alweer over het toetsingsrecht: wetgever, onderneem actie!

    Over de toetsing van wetten aan de Grondwet wordt vaak gedebatteerd. De Staatscommissie Parlementair Stelsel pleit voor een constitutioneel hof. Prof. Aalt Willem Heringa, hoogleraar aan de Universiteit van Maastricht, heeft zijn bedenkingen bij het huidige plan: "Tot nu toe sneuvelde iedere poging tot het mogelijk maken van het grondwettelijk rechterlijk toetsingsrecht omdat er eenvoudigweg geen tweederde meerderheid voor was. In de nieuwe, huidige, politieke verhoudingen is dat nog minder het geval dan voorheen, lijkt mij."

7.

De positie van het parlement

  • Coen Brummer: Coalitie en Kamer vertonen verkeerde reflex na wegvallen Eerste Kamermeerderheid

    De Staatscommissie Parlementair Stelsel2 heeft verschillende voorstellen gedaan om de positie van het parlement te versterken. Het NRC Handelsblad liet echter zien hoe overleg in achterkamertjes de positie van het parlement ondermijnt aan de hand van een recente kwestie. Coen Brummer, directeur van de Mr. Hans van Mierlo Stichting, gaat in deze analyse in op de positie van het parlement. Hij pleit voor het doorbreken van de huidige politieke cultuur.

8.

'Wet op de politieke partijen'

  • Gerrit Voerman: Wet op de politieke partijen

    Gerrit Voerman ziet geen heil in het opnemen van de verenigingsplicht in de partijenwet. Hij stelt dat dit partijen teveel in een keurslijf dwingt en daarmee frustraties oproept. Ook over het voorstel van de voorkeursstem is hij niet enthousiast. Dit zal namelijk gevolgen hebben voor de cohesie van partijen en de politiek nog verder personaliseren. De voorstellen zorgen er volgens hem niet voor dat partijen versterkt worden.

  • Huub Linthorst: 'Hoge dijken Staatscommissie moeten in de Grondwet'

    Functioneert de Nederlandse democratische rechtstaat eigenlijk wel naar behoren? De Staatscommissie parlementair stelsel concludeerde eind 2018 dat dit grosso modo wel het geval is, hoewel er enkele verbeterpunten zijn. Volgens Huub Linthorst, jurist en auteur, gaat het echter niet om het huidige functioneren van de rechtstaat, maar om haar weerbaarheid met het oog op de toekomst. Zijn Proeve van een verbeterde Grondwet is dan ook als het ware gevolg van een stresstest waaruit blijkt dat er heel wat risico’s zitten in de wijze waarop wij de democratische rechtstaat in onze Grondwet hebben vormgegeven.

  • Rianne Herregodts: Transparantie en politieke advertenties

    Onlangs heeft de Tweede Kamer een motie aangenomen waarin de regering wordt verzocht uiterlijk drie weken voor de komende Provinciale Statenverkiezingen de garantie af te dwingen dat Facebook ‘volledige transparantie geeft over de afzender van politieke advertenties’ (Kamerstukken II 2018/19, 35078, nr 21). De motie past bij een bredere discussie over desinformatie en manipulatie in verkiezingstijd.

9.

Digitalisering

  • Bernard Steunenberg: Digitalisering en kunstmatige intelligentie

    Bernard Steunenberg erkent net als de Staatscommissie dat er uitdagingen liggen op het gebied van kunstmatige intelligentie en desinformatie. Een toezichthouder heeft echter niet direct zijn voorkeur, omdat deze dan expert op zijn gebied moet zijn. Volgens Steunenberg is Nederland echter nog niet zover en moet eerst worden geïnvesteerd in onderzoek. Ook doet hij twee aanbevelingen ten opzichte van het voorgestelde bindende referendum.

  • Bernard Steunenberg: Laat kunstmatige intelligentie het debat niet hinderen

    In het licht van de digitalisering van Nederland doet de Staatscommissie een aantal aanbevelingen om de transparantie bij van verkiezingscampagnes te waarborgen en vergroten. Hoewel het gebruik van kunstmatige intelligentie bij kan dragen aan het betrekken van de samenleving bij de politiek, zijn er ook gevaren die het democratische proces kunnen ondergraven. Het pleidooi van de staatscommissie voor meer transparantie is daarom belangrijk. Tegelijkertijd blijft het de vraag of sommige aanbevelingen wel effect hebben.

10.

Terugzendrecht voor de Eerste Kamer

  • Bert van den Braak: Het tweekamerstelsel

    Bert van den Braak vindt het een gemiste kans van de staatscommissie dat zij geen nieuw voorstel heeft gedaan als het aankomt op de indirecte verkiezing van Eerste Kamer. De afstandelijkheid van de Eerste Kamer ten opzichte van de politiek in de Tweede Kamer is namelijk een illusie. Het terugzendrecht dat de commissie voorstelt is in principe geen slecht idee, alleen is het maar een klein stapje dat weinig doet aan het fundamentele probleem.

  • Bert van den Braak: Eerste Kamer, toetsingsrecht en democratie

    In NRC Handelsblad voerden W. Voermans (3-1-2019) en E. Jurgens (18-1-2019) begin 2019 een discussie over de Eerste Kamer. Kort gezegd betoogde Voermans dat de indirecte verkiezing voor de Eerste Kamer een anomalie is en niet past bij haar wetgevende taken en bevoegdheden, en dat het dus belangrijk is om de Eerste Kamer die taak te ontnemen. Daarmee ging hij ook in tegen het advies van de Staatscommissie Parlementair Stelsel. De Staatscommissie acht juist de bevoegdheden van de Eerste Kamer ten aanzien van wetgeving waardevol, en wil deze alleen door een voorwaardelijk terugzendrecht aanpassen.

  • Bert van den Braak: Activistisch of actief?

    Het beeld van beide Kamers is de afgelopen vijfentwintig jaar onmiskenbaar veranderd. Sommigen spreken van een activistischer Eerste Kamer, die meer aan 'politiek' doet dan in het verleden en dan zij 'eigenlijk' zou moeten doen. Daar is overigens wel wat op af te dingen. Tegelijkertijd zijn Tweede Kamerleden zich in hun parlementaire werk anders gaan 'gedragen'. Ik durf wel te stellen dat juist die Kamerleden 'activistischer' zijn geworden. In het licht van de advisering door de Staatscommissie verdienen beide Kamers aandacht.

11.

Overig

  • Kutsal Yesilkagit: Rapport Staatscommissie: Het Zelfstandig Bestuursorgaan

    In zijn artikel gaat Kutsal Yesilkagit in op de voorgestelde Wet op de overheidsorganisatie en de zelfstandige bestuursorganen (ZBO's).

  • Rapport Staatscommissie: De regio

    In hun artikel gaan Caspar van den Berg en Bram van Vulpen in op gemiste kansen op het gebied van regionale belangen in de nationale politiek.


  • 1. 
    Johan Remkes (1951) begon zijn politieke loopbaan als voorzitter van de JOVD en werd later lid van Gedeputeerde Staten van Groningen. In de perioden oktober 1993-augustus 1998 en november 2006-juni 2010 was hij Tweede Kamerlid voor de VVD. Hij hield zich als Kamerlid onder meer bezig met economische zaken, binnenlandse zaken, belastingen en mediabeleid. In het tweede kabinet-Kok was hij staatssecretaris van Volkshuisvesting. Van 22 juli 2002 tot 22 februari 2007 was hij minister van Binnenlandse Zaken. In het kabinet-Balkenende I (2002-2003) was hij tevens vicepremier. In de periode 2019-2020 was hij waarnemend burgemeester van 's-Gravenhage en daarvoor van 1 juli 2010 tot 1 januari 2019 Commissaris van de Koning(in) in Noord-Holland. In 2017-2018 was hij voorzitter van de Staatscommissie parlementair stelsel. Van 19 april tot 1 december 2021 was de heer Remkes waarnemend commissaris van de Koning in Limburg.
     
  • 2. 
    De Staatscommissie parlementair stelsel werd op 27 januari 2017 ingesteld door het kabinet-Rutte II om te adviseren over de noodzaak van veranderingen in het parlementaire stelsel en de parlementaire democratie.
     
  • 3. 
    Kajsa Ollongren (1967) was van 10 januari 2022 tot 2 juli 2024 minister van Defensie in het kabinet-Rutte IV. Daarvoor was zij minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in het kabinet-Rutte III. In dat kabinet was zij namens D66 tevens viceminister-president. Mevrouw Ollongren was van 18 juni 2014 tot 26 oktober 2017 wethouder van Amsterdam en in september 2017 werd zij daar waarnemend burgemeester. In 2011-2014 was zij secretaris-generaal van het ministerie van Algemene Zaken. Eerder was zij plaatsvervangend secretaris-generaal op dat ministerie en daarvoor onder meer plaatsvervangend directeur-generaal economische politiek en directeur integratie en strategie op het ministerie van Economische Zaken.