Democratie en rechtsstaat EU-lidstaten onder druk
In verschillende Europese landen staan democratie en rechtsstaat momenteel onder druk. Lidstaten van de Europese Unie mogen deze belangrijke pijlers niet in gevaar brengen. De Europese Commissie1 ziet erop toe dat de lidstaten2 deze kernwaarden naleven.
Als een lidstaat de rechtsstaat systematisch schendt, krijgt dat land een waarschuwing van de Europese Commissie op basis van de 'rule of law-procedure'. Als de situatie dan niet verbetert, kan een artikel 7-procedure3 worden gestart. In dat geval kan een lidstaat worden geschorst: het verliest dan stemrecht in de Europese Raad4. Een andere optie is om de uitbetaling van subsidies stop te zetten. Er zijn wel strikte voorwaarden verbonden aan de inzet van deze sanctie.
De Commissie en het Europees Parlement5 maken zich het meest zorgen over de democratie en de rechtsstaat in de EU-lidstaten Polen en Hongarije. Deze zorgen hebben in beide gevallen geleid tot de start van een artikel 7-procedure. De Commissie heeft ook een procedure gestart om 7,5 miljard euro aan EU-subsidies voor Hongarije op te schorten. Hongarije en Polen zijn niet de enige lidstaten die in deze context in de belangstelling staan van de Europese Commissie en het Europees Parlement. Het functioneren van de rechtsstaat in Malta, Tsjechië, Roemenië, Bulgarije en Slowakije is door de Commissie en/of het Parlement de afgelopen jaren bekritiseerd en in de gaten gehouden, en er zijn zorgen over de persvrijheid in Griekenland.
Inhoudsopgave
Rule of law-procedure
Eén van de taken van de Commissie is toezien op de rechtsstaat in de lidstaten. Wanneer een lidstaat maatregelen neemt die de rechtsstaat kunnen bedreigen, kan de Commissie de 'rule of law-procedure' starten. De (dreigende) schending van de rechtsstaat wordt dan aangekaart bij de betreffende lidstaten en de andere EU-leden.
Artikel 7-procedure
Indien de 'rule of law-procedure' niet genoeg verbetering oplevert, kan de artikel 7-procedure3 gestart worden. Deze procedure maakt het mogelijk een lidstaat te schorsen, waarmee het stemrecht in de Europese Raad vervalt.
Conditionaliteitsmechanisme
In januari 2021 is het conditionaliteitsmechanisme ingevoerd. Met dit mechanisme kan de Europese Commissie betalingen aan lidstaten opschorten, wanneer deze de Europese regels omtrent de rechtsstaat schenden. Polen en Hongarije hadden hier een rechtszaak tegen gestart, maar zij zijn niet in hun gelijk gesteld. In februari 2022 oordeelde het Europese Hof van Justitie6 dat de Commissie rechtsstatelijke voorwaarden mag stellen aan de uitbetaling van subsidies van de EU.
In maart 2022 heeft de Commissie richtlijnen gepubliceerd voor het activeren van dit conditionaliteitsmechanisme, die verduidelijken onder welke voorwaarden de Commissie het mechanisme kan toepassen. Ten eerste moet ten minste één van de beginselen van de rechtsstaat waarnaar de verordening van het conditionaliteitsmechanisme verwijst in een lidstaat geschonden zijn. Ten tweede moet de schending betrekking hebben op situaties of handelingen die zijn toe te schrijven aan overheidsinstanties. Ten derde moet de schending een aantasting of ernstig risico vormen op de aantasting van goed financieel beheer van de begroting of de financiële belangen van de EU.
Hongarije is het eerste land waartegen de conditionaliteitsverordening is opgestart. In september 2022 heeft de Commissie voorgesteld om een bedrag van 7,5 miljard euro aan EU-fondsen voor Hongarije op te schorten, indien het land niet binnen de drie maanden voldoet aan de wettelijke eisen die de Commissie heeft opgelegd.
Jaarlijks toetsingsproces
In juli 2019 kondigde de Commissie aan een toetsingsproces op te zetten, om problemen met betrekking tot de rechtsstaat te voorkomen. Zij brengt jaarlijks verslag uit over de toestand van de rechtsstaat in alle lidstaten. Er komt een specifieke communicatiestrategie voor de rechtsstaat en de Commissie breidt het EU-scorebord voor justitie verder uit. Sinds september 2020 verschijnt er jaarlijks een reeks rapportages over de stand van de rechtsstaat in iedere afzonderlijke lidstaat.
Persvrijheid en mediawet
De Europese Commissie geeft met een fonds voor journalisten bescheiden financiële steun aan enkele initiatieven die onderzoeksjournalisten ondersteunen.
De Commissie stelde in september 2022 een Europese mediawet voor die de persvrijheid en pluriformiteit van de media in de EU moet versterken. De nieuwe regels moeten redacties en journalisten beschermen tegen politieke inmenging en overheidscontrole en zou meer transparantie eisen over het eigendom en de financiering van media en overheidsreclames. In het wetsvoorstel staat ook dat een Europese waakhond voor persvrijheid moet worden opgericht om de samenwerking tussen nationale toezichthouders te coördineren en toe te zien op grote overnames en fusies van mediaconcerns. Het Europees Parlement en de lidstaten moeten de mediawet nog bespreken en goedkeuren.
De Europese Commissie1 en het Europees Parlement5 maken zich zorgen over de rechtsstaat in EU-lidstaat Polen7. De Poolse regering heeft een reeks aan hervormingen doorgevoerd die volgens de Commissie de onafhankelijkheid van de media en van de rechterlijke macht aantasten. Dit zou in strijd zijn met de Europese waarden van vrijheid en democratie. De EU wijst Polen daarom op de EU-verdragen, die voorschrijven dat lidstaten een behoorlijke rechtsstaat moeten hebben.
In de afgelopen jaren is de Commissie meerdere inbreukprocedures8 bij het Europees Hof van Justitie6 tegen het land begonnen om de hervormingen ongedaan te maken. In oktober 2021 oordeelde het Hof dat Polen een dwangsom van 1 miljoen euro per dag moest betalen totdat een tuchtcollege voor rechters was ontbonden. Op 22 december 2021 startte de Commissie een nieuwe inbreukprocedure tegen Polen, met als reden dat het Pools Constitutioneel Hof meermaals heeft gesteld dat het EU-recht geen voorrang heeft over het Poolse recht. Om diezelfde reden besloot de Commissie op 15 februari 2023 om Polen opnieuw aan te klagen bij het Europese Hof van Justitie. In juni 2023 oordeelde het Hof dat Polen met de hervormingen van de rechterlijke macht het EU-recht heeft geschonden, naar aanleiding van een zaak die de Commissie in april 2021 aanspande tegen de staat.
De Poolse regering beroept zich op haar soevereiniteit: de Europese Unie mag zich niet mengen in interne politieke kwesties. In 2021 heeft Polen dan ook samen met Hongarije een rechtszaak aangespannen tegen het plan van de Europese Commissie om rechtsstatelijke voorwaarden te stellen aan de uitbetaling van subsidies van de EU. In februari 2022 gaf het Europese Hof van Justitie Polen en Hongarije echter ongelijk.
De Europese Commissie1 en het Europees Parlement5 zijn bezorgd over de staat van de rechtsstaat in Hongarije. Premier Viktor Orbán9 (Fidesz) bracht de media steeds meer onder zijn controle, legde de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht steeds verder aan banden, versterkte zijn grip op de centrale bank en liet na corruptie aan te pakken. Daarnaast nam hij de rechten van de lhbti-gemeenschap regelmatig onder vuur. Vanuit de Commissie is een aantal keer actie ondernomen om omstreden voorstellen van tafel te krijgen of besluiten terug te draaien, maar de Commissie boekte hierin weinig echte successen.
De mogelijkheden voor de Europese Unie om Hongarije te dwingen wetten en regels in lijn te brengen met de Europese waarden en normen zijn beperkt of politiek zo beladen dat er lang van af werd gezien. Na ruim zeven jaar van praten, waarschuwen en onderhandelen lanceerde de Commissie onder leiding van Frans Timmermans10 in 2018 de artikel 7-procedure3 tegen Hongarije. Die kan er in het uiterste geval toe leiden dat het land zijn stemrecht verliest in de Raad van de Europese Unie11. Met het koppelen van het uitkeren van subsidies aan hoe het in een land met de rechtsstaat staat - de rechtsstaattoets - in de meerjarenbegroting van 2021-2027 en het Coronaherstelfonds begon de Commissie in 2022 met het inhouden van gelden voor Hongarije. Het land loopt zo miljarden mis.
Het merendeel van het Europees Parlement steunt de Commissie in haar pogingen om veel hervormingen van Orbán ongedaan te maken en de rechtsstaat juist te versterken. De andere lidstaten van de EU keken vooral toe hoe de regering van Orbán iedere keer een stapje verder ging in het aantasten van de rechtsstaat. De lidstaten moeten nu besluiten of ze de subsidiestop van de Commissie steunt, iets wat ze tot nog toe uit de weg gingen.
De Raad van Europa12 en het Europees Parlement zijn beide kritisch over de rechtsstaat op Malta13. Directe aanleiding voor deze kritiek is de moord op onderzoeksjournaliste Daphne Caruana Galizia. Zij publiceerde over corruptie binnen de Maltese regering. Het onderzoek naar de moord verliep traag. De autoriteiten op Malta maakten weinig werk van de moord, die hen goed uit leek te komen. Dit kwam bovenop de toen bestaande onvrede over de verkoop van paspoorten aan rijke niet-Europeanen door Malta.
Zowel de speciale werkgroep van het Europees Parlement - onder leiding van de Nederlandse Sophie in 't Veld14 - en de Venetië-Commissie15 van de Raad van Europa deden onderzoek naar hoe het met de rechtsstaat gesteld was op Malta. Allebei kwamen ze tot de conclusie dat de premier in Malta teveel macht heeft, dat de scheiding der machten niet goed is geregeld en dat de Maltese politiek gevoelig is voor corruptie. Dit grijpt op elkaar in; corruptiezaken bleven vaak liggen.
Het Europees Parlement heeft gedreigd met het in gang zetten van een artikel 7-procedure als er niets verbeterd. In haar jaarlijkse rapportage over de rechtsstaat van 2022 stelt de Commissie dat de problemen rondom de strijd tegen corruptie nog lang niet zijn opgelost, ondanks gedane en geplande hervormingen. Het Openbaar Ministerie moet verder af komen te staan van de politiek. Ook de verwevenheid tussen politieke partijen en de media is punt van zorg.
Net als in Malta was de moord op een onderzoeksjournalist - Ján Kuciak - aanleiding voor een onderzoek door het Europees Parlement, wederom onder leiding van Sophie in 't Veld. Kuciak bracht corruptienetwerken aan het licht in Slowakije16, en het werd niet uitgesloten dat er regeringsfunctionarissen betrokken waren en zijn bij corruptie en schending van de rechtsstaat.
De Commissie constateerde in 2022 dat corruptie voortvarender wordt aangepakt dan voorheen, en dat klokkenluiders betere bescherming genieten. De Commissie wil wel dat de scheiding tussen politiek en de justitiële organisatie beter wordt geregeld dan het geval is. Verder moeten media en het maatschappelijk middenveld meer ruimte krijgen om een kritisch geluid te mogen laten horen; de politieke controle op die terreinen is strikter dan zou moeten.
In 2012 constateerde de Europese Commissie dat Roemenië17 nog fundamentele hervormingen moet doorvoeren om het functioneren van de democratie en rechtsstaat te waarborgen. In 2019 noemde Frans Timmermans10, vicevoorzitter van de Europese Commissie, de situatie in Roemenië "erg bedroevend". Het starten van een artikel 7-procedure3 was toen niet aan de orde. Maar het land wordt kritisch gevolgd door de Commissie.
Controversiële juridische hervormingen die de aanpak van corruptie zouden beperken en de politieke grip op justitie moesten versterken werden ingetrokken toen Viorica Dăncilă18 als interim-premier aantrad, nadat een van de politieke leiders van het land voor drieënhalf jaar achter tralies verdween vanwege een veroordeling voor corruptie.
Ingezette hervormingen hebben geleid tot verbeteringen. In het verslag van 2022 concludeerde de Commissie dat Roemenië alle toegezegde stappen heeft ondernomen om justitiële hervormingen door te voeren en corruptie te bestrijden. Deze tevredenheid betekent dat het voorheen strenge toezicht langzaam zal worden opgeheven als ook de Raad en het Europees Parlement akkoord zijn. Wel zal de Commissie toezicht houden om de hervormingen te monitoren.
In Bulgarije19 is sprake van 'een aanzienlijke achteruitgang wat betreft de eerbiediging van de rechtsstaat, de democratie en de grondrechten, met inbegrip van de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, de scheiding der machten, de strijd tegen corruptie en de mediavrijheid', aldus een resolutie van het Europees Parlement die in oktober 2020 werd aangenomen. Die zomer had de politie hard opgetreden tegen demonstraties tegen de regering van premier Bojko Borisov20.
Twee jaar van verkiezingen en aanhoudende politieke onrust verder vond de Commissie in 2022 dat nieuwe hervormingsplannen met betrekking tot de benoeming van rechters, de aanpak van corruptie en regels omtrent onafhankelijkheid van de media veelbelovend zijn. Bulgarije staat voorlopig nog wel onder verscherpt toezicht van de Commissie.
In 2021 constateerde de Commissie dat er rondom Andrej Babiš21, toen de premier van Tsjechië22, sprake was van aanhoudende belangenverstrengeling. Het Europees Parlement vond het onaanvaardbaar dat Babiš actief deelnam in de onderhandelingen van de Europese Raad over de begrotingsonderhandelingen, terwijl hij voor zijn eigen bedrijven EU-betalingen zou blijven ontvangen. Verder was het EP erg kritisch op de invloed van Babiš op de Tsjechische media en de rechtsstaat. Desnoods moest de Commissie artikel 7-procedure beginnen.
Babiš moest eind 2021 plaats maken voor een nieuwe premier. Die regering heeft een aantal verdere hervormingen aangekondigd die de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht nog verder moeten versterken, de aanpak van corruptie meer prioriteit geeft en tot meer transparantie rond lobbyisten en belangenverstrengeling moeten leiden. De Commissie verwacht ook dat er plannen komen om het politieke toezicht op de media terug te schroeven en journalisten beter te beschermen.
De voornaamste zorgen over Griekenland23 spitsen zich toe op de persvrijheid. In 2023 stond Griekenland het laagst van alle EU-landen op de internationale persvrijheidsindex. Het land bemoeilijkt het werk van NGO's en journalisten die berichten over de pushbacks van migranten, in plaats van ze te beschermen. De Griekse overheid - in dit geval de premier zelf - was in 2021 publiekelijk zo vijandig tegenover een Nederlandse journalist dat ze besloot het land te verlaten na bedreigingen.
Griekse wetgeving voor het verspreiden van misleidende informatie is streng en kent zware straffen. De grens van wat als misleidend wordt gezien, is niet altijd even helder. De kans dat journalisten worden aangepakt bij het verspreiden van voor de politieke onwelgevallige informatie is groot. De grote betrokkenheid van de overheid bij nieuwsorganisaties doet verder afbreuk aan de journalistieke onafhankelijkheid. Tot slot lopen journalisten het risico verwikkeld te raken in langdurige en kostbare smaadprocessen.
Veel problemen rond persvrijheid kwamen samen toen in 2022 een afluisterschandaal aan het licht kwam. De leider van de socialisten, tevens Europarlementariër bleek te worden afgeluisterd. Het Europees Parlement bemoeide zich ermee, mede in het licht van haar eigen parlementair onderzoek naar het gebruik van spionagesoftware24 in de EU. Ondertussen konden de journalisten die zich op het verhaal stortten rekenen op de nodig kritiek en gedoe vanuit de regering.
Het verslag over de staat van de rechtsstaat van juni 2022 bevat veel positieve noten over geplande en lopende hervormingen gericht op het versterken van de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht en de media, en de aanpak van corruptie. Het is wel zaak dat deze hervormingen ook echt worden doorgevoerd. Ook de positie van het maatschappelijk middenveld en de bescherming van journalisten is bekeken. De borging van de rechten van die groepen kan zeker beter.
De Commissie is dus ook kritisch; iedere lidstaat heeft punten waar het aan moet werken. Zo moet Nederland onder andere betere regels instellen over het lobbyen door oud-politici, en moet het opschieten met de digitalisering van processen rond de behandeling van rechtszaken.
- 1.Deze instelling van de Europese Unie kan worden beschouwd als het 'dagelijks bestuur' van de EU. De leden van de Europese Commissie worden 'Eurocommissarissen' genoemd. Elke Eurocommissaris is verantwoordelijk voor één of meerdere beleidsgebieden.
- 2.Momenteel zijn 27 landen lid van de Europese Unie. De meest recente uitbreiding van de Unie vond plaats op 1 juli 2013, met de toetreding van Kroatië. Er wordt verder over uitbreiding gesproken met verschillende landen in Oost-Europa. Het Verenigd Koninkrijk is sinds 31 januari 2020 middernacht geen lid meer van de Europese Unie. Dat was het eerste land dat de EU verliet.
- 3.De rechtsstaat is een belangrijke waarde waarop de Europese Unie is gebaseerd, en dit is vastgelegd in Artikel 2 van Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU). In een rechtsstaat worden burgers tegen de macht van de staat en tegen medeburgers beschermd. De rechtsstaat is essentieel voor het vertrouwen van de burgers in de
overheidsinstellingen maar ook voor wederzijds vertrouwen tussen lidstaten. De lidstaten van de Europese Unie mogen de rechtsstaat in eigen land daarom niet in gevaar brengen. De Europese Commissie ziet erop toe dat de lidstaten de waarden van de Unie naleven.
- 4.De Europese Raad bestaat uit de regeringsleiders of staatshoofden van de 27 lidstaten van de Europese Unie, de vaste voorzitter en de voorzitter van de Europese Commissie. Alleen de regeringsleiders of staatshoofden hebben stemrecht tijdens de vergaderingen. De Europese Raad heeft geen wetgevingstaak, maar stelt wel de politieke richting van de EU vast.
- 5.Het Europees Parlement (EP) vertegenwoordigt ruim 450 miljoen Europeanen en bestaat momenteel uit 720 afgevaardigden (inclusief voorzitter). Nederland heeft 31 zetels in het Europees Parlement. Het Europees Parlement wordt geacht een stem te geven aan de volkeren van de 27 landen die aan de Unie deelnemen, en vooral te letten op het belang van de Unie in zijn geheel.
- 6.Het in 1952 opgerichte Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ-EU) moet ervoor zorgen dat de wetten en regels die in Europa gemaakt worden, goed worden toegepast. De Europese wetten - het gemeenschapsrecht - moeten in alle lidstaten hetzelfde worden uitgevoerd. Het Hof van Justitie ziet er verder op toe dat het EU-recht in alle lidstaten op dezelfde manier wordt toegepast.
- 7.De Republiek Polen maakte sinds de val van het communisme in Oost-Europa in 1989 een democratische ontwikkeling door. Het overwegend katholieke land trad per 1 mei 2004 toe tot de Europese Unie. Van 2007 tot 2015 regeerde een coalitie met twee katholieke (conservatief-liberale) partijen. Sinds 2015 regeert een conservatief-nationalistisch kabinet. De partij Recht en Rechtvaardigheid (PiS) won in oktober van dat jaar de verkiezingen en nam de macht over. Sinds december 2017 is Mateusz Morawiecki minister-president. Ook de president, Andrzej Duda, komt uit deze partij. Bij de parlementsverkiezingen van oktober 2019 behield PiS de meerderheid.
- 8.De inbreukprocedure (ook wel beroep wegens niet-nakoming genoemd) wordt gebruikt wanneer een lidstaat Europese wetgeving niet uitvoert. Door middel van de inbreukprocedure kunnen lidstaten verplicht worden Europese regelgeving alsnog goed en volledig toe te passen.
- 9.Viktor Orbán (1963) is sinds 29 mei 2010 minister-president van Hongarije. Hij is leider van de centrumrechtse/christendemocratische partij Fidesz. Orbán speelde een belangrijke rol bij de overgang van Hongarije van het communisme naar de democratie. Hij was oprichter van Fidesz, aanvankelijk een liberale jongerenbeweging. In 1990 werd hij lid van het Hongaarse parlement. Als leider van Fidesz-Hongaarse Volksparij werd hij in 1998 premier, tot 2002. Daarna was hij tot 2010 oppositieleider.
- 10.Frans Timmermans (1961) is sinds 23 november 2023 fractievoorzitter van GroenLinks-PvdA in de Tweede Kamer. Sinds 6 december 2023 is hij Tweede Kamerlid en eerder was hij dat in 1998-2007 en 2010-2012 voor de PvdA. Van 1 november 2014 tot 22 augustus 2023 was de heer Timmermans vicevoorzitter van de Europese Commissie. In de Commissie-Juncker was hij verantwoordelijk voor 'betere regulering' en duurzame ontwikkeling en in de Commissie-Von der Leyen voor de Europese Green Deal. De heer Timmermans was in 2012-2014 minister van Buitenlandse Zaken in het kabinet-Rutte II. Daarvoor was hij staatssecretaris van Buitenlandse Zaken (belast met Europese samenwerking) in het kabinet-Balkenende IV. Eerder was hij adviseur en particulier secretaris van dr. M. van der Stoel, Hoge Commissaris nationale minderheden van de OVSE.
- 11.In deze instelling van de Europese Unie (kortweg 'de Raad van Ministers' of nog korter 'de Raad' genoemd) zijn de regeringen van de 27 lidstaten van de EU vertegenwoordigd. De Raad oefent samen met het Europees Parlement de wetgevings- en begrotingstaak uit.
- 12.Na de verwoestende Tweede Wereldoorlog was er in Europa grote behoefte aan een organisatie die zich zou richten op het bevorderen van mensenrechten en democratie. In 1949 richtten Europese landen daarom de Raad van Europa op. Dit orgaan is géén onderdeel van de Europese Unie en moet niet verward worden met de Raad van de Europese Unie of de Europese Raad. Vrijwel alle Europese landen zijn lid.
- 13.De Republiek Malta, dat het gelijknamige eiland en de eilanden Gozo en Comino in de Middellandse Zee omvat, behoort sinds 1 mei 2004 tot de Europese Unie. Malta wordt sinds 2013 bestuurd door de centrumlinkse Partit Laburista (de arbeiderspartij). In 2020 trad premier Joseph Muscat af vanwege een politieke crisis naar aanleiding van de moord op een journaliste. Hij werd opgevolgd door Robert Abela.
- 14.Sophie in 't Veld (1963) was van 20 juli 2004 tot 16 juli 2024 lid van het Europees Parlement. Tot juni 2023 was dat voor D66, daarna stapte zij over naar Volt. Zij maakte deel uit van de fractie Renew Europe. Mevrouw In 't Veld was lijsttrekker van D66 bij de Europese verkiezingen 2004, 2009, 2014 en 2019. Zij was voor Volt België één van de lijsttrekkers bij de Europese verkiezingen in 2024. Mevrouw In 't Veld is historica en was sinds 1994 werkzaam in Brussel, eerst als medewerker van een Europarlementariër en vanaf 1996 als secretaris van de Europese Liberaal-Democratische fractie bij het Comité van de Regio's. Mevrouw In't Veld hield zich in het Europees Parlement bezig met burgerlijke vrijheden en mensenrechten.
- 15.De Europese Commissie voor Democratie door Recht, ook wel de Commissie van Venetië genoemd, werd in 1990 opgericht om te helpen bij de overgang van de Oost-Europese staten naar een democratisch systeem. De commissie is een adviesorgaan van de Raad van Europa. De leden van de commissie komen vier keer per jaar samen in Venetië (Italië).
- 16.De Republiek Slowakije is één van de jongste landen ter wereld. Het is gesticht in 1993 toen het zich afscheidde van Tsjecho-Slowakije. Sinds 1 mei 2004 maakt het land deel uit van de Europese Unie. Tot 1989 was Tsjecho-Slowakije een communistische staat in de invloedssfeer van de Sovjet-Unie. Sinds mei 2023 is Ludovit Ódor de interim-premier van Slowakije. Hij volgt Eduard Heger op die premier werd in april 2021, maar twee jaar later aftrad nadat meerdere ministers waren opgestapt. Vanaf december 2022 was dit kabinet na een aangenomen motie van wantrouwen al een interim-kabinet met beperkte bevoegdheden.
- 17.Roemenië is een republiek in Zuidoost-Europa. Het land grenst aan de Zwarte Zee, Bulgarije, Servië, Oekraïne, Hongarije en Moldavië. De huidige president is de conservatief-liberaal Klaus Iohannis van de partij PNL. Tussen 1965 en 1989 maakte Roemenië deel uit van de Sovjet-Unie.
- 18.Viorica Dăncilă (1963) was van januari 2018 tot november 2019 minister-president van Roemeniė. In de periode 2009-2018 was zij lid van het Europees Parlement. Dăncilă maakte toen namens de "Partidul Social Democrat" deel uit van de Fractie Progressieve Alliantie van Socialisten en Democraten. Eerder werkte zij als mijnbouwkundig ingenieur bij een energiebedrijf en was zij docent.
- 19.De Republiek Bulgarije is een land in Zuidoost-Europa. Het land grenst aan Roemeniė, Serviė, Noord-Macedoniė, Griekenland en Turkije. Bulgarije is op 1 januari 2007 lid geworden van de Europese Unie.
- 20.Bojko Borisov (1959) was van 4 mei 2017 tot 11 mei 2021 minister-president van Bulgarije. Eerder was hij dat in 2009-2013 en van november 2014 tot januari 2017. Hij was voorheen beveiliger, politiechef en staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en in 2004-2009 burgemeester van Sofia. Borisov was ook trainer van het nationale karate-team van Bulgarije. In 2006 richtte hij de beweging 'Burgers voor een Europese Ontwikkeling van Bulgarije' op.
- 21.Andrej Babis (1954) was van december 2017 tot november 2021 minister-president van Tsjechië. Hij is leider van de populistische partij ANO. Babis was ondernemer en eigenaar van één van de grootste Tsjechische bedrijven, Agrofert. In 2011 richtte hij ANO op en in 2013 werd hij parlementslid. In het kabinet-Sobotka was hij vicepremier en minister van Financiën.
- 22.De Tsjechische Republiek is een land in Centraal-Europa. Het land grenst aan Duitsland, Polen, Slowakije en Oostenrijk. De huidige minister-president is Petr Fiala.
- 23.De Republiek Griekenland is een overwegend agrarisch land dat honderden eilanden omvat. Sinds 1981 is het lid van de Europese Unie. Griekenland wordt beschouwd als de bakermat van de democratie en heeft een rijke culturele historie. De huidige minister-president is Kyriakos Mitsotakis van de centrumrechtse partij Néa Dimokratía.
- 24.Deze onderzoekscommissie van het Europees Parlement doet onderzoek naar vermeende schendingen van EU-wetgeving door het gebruik van Pegasus en soortgelijke spionagesoftware door onder andere Hongarije en Polen. De commissie gaat zich richten op bestaande nationale wetten over surveillance op burgers, en of Pegasus-spyware gebruikt is voor politieke doeleinden tegen bijvoorbeeld journalisten, politici en advocaten.