Kabinet wil voortaan breder opereren in Brussel
Hoe Europa in het Nederlandse belang te bespelen? De regering gaat in Brussel daartoe breder opereren en lobbyen. Dat verloopt vooral via de Permanente Vertegenwoordiging2 (PV/EU). Zij ziet diverse aangrijpingspunten zoals meer persbriefings voor buitenlanders; meer greep krijgen op het opereren van de Europese Commissie3 en extra aandacht voor het Europees Parlement4 als vandaag invloedrijk medewetgever.
Inhoudsopgave
Vroeger stemde de Permanente Vertegenwoordiging haar activiteiten sterk af op de Raad van Ministers5, want daar vielen de besluiten. Door het Verdrag van Lissabon6 (2009) kreeg het Europees Parlement als medewetgever meer invloed. Tegelijk gaf de komst van een vaste voorzitter7 met een eigen agenda de Europese Raad8 vleugels. Voorheen waren er vier toppen per jaar; tegenwoordig soms vier per maand. De ervaring heeft bovendien geleerd dat je de Commissie moet contacteren vóórdat die met voorstellen komen, en niet daarna, zoals nog vaak gebeurt.
Voorheen werd de PV/EU –met een staf van ruwweg honderd functionarissen- gezien als het Brusselse filiaal van Buitenlandse Zaken in Den Haag. Vandaag is zij hét aanspreekpunt om invloed te verwerven in de Europese politieke arena voor alle departementen, voor onze volksvertegenwoordiging, maar bijvoorbeeld ook voor de provincies, andere overheidsinstellingen en het bedrijfsleven.
Belangrijke nieuwe hefboom om het Nederlandse standpunt over te brengen zijn de media. Opereerden de Europese instellingen twee decennia geleden nog elk vanuit hun eigen beslotenheid, vandaag maken sociale media en elektronische berichtgeving alles openbaar en transparant. Belangrijk was de komst twee jaar geleden van het super actieve Amerikaans/Duitse persbureau Politico. Vooral de Commissie maar ook Europarlementsleden gebruiken Politico strategisch via gerichte lekken. Zodoende ligt wat er in de Brusselse burelen speelt snel op straat.
Als bijvoorbeeld toponderhandelaar Michel Barnier een persconferentie geeft over de Brexit, dan vragen journalisten vandaar af meteen per smartphone commentaar aan de PV´s. Tien jaar geleden was zoiets onvoorstelbaar.
´Journalisten doen verslag op twitter, spreken online met hun bronnen en bemachtigen documenten in softcopy die zich vervolgens razendsnel door de Brusselse ´bubbel´ verspreiden. Tegelijk haakt de Commissie hierop in met haar gigantische voorlichtingsapparaat. Zij probeert via de media de regeringen in de hoofdsteden gunstig te stemmen voor haar ideeën. Het Europees Parlement doet daaraan volop mee. Officieel telt Brussel drie instellingen: de Ministerraad5, de Commissie3 en het Europees Parlement4. Voeg de media daar maar als nieuwe ‘instelling’ aan toe. Dat heeft verregaande gevolgen voor het ambtelijke lobbywerk ’, aldus een doorgewinterde diplomaat.
In de vorige eeuw waren de Brusselse mediacorrespondenten nogal eens afhankelijk van hun eigen nationale PV. Vandaag hebben zij véél meer keuze. Vanaf de jaren vijftig toen de EU startte, was er al de dagelijkse Midday-briefing van de Commissie in haar Berlaymont hoofdkwartier.
Daarnaast wemelt het vandaag van vergelijkbare bijeenkomsten van de Raad van Ministers, het Europees Parlement, de reeks rivaliserende in politieke fracties daar, de reeks parlementscommissies (van visserij tot buitenlandse zaken), de genoemde 28 nationale PV’s, het Raadsvoorzitterschap9, het Hof van Justitie10, de Europese Centrale Bank11, talloze denktanks en lobbyorganisaties (van de bijenhouders tot de Europese Bankenfederatie). Zij besprenkelen de correspondent met info om zo hun eigen positie in de onderhandelingsarena te versterken.
Er is nu zelfs sprake van informatie-overkill. Iedere mediacorrespondent moet dagelijks kiezen waar zich te gaan laven aan de stroom info. Dit Brussel doet denken aan onze jaren als correspondent in Washington DC. Daar moest je destijds al iedere ochtend kiezen uit talloze briefings, persconferenties, publicaties terwijl de stroom van elektronisch nieuwsverkeer nog niet eens bestond. Brussel begint als ‘hoofdstad van Europa’ op Washington te lijken.
Wie langer meeloopt, ziet hoe de Nederlandse overheidslobby daar verandert. Vanaf het begin van Europa in 1958 tot ongeveer 2010 voerde onze Permanent Vertegenwoordiger een halve eeuw lang iedere maand een vertrouwelijk (off-the-record) gesprek met de vaste Nederlandse correspondenten. ‘Ik heb steeds ronduit met de Nederlandse correspondenten in Brussel gepraat. Nooit heb ik daarvan spijt gehad. Nooit was er een ‘lek’’, schreef de allereerste Nederlandse Permanent Vertegenwoordiger J. Linthorst Homan12 (1958-1962) in zijn ‘Levensherinneringen’ (Van Gorcum, Assen, 1974, blz. 242).
Beide ‘partijen’ hadden voordeel bij zo’n uitwisseling. De ambassadeur hoorde wat er leefde en kon dat met zijn insider informatie bijsturen. Terwijl de journalisten betere stukken schreven nu zij de achtergronden kenden. Dat waren interessante middagen! Boeiend waren -zonder uit de school te klappen- bijvoorbeeld de exposés van de latere minister van Buitenlandse Zaken, van 1992 tot 2003 (recordlang) de PV/EU, Bernard Bot13. Het is niet duidelijk waarom deze nuttige bijeenkomsten rond 2010 zijn uitgedoofd. Aan de belangstelling van de correspondenten lag het zeker niet.
Tegenwoordig ontmoet Permanent Vertegenwoordiger Robert De Groot14 de circa vijftien Nederlandse correspondenten aan de vooravond van iedere officiële Europese Raad met de agenda als hoofdschotel. Bovendien organiseert de PV voor iedere vakraad - bijvoorbeeld de befaamde EcoFin15 maar ook de wat minder sexy Visserijraad16- een persbriefing afgestemd op de Nederlandse standpunten en belangen.
Robert de Groot - Strategie van het Nederlands voorzitterschap voortzetten
Een recent plan om die briefings Engelstalig en zo voor alle 850 Brusselse correspondenten toegankelijk te maken, is van de baan. Een deel van de Nederlandse journalisten vreesde (terecht) dat de specifiek Nederlandse invalshoek, waarover zij nu juist moeten berichten, dan in het gedrang komt. Daarom wordt de internationale pers nu vanuit de PV/EU apart actief benaderd zodra onze opinies of belangen daarom vragen.
Op de vooravond van elke vergadering van de Europese Raad van Ministers houdt de PV van het EU-Raadsvoorzitterschap9 een internationale persbriefing. Meteen na afloop is er een persconferentie van de minister die de vergadering leidde. Tegelijk zijn dan de nationale ministers aanspreekbaar. Er zijn bijna wekelijks enkele Ministerraden, dus ruwweg honderd per jaar. Daar komen meestal twee tot vierhonderd honderd journalisten uit de hele wereld op af.
Zo’n voorzitterschap duurt zes maanden en elk EU-land komt bij toerbeurt aan zet. Momenteel is dat Estland17, vanaf Nieuwjaar Bulgarije, later in 2018 gevolgd door Oostenrijk. De PV/EU van die landen en vooral ook de bewindspersonen trekken dan uiteraard internationaal grote aandacht.
Pieter de Gooijer - Succesvol Nederlands EU-Raadsvoorzitterschap
Aanknopingspunt voor het versterken van de overheidslobby in Brussel is een niet gepubliceerde evaluatie van het succesvolle Nederlandse EU-voorzitterschap18 van 2016. Onder leiding van ambassadeur Pieter de Gooijer19 is Nederland toen, samen met het Directoraat-Generaal Europese Samenwerking, er duidelijk in geslaagd invloed uit te oefenen. Dit zowel bij de Raad van Ministers als bij de Commissie en het Europees Parlement, aldus de evaluatie.
Zij is door de secretarissen-generaal van de gezamenlijke Haagse ministeries overgenomen. Het is nu de bedoeling om die werkwijze door te trekken naar de toekomst. Die strategie wordt met andere woorden voor de begin dit jaar aangetreden Permanent Vertegenwoordiger, Robert de Groot14, hét instrument om de succesformule van ons voorzitterschap voort te zetten.
Genoemde evaluatie wijst onder andere op de prima relatie tijdens dat voorzitterschap van de Nederlandse PV/EU met de buitenlandse media. Zij wil die invloed bij die media in Brussel nu verankeren en tegelijk uiteraard de Nederlandse journalisten blijven bedienen. Tientallen jaren telde de PV/EU één woordvoerder. Binnenkort zijn dat er drie waarvan een specialist sociale media.
Lobbyen is het beïnvloeden van de beslissers elders. Zie hoe voormalig vicepremier Wouter Bos20 recent onverwacht de lucratieve vestiging van het Europees Geneesmiddelen Agentschap21 Amsterdam binnen hengelde. Dit was een schoolvoorbeeld van geslaagd lobbyen. Oost-Europa, dat zulke EU-bureaus nog nauwelijks kent, was daarom aanvankelijk favoriet.
Bos c.s. verdedigde de voorkeur voor West-Europa van het hooggekwalificeerde 900-koppige personeel. Bos bracht verder het belang van snelle toelating van nieuwe medicijnen in als mede doorslaggevend. Zo kantelde het beeld. Nederland won uiteindelijk van het afgelegen Slowaakse Bratislava en de andere concurrenten.
In het algemeen bestaat zulk lobbywerk in Brussel uit goed luisteren naar het debat in de vergadersteden Brussel, Luxemburg en Straatsburg en daar vroegtijdig interveniëren. Neem de Commissie. Daar is de lange voorbereidende fase van de besluitvorming cruciaal waarin zij haar voorstellen voor Europese wetgeving laat ontkiemen. Wie daar zijn belang weet te enten hoeft er alleen nog op te letten dat anderen dit later niet weer wegkrassen. Intussen gaat het lobbywerk volop door tijdens de finale onderhandelingen in de Raad van Ministers en de Europese Raad.
Verder is de betekenis van het Europees Parlement als medewetgever op tal van dossiers uitgebreid. Dit betekent dat meer dan voorheen de PV hiermee contacten onderhoud om onze belangen kenbaar te maken, voor zover de parlementsleden die al niet kennen via hun partijbanden.
Het toneel waarop Nederland in Brussel speelt is sinds de eeuwwisseling totaal veranderd. Het aantal EU-landen verdubbelde, waardoor hun afzonderlijke invloed binnen de 28 aangesloten landen halveerde. Het aandeel van een land in de Europese burgerij is een manier om de invloed aan de Brusselse vergadertafels te meten.
Nederland scoort daar een bescheiden 3,3 procent van de bevolking van de EU. Wordt in de Europese Commissie gestemd, dan komen wij met de stem van vicevoorzitter Frans Timmermans22 -een op de 28- ook niet veel verder dan 3,5 procent. Idem zo in de Europese Raad met premier Rutte als een van de 28 leiders. 26 Nederlanders op de 751 leden betekenen in het Europees Parlement ook al niet meer dan drie procent invloed.
Nederland schommelt qua aandeel in het bruto nationaal product van de EU rond de vier procent. Zeg kortom dat wij als Nederland vijf procent aan gewicht inbrengen. Dan betekent dit dat de EU wetgeving maakt die voor 95 procent door buitenlanders wordt bepaald. Daarmee is de noodzaak van een sterke Brusselse overheidslobby wel duidelijk.
Op basis van het bevolkingsaandeel heeft Duitsland in de EU maar zestien procent invloed. Tegelijk weet iedere krantenlezer dat Berlijn verregaand Europa aanstuurt, vooral via kanselier Angela Merkel23. Zo zie je dat bovenstaand sommetje met vier of vijf procent invloed voor Nederland niet helemaal klopt.
Nederland heeft extra invloed wegens onze centrale ligging, een ijzersterke economie en een poldermodel voor duurzame binnenlandse rust. Verder telt dat minister-president Mark Rutte24, na Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker25 en kanselier Merkel, in het Europese topberaad de langstzittende is. Rutte heeft de jarenlange storm rond de Griekse euro helemaal meegemaakt.
Hoogtepunt van ons voorzitterschap was de rol van Rutte op 6 maart 2016 in nachtelijk beraad met kanselier Merkel en zijn Turkse collega Davutoglu. Dit drietal heeft daar de befaamde EU-Turkije deal gesloten over het afkappen van de stroom vluchtelingen en migranten. Donald Tusk26, de voorzitter van de Europese Raad, noch Commissievoorzitter Juncker waren voor dit topberaad gevraagd, maar Rutte wel.
Frans Timmermans als eerste vicevoorzitter van de Commissie, Jeroen Dijsselbloem27, voorzitter van de Eurogroep28 en Alexander Italianer als secretaris-generaal (de hoogste ambtelijke functionaris) bij de Commissie, geven ons extra invloed. Die drie zitten daar wel voor Europa. Maar zij hebben tegelijk oog voor hun vaderland. Onze toegang tot deze topspelers is een belangrijke pre zodra urgente kwesties spelen.
Een lid van het kabinet van Tusk26 meent zelfs dat Nederland na Duitsland en Frankrijk de nummer drie is binnen het Europa van de 28. ´Want het Verenigd Koninkrijk is weg. Polen staat met zijn eurokritische houding buitenspel. En dat geldt evenzo voor Italië en Spanje wegens hun voortdurende binnenlandse perikelen´. Het is kortom met die invloed per land maar hoe je het bekijkt.
‘Hoe beïnvloeden Nederlandse belangengroepen de EU?’ is een hoofdstuk in het recente boek van professor-emeritus Rinus van Schendelen, dé Nederlandse expert op dit terrein. In zijn Beïnvloeding in Europa. Achter de schermen van belangengroepen (Uitgeverij AUP, 300 blz. 19,99 euro) blijkt hij weinig onder de indruk van de Nederlandse regeringslobby in Brussel.
Volgens een rapport van bureau VoteWatch.eu is Nederland de nummer 4 op de 28 landen als nee-stemmer in de Europese Raad van Ministers. Hier weerspiegelt zich de eurokritische houding van onze burgerij. ‘De hechte steun voor de EU is voorbij: leiders zijn verdeeld en burgers veranderd van positief-onverschillig naar twijfelend-betrokken’, zo betreurt Van Schendelen. Tegen die achtergrond is de eurokritische Nederlandse opstelling in Brussel zodra er gestemd wordt begrijpelijk.
Vijf jaar geleden is de klassieke staatssecretaris voor Europese Zaken na meer dan een halve eeuw ineens afgeschaft. Ministeries als Financiën (zorgen over onze forse betalingen aan de EU), Sociale Zaken (de ‘Poolse loodgieter’) staan niet bekend als grote fans van meer Europa. Bovendien ‘negeren veel ministeries de vaak beter geïnformeerde Nederlandse Permanente Vertegenwoordiging’ zo schrijft Van Schendelen. Daardoor staan zij volgens hem zwakker in de Brusselse onderhandelingsarena.
Daar komt bij dat in de opbouw van de EU een onzichtbare maar toch krachtige ‘sluipende europeanisering’ zit. Die vloeit vooral voort uit de artikelen 3 tot en met 6 van het Verdrag Werking EU29 via de daar beloofde volledige interne markt en vrije concurrentie. Daarnaast is er nog de ‘rollende europeanisering’, dat is de brede horizontale uitwerking van Europese wetgeving, vooral aangestuurd vanuit Den Haag. Het publiek heeft die onstuitbare ontwikkelingen door gekregen en reageert deels afwijzend.
Minister Halbe Zijlstra30 van Buitenlandse Zaken zei bij zijn start in Europa op 9 november ‘dat veel mensen de EU vandaag niet als deel van de oplossing, maar juist als deel van het probleem zien. Ze vragen zich af wat de EU hún ooit heeft opgeleverd. Voor sommigen is dit hele Unie-project op zijn best een verstandshuwelijk. Anderen zien zelfs daar niets in, zij dromen van een scheiding’. Zijlstra belooft dat hij ’hun zorgen en angsten serieus neemt’.
Van Schendelen concludeert dat de regering in Brussel in een spagaat zit. Enerzijds is er die kritische burgerij en anderzijds vanuit Brussel de projecten voor weer meer Europa. Daarbij is de invloed van ons nationale parlement op de besluitvorming in de EU minimaal. De staf van de Tweede Kamer volgt amper twee procent van de 2500 jaarlijkse bindende EU-besluiten nauwkeurig.
Tegelijk geldt voor het Nederlandse bedrijfsleven dat onze belangen wel degelijk volop in de EU liggen. Driekwart van onze export blijft binnen de Europese Unie. Hoe dek je die belangen veilig af? Van Schendelen betoogt dat lobbywerk voor 85 procent je huiswerk maken is. Je slaagt echt alleen als jouw thuisfront (variërend van de pluimveehouders tot de Nederlandse publieke opinie en van Philips tot de FNV) echt weet wat het precies met Europa wil. Dan pas is een strategie te bedenken met een kansrijk actieplan.
Hier ligt het probleem van de Nederlandse regering (in welke samenstelling ook). Nederland weet geen weg met de EU en weet daarom niet wat het van Brussel verwacht. Vandaar die verlammende spagaat.
Iedereen doet dagelijks aan belangenbehartiging, al is het maar voor zichzelf. In een soort van telegramstijl (met wat veel afkortingen) geeft dit boek een cascade van tips en voorbeelden van hoe de EU binnenskamers en extern werkt. ‘Voor wie de Brusselse besluitvormingsprocessen en de Nederlandse reacties erop effectiever wil beïnvloeden, is dit boek van grand old man Van Schendelen beslist een aanrader’, aldus genoemde insider Pieter de Gooijer op de boekcover.
- 1.Jan Werts is sinds 1976 journalist en publicist in Brussel, waar hij eerder onder meer werkte als correspondent van de Haagsche Courant. Verder was hij zes jaar als journalist werkzaam in Washington. Hij promoveerde in 1991 aan de Vrije Universiteit Brussel in het Europees en internationaal recht op een dissertatie over de Europese Raad. In 2008 verscheen hiervan een herziene versie. Schrijft analyses over Europese Toppen, gebundeld in het document Hoe Europa al tien jaar lang crises bevecht - 100 plus analyses van Jan Werts.
- 2.De Permanente Vertegenwoordiging van Nederland bij de Europese Unie is een afvaardiging van ambtenaren die de belangen van Nederland behartigt. De lidstaten van de Europese Unie hebben elk een Permanente Vertegenwoordiging in Brussel. Op dit moment is Robert de Groot de Permanente Vertegenwoordiger van Nederland in Brussel.
- 3.Deze instelling van de Europese Unie kan worden beschouwd als het 'dagelijks bestuur' van de EU. De leden van de Europese Commissie worden 'Eurocommissarissen' genoemd. Elke Eurocommissaris is verantwoordelijk voor één of meerdere beleidsgebieden.
- 4.Het Europees Parlement (EP) vertegenwoordigt ruim 450 miljoen Europeanen en bestaat momenteel uit 720 afgevaardigden (inclusief voorzitter). Nederland heeft 31 zetels in het Europees Parlement. Het Europees Parlement wordt geacht een stem te geven aan de volkeren van de 27 landen die aan de Unie deelnemen, en vooral te letten op het belang van de Unie in zijn geheel.
- 5.In deze instelling van de Europese Unie (kortweg 'de Raad van Ministers' of nog korter 'de Raad' genoemd) zijn de regeringen van de 27 lidstaten van de EU vertegenwoordigd. De Raad oefent samen met het Europees Parlement de wetgevings- en begrotingstaak uit.
- 6.Dit Europese verdrag voerde een aantal hervormingen door om de Europese Unie democratischer en beter bestuurbaar te maken nadat in 2004 en 2007 twaalf nieuwe landen lid zijn geworden van de Europese Unie. Het Verdrag van Lissabon is op 1 december 2009 in werking getreden.
- 7.De vaste voorzitter van de Europese Raad leidt de werkzaamheden van deze Raad, die bestaat uit Europese regeringsleiders of staatshoofden. Ook treedt de vaste voorzitter op als vertegenwoordiger van de Europese Raad in contacten met andere regeringsleiders en staatshoofden. Deze functie, ook wel (ten onrechte) de 'president van de Europese Unie' genoemd, is in 2009 ingevoerd door het Verdrag van Lissabon.
- 8.De Europese Raad bestaat uit de regeringsleiders of staatshoofden van de 27 lidstaten van de Europese Unie, de vaste voorzitter en de voorzitter van de Europese Commissie. Alleen de regeringsleiders of staatshoofden hebben stemrecht tijdens de vergaderingen. De Europese Raad heeft geen wetgevingstaak, maar stelt wel de politieke richting van de EU vast.
- 9.Elk half jaar (van januari t/m juni en van juli t/m december) wordt de Europese Unie afwisselend voorgezeten door een lidstaat. Het land dat voorzitter is, leidt de vergaderingen van de Raad van de Europese Unie. Het Voorzitterschap van de Raad speelt een essentiële rol bij de sturing van het wetgevend en politiek besluitvormingsproces.
- 10.Het in 1952 opgerichte Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ-EU) moet ervoor zorgen dat de wetten en regels die in Europa gemaakt worden, goed worden toegepast. De Europese wetten - het gemeenschapsrecht - moeten in alle lidstaten hetzelfde worden uitgevoerd. Het Hof van Justitie ziet er verder op toe dat het EU-recht in alle lidstaten op dezelfde manier wordt toegepast.
- 11.De Europese Centrale Bank (ECB) is verantwoordelijk voor het monetaire beleid van de Unie. De basisdoelstelling van de ECB is het handhaven van de prijsstabiliteit binnen de eurozone en daarmee het bewaken van de koopkracht en het beheersen van de inflatie.
- 12.Telg uit een bekend Drents regentengeslacht, die in 1937 Commissaris van de Koningin in Groningen werd. Was aanvankelijk werkzaam als advocaat en later burgemeester van Vledder. Werd vooral bekend als lid van het Driemanschap dat in 1940 leiding gaf aan de Nederlandse Unie. Aanhanger van 'vernieuwing' van de Nederlandse samenleving via het doorbreken van de bestaande verzuiling. Goede bedoelingen leidden echter al spoedig tot te grote toegeeflijkheid jegens de Duitse bezetter. Na de opheffing van de Unie in 1941 in de jaren 1942-1944 gijzelaar in Sint-Michielsgestel. Keerde na de oorlog niet terug als Commissaris, maar kreeg later wel ambtelijke en diplomatieke functies.
- 13.Ervaren diplomaat die in 2003 De Hoop Scheffer opvolgde als CDA-minister van Buitenlandse Zaken in het kabinet-Balkenende II. Zoon van Indisch ambtenaar, diplomaat en minister Theo Bot. Zat in zijn jonge jaren in een Japans concentratiekamp. Was werkzaam op diverse diplomatieke posten, laatstelijk als ambassadeur in Turkije, en werd in 1989 secretaris-generaal van Buitenlandse Zaken. Daarna tot zijn pensionering vertegenwoordiger bij de Europese Unie. Beschikte over een uitgebreid internationaal netwerk en had als minister veel gezag. Zette zich na de negatieve uitkomst van het referendum over de Europese Grondwet in voor herstel van de Nederlandse positie in de EU.
- 14.Robert de Groot (1961) is sinds 2 mei 2017 de Nederlandse permanent vertegenwoordiger bij de EU. De Groot was hiervoor directeur-generaal Europese Zaken op het Ministerie van Buitenlandse Zaken waar hij, op een uitstapje als adviseur voor toenmalig minister-president Wim Kok na, zijn gehele loopbaan heeft gewerkt.
- 15.De raadsformatie Economische en Financiële Zaken (ECOFIN) bestaat uit de ministers (of staatssecretarissen) van economische zaken en/of financiën. Deze raad vergadert formeel één keer per maand, ook informele bijeenkomsten zijn mogelijk. Namens Nederland sluit doorgaans minister van Financiën Eelco Heinen (VVD) aan.
- 16.De raadsformatie Landbouw en Visserij (AGRIPECHE) bestaat uit de ministers van landbouw en/of visserij. Deze Raad vergadert formeel één keer per maand, ook informele bijeenkomsten zijn mogelijk. Namens Nederland sluit doorgaans minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (momenteel vacant) aan.
- 17.Van 1 juli tot en met 31 december 2017 vervulde Estland het voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie. Estland was de opvolger van Malta. Het was de eerste keer dat dit land het voorzitterschap bekleedde. Belangrijke prioriteiten voor Estland waren de interne markt en de digitale interne markt in het bijzonder, de energie-unie en de verdere integratie van Oost-Europese landen in de Europese Unie. Ook wilde Estland tijdens het voorzitterschap online oplossingen en informatievoorziening in het Europees beleid promoten.
- 18.Van 1 januari tot en met 30 juni 2016 vervulde Nederland voor de twaalfde keer het voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie. Prioriteiten waren: een strategische agenda voor de EU in tijden van verandering, banen scheppen door innovatieve groei, en verbinding zoeken met maatschappelijke actoren. Nederland kreeg als voorzitter verder te maken met de migratiecrisis en het Britse referendum over het lidmaatschap van de EU.
- 19.Pieter de Gooijer (1955) was van 2011 tot januari 2017 de Nederlandse permanent vertegenwoordiger bij de EU. Eerder was hij diplomaat in Ankara en Washington en directeur-generaal politieke zaken op het ministerie van Buitenlandse Zaken. Sinds 2017 is hij ambassadeur in Parijs.
- 20.Uit het bedrijfsleven afkomstige partijleider van de PvdA in de jaren 2002-2010. Werkte na zijn studie economie en politicologie ruim negen jaar in binnen- en buitenland voor Shell. Werd daarna Tweede Kamerlid en spoedig staatssecretaris van Financiën. In 2002 de eerste direct gekozen lijsttrekker van de PvdA. Leidde in 2003 zijn partij naar electoraal herstel, maar zag onderhandelingen met het CDA mislukken. Na vier jaar oppositie in 2007 vicepremier en minister van Financiën. Oogstte waardering voor de wijze waarop hij de gevolgen van de internationale financiële crisis aanpakte. Niet lang na de breuk in het kabinet-Balkenende IV koos hij voor zijn jonge gezin en verliet hij de politiek. Goed debater, die echter soms aarzelde over de koers van zijn partij. Tegenstanders betichtten hem daarom wel van 'draaien'. Was bestuursvoorzitter van VU Medisch Centrum en is nu voorzitter van het bestuur van Menzis.
- 21.Dit agentschap houdt toezicht op de kwaliteit van geneesmiddelen voor mens en dier binnen de EU. Het coördineert de beoordeling en bewaking van geneesmiddelen in de EU. Sinds 2022 houdt het agentschap zich ook bezig met het opsporen en voorkomen van medicijntekorten en medische hulpmiddelen in de EU.
- 22.Frans Timmermans (1961) is sinds 23 november 2023 fractievoorzitter van GroenLinks-PvdA in de Tweede Kamer. Sinds 6 december 2023 is hij Tweede Kamerlid en eerder was hij dat in 1998-2007 en 2010-2012 voor de PvdA. Van 1 november 2014 tot 22 augustus 2023 was de heer Timmermans vicevoorzitter van de Europese Commissie. In de Commissie-Juncker was hij verantwoordelijk voor 'betere regulering' en duurzame ontwikkeling en in de Commissie-Von der Leyen voor de Europese Green Deal. De heer Timmermans was in 2012-2014 minister van Buitenlandse Zaken in het kabinet-Rutte II. Daarvoor was hij staatssecretaris van Buitenlandse Zaken (belast met Europese samenwerking) in het kabinet-Balkenende IV. Eerder was hij adviseur en particulier secretaris van M. van der Stoel, Hoge Commissaris nationale minderheden van de OVSE.
- 23.Angela Merkel (1954) was van 22 november 2005 tot 8 december 2021 bondskanselier van Duitsland. Zij leidde sinds 2018 een coalitie van CDU/CSU met de SPD. Zij is scheikundige en werkte als wetenschapper in de DDR. In 1990 werd zij voor de CDU lid van de Bondsdag. In 1991-1994 was Angela Merkel minister voor vrouwen- en jeugdzaken en in 1994-1998 minister van milieu. In 2000 volgde zij Helmut Kohl op als voorzitter van de CDU.
- 24.Mark Rutte (1967) is sinds 1 oktober 2024 secretaris-generaal van de NAVO. Hij was van 14 oktober 2010 tot 2 juli 2024 minister-president en minister van Algemene Zaken. Sinds 2006 was hij politiek leider van de VVD. In 2006-2010 was de heer Rutte fractievoorzitter van de VVD in de Tweede Kamer. Hij was van 17 juni 2004 tot 28 juni 2006 staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap belast met wetenschapsbeleid, beroepsonderwijs en studiefinanciering. Daarvoor was hij bijna twee jaar staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid belast met onder andere volksverzekeringen, bijstand en arbeidsomstandigheden. De heer Rutte was eerder voorzitter van de JOVD en manager bij een werkmaatschappij van Unilever.
- 25.Jean-Claude Juncker (1954) was van 1 november 2014 tot 1 december 2019 voorzitter van de Europese Commissie. Hij werd op 15 juli 2014 gekozen. Juncker was in 1995-2013 minister-president van Luxemburg. Eerder was hij staatssecretaris en minister onder meer van financiën. Hij bekleedde daarnaast functies bij de Wereldbank en het IMF. In 2005-2013 was hij voorzitter van de eurogroep. Juncker is lid van de Christelijke Volkspartij en leidde een coalitie van christendemocraten en sociaaldemocraten. Hij is diverse malen onderscheiden met internationale prijzen, zoals de Walter Hallsteinprijs en de Karelsprijs.
- 26.Donald Tusk (1957) was van 1 december 2014 tot 1 december 2019 de vaste voorzitter van de Europese Raad. In november 2007-september 2014 was hij minister-president van Polen. Tusk was medeoprichter en leider van het conservatief-liberale (maar bij de christendemocratische Europese Volkspartij aangesloten) Burgerplatformum. Hij leidde als premier een coalitie van zijn partij en de Poolse Boerenpartij (PSL). Eerder was hij lid van het Lagerhuis en van de Senaat.
- 27.Vooraanstaande PvdA-politicus, die in 2000 Tweede Kamerlid werd en in 2012 verrassend minister van Financiën. Wageningse ingenieur en voor hij Kamerlid werd plaatsvervangend hoofd van het stafbureau algemene leiding van het ministerie van LNV. In de Kamer spoedig een gewaardeeerd woordvoerder integratiebeleid en in 2007-2008 voorzitter van de onderzoekscommissie onderwijsvernieuwingen. Later woordvoerder asiel en vicefractievoorzitter. Pragmatisch en degelijk. Noemde zichzelf 'niet het meest opgewonden type'. Slaagde er in het oplopende overheidstekort onder het kabinet-Rutte II om te buigen naar een overschot. Kreeg ook in de EU gezag en zag zich in januari 2013 gekozen worden tot voorzitter van de eurogroep. Speelde daardoor een centrale rol bij het bedwingen van de financiële problemen van Griekenland en bij het voorkomen van een bankencrisis op Cyprus. Sinds 13 september 2022 is hij burgemeester van Eindhoven.
- 28.De Eurogroep bestaat uit de ministers van Financiën van de landen die de euro als nationale munteenheid hebben ingevoerd (de eurozone). Dit samenwerkingsverband heeft als doel de coördinatie van economisch beleid binnen de muntunie te versterken en de financiële stabiliteit van de eurolanden te bevorderen. Het is strikt genomen een informeel orgaan en geen formatie van de Raad.
- 29.Het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VwEU) is een gewijzigde versie van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (EG). De gewijzigde versie is in 2009 van kracht geworden. In het VwEU staat wat de bevoegdheden zijn van de Europese Unie, en op welke manier de Europese Unie die bevoegdheden kan uitoefenen. Dit verdrag vormt samen met het Verdrag betreffende de Europese Unie de basis van de Europese Unie.
- 30.In de Stellingwerven geboren VVD-politicus die het tot staatssecretaris, fractievoorzitter en minister van Buitenlandse Zaken bracht, maar zijn politieke loopbaan abrupt moest afbreken. Voor hij in 2006 Tweede Kamerlid werd onder meer werkzaam bij Shell, directeur van een projectmanagmentsbureau en fractievoorzitter van de VVD in de gemeenteraad van Utrecht. Als Kamerlid hield hij zich bezig met de zorg en hoger onderwijs en was hij lid van de onderzoekscommissie onderwijsvernieuwingen. Voerde als staatssecretaris in het kabinet-Rutte I, ondanks veel protest, krachtdadig forse bezuinigingen in de cultuursector door. Tijdens Rutte II was hij als fractievoorzitter een belangrijke steunpilaar voor dat kabinet. Buitenlandse Zaken in Rutte III was als 'beloning' daarvoor te beschouwen, maar ontmaskering van een door hemzelf opgeklopt verhaal over de Russiche dreiging, dat hij in 2016 op het VVD-congres had verteld, ondermijnde zijn gezag en dwong hem tot vertrek.