Inbreukenpakket voor april: voornaamste beslissingen - Hoofdinhoud
Het maandelijkse pakket inbreukbeslissingen betreft verschillende gerechtelijke stappen van de Europese Commissie i tegen lidstaten die hun verplichtingen uit hoofde van het EU-recht i niet zijn nagekomen. De beslissingen betreffen vele sectoren en moeten ervoor zorgen dat het EU-recht correct wordt toegepast. Daar hebben zowel burgers als bedrijven baat bij.
De Commissie heeft vandaag 120 beslissingen genomen: bij 38 daarvan gaat het om een met redenen omkleed advies en bij 6 om een zaak die bij het Hof van Justitie van de Europese Unie aanhangig is gemaakt. Ook beëindigt de Commissie een aantal procedures waarin de problemen met de betrokken lidstaten zijn opgelost, zodat de Commissie de procedure niet hoeft voort te zetten.
Hieronder volgt een samenvatting. Voor nadere informatie over inbreukprocedures, zie MEMO/12/12. Zie voor meer details over alle beslissingen het register van inbreukbeslissingen.
1. Zaken die bij het Hof van Justitie aanhangig zijn gemaakt
Mededinging: Commissie daagt ITALIË voor Hof wegens verzuim onwettige steun terug te vorderen
De Europese Commissie heeft beslist Italië voor het Hof van Justitie van de EU te dagen omdat het de onrechtmatig toegekende staatssteun aan het hotelwezen in Sardinië niet volledig heeft teruggevorderd. De Commissie daagt Italië nu voor een tweede keer voor het Hof in verband met de steunverlening aan verschillende hotels in Sardinië, omdat de Italiaanse autoriteiten niet hebben voldaan aan het eerste arrest van het Hof uit maart 2012 (zaak C-243/10). Dat kwam er nadat de Commissie in een beschikking uit juli 2008 had vastgesteld dat de autonome regio Sardinië aan sommige hotelbedrijven steun had verleend die in strijd was met de voorwaarden in het door de Commissie goedgekeurde kader. De Commissie gelastte Italië circa 15 miljoen EUR onwettige steun terug te vorderen.
Thans is bijna 13 miljoen EUR (van de oorspronkelijke 15 miljoen EUR) nog steeds niet teruggevorderd. Daarom verzoekt de Commissie het Hof Italië een tweede keer te veroordelen en Italië een forfaitaire boete van circa 20 miljoen EUR op te leggen, naast een dwangsom van ongeveer 160 000 EUR per dag tot Italië de steun volledig heeft teruggevorderd en aldus een einde heeft gemaakt aan de inbreuk.
(meer informatie: IP/15/4872 - Ricardo Cardoso - tel. +32 229-80100)
Milieu: Commissie daagt FRANKRIJK voor Hof in verband met ontoereikende behandeling van afvalwater
De Europese Commissie daagt Frankrijk voor het Europees Hof van Justitie wegens het niet naleven van de EU-wetgeving inzake de behandeling van stedelijk afvalwater. In 17 agglomeraties voldoet de behandeling van afvalwater niet aan de EU-normen. Onbehandeld stedelijk afvalwater kan schadelijk zijn voor de gezondheid van de Europese burgers en het milieu. De Europese Commissie moet ervoor zorgen dat de zuivering van stedelijk afvalwater in de hele Europese Unie wordt gegarandeerd. Frankrijk werd in 2009 voor het eerst gewaarschuwd over dit specifieke geval, dat gebieden met een bevolkingsequivalent van 2 000 tot 15 000 mensen betreft.
De EU-regelgeving inzake stedelijk afvalwater dateert van 1991, maar zij voorzag in lange uitvoeringstermijnen. De lidstaten hadden tot eind 2000 de tijd om te zorgen voor een passende behandeling van het afvalwater van grote agglomeraties, en tot eind 2005 voor lozingen van middelgrote agglomeraties en lozingen in zoet water en estuaria van kleine agglomeraties.
(meer informatie: IP/15/4873- Enrico Brivio - tel. +32 229-56172)
Milieu: Commissie daagt ROEMENIË voor Hof wegens verzuim om verpakkingsafvalwetgeving te wijzigen
De Europese Commissie daagt Roemenië voor het Hof van Justitie van de EU omdat het de herziene EU-wetgeving inzake verpakkingsafval niet heeft omgezet in nationaal recht. De herziene verpakkingsrichtlijn actualiseert de voorschriften betreffende verpakkingen en verpakkingsafval om de effecten ervan op het milieu te beperken.
De lidstaten moesten de nodige bepalingen in werking doen treden om uiterlijk op 30 september 2013 aan deze richtlijn te voldoen. Aangezien Roemenië die oorspronkelijke termijn heeft laten verstrijken, is op 29 november 2013 een aanmaningsbrief verstuurd, op 11 juli 2014 gevolgd door een met redenen omkleed advies. Meer dan anderhalf jaar na de uiterste datum is de richtlijn nog steeds niet in nationale wetgeving omgezet. De Commissie heeft bijgevolg besloten om Roemenië voor het Hof van Justitie van de EU te dagen.
(meer informatie: IP/15/4874- Enrico Brivio - tel. +32 229-56172)
Milieu: Commissie daagt POLEN en SLOVENIË voor Hof wegens verzuimen inzake elektronisch afval
De Europese Commissie daagt Polen en Slovenië voor het Hof van Justitie van de EU omdat zij de EU-wetgeving inzake afgedankte elektrische en elektronische apparatuur niet hebben omgezet. De EU-regels, die vóór 14 februari 2014 in nationaal recht moesten zijn omgezet, zijn bedoeld om de negatieve milieueffecten van deze snel groeiende afvalstroom te voorkomen of te verminderen. De regels zijn een "herschikking" van de vorige AEEA-richtlijn, en zij bevatten een aantal nieuwe of ingrijpend gewijzigde bepalingen. Geen van de betrokken lidstaten heeft deze nieuwe of ingrijpend gewijzigde bepalingen omgezet.
Voor Polen verzoekt de Commissie het Hof om een dwangsom van 71 610 EUR per dag tot de wet is vastgesteld.
Voor Slovenië verzoekt de Commissie het Hof om een dwangsom van 8 408,4 EUR per dag tot de wet is vastgesteld.
(meer informatie: IP/15/4875- Enrico Brivio - tel. +32 229-56172)
Interne markt: Nationaliteitsvereiste voor notarissen: Commissie daagt HONGARIJE voor Hof om niet-discriminatie te waarborgen
De Europese Commissie heeft besloten Hongarije voor het Hof van Justitie van de EU te dagen omdat het land alleen Hongaarse staatsburgers toestaat in Hongarije het beroep van notaris uit te oefenen, en onderdanen van andere lidstaten uitsluit.
Volgens de Commissie is dit nationaliteitsvereiste in strijd met de regels inzake de vrijheid van vestiging en kan het niet worden gerechtvaardigd op grond van artikel 51 VWEU, dat betrekking heeft op werkzaamheden in verband met de uitoefening van het openbaar gezag.
(meer informatie: IP/15/4876 - Lucia Caudet - tel. +32 229-56182)
2. Met redenen omklede adviezen
Werkgelegenheid: Arbeidstijd: Commissie verzoekt DENEMARKEN recht van werknemers om hun jaarlijkse vakantie op te nemen in het jaar waarin het ontstaat, te eerbiedigen
De Europese Commissie verzoekt Denemarken om het recht van werknemers om hun minimale jaarlijkse vakantie met behoud van loon op te nemen in het jaar waarin het is ontstaan, te eerbiedigen. Krachtens de richtlijn betreffende de arbeidstijd (Richtlijn 2003/88/EG) hebben werknemers recht op ten minste 4 weken jaarlijkse vakantie met behoud van loon. In Denemarken bepaalt de nationale regeling dat de jaarlijkse vakantie moet worden genomen in het "vakantiejaar" na "het jaar waarin het recht daarop ontstaat". Voor sommige werknemers, zoals die welke nieuw zijn op de Deense arbeidsmarkt en werknemers met arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd, betekent dit dat zij in het eerste jaar arbeid in loondienst of tijdens hun hele tewerkstellingsperiode geen jaarlijkse vakantie kunnen nemen. Dit is in strijd met het grondbeginsel van het sociaal recht van de EU, dat werknemers recht hebben op een minimale jaarlijkse vakantie met behoud van loon. In de rechtspraak van het Hof van Justitie van de EU is uitdrukkelijk gesteld dat het positieve effect van de jaarlijkse vakantie met behoud van loon op de veiligheid en de gezondheid van de werknemer zich slechts "ten volle doet gevoelen wanneer dit verlof in het daartoe voorziene jaar, te weten het lopende jaar, wordt genomen". De Deense voorschriften zijn derhalve onverenigbaar met de richtlijn betreffende de arbeidstijd.
De Commissie heeft een klacht over deze situatie ontvangen en heeft Denemarken in september 2014 een schriftelijke aanmaning toegezonden. Denemarken antwoordde in november 2014. Na onderzoek van het antwoord blijft de Commissie bij haar mening dat de inbreuk blijft bestaan. Het verzoek is nu gedaan in de vorm van een met redenen omkleed advies in het kader van de EU-inbreukprocedure. Denemarken heeft nu twee maanden de tijd om de Commissie in kennis te stellen van de maatregelen die worden genomen om de nationale wettelijke regeling in overeenstemming met het EU-recht te brengen. Anders kan de Commissie beslissen deze lidstaat voor het Hof van Justitie van de EU te dagen.
(meer informatie: - Christian Wigand- tel. +32 229-62253)
Energie: Commissie verzoekt IERLAND, KROATIË, LETLAND, OOSTENRIJK en ROEMENIË energie-efficiëntierichtlijn volledig om te zetten
De Europese Commissie heeft Ierland, Kroatië, Letland, Oostenrijk en Roemenië verzocht de richtlijn betreffende energie-efficiëntie volledig om te zetten.Volgens deze richtlijn moeten de lidstaten tussen 1 januari 2014 en 31 december 2020 energiebesparingen realiseren. Dat moet gebeuren door gebruik te maken van verplichtingsregelingen voor energie-efficiëntie en/of andere doelgerichte beleidsmaatregelen om een verbetering van de energie-efficiëntie in huishoudens, industrie en vervoer te stimuleren. Op grond van de verplichtingsregelingen voor energie-efficiëntie moeten ondernemingen maatregelen nemen om te zorgen voor energiebesparingen bij de eindverbruiker, bijvoorbeeld door het geven van advies over betere isolatie, of door het aanbieden van premies voor het vervangen van oude energieonzuinige ramen. De richtlijn moest uiterlijk op 5 juni 2014 in nationaal recht zijn omgezet. Vandaag heeft de Commissie deze vijf lidstaten een met redenen omkleed advies doen toekomen met het verzoek om de richtlijn volledig om te zetten in nationaal recht. Indien de lidstaten niet binnen twee maanden aan deze verplichting voldoen, kan de Commissie de zaak voorleggen aan het Hof van Justitie van de EU en daarbij om financiële sancties verzoeken. In het tweede semester van 2014 heeft de Commissie inbreukprocedures wegens niet-omzetting van de energie-efficiëntierichtlijn ingeleid tegen 27 lidstaten (alle lidstaten behalve Malta). In november 2014 heeft de Commissie Bulgarije en Hongarije een met redenen omkleed advies doen toekomen. In februari 2015 zijn met redenen omklede adviezen toegezonden aan Griekenland en Portugal. In maart 2015 besloot de Commissie Hongarije voor het Hof te dagen en om financiële sancties te verzoeken omdat geen enkele omzettingsmaatregel was vastgesteld. De Commissie blijft toezicht houden op de omzetting van de richtlijn; tekortkomingen zullen worden aangepakt in de komende cycli van inbreukprocedures. Meer informatie over de energie-efficiëntierichtlijn is beschikbaar op de website van DG Energie.
(meer informatie: Anna-Kaisa Itkonen - tel. +32 229-56186)
Energie-efficiëntie van gebouwen: Commissie verzoekt ITALIË, NEDERLAND en POLEN aan EU-voorschriften te voldoen
De Europese Commissie heeft Italië, Nederland en Polen verzocht om op te treden en ervoor te zorgen dat de richtlijn betreffende de energie-efficiëntie van gebouwen volledig wordt omgezet in nationaal recht. Op grond van deze richtlijn moeten de lidstaten minimumeisen voor de energieprestatie van nieuwe en bestaande gebouwen invoeren en toepassen, zorgen voor de energieprestatiecertificering van gebouwen en een regelmatige keuring van verwarmings- en airconditioningsystemen voorschrijven. Bovendien verplicht de richtlijn de lidstaten om ervoor te zorgen dat vanaf 2021 alle nieuwe gebouwen "bijna-energieneutrale gebouwen" zijn. De richtlijn had uiterlijk op 9 juli 2012 moeten zijn omgezet. Italië en Nederland hebben respectievelijk in januari en juni 2013 reeds een met redenen omkleed advies ontvangen omdat zij geen maatregelen tot omzetting van de richtlijn hadden vastgesteld. Beide landen hebben intussen omzettingsmaatregelen vastgesteld, maar sommige bepalingen van de richtlijn zijn nog steeds niet omgezet. In juli 2014 besloot de Commissie Polen voor het Hof van Justitie van de EU te dagen. Kort daarna heeft Polen maatregelen tot omzetting van de richtlijn vastgesteld. Bij nader onderzoek door de Commissie is echter gebleken dat enkele bepalingen van de richtlijn nog altijd niet zijn omgezet. De Commissie heeft de drie lidstaten derhalve aanvullende met redenen omklede adviezen toegezonden met het verzoek de overige bepalingen van de richtlijn om te zetten. Het aanvullend met redenen omkleed advies aan Polen schorst de beslissing om de zaak aanhangig te maken bij het Hof. Indien de lidstaten niet binnen twee maanden aan hun wettelijke verplichting voldoen, kan de Commissie de zaak in een later stadium voorleggen aan het Hof van Justitie en daarbij eventueel om financiële sancties verzoeken. Aangezien bij het verstrijken van de termijn geen enkele lidstaat alle EU-regels uit deze richtlijn had omgezet, heeft de Commissie inbreukprocedures ingeleid tegen alle 28 lidstaten. In 2014 heeft de Commissie besloten vier lidstaten (België, Finland, Oostenrijk en Polen) voor het Hof te dagen. Daar België en Finland de richtlijn intussen volledig hebben omgezet, heeft de Commissie besloten de rechtszaken tegen die twee lidstaten in te trekken. De meeste lidstaten hebben thans voldaan aan hun omzettingsverplichting en de enige overblijvende inbreukprocedures zijn die tegen Italië, Nederland, Oostenrijk, Polen en Tsjechië. Verdere gerechtelijke stappen in deze zaken kunnen worden verwacht in de volgende cycli van inbreukprocedures. Meer informatie over de richtlijn energie-efficiëntie van gebouwen is beschikbaar op de website van DG Energie.
(meer informatie: Anna-Kaisa Itkonen - tel. +32 229-56186)
Energie: Polen wordt verzocht richtlijn inzake hernieuwbare energie juist toe te passen
De Europese Commissie heeft Polen bij een met redenen omkleed advies verzocht de richtlijn hernieuwbare energie juist om te zetten, met name wat biobrandstoffen betreft. De richtlijn omvat bepalingen die van wezenlijk belang zijn voor de verwezenlijking van de doelstelling om het aandeel van de hernieuwbare energie in het totale energieverbruik in 2020 op 20 % te brengen. Het omvat ook belangrijke bepalingen die individuele streefcijfers vaststellen voor het aandeel van energie uit hernieuwbare bronnen in het energieverbruik van elke lidstaat, en voor het bereiken van het streefcijfer van een aandeel van 10 % hernieuwbare energie in het vervoer in 2020. Daarvoor kunnen biobrandstoffen worden ingezet, maar die moeten aan een reeks duurzaamheidsvereisten voldoen. De lidstaten moeten biobrandstoffen en de grondstoffen daarvoor ook gelijk behandelen, ongeacht de oorsprong ervan. Anders dan in de richtlijn is bepaald, worden duurzame biobrandstoffen en grondstoffen van verschillende geografische herkomst in het Poolse recht op ongerechtvaardigde wijze anders behandeld. De Commissie heeft soortgelijke problemen aan de orde gesteld in inbreukprocedures tegen Spanje en Portugal. Meer informatie over de richtlijn inzake hernieuwbare energie is beschikbaar op de website van DG Energie.
(meer informatie: Anna-Kaisa Itkonen - tel. +32 229-56186)
Milieu: Commissie verzoekt BULGARIJE om wetgeving inzake mijnbouwafval bij te werken
De Europese Commissie heeft Bulgarije verzocht om zijn wetgeving volledig in overeenstemming te brengen met de EU-regels betreffende het beheer van afval van winningsindustrieën. De richtlijn inzake mijnbouwafval wil de mogelijk negatieve effecten van het beheer van afval van de winningsindustrieën voor de volksgezondheid en het milieu voorkomen of zo veel mogelijk verminderen. Aangezien een aantal tekortkomingen in de Bulgaarse wetgeving kan leiden tot een lager niveau van bescherming van de gezondheid van de mens en/of het milieu, zond de Commissie in januari 2014 een aanmaningsbrief. Bulgarije heeft de noodzakelijke maatregelen nog steeds niet genomen, zodat de Commissie nu een met redenen omkleed advies uitbrengt. Als Bulgarije niet binnen twee maanden reageert, kan de zaak voor het Hof van Justitie van de EU worden gebracht.
(meer informatie: Enrico Brivio - tel. +32 229-56172)
Milieu: Commissie verzoekt CYPRUS habitatrichtlijn te eerbiedigen
De Europese Commissie heeft Cyprus verzocht om te voldoen aan de EU-regels inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde fauna. Op grond van de habitatrichtlijn moeten alle projecten die aanzienlijke gevolgen kunnen hebben voor een Natura 2000-gebied worden onderworpen aan een beoordeling van hun gevolgen voor het gebied. Dit lijkt niet het geval te zijn geweest voor een project in de buurt van Limni — deel van het Natura 2000-netwerk — dat bestaat uit twee golfterreinen en ondersteunende infrastructuur. De Commissie heeft Cyprus op 11 juli 2014 een schriftelijke aanmaning gezonden, maar aangezien Cyprus een vergunning heeft verleend voor het project zonder dat een passende beoordeling van de gevolgen voor het Natura 2000-gebied is verricht, brengt de Commissie nu een met redenen omkleed advies uit. Indien Cyprus zijn verplichtingen niet binnen twee maanden nakomt, kan de Commissie de zaak aanhangig maken bij het Hof van Justitie van de EU.
(meer informatie: Enrico Brivio - tel. +32 229-56172)
Milieu: Commissie verzoekt SLOWAKIJE EU-regels betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur om te zetten
De Europese Commissie heeft Slowakije verzocht om details over de omzetting van de EU-wetgeving betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) in zijn nationale recht, een verplichting waaraan op 14 februari 2014 had moeten zijn voldaan. De nieuwe AEEA-richtlijn vervangt en actualiseert oudere regels inzake afgedankte elektrische en elektronische apparatuur en beoogt de negatieve gevolgen van de productie en het beheer van AEEA voor de menselijke gezondheid en het milieu te voorkomen of te beperken. Zij beoogt eveneens de efficiëntie te verbeteren en de gevolgen in het algemeen van het gebruik van hulpbronnen te beperken, en zodoende tot duurzame ontwikkeling bij te dragen. Aangezien Slowakije de oorspronkelijke termijn heeft laten verstrijken, is op 31 maart 2014 een aanmaningsbrief verstuurd. Daar de nieuwe afvalstoffenwet, die de richtlijn in nationaal recht moet omzetten, pas op 1 januari 2016 in werking treedt, brengt de Commissie nu een met redenen omkleed advies uit. Als Slowakije niet binnen twee maanden reageert, kan de zaak voor het Hof van Justitie van de EU worden gebracht. Polen en Slovenië zijn reeds om dezelfde redenen voor het Hof gedaagd.
(meer informatie: Enrico Brivio - tel. +32 229-56172)
Milieu: Commissie verzoekt POLEN EU-wetgeving inzake bescherming van grondwater om te zetten
De Europese Commissie heeft Polen verzocht om zijn wetgeving betreffende de bescherming van het grondwater tegen verontreiniging en achteruitgang van de toestand in overeenstemming te brengen met de grondwaterrichtlijn. De Commissie heeft tekortkomingen bij de omzetting van deze wetgeving vastgesteld, en stuurde daarover op 24 november 2011 een schriftelijke aanmaning. Polen heeft daarop kennis gegeven van drie rechtsinstrumenten die verschillende lacunes aanpakken; er blijven echter problemen bestaan, onder meer wat de beoordeling van de toestand van het grondwater betreft. Daarom brengt de Commissie een met redenen omkleed advies uit. Indien Polen zijn verplichtingen niet binnen twee maanden nakomt, kan de Commissie de zaak aanhangig maken bij het Hof van Justitie.
(meer informatie: Enrico Brivio - tel. +32 229-56172)
Milieu: Commissie verzoekt FINLAND maatregelen voor vogelbescherming te nemen
De Europese Commissie heeft Finland verzocht zijn jachtwetgeving in overeenstemming te brengen met de vogelrichtlijn. De vogelrichtlijn verbiedt het doden van wilde vogels, maar op sommige soorten, zoals eidereenden (Somateria mollissima), mag worden gejaagd zolang dit niet gebeurt tijdens de voorjaarstrek of het voortplantingsseizoen. Hoewel de populatie van deze watervogel achteruitgaat, heeft Finland de jacht op mannelijke eidereenden toegestaan tijdens hun voortplantingsperiode, hetgeen op grond van de vogelrichtlijn streng verboden is. De Commissie heeft op 22 november 2012 een aanvullende aanmaningsbrief gezonden. Daar de jacht op eidereenden in de zomer voortduurt, en Finland geen maatregelen heeft genomen om aan de voorschriften van de richtlijn te voldoen, stuurt de Commissie nu een met redenen omkleed advies. Als Finland niet binnen twee maanden reageert, kan de zaak voor het Hof van Justitie van de EU worden gebracht.
(meer informatie: Enrico Brivio - tel. +32 229-56172)
Milieu: Commissie verzoekt FRANKRIJK luchtverontreiniging aan te pakken
De Europese Commissie heeft Frankrijk verzocht te voldoen aan de EU-wetgeving die de lidstaten verplicht de blootstelling van hun burgers aan fijne stofdeeltjes (PM10) te beperken door specifieke grenswaarden vast te stellen. Deze kleine deeltjes zijn afkomstig van emissies door de industrie, het verkeer en de verwarming van woningen en kunnen astma, cardiovasculaire problemen, longkanker en vroegtijdige sterfte veroorzaken.Uit de recentste cijfers van de Franse autoriteiten blijkt dat de luchtverontreiniging blijft bestaan, en dat de maximale dagelijkse grenswaarden voor deze deeltjes in 10 zones worden overschreden: Parijs, Lyon, Grenoble, Marseille, Martinique, Rhône-Alpes- ZUR (Vallée de l'Arve), PACA-ZUR (Zone Urbaine Régionale), Nice, Toulon, Douai-Béthune-Valenciennes. De Commissie meent dat Frankrijk de sinds 2005 vereiste maatregelen om de volksgezondheid te beschermen niet heeft genomen en verzoekt om vooruitziend, snel en doeltreffend te handelen om de periode van niet-naleving zo kort mogelijk te houden. Het aanvullende met redenen omkleed advies van vandaag volgt op een op 22 februari 2013 verzonden aanvullende aanmaningsbrief. Indien Frankrijk zijn verplichtingen niet binnen twee maanden nakomt, kan de Commissie de zaak aanhangig maken bij het Hof van Justitie van de EU.
(meer informatie: Enrico Brivio - tel. +32 229-56172)
Milieu: Commissie verzoekt FRANKRIJK EU-regels inzake zwaveluitstoot van schepen om te zetten
De Europese Commissie heeft Frankrijk verzocht details te verstrekken over de omzetting van de EU-wetgeving betreffende het zwavelgehalte van scheepsbrandstoffen in zijn nationale recht, een verplichting waaraan op 18 juni 2014 had moeten zijn voldaan. Zwaveldioxide is een van de belangrijkste oorzaken van de verzuring en kan negatieve gevolgen hebben voor de menselijke gezondheid. De herziene wetgeving inzake het zwavelgehalte van vloeibare brandstoffen heeft tot doel de uitstoot van deze luchtverontreinigende stof te beperken door maximumzwavelgehalten voor zware stookolie en gasolie vast te stellen. Hierbij worden nieuwe door de Internationale Maritieme Organisatie vastgestelde normen in de EU-wetgeving opgenomen om te garanderen dat deze naar behoren en op een geharmoniseerde wijze in alle EU-lidstaten worden gehandhaafd. Aangezien Frankrijk de oorspronkelijke termijn had laten verstrijken, is op 22 juli 2014 een aanmaningsbrief verstuurd. De Commissie verstuurt nu een met redenen omkleed advies; indien Frankrijk niet binnen twee maanden reageert, kan de zaak worden voorgelegd aan het Hof van Justitie van de EU.
(meer informatie: Enrico Brivio - tel. +32 229-56172)
Milieu: Commissie verzoekt SPANJE richtlijn inzake milieueffectbeoordeling na te leven
De Europese Commissie heeft Spanje verzocht de EU-regels na te leven zodat een project voor de aanpassing van een elektriciteitsleiding in het grootstedelijk gebied van Barcelona geen risico’s voor het milieu oplevert. Het project omvat een significante toename van het voltage tussen de steden Sentmenat en Santa Coloma de Gramenet en de bouw van twee nieuwe distributieonderstations. Op grond van de milieueffectbeoordelingsrichtlijn moeten projecten die aanzienlijke gevolgen voor het milieu kunnen hebben, worden onderworpen aan een beoordeling van hun effecten op het milieu voordat ze worden goedgekeurd. Nu de voorgestelde elektriciteitsleiding een van de dichtstbevolkte gebieden in Spanje zal doorkruisen en waarschijnlijk een aanzienlijke impact zal hebben op het milieu, verzoekt de Commissie Spanje om een screening uit te voeren om te bepalen of een milieueffectbeoordeling nodig is. Het met redenen omkleed advies van vandaag volgt op een op 14 juli 2014 verzonden aanmaningsbrief. Indien Spanje zijn verplichtingen niet binnen twee maanden nakomt, kan de Commissie de zaak aanhangig maken bij het Hof van Justitie van de EU.
(meer informatie: Enrico Brivio - tel. +32 229-56172)
Milieu: Commissie verzoekt VERENIGD KONINKRIJK op te treden tegen emissies van kleine afvaloliebranders
De Europese Commissie heeft het Verenigd Koninkrijk verzocht om met betrekking tot kleine afvaloliebranders de EU-voorschriften inzake industriële emissies na te leven. Emissies van kleine afvaloliebranders, die in werkplaatsen en garages op grote schaal worden gebruikt om afvalolie te verbranden en warmte te produceren waarbij weinig of geen aandacht wordt besteed aan naleving van de milieuvoorschriften, dragen bij aan de luchtverontreiniging ter plaatse en stellen werknemers aldaar bloot aan gevaren voor de gezondheid. Doordat het Verenigd Koninkrijk de handhaving van deze praktijk in Engeland en Wales toestaat, schendt het de richtlijn inzake industriële emissies, die de verontreiniging uit verschillende industriële bronnen wil beperken. Het met redenen omkleed advies van vandaag volgt op een op 27 november 2014 verzonden aanmaningsbrief. Indien het Verenigd Koninkrijk zijn verplichtingen niet binnen twee maanden nakomt, kan de Commissie de zaak aanhangig maken bij het Hof van Justitie van de EU.
(meer informatie: Enrico Brivio - tel. +32 229-56172)
Interne markt: Commissie verzoekt DUITSLAND om na toetreding van Kroatië tot EU te voldoen aan regels inzake erkenning van beroepskwalificaties
De Europese Commissie heeft Duitsland vandaag verzocht om de Europese regels waarbij een aantal richtlijnen op het gebied van het recht van vestiging en het vrij verrichten van diensten worden aangepast in verband met de toetreding van de Republiek Kroatië tot de EU volledig om te zetten in nationaal recht. Deze inbreuk betreft de erkenning van de beroepskwalificaties van architecten en bouwingenieurs.
De nieuwe EU-regels wijzigen onder meer de richtlijn betreffende de erkenning van beroepskwalificaties, doordat Kroatische diploma's worden toegevoegd aan de lijsten van nationale beroepskwalificaties die door de ontvangende lidstaten moeten worden erkend. De lidstaten moesten uiterlijk op de datum van toetreding van Kroatië (1 juli 2013), de desbetreffende wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vaststellen en bekendmaken. Een van de Duitse Länder heeft zijn wetgeving aangaande de specifieke gevallen van architecten en bouwingenieurs evenwel nog steeds niet aangepast en voorziet dus niet in de erkenning van Kroatische kwalificaties op deze gebieden.
Het verzoek van de Commissie aan Duitsland om zijn wetgeving volledig aan te passen aan de EU-voorschriften wordt gedaan in de vorm van een met redenen omkleed advies in het kader van de EU-inbreukprocedure. Als de Commissie van Duitsland binnen twee maanden geen bevredigend antwoord ontvangt, kan zij de zaak voor het Hof van Justitie van de EU brengen.
(meer informatie: Lucia Caudet - tel. +32 229-56182)
Binnenlandse Zaken: Commissie verzoekt BELGIË, SPANJE en SLOVENIË om regels inzake gecombineerde vergunning en een duidelijk pakket rechten voor legale migrerende werknemers om te zetten
De Europese Commissie is bezorgd over het feit dat België, Spanje en Slovenië niet genoeg hebben gedaan om Richtlijn 2011/98/EU om te zetten. De richtlijn voorziet in één enkele aanvraagprocedure voor een gecombineerde vergunning voor onderdanen van derde landen om te verblijven en te werken op het grondgebied van een EU-lidstaat, en in een gemeenschappelijk pakket rechten voor werknemers uit derde landen die legaal in een lidstaat verblijven. De zogenoemde "Richtlijn gecombineerde vergunningen" had uiterlijk op 25 december 2013 moeten zijn omgezet.
Hoewel in januari 2014 aanmaningsbrieven (de eerste stap in de inbreukprocedure) zijn gezonden aan Spanje en Slovenië en in maart 2014 aan België, hebben de drie landen de Commissie nog niet in kennis gesteld van de volledige omzetting van deze richtlijn in hun nationale recht. Daarom heeft de Commissie vandaag besloten met redenen omklede adviezen te richten aan België, Spanje en Slovenië. De drie landen hebben nu twee maanden de tijd om de Commissie in kennis te stellen van de maatregelen die zijn genomen om de nationale wettelijke regeling in overeenstemming met het EU-recht te brengen. Anders kan de Commissie hen voor het Hof van Justitie van de EU dagen.
(meer informatie: Natasha Bertaud- tel. +32 229-67456)
Binnenlandse Zaken: Commissie verzoekt BULGARIJE, ESTLAND, GRIEKENLAND en LITOUWEN te voldoen aan bepaalde verplichtingen uit hoofde van EU-wetgeving inzake beveiliging van documenten
De Europese Commissie heeft vier landen vandaag bij een met redenen omkleed advies verzocht om te zorgen voor de verplichte uitwisseling van gegevens op basis van de EU-wetgeving inzake de beveiliging van documenten en de integratie van biometrische kenmerken in verblijfstitels.
Bijna drie jaar na de uiterste datum (20 mei 2012) hebben Bulgarije, Estland, Griekenland en Litouwen nog steeds niet voorzien in één contactpunt dat moet zorgen voor een vlotte toepassing van de normen voor veiligheidskenmerken en voor een zinvolle communicatie tussen de lidstaten. De oprichting van dergelijke contactpunten is verplicht en moet zorgen voor de uitwisseling van de informatie die nodig is om toegang te krijgen tot de vingerafdrukbeelden die zijn opgeslagen op de chip van de documenten (paspoorten en verblijfsvergunningen).
Bovendien geeft Griekenland nog steeds geen verblijfsvergunningen met twee vingerafdrukken van de houder af. De harmonisatie van de veiligheidskenmerken en de integratie van biometrische identificatiemiddelen is een belangrijke stap in de richting van beter beveiligde documenten en een betere bescherming tegen fraude. Daarom verzoekt de Commissie de Griekse autoriteiten om de biometrische identificatiemiddelen toe te passen in de verblijfstitel voor onderdanen van derde landen — zoals voorgeschreven door Verordening nr. 1030/2002.
De autoriteiten van Bulgarije, Estland, Griekenland en Litouwen hebben nu twee maanden de tijd om de maatregelen te nemen om aan het verzoek van de Commissie te voldoen. Als zij dat niet doen, kan de Commissie de zaak aanhangig maken bij het Hof van Justitie van de EU.
(meer informatie: Natasha Bertaud- tel. +32 229-67456)
Telecommunicatie: Commissie verzoekt Tsjechië aan machtigingsrichtlijn te voldoen
De Europese Commissie heeft Tsjechië verzocht om zijn wetgeving in overeenstemming te brengen met de EU-regelgeving inzake telecommunicatie.De Commissie maakt zich zorgen over het feit dat de Tsjechische wetgeving, in strijd met de machtigingsrichtlijn, telecommunicatiebedrijven verplicht om voor het verlenen van elektronische-communicatiediensten te verzoeken om te worden geregistreerd in het handelsregister en om een zetel te hebben in Tsjechië. Dit maakt het voor buitenlandse operatoren moeilijker om in het land telecommunicatiediensten aan te bieden. De Commissie vreest ook dat de aanmeldingsverplichting voor telecomexploitanten verder gaat dan hetgeen gelet op de maximale harmonisatie van de EU-wetgeving op dit gebied kan worden opgelegd. Telecomexploitanten moeten bijvoorbeeld aantonen dat zij voldoen aan de Tsjechische belastings- en gezondheidszorgregels. Dit leidt tot bureaucratie, het belemmert grensoverschrijdende diensten en gaat verder dan nodig is voor de identificatie van de aanbieder, zoals de machtigingsrichtlijn vereist.De Commissie doet haar verzoek in de vorm van een met redenen omkleed advies. Als er binnen twee maanden geen bevredigend antwoord is, kan de Commissie besluiten Tsjechië voor het Hof van Justitie van de EU te dagen.
(meer informatie: Mina Andreeva - tel. +32 229-91382)
Vervoer: Commissie vraagt 4 lidstaten EU-regels betreffende koppeling van nationale registers van wegvervoerondernemingen juist toe te passen
De Europese Commissie heeft Luxemburg, Polen, Portugal en Tsjechië verzocht de EU-voorschriften inzake de koppeling van nationale registers van wegvervoerondernemingen (Verordning (EG) nr. 1071/2009) volledig om te zetten. Wetgeving van de EU is noodzakelijk voor een uniforme toepassing door de lidstaten van de criteria voor de toegang tot het beroep van ondernemer van goederenvervoer over de weg en ondernemer van vervoer over de weg, en het aldus voltooien van een interne wegvervoersmarkt met eerlijke mededingingsvoorwaarden.
De nationale registers hadden op 31 december 2012 moeten zijn ingesteld en onderling zijn gekoppeld. Het verzoek is in de vorm van een met redenen omkleed advies gestuurd aan die landen, die nu twee maanden de tijd hebben om de Commissie antwoord te geven. Als zij niet op bevredigende wijze reageren, kan de Commissie de zaak bij het Hof van Justitie van de EU aanhangig maken.
(meer informatie: Jakub Adamowicz - tel. +32 229-50195)
Vervoer: Commissie verzoekt 3 lidstaten EU-regels inzake kinderbeveiligingssystemen toe te passen
De Europese Commissie heeft Finland, Luxemburg en Spanje verzocht de EU-voorschriften betreffende het gebruik van veiligheidsgordels en kinderbeveiligingssystemen in voertuigen (Richtlijn 91/671/EEG) volledig om te zetten. De richtlijn is in 2014 gewijzigd om een nieuwe norm voor kinderbeveiligingssystemen in te voeren die verbeterde veiligheidsprestaties biedt (Richtlijn 2014/37/EU). Deze lidstaten hebben hun wetgeving nog niet aldus aangepast dat kinderbeveiligingssystemen die volgens de nieuwe norm zijn vervaardigd, op hun grondgebied mogen worden gebruikt. Het verzoek is in de vorm van een met redenen omkleed advies gestuurd aan die landen, die nu twee maanden de tijd hebben om de Commissie antwoord te geven. Als zij niet op bevredigende wijze reageren, kan de Commissie de zaak bij het Hof van Justitie van de EU aanhangig maken.(meer informatie: Jakub Adamowicz - tel. +32 229-50195)
Vervoer: Commissie verzoekt TSJECHIË EU-wetgeving inzake veiligheid van spoorverkeer volledig om te zetten
De Europese Commissie heeft Tsjechië verzocht de EU-regels inzake veiligheid van het spoorverkeer (Richtlijn 2004/49/EG) volledig om te zetten. Deze regels betreffen de toezichthoudende taken van het onderzoeksorgaan en zijn verplichting om een onderzoek te beginnen binnen specifieke termijnen, de bekendmaking van het eindverslag van het onderzoek, het richten van veiligheidsaanbevelingen, de inaanmerkingneming daarvan en de te nemen maatregelen.
De EU-wetgeving inzake veiligheid van het spoorverkeer beoogt de ontwikkeling van een gemeenschappelijke aanpak in de lidstaten, zodat alle spoorwegnetten in de EU een hoog en coherent veiligheidsniveau hebben en EU-burgers er veilig op kunnen reizen. Zij stelt veiligheidseisen voor het spoorwegsysteem vast, omschrijft de taken en verantwoordelijkheden van spoorwegondernemingen en infrastructuurbeheerders, voorziet in een gemeenschappelijk regelgevingskader voor veiligheid, gemeenschappelijke beginselen voor het beheer van en het toezicht op de spoorwegveiligheid, en het onafhankelijke onderzoek van ongevallen.
De EU-wetgeving had in april 2006 moeten zijn omgezet. De Commissie heeft in dit verband in juli 2014 een inbreukprocedure tegen Tsjechië ingeleid; nu wordt een met redenen omkleed advies verstuurd. Tsjechië heeft nu twee maanden de tijd om een antwoord te sturen aan de Commissie. Als Tsjechië niet op bevredigende wijze reageert, kan de Commissie de zaak bij het Hof van Justitie van de EU aanhangig maken.
(meer informatie: Jakub Adamowicz - tel. +32 229-50195)
Vervoer: Commissie verzoekt FINLAND te voldoen aan EU-regels inzake cabotage
De Europese Commissie heeft Finland verzocht om de EU-regeling inzake de toegang tot de internationale markt van het wegvervoer (Verordening (EG) nr. 1072/2009) volledig toe te passen. Wetgeving van de EU is noodzakelijk voor een uniforme toepassing door de lidstaten van de criteria voor de toegang tot hun nationale markten in de context van internationaal vervoer door vervoerders uit andere lidstaten. Dit is van belang voor de totstandbrenging van een interne wegvervoersmarkt met eerlijke mededingingsvoorwaarden. Volgens de EU-regels mogen vervoerders met een communautaire vergunning maximaal drie nationale goederentransporten (cabotage) verrichten in een andere lidstaat (van ontvangst), aansluitend op een internationaal transport vanuit een andere lidstaat of een derde land. Het EU-recht voorziet niet in andere beperkingen. Het Finse recht beperkt cabotage echter tot tien transporten in een periode van drie maanden. Volgens de Commissie is die verdere beperking niet gerechtvaardigd. Naar EU-recht kan elke cabotage ook verschillende laad- en losplaatsen omvatten. Volgens het Finse recht komt elke lossing echter overeen met één cabotagerit. Volgens de Commissie is ook die verdere beperking niet gerechtvaardigd. Het verzoek is aan Finland toegezonden in de vorm van een met redenen omkleed advies. Finland heeft nu twee maanden de tijd om de Commissie een antwoord te sturen. Als Finland niet op bevredigende wijze reageert, kan de Commissie de zaak bij het Hof van Justitie van de EU aanhangig maken.
(meer informatie: Jakub Adamowicz - tel. +32 229-50195)
Vervoer: Commissie verzoekt VERENIGD KONINKRIJK EU-regels inzake rijbewijzen toe te passen
De Europese Commissie heeft het Verenigd Koninkrijk verzocht de EU-regels betreffende het rijbewijs (Richtlijn 2006/126/EG) volledig om te zetten. Die regels zorgen ervoor dat naar behoren wordt gecontroleerd of bestuurders van vrachtwagens en bussen (de categorieën C1, C1E, CE, D1, D1E, D en DE) wier rijbewijs wordt verlengd aan de minimumgezondheidsnormen voldoen, en daarvoor niet alleen wordt vertrouwd op formulieren waarin zij zichzelf beoordelen. Deze bijgewerkte regels voor rijbewijzen hebben onder meer gezorgd voor een versterking van de eis dat de medische geschiktheid van de bestuurders van vrachtwagens en bussen moet worden gecontroleerd. De nieuwe regels moeten helpen om fraude terug te dringen, het vrij verkeer van bestuurders in de Unie te waarborgen en de verkeersveiligheid op de Europese wegen te verbeteren. Het verzoek heeft de vorm van een met redenen omkleed advies, en het Verenigd Koninkrijk heeft nu twee maanden de tijd om de Commissie antwoord te geven. Als het niet op bevredigende wijze reageert, kan de Commissie de zaak bij het Hof van Justitie van de EU aanhangig maken. (meer informatie: Jakub Adamowicz - tel. +32 229-50195)
3. Andere belangrijke beslissingen
Financiële diensten: Europese Commissie leidt inbreukprocedure in tegen LETLAND wegens investeringsbeperkingen voor landbouwgrond
De Europese Commissie heeft vandaag besloten Letland te verzoeken opmerkingen in te dienen over zijn wetgeving betreffende het verwerven van landbouwgrond. De wet bevat een aantal bepalingen die naar EU-recht kunnen worden beschouwd als een beperking van het vrije verkeer van kapitaal en de vrijheid van vestiging. Beperkingen op die fundamentele vrijheden van het Verdrag kunnen naar EU-recht worden aanvaard indien zij bedoeld zijn om een hoger openbaar belang te beschermen; zij moeten echter wel de beginselen van niet-discriminatie en evenredigheid eerbiedigen. Hoewel de lidstaten hun eigen regels mogen vaststellen ter bevordering van plattelandsontwikkeling, om landelijke gemeenschappen in stand te houden, om landbouwgrond in gebruik te houden en speculatieve druk op de grondprijzen te voorkomen, moeten die regels in overeenstemming zijn met het EU-recht.
(meer informatie: IP/15/4877- Vanessa Mock - tel. 32 225-6194)
MEMO/15/4871
Voor het publiek:
|
Meer over ...