Tweede Kamerfractie Anti-Revolutionaire Partij (ARP)
De fractie van de Anti-Revolutionaire Partij1 (ARP) was een christendemocratische, protestantse fractie. De fractie was van 16 mei 1894 tot 25 mei 1977 in de Tweede Kamer2 vertegenwoordigd. De fractie ontstond na een conflict in de ARP over het kiesrecht, waarbij aanhangers van Kuyper3 en van De Savornin Lohman4 tegenover elkaar stonden. Daarvoor was er sinds 1879 al een antirevolutionaire fractie5.
In de ARP waren altijd vertegenwoordigers uit diverse protestantse kerkgenootschappen vertegenwoordigd, met synodaal gereformeerden als grootste groep. Er zaten altijd hervormden (waaronder gereformeerde bonders) en christelijk-gereformeerden in de fractie en soms lutheranen of vrijgemaakt-gereformeerden. In de fractie waren verder altijd vakbondsbestuurders (CNV'ers), landbouwvoormannen en vertegenwoordigers van het christelijk onderwijs te vinden. In de fractie zaten tot de jaren zestig ook steeds enkele predikanten.
Bekende ARP-Kamerleden (buiten de fractievoorzitters) waren L.F. Duymaer van Twist6, Chris Smeenk7, Hugo Visscher8, Anton Roosjen9, Maarten Schakel10 en Hannie van Leeuwen11.
De ARP-fractie was vanaf 1901 vaak regeringsfractie. Dat was niet zo in de perioden 1905-1908, 1913-1918, 1926-1929 en 1939-1952. Vanaf 1976 werd gezamenlijk vergaderd met de fracties van KVP12 en CHU13, in aanloop van de totstandkoming van het CDA14.
Inhoudsopgave
jaar |
zetels |
jaar |
zetels |
---|---|---|---|
1918 |
13 |
1937 |
17 |
1922 |
16 |
1946 |
13 |
1925 |
13 |
1948 |
13 |
1929 |
12 |
1952 |
12 |
1933 |
14 |
1956 |
10 |
jaar |
zetels |
jaar |
zetels |
---|---|---|---|
1956 |
15 |
1967 |
15 |
1959 |
14 |
1971 |
13 |
1963 |
13 |
1972 |
14 |
foto | naam fractievoorzitter | aanvang functie | einde functie |
---|---|---|---|
W. (Wim) Aantjes | 1973-03-07 | 1977-05-25 | |
B.W. (Barend) Biesheuvel | 1972-11-30 | 1973-03-07 | |
W. (Wim) Aantjes | 1971-08-03 | 1972-11-30 | |
B.W. (Barend) Biesheuvel | 1967-02-16 | 1971-07-06 | |
B. (Bauke) Roolvink | 1965-04-15 | 1967-02-15 | |
J. (Jan) Smallenbroek | 1963-07-24 | 1965-04-14 | |
B.W. (Barend) Biesheuvel | 1963-07-16 | 1963-07-24 | |
H. (Henk) van Eijsden | 1963-05-16 | 1963-07-16 | |
J.A.H.J.S. (Sieuwert) Bruins Slot | 1956-10-03 | 1963-05-16 | |
J. (Jelle) Zijlstra | 1956-06-14 | 1956-10-13 | |
J. (Jan) Schouten | 1933-05-15 | 1956-06-14 | |
H. Colijn | 1929-09-17 | 1933-05-23 | |
Th. (Theo) Heemskerk | 1925-09-16 | 1929-09-17 | |
V.H. Rutgers | 1923-10-21 | 1925-08-04 | |
H. Colijn | 1922-07-11 | 1923-08-11 | |
V.H. Rutgers | 1919-10-07 | 1922-07-10 | |
C. van der Voort van Zijp | 1913-09-18 | 1919-10-07 | |
G.A.A. Middelberg | 1912-09-18 | 1913-09-16 | |
A. (Abraham) Kuyper | 1908-11-13 | 1912-09-18 | |
J.H. de Waal Malefijt | 1908-03-18 | 1908-11-13 | |
Th. (Theo) Heemskerk | 1903-09-22 | 1908-02-12 | |
J. (Jan) van Alphen | 1901-09-19 | 1903-09-21 | |
A. (Abraham) Kuyper | 1896-09-16 | 1901-08-01 | |
J. (Jan) van Alphen | 1894-12-01 | 1896-09-16 | |
A. (Abraham) Kuyper | 1894-05-20 | 1894-07-01 |
Meer over
- 1.De ARP werd op 3 april 1879 opgericht door Abraham Kuyper. Daarmee kwam er een partijverband voor politieke stroming, de antirevolutionairen, die reeds sinds het begin van de 19e eeuw bestond. Zij was de eerste nationale politieke partij. De ARP was een christendemocratische, protestantse partij. In 1980 ging de ARP met KVP en CHU op in het CDA.
- 2.De Tweede Kamer is deel van de volksvertegenwoordiging. Zij speelt een belangrijke rol bij de totstandkoming van wetten, controleert de regering en beslist over de vraag of een kabinet (of bewindspersoon) genoeg vertrouwen heeft.
- 3.'Abraham de geweldige'. De grote voorman en stichter van de Anti-Revolutionaire Partij, de partij van de 'kleine luyden'. Krachtig organisator en goed spreker. Stichtte ook het dagblad De Standaard, de Vrije Universiteit en de Gereformeerde Kerk, nadat hij een afscheidingsbeweging (Doleantie) had geleid. Was predikant en werd in 1874 Tweede Kamerlid, maar verliet de Kamer al na drie jaar. Keerde in 1894 echter terug en werd voorzitter van de meer democratische antirevolutionairen. Leidde in 1901-1905 een coalitiekabinet, dat vooral in de herinnering bleef voortleven door het de kop in drukken van de Spoorwegstaking in 1903 en door de ontbinding van de Eerste Kamer in 1904. Kwam in 1908 in conflict met Heemskerk en in 1909 in opspraak door de zgn. lintjesaffaire, maar werd desondanks tot zijn dood door zijn achterban als de door God gegeven leider beschouwd.
- 4.Protestants politicus; voorman van de christelijk-historischen. Aristocratische, maar ook temperamentvolle Groninger die driftig kon reageren en zich soms zeer scherp uitliet tegen politieke tegenstanders. Stond echter wel open voor argumenten van anderen. Had een sterk juridische inslag bij de benadering van vraagstukken. Werd in 1879 Tweede Kamerlid voor de antirevolutionairen en bleef dat tot 1921 (onderbroken door een kort ministerschap in het kabinet-Mackay en enige jaren in de Eerste Kamer). Brak samen met Kuyper met de Hervormde Kerk, maar keerde zich later af van de antirevolutionaire voorman. Van 1884 tot een conflict in 1896 hoogleraar aan de VU. Voor- en nadien rechter. Als vooraanstaand, invloedrijk staatsman was hij tot op hoge leeftijd één van de belangrijkste adviseurs van koningin Wilhelmina.
- 5.Tussen 29 juli 1879 en 20 maart 1894 was er in de Tweede Kamer een fractie ('Kamerclub') van de antirevolutionairen, die zich op 3 april 1879 hadden verenigd in de Anti-Revolutionaire Partij (ARP). In 1888-1891 was de ARP regeringspartij. Vóór 1879 waren de antirevolutionairen, met Groen van Prinsterer als voorman, in de Tweede Kamer niet georganiseerd in een fractie.
- 6.Vooraanstaand ARP-Tweede Kamerlid uit orthodox-gereformeerde hoek. Langstzittende Kamerlid uit de parlementaire geschiedenis (1901-1946). Vermaard omdat hij tijdens zijn lidmaatschap van luitenant opklom tot generaal en vanwege het feit dat hij het 'Leve de Koningin' aanhief op Prinsjesdag. Kwam in 1901 als afgevaardigde voor Steenwijk in de Tweede Kamer. Defensie-woordvoerder en behartiger van de belangen van de Zuiderzeevissers. Oprichter van de Bond tegen het Vloeken en van de Bijzondere Vrijwillige Landstorm, een tegen revolutionaire woelingen gerichte burgerwacht. Had als koosnaam 'Duympie'.
- 7.Voorman van de christelijke vakbond 'Patrimonium' die in de Tweede Kamer gold als typische vertegenwoordiger van de gereformeerde 'kleine luyden'. Bekwaamde zich door zelfstudie in staatsinrichting en economie. Begon zijn loopbaan als twaalfjarige bij de griffie van een kantongerecht, was daarna journalist en wijdde zich vervolgens geheel aan de christelijk-sociale beweging, maar verdedigde als Kamerlid steeds het regeringsbeleid. Bekwaam woordvoerder economische zaken van de ARP-fractie, die zich echter ook met vele andere onderwerpen bezighield. Meer dan veertig jaar lid van de gemeenteraad in Arnhem en enige tijd wethouder. Workaholic. Zijn prestige als Kamerlid bleek onder meer uit het feit dat hij enige jaren ondervoorzitter van de Kamer was.
- 8.In het interbellum een bekend, maar niet onomstreden ARP-Tweede Kamerlid. Predikant en daarna door het kabinet-Kuyper benoemd tot hoogleraar theologie in Utrecht. Voorman van de Gereformeerde Bond in de Hervormde Kerk. Werd in 1922 Tweede Kamerlid. Nam vaak van de fractiemeerderheid afwijkende standpunten in. Antipapistisch en aanhanger van de Groot-Nederlandse gedachte. Kwam later in steeds conservatiever vaarwater en belandde uiteindelijk bij de NSB als adviseur van leider Mussert. Kuyper omschreef hem als 'de man met de geuzenkop'.
- 9.Beminnelijke, tolerante ARP'er die tot de vooraanstaande figuren van zijn partij behoorde. Aanvankelijk onderwijzer in Groningen en leraar wiskunde in Amsterdam, en in de hoofdstad tevens gemeenteraadslid. In zijn fractie onderwijs- en defensiespecialist en ondervoorzitter van de Tweede Kamer. Actief in de organisatie voor ondersteuning van het wettig gezag. Kreeg ook bekendheid door zijn langdurige voorzitterschap van de NCRV en bekleedde diverse functies in de omroepwereld. Verzon in 1955 voor de grootscheepse hervormingin één wet van het voortgezet onderwijs de naam mammoetwet. Was overigens tegen de plannen van minister Cals en had dat 'beest' liever alleen als sprookjesfiguur gezien. In spreken en gebaren een echte schoolmeester.
- 10.Markant en bekend ARP- en CDA-Tweede Kamerlid. Gereformeerde dorpsburgemeester uit de Alblasserwaard, die als jongeman een moedig verzetsstrijder was. Na de oorlog de jongste burgemeester van Nederland. Kwam in 1964 als vertegenwoordiger van de rechtervleugel van zijn partij (de zgn. 'verontrusten') in de Kamer. Bleef op de rechtervleugel opereren, ook later als CDA'er. Kreeg door zijn achtergrond en optreden in de Kamer op den duur gezag in de Tweede Kamer. Las bijvoorbeeld als één van de laatsten zijn speeches niet voor. Woordvoerder op gebied van binnenlands bestuur en verkeer en belangenbehartiger van de wegvervoerders. Enige jaren eerste ondervoorzitter van de Kamer. Laatste burgemeester/Tweede Kamerlid. Trouw deelnemer aan de vierdaagse in Nijmegen.
- 11.Vooraanstaande, strijdbare christendemocratische politica. Was maatschappelijk werkster en kwam eind 1966 voor de ARP in de Tweede Kamer. Werd woordvoerster maatschappelijk werk en sociale zaken en in 1973 tevens defensie-woordvoerster. Behoorde tot de 'sociale' vleugel van haar fractie. Verdedigde in 1976 (tevergeefs) met Til Gardeniers een abortusvoorstel dat uitging van het beginsel 'nee, tenzij'. Verliet in 1978 de Kamer en stapte over naar het bedrijfsleven. Actief in diverse organisaties op het gebied van welzijn, volksgezondheid en sociale zekerheid. Was tevens fractievoorzitter in de gemeenteraad, wethouder en waarnemend burgemeester. Keerde in 1995 op 69-jarige leeftijd terug in de Haagse politiek als senator. Was in de Eerste Kamer voorzitter van de vaste commissie voor VWS en woordvoerster sociale zaken. Door haar kennis en ervaring was zij in de Senaat een geducht tegenspeelster van de bewindslieden op die terreinen.
- 12.De KVP was een christendemocratische partij, die, hoewel zij voor iedereen openstond, vrijwel uitsluitend aanhang had onder de katholieken. De partij was in 1945 de opvolger van de vooroorlogse RKSP. In 1980 fuseerde zij met ARP en CHU tot het CDA. De KVP had met name in sommige streken (Limburg, Noord-Brabant, delen van Gelderland, Twente) een sterke machtspositie.
- 13.De CHU was een christendemocratische politieke partij, die vooral aanhang had onder Nederlands-Hervormden. De CHU kende een los partijverband en daarom was er sprake van een unie. De CHU ontstond in 1908 door samengaan van de Christelijk-Historische Partij en de Friese Bond van christelijk-historischen. In 1980 fuseerde de CHU met ARP en KVP tot het CDA.
- 14.Het Christen-Democratisch Appèl (CDA) is een christelijk geïnspireerde partij in het centrum van het politieke spectrum. Henri Bontenbal is momenteel politiek leider van het CDA. De partij werd opgericht op 11 oktober 1980 als fusie van Anti-Revolutionaire Partij (ARP), Christelijk-Historische Unie (CHU) en Katholieke Volkspartij (KVP).
- 15.Een Tweede Kamerfractie is een organisatie van Tweede Kamerleden die deel uitmaken van dezelfde politieke partij en die zowel op hoofdlijnen als bij deelonderwerpen in de Tweede Kamer standpunten bepaalt. Daarnaast worden in een fractie onderling de werkzaamheden verdeeld. Een fractie staat onder leiding van een fractievoorzitter. Tweede Kamerfracties hebben personeel in dienst, zoals voorlichters en beleidsmedewerkers.