Commissievoorstel voor het recht op een advocaat bij strafrechtelijke procedures wordt wetgeving - Hoofdinhoud
Europese Commissie
Persbericht
Brussel, 7 oktober 2013
Commissievoorstel over het recht op toegang tot een advocaat is aangenomen
Vandaag heeft de Raad i een voorstel van de Europese Commissie goedgekeurd dat alle EU-burgers het recht geeft zich te laten bijstaan door een advocaat wanneer zij strafrechtelijk worden vervolgd. Op 10 september was het voorstel ook al aangenomen door het Europees Parlement i ( MEMO/13/772 ). De nieuwe regels houden in dat verdachten - waar dan ook in de Europese Unie i - het recht krijgen om van het begin tot het eind van hun proces een advocaat te raadplegen. Ook krijgt een verdachte bij arrestatie de mogelijkheid om contact op te nemen met zijn familie. Als de betrokkene zich niet in zijn eigen land bevindt, mag hij zich in verbinding stellen met zijn consulaat.
" Wat betreft de rechtspleging en de rechten van de burger zet de EU hiermee een grote stap voorwaarts", aldus vicevoorzitter Viviane Reding i, Europees commissaris i voor Justitie. "Dit is het derde voorstel van de Commissie dat ten doel heeft iedereen in de EU te verzekeren van het recht op een eerlijk proces, in eigen land en daarbuiten. Zo maken wij werk van onze belofte om de rechten van de burgers overal in Europa te versterken. En met "wij" bedoel ik de leden van het Europees Parlement en de ministers van de lidstaten. Ik wil met name rapporteur Oana Antonescu en minister Alan Shatter bedanken voor hun inzet en doortastende optreden bij de behandeling van dit belangrijke voorstel. De bal ligt nu bij de lidstaten: het is aan hen om deze richtlijn in het belang van onze burgers zo snel mogelijk om te zetten in nationaal recht."
Nu het voorstel is goedgekeurd, wordt de richtlijn binnen enkele weken bekendgemaakt in het Publicatieblad van de EU. Vervolgens hebben de lidstaten drie jaar de tijd om haar in nationaal recht om te zetten. De nieuwe wetgeving wordt van toepassing op de ongeveer 8 miljoen strafprocessen die jaarlijks in de 28 lidstaten van de EU worden gevoerd.
Achtergrond
De richtlijn inzake het recht op toegang tot een advocaat ( IP/11/689 ) is het derde instrument op rij dat is vastgesteld om het recht op een eerlijk proces overal in de Europese Unie te waarborgen. In 2010 respectievelijk 2012 werden al richtlijnen vastgesteld betreffende het recht op vertolking en vertaling ( IP/10/1305 ) en het recht op informatie in strafprocedures ( IP/12/575 ). De Commissie heeft zich voorgenomen dit najaar nog een aantal rechten inzake een eerlijk proces vast te leggen.
Het recht op toegang tot een advocaat is van cruciaal belang voor het vertrouwen in de rechtsruimte van de Europese Unie, met name wanneer verdachten worden gearresteerd op grond van een Europees aanhoudingsbevel ( IP/11/454 ). De Commissie werkt aan gemeenschappelijke minimumnormen voor bepaalde procedurerechten in strafzaken, om te waarborgen dat de basisrechten van verdachten en beklaagden in de hele EU voldoende worden beschermd.
In de EU worden jaarlijks meer dan 8 miljoen strafprocedures gevoerd. Algemeen wordt erkend dat de rechten van de verdediging voor een eerlijk proces onontbeerlijk zijn. Maar de voorwaarden waaronder verdachten een advocaat kunnen raadplegen, verschillen per lidstaat. Zo gebeurt dat een verdachte zich niet tijdens een politieverhoor mag laten bijstaan door een advocaat. Ook komt het voor dat de vertrouwelijkheid van het contact met de advocaat niet in acht wordt genomen. Wie wordt gezocht op grond van een Europees aanhoudingsbevel, kan momenteel soms pas een advocaat inschakelen in het land waar het bevel is uitgevaardigd, wanneer hij aan dat land wordt uitgeleverd.
Soortgelijke verschillen doen zich voor met betrekking tot het recht van de verdachte om een familielid, de werkgever of het consulaat in kennis te stellen van de arrestatie. Zo komt het voor dat verdachten dit recht niet mogen uitoefenen of pas wanneer het proces al in een vergevorderd stadium is. Ook gebeurt het dat hen niet wordt meegedeeld dat hun familie is geïnformeerd.
De richtlijn waarborgt deze rechten op de volgende wijze:
-
-zij voorziet in het recht op toegang tot een advocaat gedurende het hele strafproces, vanaf het eerste politieverhoor;
-
-zij verleent het recht op toereikende, vertrouwelijke ontmoetingen met een advocaat, zodat de verdachte zijn rechten van de verdediging daadwerkelijk kan uitoefenen;
-
-zij staat toe dat de advocaat een actieve rol speelt bij het verhoor;
-
-zij garandeert dat bij arrestatie van een verdachte bv. een familielid wordt geïnformeerd en de verdachte in de gelegenheid wordt gesteld met zijn familie te communiceren;
-
-zij staat toe dat verdachten in het buitenland contact met hun consulaat onderhouden en bezoek ontvangen;
-
-zij biedt personen tegen wie een Europees aanhoudingsbevel loopt de mogelijkheid van juridische bijstand, zowel in het land waar het bevel is uitgevaardigd als in het land waar het wordt uitgevoerd.
Het recht op een eerlijk proces en de rechten van de verdediging zijn verankerd in de artikelen 47 en 48 van het EU-Handvest van de grondrechten en in artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Het recht om met een derde te communiceren is een belangrijke waarborg tegen de in artikel 3 van het EVRM bedoelde vormen van mishandeling.
Meer informatie
Europese Commissie - rechten inzake een eerlijk proces:
http://ec.europa.eu/justice/criminal/criminal-rights/index_en.htm
Homepage van vicevoorzitter Viviane Reding, EU-commissaris voor Justitie:
Volg de vicevoorzitter op Twitter: @VivianeRedingEU