Europese Raad 14 en 15 maart 2013
De staatshoofden en regeringsleiders1 van de EU-lidstaten2 kwamen op 14 en 15 maart 2013 bijeen in Brussel. De top stond in het teken van economische groei en werkgelegenheid, zonder begrotingsdiscipline daarbij uit het oog te verliezen.
Verder zijn ook de situatie in Syrië en de relatie die de EU onderhoudt met de meest belangrijke landen in de wereld besproken.
Ter voorbereiding van de Eurotop kwamen de ministers van Europese Zaken3 op 11 maart bijeen. In Nederland debatteerde de Tweede Kamer op 12 maart over de Eurotop.
Inhoudsopgave
Voorafgaande aan de Europese Raad presenteerde Commissievoorzitter Barroso4 de belangrijkste conclusies van het Europees semester5, het kader waarin de Europese Commissie6 beoordeelt hoe de lidstaten presteren op economisch vlak en waar de knelpunten liggen.
De staatshoofden en regeringsleiders waren het erover eens dat de door Europa ingeslagen weg de juiste was. Wel baarde de stijgende werkloosheidscijfers in veel Europese landen, en met name de hoge werkloosheid onder jongeren, veel zorgen. Er werd benadrukt dat ook binnen de begrotingsregels er ruimte is om maatregelen te nemen om dit probleem aan te pakken.
Er werden ook een aantal concrete maatregelen aangekondigd:
-
-het jongerenwerkgelegenheidsinitiatief wordt meegenomen in de onderhandelingen over het meerjarig financieel kader van 2014-20207, om zekerheid te geven dat er voldoende geld is
-
-de Europese Investeringsbank heeft extra kapitaal aangetrokken om, in samenhang met EU-steunprogramma's, projecten te financieren die vooral de groene economie moeten ondersteunen. Ook het midden- en kleinbedrijf, ICT en innovatie kunnen rekenen op extra steun
-
-de aanpak van fraude wordt versterkt en er komen (ver)nieuwde regels om een aantal belastingen beter op elkaar af te stemmen
-
-de lidstaten en de Commissie moeten snel werk maken van de laatste pakketten maatregelen om de interne markt beter te laten functioneren; de voortgang van het omzetten van die regels wordt meegenomen in de jaarlijkse analyse van de economieën van de lidstaten
-
-de lidstaten en de Commissie moeten sneller werk maken van het verlichten van de regeldruk. Vooral het bedrijfsleven zou moeten profiteren van het vereenvoudigen of afschaffen van regels
Daarnaast is er op deze top afgesproken om in de loop van 2013 een paar thema's uitvoerig te bespreken, en te kijken hoe op die terreinen belemmeringen voor economische groei kunnen worden weggenomen. Die thema's zijn energie, ICT en diensten, innovatie - en in het bijzonder innovatie op het gebied van defensie - en het industriebeleid.
Er is ook een tussentijdse balans opgemaakt van de plannen voor het versterken van de Economische en Monetaire Unie8. Over die discussies zijn weinig concrete mededelingen gedaan. Het enige punt dat in dat kader is medegedeeld is dat de Europese Raad wil dat de strengere eisen aan de banken en het toezichtmechanisme op de banken snel worden afgerond.
Een onderwerp waar de meningen nogal over verschilden, was het wapenembargo voor Syrië. Groot-Brittannië en Frankrijk zijn voor de bewapening van de Syrische oppositie, terwijl Duitsland het wapenembargo in stand wil houden. De Britten en de Fransen vinden dat de Syrische oppositie wordt benadeeld door het embargo, terwijl Rusland en Iran wapens leveren aan het regime van Assad. Duitsland vreest voor een escalatie in de regio, met alle gevolgen van dien. Nederland benadrukte vooral dat de Europese Unie één Europees standpunt moet verkondigen.
Het nemen van een beslissing over het wapenembargo werd op de agenda van de eerstvolgende Raadsvergadering van de ministers van Buitenlandse Zaken9 in Dublin gezet.
Een vast onderdeel van bijeenkomsten van de Europese Raad is dat de relatie met de strategische partners wordt doorgenomen. Deze top stond de relatie met Rusland centraal. Afgesproken werd dat de lidstaten zich meer inspannen om één gezamenlijke lijn tegenover Rusland in te nemen. Situaties waarin verschillen niet goed worden besproken en een onsamenhangende houding van de EU jegens Rusland moeten voorkomen worden, omdat die de positie van de EU verzwakken.
Voorafgaand aan de Europese Raad kwamen de ministers van financiën van de eurozone10 bijeen. Zij bespraken de financiële situatie van Cyprus. De regering van Cyprus kwam in de problemen nadat het grote bedragen van de steun die zij aan de banken had gegeven moest afschrijven. Cyprus klopte bij de EU aan voor hulp.
Op 14 maart bereikte de eurogroep overeenstemming over een noodpakket. Uniek aan het pakket was dat niet alleen de EU geld zou lenen aan Cyprus, maar dat ook spaarders een eenmalige heffing op hun tegoeden zouden moeten betalen om het totale steunpakket te financieren.
De Europese Raad hield zich op de vlakte over de kwestie. In officiële verklaringen werd geen woord gerept over het steunpakket. Regeringsleiders gaven op eigen titel wel commentaar. Zo noemde premier Mark Rutte11 de steun aan Cyprus 'irritant, maar noodzakelijk.'
- 1.De Europese Raad bestaat uit de regeringsleiders of staatshoofden van de 27 lidstaten van de Europese Unie, de vaste voorzitter en de voorzitter van de Europese Commissie. Alleen de regeringsleiders of staatshoofden hebben stemrecht tijdens de vergaderingen. De Europese Raad heeft geen wetgevingstaak, maar stelt wel de politieke richting van de EU vast.
- 2.Momenteel zijn 27 landen lid van de Europese Unie. De meest recente uitbreiding van de Unie vond plaats op 1 juli 2013, met de toetreding van Kroatië. Er wordt verder over uitbreiding gesproken met verschillende landen in Oost-Europa. Het Verenigd Koninkrijk is sinds 31 januari 2020 middernacht geen lid meer van de Europese Unie. Dat was het eerste land dat de EU verliet.
- 3.De raadsformatie Algemene Zaken (AZ) bestaat voornamelijk uit de ministers van Europese en buitenlandse zaken en vergadert elke maand. Deze Raad is verantwoordelijk voor de samenhang tussen de werkzaamheden van de verschillende raadsformaties. Namens Nederland sluit doorgaans minister van Buitenlandse Zaken Caspar Veldkamp (NSC) aan.
- 4.De Portugees José Manuel Durao Barroso (1956) was van 18 november 2004 tot 1 november 2014 voorzitter van de Europese Commissie. Hij leidde twee periodes de Europese Commissie. Daarvoor was Barroso staatssecretaris, minister van Buitenlandse Zaken (1992-1995), en ten slotte premier van Portugal (2000-2004). Hij is doctor in de politieke wetenschappen en werkte als wetenschapper. Barrosso is lid van de centrumrechtse PSD (Partido Social Democrata), een partij die is aangesloten bij de Europese Volkspartij. Sinds 2016 is hij non-executive president van de bank Goldman Sachs.
- 5.Het Europees semester is de jaarlijkse cyclus voor de afstemming van het economisch en begrotingsbeleid van de lidstaten van de Europese Unie. Binnen het kader van het semester analyseert de Europese Commissie de nationale begrotingen van EU-landen en geeft de landen vervolgens aanbevelingen, waarmee de lidstaten rekening moeten houden als zij hun nationale begroting voor het komende jaar opstellen.
- 6.Deze instelling van de Europese Unie kan worden beschouwd als het 'dagelijks bestuur' van de EU. De leden van de Europese Commissie worden 'Eurocommissarissen' genoemd. Elke Eurocommissaris is verantwoordelijk voor één of meerdere beleidsgebieden.
- 7.Het Europees financieel kader 2014-2020 is het akkoord waarin de maxima voor de begrotingen van de Europese Unie zijn vastgelegd voor de periode 2014-2020. In het meerjarig financieel kader worden eisen vastgelegd waaraan de Europese begroting moet voldoen, om ervoor te zorgen dat de begroting van de EU op orde blijft. Daarnaast zorgt het vaststellen van deze kaders voor een soepeler verloop van de EU-begrotingsprocedure en sterkere samenwerking tussen EU-instellingen op budgettair gebied. De meerjarenbegroting wordt uitgewerkt in jaarlijkse begrotingen. Voor de volledige zeven jaar kwam de meerjarenbegroting uit op een bedrag van 960 miljard euro. Dat is 1 procent van het BNP van alle EU-lidstaten bij elkaar. Daar is nog 10 miljard euro bijgekomen vanwege de toetreding van Kroatië tot de Europese Unie op 1 juli 2013.
- 8.De Economische en Monetaire Unie (EMU) is in 1991 opgericht door de Europese regeringsleiders. Het doel was een gezamenlijk economische politiek op te zetten, de prijsstabiliteit te bevorderen en de werking van de interne markt te verbeteren.
- 9.De raadsformatie Buitenlandse Zaken (RBZ) bestaat uit de ministers van buitenlandse zaken, defensie en/of ontwikkelingssamenwerking. Deze Raad is verantwoordelijk voor het externe optreden van de Europese Unie en vergadert minstens elke maand, ook informele bijeenkomsten zijn mogelijk. Namens Nederland sluit doorgaans minister van Buitenlandse Zaken Caspar Veldkamp (NSC) aan.
- 10.De Eurogroep bestaat uit de ministers van Financiën van de landen die de euro als nationale munteenheid hebben ingevoerd (de eurozone). Dit samenwerkingsverband heeft als doel de coördinatie van economisch beleid binnen de muntunie te versterken en de financiële stabiliteit van de eurolanden te bevorderen. Het is strikt genomen een informeel orgaan en geen formatie van de Raad.
- 11.Mark Rutte (1967) is sinds 1 oktober 2024 secretaris-generaal van de NAVO. Hij was van 14 oktober 2010 tot 2 juli 2024 minister-president en minister van Algemene Zaken. Sinds 2006 was hij politiek leider van de VVD. In 2006-2010 was de heer Rutte fractievoorzitter van de VVD in de Tweede Kamer. Hij was van 17 juni 2004 tot 28 juni 2006 staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap belast met wetenschapsbeleid, beroepsonderwijs en studiefinanciering. Daarvoor was hij bijna twee jaar staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid belast met onder andere volksverzekeringen, bijstand en arbeidsomstandigheden. De heer Rutte was eerder voorzitter van de JOVD en manager bij een werkmaatschappij van Unilever.