Blog - Hoofdinhoud
Na een iets te korte nacht zat ik vanmorgen alweer vroeg in de trein op weg naar mijn afspraak met een SCEN-arts. SCEN staat voor Steun en Consultatie bij Euthanasie.
Na een mailwisseling was ik met de arts in contact gekomen. Ze had een paar maanden geleden gereageerd op mijn bijdrage aan een debat over euthanasie en me uitgenodigd om een dag met haar mee te gaan. Op deze uitnodiging wilde ik geen nee zeggen, ook al heb ik grote principiële bezwaren tegen euthanasie. De arts had twee afspraken staan met mensen die aan hun huisarts hun euthanasie wens kenbaar hadden gemaakt. De euthanasiewet vraagt een onafhankelijk oordeel van een tweede arts. Dat oordeel moet gevormd worden door middel van een persoonlijk gesprek met de mensen zelf.
Stil heb ik naar de verhalen van mensen geluisterd; hun pijn, verdriet en moeite gezien. Tranen prikten in mijn ogen tijdens het persoonlijke verhaal van een COPD patiënt die al jaren leeft met grote zuurstofflessen in huis en zijn krachten voelt afnemen.
En heb ik me ooit wel eens eerder gerealiseerd hoe oud en graatmager een mens kan worden? Hoeveel verliezen kan een mens in zijn of haar leven lijden?
Tussen de bezoeken door hebben de arts en ik veel met elkaar gepraat; over de levenseindekliniek, over euthanasie bij dementerenden, over menselijke waardigheid, over keuzes van mensen en de invloed van omgeving en omstandigheden.
Over het onderwerp euthanasie zijn we het uiteindelijk niet eens geworden. Wel realiseerden we ons hoe belangrijk het is het gesprek niet uit de weg te gaan. Over een ding waren we het wel eens: het menselijk leven en lijden brengt grote vragen met zich mee over medisch handelen en niet handelen. De steeds groter wordende medische mogelijkheden maken het er niet eenvoudiger op.
Met een grote Limburgse vlaai die ik bij het afscheid kreeg, ben ik nu op weg naar huis. Ik ga er samen met mijn man en kinderen van genieten, maar tegelijk wel bewust en bedachtzaam na vandaag de vragen rondom de dood levensgroot in de ogen te hebben gezien.