Cypriotisch voorzitterschap Europese Unie 2e helft 2012
Van 1 juli tot en met 31 december 2012 vervulde Cyprus het voorzitterschap1 van de Raad van de Europese Unie2. Cyprus nam het stokje over van Denemarken3. Tijdens het voorzitterschap werkte Cyprus nauw samen in een trojka4 met Polen en Denemarken, die voor Cyprus het voorzitterschap van de EU bekleedden.
Ierland5 nam op 1 januari 2013 het voorzitterschap van Cyprus over.
Inhoudsopgave
Het Cypriotisch voorzitterschap werkte aan een beter Europa; een Europa dat meer moest betekenen voor zijn burgers en de wereld. Een meer daadkrachtig Europa dat bijdroeg aan duurzame groei, sociale cohesie, en het creëren van banen. Het werkte aan een Europese Unie waar solidariteit aan de basis ligt. Cyprus wilde een beter Europa voor toekomstige generaties achterlaten.
Meer daadkracht en duurzaamheid
Het voorzitterschap had als doel om effectief beleid te stimuleren dat de onzekerheid en instabiliteit van de economische crisis moest bestrijden. De onderhandelingen over het Europees financieel kader 2014-20206 hadden hierbij de hoogste prioriteit voor het voorzitterschap. Bij deze onderhandelingen lag de nadruk op de kwaliteit van de uitgaven; programma's moesten daadwerkelijk een toegevoegde waarde hebben. Europees en nationaal beleid moesten elkaar versterken. Met name het gemeenschappelijk landbouwbeleid, het cohesiebeleid en het onderzoeks- en innovatiebeleid werden onder de loep genomen.
Een ander speerpunt was het energiebeleid. Hoog op de agenda stonden de trans-Europese netwerken7 en de Connecting Europe Faciliteit. Na de Rio+20 duurzaamheidstop hield het voorzitterschap zich bezig met groene groei en het duurzaam beheren van grondstoffen.
Een beter presterende en op groei gebaseerde economie
De economische crisis heeft duidelijk gemaakt dat meer daadkrachtig beleid en maatregelen vanuit de unie nodig zijn. Het voorzitterschap werkte aan een nieuw en verbeterd raamwerk voor economisch toezicht en stevige begrotingscontrole. Ook zou de EU weer groei moeten gaan stimuleren.
Het voorzitterschap streefde naar het meer toegankelijk maken van de gemeenschappelijke markt voor het midden- en kleinbedrijf. Ook is er hard gewerkt aan een effectieve, digitale gemeenschappelijke markt.
Een Europa voor de burgers met meer sociale cohesie en solidariteit
Het voorzitterschap wilde de jeugdwerkloosheid in de EU bestrijden. Ook alfabetisering onder de jeugd en beter onderwijs kregen aandacht. Daarnaast is er actief gewerkt aan het Europees Jaar van actief ouder worden en solidariteit tussen generaties.
Een van de hoogste prioriteiten van dit voorzitterschap was het bereiken van een gemeenschappelijk asielbeleid. Daarbij moest de nadruk liggen op praktische samenwerking tussen lidstaten voor diegenen die internationale bescherming nodig hebben.
Een Europa dat dichter bij zijn buren staat
Het voorzitterschap wilde de relaties met partners rond de Middellandse Zee versterken.
Cyprus heeft zich ook ingezet voor voortzetting van de uitbreiding van de Unie.
Cyprus vormde samen met de voorafgaande voorzitters Polen en Denemarken een 'trojka'. Dat betekent dat deze landen naast een eigen programma en de eigen prioriteiten ook een aantal zaken samen hebben aangepakt.
Het hoofddoel van het gezamenlijk beleidsprogramma van de landen was de invulling van de meerjarenbegroting 2014-20206. Hiernaast had het trio zich tot doel gesteld om uiterlijk in 2012 een gezamenlijk Europees asielbeleid tot stand te brengen en de bescherming van de Europese buitengrenzen te versterken.
Op 17 december heeft de Cypriotische viceminister voor Europese Zaken Mavroyiannis de resultaten van het Cypriotisch voorzitterschap gepresenteerd en het stokje formeel doorgegeven aan Ierland5 dat in het eerste halfjaar van 2013 EU-voorzitter was. Mavroyiannis noemde als geboekte resultaten onder meer de realisatie van het Gemeenschappelijk EU-octrooi, het operationeel maken van het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM)8 naast het European Financial Stability Facility (EFSF)9, het doorvoeren van het voorstel van een bankenunie10 in de eurozone en het mogelijk maken van een dialoog over de aanpak van de schuldencrisis.
- 1.Elk half jaar (van januari t/m juni en van juli t/m december) wordt de Europese Unie afwisselend voorgezeten door een lidstaat. Het land dat voorzitter is, leidt de vergaderingen van de Raad van de Europese Unie. Het Voorzitterschap van de Raad speelt een essentiële rol bij de sturing van het wetgevend en politiek besluitvormingsproces.
- 2.In deze instelling van de Europese Unie (kortweg 'de Raad van Ministers' of nog korter 'de Raad' genoemd) zijn de regeringen van de 27 lidstaten van de EU vertegenwoordigd. De Raad oefent samen met het Europees Parlement de wetgevings- en begrotingstaak uit.
- 3.Van 1 januari tot en met 30 juni 2012 vervulde Denemarken het voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie. Denemarken had het stokje overgenomen van Polen. Tijdens het voorzitterschap werkte Denemarken nauw samen in een trojka met Polen en Cyprus, die voor en respectievelijk na Denemarken het voorzitterschap bekleedden.
- 4.De drie achtereenvolgende EU-voorzitterschappen Polen, Denemarken en Cyprus werkten samen als Trojka. Ze hadden een gezamenlijk beleidsprogramma opgesteld waar zij als voorzittende landen aan werkten.
- 5.Van 1 januari tot en met 30 juni 2013 vervulde Ierland het voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie. Daarvoor was Cyprus voorzitter. Het was de zevende keer dat de Ieren het voorzitterschap in handen hadden. Het land vierde 2013 ook zijn veertigjarig lidmaatschap van de Europese Unie. Tijdens het voorzitterschap werkte Ierland nauw samen in een 'trojka' met Litouwen en Griekenland, die na Ierland het halfjaarlijkse voorzitterschap op zich namen.
- 6.Het Europees financieel kader 2014-2020 is het akkoord waarin de maxima voor de begrotingen van de Europese Unie zijn vastgelegd voor de periode 2014-2020. In het meerjarig financieel kader worden eisen vastgelegd waaraan de Europese begroting moet voldoen, om ervoor te zorgen dat de begroting van de EU op orde blijft. Daarnaast zorgt het vaststellen van deze kaders voor een soepeler verloop van de EU-begrotingsprocedure en sterkere samenwerking tussen EU-instellingen op budgettair gebied. De meerjarenbegroting wordt uitgewerkt in jaarlijkse begrotingen. Voor de volledige zeven jaar kwam de meerjarenbegroting uit op een bedrag van 960 miljard euro. Dat is 1 procent van het BNP van alle EU-lidstaten bij elkaar. Daar is nog 10 miljard euro bijgekomen vanwege de toetreding van Kroatië tot de Europese Unie op 1 juli 2013.
- 7.Dit zijn netwerken op het gebied van infrastructuur, meer specifiek op vervoers-, telecommunicatie- en energiegebied. De EU geeft hiervoor subsidie vanuit het cohesiefonds. Het tot stand komen van de trans-Europese netwerken moet bijdragen aan een goede werking van de interne markt, en de economische en sociale samenhang versterken.
- 8.Het European Stability Mechanism (ESM) is een permanent financieel noodfonds dat leningen verstrekt aan EU-lidstaten die in financiële problemen verkeren. Het fonds bestaat uit een deel direct gestort geld, dat lidstaten zelf hebben ingebracht, en kredietgaranties. Het uiteindelijke doel van deze steun is het bewaken van de economische en financiële stabiliteit van de EU om zo de waarde van de euro te waarborgen.
- 9.De Europese Faciliteit voor financiële stabiliteit (EFSF) was een tijdelijk noodfonds, dat inmiddels is vervangen door het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM). Het EFSF werd opgericht in 2010, toen sprake was van het dieptepunt van de crisis. Het doel was de financiële stabiliteit in de eurozone te bewaren. Eurolanden die in financiële problemen verkeerden, konden bij het EFSF een lening aanvragen. Sinds 1 juli 2013 kan er geen aanspraak meer worden gedaan op het EFSF. Steun loopt sindsdien altijd via het permanente ESM. Het ESM is sinds oktober 2012 operationeel.
- 10.De bankenunie moet leiden tot een Europees toezicht op banken en een gezamenlijke aanpak voor banken die in financiële problemen komen. De belangrijkste banken in de eurozone staan onder toezicht van de Europese Centrale Bank (ECB). Alle landen die de euro als betaalmiddel hebben doen mee aan de bankenunie, die moet zorgen voor financiële stabiliteit van banken.