Waarom de euro veel taboes doorbreekt
De Europese Raad heeft 2010 afgesloten met besluiten die eerder ondenkbaar waren. Er komt een Europees Stabiliteits Mechanisme als permanente pijler onder de euro. Landen die anders op de fles gaan krijgen daarlangs steun om te saneren. Een strenger Stabiliteitspact2 moet tegelijk zulke faillissementen voorkomen. Mogelijk brengt 2011 Euro-obligaties en fiscale harmonisatie. Zoiets was tot voor kort in Europa onbespreekbaar. De eurocrisis doorbreekt veel taboes.
Inhoudsopgave
Twee zinnetjes op te nemen in het Verdrag van Lissabon3 (VWEU4) maken het tijdelijke crisismechanisme van de EMU5 blijvend. ‘De lidstaten die de euro als munt hebben, stellen een stabiliteitsmechanisme in dat moet worden geactiveerd indien dat onontbeerlijk is om de stabiliteit van de eurozone in haar geheel te waarborgen’. Verdragstoevoeging nummer twee: ‘De verlening van financiële steun, indien vereist, uit hoofde van het mechanisme zal aan stringente voorwaarden gebonden zijn’.
De eurozone krijgt aldus een permanent Europees Stabiliteits Mechanisme (ESM). Het vervangt het in mei in crisissfeer uit de grond gestampte EFSF6 (Europees Financieel Stabiliteits Mechanisme). Hoeveel kapitaal het ESM krijgt is nog onbekend. Belangrijk is dat krachtens bovenstaande tekst financiële drenkelingen pas hulp krijgen zodra ‘de eurozone in haar gehéél’ kopje onder dreigt te gaan.
Anders gezegd: er komt eerst hulp zodra dat mede het eigen belang van de hulpgevers is. Nederland en Duitsland hadden nog verder willen gaan. Zij wilden ‘deze geweldige pot met geld’ (aldus premier Marc Rutte in Brussel) zwart op wit aanmerken ‘als laatste redmiddel’. Maar de andere politieke leiders houden de wijzigingstekst liever zo kort mogelijk.
Deze besluiten van de Europese Raad van 16 en 17 december in Brussel moeten de kakofonie doen verstommem onder de politieke leiders.. Zo noemde Eurogroep7 voorzitter Jean-Claude Juncker8 aan de vooravond van de Top kanselier Angela Merkel9 ‘on-Europees’ omdat zij geen Euro-obligaties wil invoeren.
Premier Georgios Papandreou10 zei dat zijn land failliet gaat als Merkel de beleggers in Griekse staatspapieren financieel wil achterstellen. Vlak voor de top nam Merkel gas terug. Zij schiep ruimte waarlangs Duitsland zijn zin krijgt. 2010 werd zo voor de Europese Unie11 het jaar van Merkel. Met dank aan president Nicolas Sarkozy12 die de kanselier bijstond in haar strijd voor verdragswijziging.
Deze verdragsaanpassing, hoe beknopt ook, was tot voor kort bij de Europese leiders ondenkbaar. Iedereen herinnert zich de verworpen Grondwet voor Europa, waarover jaren was onderhandeld. Vervolgens was er de moeizame totstandkoming van het Verdrag van Lissabon3 dat trouwens pas een jaar in werking is.
Dat dit verdrag nu al op de helling gaat komt door Duitsland. Volgens niet bevestigde berichten heeft kanselier Merkel binnenskamers gedreigd anders uit de euro te stappen. ‘Duitsland vertegenwoordigt een kwart van de economie van de eurozone’, zei premier Rutte. Het Duitse publiek bevalt het niet dat de overheid momenteel overal op bezuinigt.
Dat Duitsland tegelijk met talloze tientallen miljarden bijspringt om Griekenland, Ierland en binnenkort wellicht Portugal en Spanje te redden valt dan verkeerd. Genoemde vier landen hebben namelijk zelf een economisch wanbeleid gevoerd.
De tweede reden voor verdragswijziging ligt bij het Duitse Constitutionele Hof in Karlsruhe. Dat Hof werkt aan een verdict dat Duitsland verbiedt genoemde financiële steun te verlenen. Het Verdrag van Lissabon (artikel 125) verbiedt namelijk uitdrukkelijk dat EU-landen opdraaien voor elkaars tekort. Trekt Duitsland zich na een verdict van Karlsruhe terug, dan stort de EMU in.
De verdragswijziging komt er op twee voorwaarden. Zij mag eerstens niet in strijd zijn met genoemd artikel 125 dat grensoverschrijdende aansprakelijkheid tussen EU-landen verbiedt. Bovendien moet de wijziging zó beperkt blijven dat de landen met traditioneel een referendum (zoals Ierland en Denemarken) daarvan kunnen afzien.
Daartoe is een vernuftig juridisch kunstje bedacht. Op het eerste gezicht brengt een permanent gigantisch ‘noodfonds’ wel degelijk overdracht van nationale soevereiniteit naar Europa mee. Die overdracht ontwijken de landen met de euro echter. Het stabiliteitsmechanisme wordt namelijk intergouvernementeel en is dus geen instrument van de Unie zelf. Voor iedere besluitvorming is onder de deelnemende eurolanden unanimiteit vereist. Ieder land heeft aldus altijd een vetorecht; ‘blijft dus soeverein’ zo is de spitsvondige redenering.
Het genoemde Europees Stabiliteits Mechanisme (ESM) wordt een extra blijvend anker onder de gemeenschappelijke munt euro. Het ESM vervangt zoals gezegd het op 9 mei in volle crisis gecreëerde EFSF dat 440 miljard euro aan garanties bevat. Tegelijk vervangt het ESM het Stabiliteitsmechanisme van de Europese Commissie13 waar 60 miljard in zit. De Britten, die tot hun groot verdriet aan dit mechanisme meebetalen, wilden daar helemaal vanaf.
Beide systemen hebben een tijdelijk karakter tot 2013. Belangrijk is dat het IMF14 met zijn grote ervaring en financiële middelen blijvend volop meedraait in eventuele reddingsoperaties, aldus de conclusies van de Europese Raad.
Belangrijk nieuw element is dat vanaf 2013 beleggers en institutionele (pensioen) fondsen meebetalen als een euroland failliet gaat. Dat komt neer op bijvoorbeeld langere aflossingstermijnen of het niet volledig aflossen van de obligaties door dat land.
Heeft niet Europa sedert februari, toen Griekenland kapseisde, achter de feiten aan gehold? Premier Rutte. ‘Vind ik niet. De euro zelf is sedert het begin van de crisis in 2008 een ijzersterke munt gebleven. Zelfs toen Griekenland in de problemen kwam bleef de euro vergeleken met de dollar overeind. Kortom die euro staat als een huis (…).
De financiële markten zullen zeggen: deze aanpak bevalt ons. Dit geeft vertrouwen in de toekomst. Garanties voor de euro ? Garantie geef je op stofzuigers, niet op de euro’, aldus de premier na afloop in Brussel. Feit is dat de financiële markten na afloop van de top de besluiten daar in alle rust hebben aanvaard.
Maar werkt het beoogde stelsel echt in de praktijk? De meeste partijen in het Europees Parlement15 vinden het akkoord namelijk ‘weinig overtuigend’. Alleen de christen-democraten, in de Europese Raad volop vertegenwoordigd, staan er achter. De critici wijzen naar Slowakije. Dat land heeft botweg geweigerd zijn aandeel in de lopende reddingsacties op te hoesten.
De regering in Bratislava wil niet betalen voor Griekenland dat jarenlang vervalste begrotingscijfers naar Brussel stuurde. De andere Eurolanden hebben die weigering moeten accepteren. Het is kwestieus of het nieuwe mechanisme in een crisis, als ieder land eerst aan zichzelf denkt, alle zeventien regeringen meekrijgt. Dat is de onrustwekkende zwakte van de euro als je vergelijkt met de dollar. Eén Europese uniforme munt met zeventien moeders met elk hun eigen huishouden en belangen die alleen unaniem iets kunnen besluiten.
De problemen met de euro zetten zich in 2011 door. Na Griekenland en Ierland roepen momenteel Portugal en Spanje bij de financiële markten (speculatiefondsen, banken, verzekeringen, pensioenfondsen) sterke twijfels op. Bovendien groeien de economieën van de eurolanden in 2011 verder uiteen terwijl de EMU juist integratie beoogt.
Volgens de (Franse) directeur-generaal van het IMF Dominique Strauss-Kahn16, reageert Europa te fragmentarisch en te traag. ‘Het besluitvormingsproces is vergeleken met de snelheid waarop de markten werken, véél te langzaam’, zei Strauss-Kahn tegen het persbureau AFP.
De totaaloplossing bestaat er in om in de toekomst problemen te vermijden. Daartoe wil de Europese Raad het Stabiliteitspact SGP (maximaal drie procent tekort bij de overheid) in 2011 strikter maken.
Tijdens hun diner op donderdagavond hebben de 27 nationale leiders onder leiding van voorzitter Herman Van Rompuy17 en met Commissievoorzitter José Manuel Barroso18, er hardop over nagedacht hoe in de toekomst crises te vermijden. Daarover is Europa verdeeld. Frankrijk wil(de) Euroland voorzien van een economische regering. Dat hebben de landen met traditioneel sterke munten zoals Duitsland en Nederland tegengehouden. Zo’n regering ondermijnt namelijk de onafhankelijkheid van de ECB. Als compromis kwam eerder al ‘economic governance’ uit de bus.
De regeringen moeten voortaan ieder voorjaar hun ontwerpbudget aan Europa voorleggen. Voordat ieder parlement zijn zegen geeft over de nationale inkomsten en uitgaven beoordeelt de Commissie dat budget. Een jaar geleden was zo’n inmenging in de nationale hoofdsteden nog onbespreekbaar. De crisis vreet met andere woorden aan de nationale autonomie. Kernpunten van de beoogde ‘economic governance’ zijn een gezond fiscaal beleid, economische groei en hard saneren in de landen die steun vragen.
Inmiddels namen Frankrijk en Duitsland voor die nadere uitwerking (alweer) het voortouw. Samen doorbraken zij op 10 december het taboe op een enigszins gemeenschappelijk fiscaal en sociaal beleid. Parijs en Berlijn denken hier aan een lichte vorm van Europese coördinatie. In 2011 lanceren zij samen ideeën, zo hebben Sarkozy en Merkel aangekondigd.
Vlak voor de top kondigde de ECB een kapitaalverhoging aan van 5,7 naar 10,7 miljard euro. De bank koopt momenteel veel gedevalueerde overheidsobligaties van de vier genoemde grote schulden landen op. Tot midden december ging het al om 72 miljard euro.
Draaien die aankopen uit op een verlies, dan heeft de ECB eigen kapitaal nodig om de financiële put te vullen. Nederland draagt in deze kapitaalverhoging circa 230 miljoen bij.
Overigens heeft ECB-directeur Lorenzo Bini Smaghi in een opmerkelijk vrijmoedig interview met de Belgische krant DE TIJD van 17 december er op gewezen dat de bank waarschijnlijk verdient aan de steunaankopen. ‘Aangezien we van plan zijn de obligaties te behouden tot de vervaldag, verwachten we een meerwaarde’.
2010 telde niet minder dan zeven Europese Raden (normaal vier). Ze gingen allemaal voornamelijk over de financiële crisis. Een megabedrag van 750 miljard euro ligt via genoemde fondsen plus het IMF nu beschikbaar om zwakke broeders te beschermen. Volgens experts van de bank Goldman Sachs gaat dat actief echter ongeveer op mochten Griekenland, Ierland, Spanje en Portugal gered moeten worden.
Het IMF en ook voorzitter Juncker van de Eurogroep willen genoemd bedrag daarom fors optrekken. Zo’n maatregel houdt de speculanten koest. Maar Duitsland, Frankrijk, Nederland, Finland en Slowakije zijn absoluut tegen. Zij zien verhoging van de garantiefondsen als een verkeerd signaal. Dan verdwijnt namelijk de druk op de zwakkere landen om hun overheidsuitgaven en inkomsten te saneren.
Een ander (nog heviger) twistpunt is de introductie van zogenaamde Euro-obligaties. Dat zijn obligaties voor rekening van de Eurozone als geheel. Landen die volop vertrouwen genieten van de grote beleggers en daarom vandaag goedkoop lenen (zoals Duitsland, Nederland) betalen dan voortaan iets meer rente op hun leningen.
De kwistige landen met enorme staatsschulden betalen wat minder. Experts verwachten dat de invoering van Euro-obligaties de crisis snel zou beëindigen. Speculatie daartegen is zinloos vanwege de ‘Europa wijde’ overheidsgarantie. Noch kanselier Merkel noch premier Rutte noch de leiders van Frankrijk, Oostenrijk, Slowakije, Finland en Zweden - allemaal landen met een redelijk gezonde economie - willen echter blijvend duurder gaan lenen.
Het is logisch dat de ‘laat-maar-waaien’ landen (met voorheen zwakke munten) zoals Italië, Spanje, Portugal, Griekenland en België sterk vóór euro-obligaties zijn. Veel monetaire experts achten de invoering van Euro-obligaties onvermijdelijk.
Voorstander zijn genoemde Juncker voorzitter van de Eurogroep, president Jean-Claude Trichet19 van de ECB, Strauss-Kahn van het IMF, Commissievoorzitter Barroso, de Duitse minister van financiën Wolfgang Schäuble en de oppositiepartijen SPD en Groenen. Het lot van deze twee fundamentele twistpunten hangt af van de ernst en de richting van de crisis in 2011. Wellicht gaan dan ook deze taboes in rook op. Dan moeten de tegenstanders van nóg veel meer steun toch door de pomp.
Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk hebben de koppen bij elkaar gestoken over de financiering van de EU tot 2020. De Britse premier David Cameron20 wist de andere grootmachten vlak voor de top over te halen tot een bevriezing van het budget.
Alleen de inflatie wordt komende tien jaar nog deels gecompenseerd, zo is de bedoeling van de grote EU-landen. Zij hebben dit schriftelijk gemeld aan Commissievoorzitter Barroso die in 2011 met budgetvoorstellen tot 2020 komt. Insiders vermoeden dat in deze deal tussen de ‘Grote Drie’ de Fransen mogen blijven rekenen op hun klassieke profijtelijke landbouwpolitieke steun.
Londen zou naar verluidt zijn omstreden vaste contributiekorting behouden. Terwijl Duitsland als belangrijke contribuant zich verzekerd weet van een gelijkblijvende bijdrage aan Brussel.
Premier Rutte vindt het jammer dat hij niet bij de initiatiefnemers zit. ‘Nederland zou zo’n brief meteen ondertekenen’. Ook andere landen die veel contributie moeten betalen staan achter de brief. Zij die veel geld ontvangen (zoals Polen) reageren zeer teleurgesteld.
Boos is Commissievoorzitter Barroso. Zijn recht van initiatief voor de begroting is doorkruist. Heel boos is het Europees Parlement. Daags voor de Europese Raad moesten de Europarlementariërs een begroting voor 2011 slikken (126,5 miljard) die maar drie procent stijgt. Zij hadden het dubbele gevraagd. En nu dan tien jaar lang de nullijn slikken? De explosieve brief van Cameron c.s. aan Barroso is pas daags na de top verstuurd om de sfeer daar niet te bederven.
Tenslotte de korte nieuwtjes van de Europese Raad. Montenegro is geaccepteerd als kandidaat-lid van de Unie. De onderhandelingen kunnen nu beginnen. Estland met zijn modeleconomie start per Nieuwjaar als het zeventiende lid van de eurozone.
Hongarije neemt bij de jaarwisseling het EU-voorzitterschap21 voor een half jaar over van België. Europa wacht voor het eerst een ‘Midden-Europees’ jaar. Polen leidt namelijk na Hongarije vanaf 1 juli de Ministerraad en zijn honderden besluitvoorbereidende werkgroepen.
Meer over ...
- 1.Jan Werts is sinds 1976 journalist en publicist in Brussel, waar hij eerder onder meer werkte als correspondent van de Haagsche Courant. Verder was hij zes jaar als journalist werkzaam in Washington. Hij promoveerde in 1991 aan de Vrije Universiteit Brussel in het Europees en internationaal recht op een dissertatie over de Europese Raad. In 2008 verscheen hiervan een herziene versie. Schrijft analyses over Europese Toppen, gebundeld in het document Hoe Europa al tien jaar lang crises bevecht - 100 plus analyses van Jan Werts (link opent in nieuw venster).
- 2.In het Stabiliteits- en Groeipact spreken de landen die lid zijn van de Europese Unie af dat hun begrotingen in evenwicht zijn of een overschot hebben. Dat betekent dat de regeringen niet meer geld uitgeven dan ze ontvangen. Dat doel hoeft nog niet meteen bereikt te worden, maar de EU-landen moeten er wel naartoe werken. De afspraken zijn gemaakt in 1997.
- 3.Dit Europese verdrag voerde een aantal hervormingen door om de Europese Unie democratischer en beter bestuurbaar te maken nadat in 2004 en 2007 twaalf nieuwe landen lid zijn geworden van de Europese Unie. Het Verdrag van Lissabon is op 1 december 2009 in werking getreden.
- 4.Het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VwEU) is een gewijzigde versie van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (EG). De gewijzigde versie is in 2009 van kracht geworden. In het VwEU staat wat de bevoegdheden zijn van de Europese Unie, en op welke manier de Europese Unie die bevoegdheden kan uitoefenen. Dit verdrag vormt samen met het Verdrag betreffende de Europese Unie de basis van de Europese Unie.
- 5.De Economische en Monetaire Unie (EMU) is in 1991 opgericht door de Europese regeringsleiders. Het doel was een gezamenlijk economische politiek op te zetten, de prijsstabiliteit te bevorderen en de werking van de interne markt te verbeteren.
- 6.De Europese Faciliteit voor financiële stabiliteit (EFSF) was een tijdelijk noodfonds, dat inmiddels is vervangen door het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM). Het EFSF werd opgericht in 2010, toen sprake was van het dieptepunt van de crisis. Het doel was de financiële stabiliteit in de eurozone te bewaren. Eurolanden die in financiële problemen verkeerden, konden bij het EFSF een lening aanvragen. Sinds 1 juli 2013 kan er geen aanspraak meer worden gedaan op het EFSF. Steun loopt sindsdien altijd via het permanente ESM. Het ESM is sinds oktober 2012 operationeel.
- 7.De Eurogroep bestaat uit de ministers van Financiën van de landen die de euro als nationale munteenheid hebben ingevoerd (de eurozone). Dit samenwerkingsverband heeft als doel de coördinatie van economisch beleid binnen de muntunie te versterken en de financiële stabiliteit van de eurolanden te bevorderen. Het is strikt genomen een informeel orgaan en geen formatie van de Raad.
- 8.Jean-Claude Juncker (1954) was van 1 november 2014 tot 1 december 2019 voorzitter van de Europese Commissie. Hij werd op 15 juli 2014 gekozen. Juncker was in 1995-2013 minister-president van Luxemburg. Eerder was hij staatssecretaris en minister onder meer van financiën. Hij bekleedde daarnaast functies bij de Wereldbank en het IMF. In 2005-2013 was hij voorzitter van de eurogroep. Juncker is lid van de Christelijke Volkspartij en leidde een coalitie van christendemocraten en sociaaldemocraten. Hij is diverse malen onderscheiden met internationale prijzen, zoals de Walter Hallsteinprijs en de Karelsprijs.
- 9.Angela Merkel (1954) was van 22 november 2005 tot 8 december 2021 bondskanselier van Duitsland. Zij leidde sinds 2018 een coalitie van CDU/CSU met de SPD. Zij is scheikundige en werkte als wetenschapper in de DDR. In 1990 werd zij voor de CDU lid van de Bondsdag. In 1991-1994 was Angela Merkel minister voor vrouwen- en jeugdzaken en in 1994-1998 minister van milieu. In 2000 volgde zij Helmut Kohl op als voorzitter van de CDU.
- 10.Georgios Papanikolaou () was van 14 juli 2009 tot 30 juni 2014 lid van het Europees Parlement. Papanikolaou maakte deel uit van de Fractie Europese Volkspartij en komt uit Griekenland.
- 11.De Europese Unie (EU) is het belangrijkste samenwerkingsverband in Europa. De deelnemende landen hebben voor deze Unie een aantal organisaties opgericht waaraan zij een deel van hun eigen bevoegdheden hebben overgedragen. Dit zijn onder meer het Europees Parlement, de Europese Commissie, de Raad en het Europese Hof van Justitie.
- 12.Nicolas Sarkozy (1955) was in 2007-2012 president van Frankrijk. Hij was advocaat, burgemeester en Kamerlid en onder president Chirac enkele keren minister (van Binnenlandse Zaken en van financiën en Economische Zaken). Hij was politiek leider van de conservatief-liberale partij UMP.
- 13.Deze instelling van de Europese Unie kan worden beschouwd als het 'dagelijks bestuur' van de EU. De leden van de Europese Commissie worden 'Eurocommissarissen' genoemd. Elke Eurocommissaris is verantwoordelijk voor één of meerdere beleidsgebieden.
- 14.Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) is de VN-organisatie, dat de stabiliteit van het internationale monetaire systeem in de gaten houdt. Om deze stabiliteit te behouden en financiële crises te voorkomen, analyseert het IMF nationale, regionale en mondiale economische en financiële ontwikkelingen. Ook biedt het IMF hulp bij het beteugelen van economische crises.
- 15.Het Europees Parlement (EP) vertegenwoordigt ruim 450 miljoen Europeanen en bestaat momenteel uit 720 afgevaardigden (inclusief voorzitter). Nederland heeft 31 zetels in het Europees Parlement. Het Europees Parlement wordt geacht een stem te geven aan de volkeren van de 27 landen die aan de Unie deelnemen, en vooral te letten op het belang van de Unie in zijn geheel.
- 16.Dominique Strauss-Kahn (1949) was van 1 november 2007 tot 19 mei 2011 directeur van het IMF (Internationaal Monetair Fonds). Hij was hoogleraar economie in Parijs en werd in 1986 voor de PS (Parti Socialiste) lid van het Franse parlement (Nationale Vergadering). In de kabinetten-Cresson en -Bérégovoy bekleedde hij ministersposten. In het kabinet-Jospin (1997-1999) was hij minister van Financiën en Economische Zaken en daarna wederom hoogleraar. In 2007 deed hij een vergeefse poging om namens de PS presidentskandidaat te worden. Hij leek in 2011 opnieuw kansrijk voor het presidentschap, maar raakte ernstig in opspraak.
- 17.Herman Van Rompuy (1947) was van 1 december 2009 tot 1 december 2014 vaste voorzitter van de Europese Raad. Hij begon zijn werkzaamheden op 1 januari 2010. Hij werd op 19 november 2009 in die functie voor tweeënhalf jaar gekozen door de Europese Raad en op 1 maart 2012 herbenoemd. Van 30 december 2008 tot 25 november 2009 was Van Rompuy minister-president van België. Hij begon zijn loopbaan bij de Nationale Bank en vervulde daarna diverse politieke functies. Zo was hij staatssecretaris, senator, voorzitter van de CVP, viceminister-president en minister van Begroting, en Kamervoorzitter. Van Rompuy is lid van de Vlaamse christendemocratische partij CD&V. Hij leidde in 2008-2009 een kabinet van christendemocraten, liberalen en Waalse socialisten. Sinds 1 september 2015 is hij voorzitter van het European Policy Centre.
- 18.De Portugees José Manuel Durao Barroso (1956) was van 18 november 2004 tot 1 november 2014 voorzitter van de Europese Commissie. Hij leidde twee periodes de Europese Commissie. Daarvoor was Barroso staatssecretaris, minister van Buitenlandse Zaken (1992-1995), en ten slotte premier van Portugal (2000-2004). Hij is doctor in de politieke wetenschappen en werkte als wetenschapper. Barrosso is lid van de centrumrechtse PSD (Partido Social Democrata), een partij die is aangesloten bij de Europese Volkspartij. Sinds 2016 is hij non-executive president van de bank Goldman Sachs.
- 19.Jean-Claude Trichet (1942) was in 2003-2011 president van de Europese Centrale Bank. Eerder was hij onder meer kabinetschef van minister Balladur van Economische en financiële Zaken en Gouverneur van de Franse Centrale Bank.
- 20.David Cameron (1966) was van 11 mei 2010 tot 13 juli 2016 minister-president van het Verenigd Koninkrijk. Hij was sinds 2005 leider van de Conservatieven. De heer Cameron studeerde in Oxford en werkte enige tijd bij de Conservatieve Partij, onder meer als adviseur van de ministers van financiën en Binnenlandse Zaken. Later werkte hij bij een mediaconcern. In 2001 werd de heer Cameron lid van het Lagerhuis en in 2004 kwam hij in het schaduwkabinet. Hij leidde in 2010-2015 een coalitie van Conservatieven en Liberaal-Democraten. Na het verloren Brexit-referendum maakte hij zijn vertrek bekend.
- 21.Elk half jaar (van januari t/m juni en van juli t/m december) wordt de Europese Unie afwisselend voorgezeten door een lidstaat. Het land dat voorzitter is, leidt de vergaderingen van de Raad van de Europese Unie. Het Voorzitterschap van de Raad speelt een essentiële rol bij de sturing van het wetgevend en politiek besluitvormingsproces.