Europese Commissie daagt Nederland voor het Hof in verband met overheidsopdracht voor koffieautomaten - Hoofdinhoud
IP/10/499
Brussel, 5 mei 2010
De Europese Commissie i heeft besloten bij het Hof van Justitie i een procedure in te leiden tegen Nederland in verband met de gunning van een overheidsopdracht voor de levering en het beheer van koffieautomaten door de provincie Noord-Holland. De Commissie vreest dat Nederland zijn verplichtingen op grond van de EU-regels inzake openbare aanbestedingen niet is nagekomen. Het doel van deze regels is ervoor te zorgen dat overheidsopdrachten door eerlijke en transparante mededinging worden toegekend, zodat Europese bedrijven kansen krijgen en openbare middelen zo goed mogelijk worden besteed. De Commissie heeft in november 2009 een met redenen omkleed advies aan Nederland toegestuurd, waarin dat land wordt verzocht de EU-wetgeving na te leven. Aangezien de Commissie geen bevredigend antwoord kreeg, heeft zij besloten de zaak aan het Hof voor te leggen.
Wat is de bedoeling van de betrokken EU-regel?
Aanbestedingen gaan over de manier waarop overheden hun geld besteden aan zeer uiteenlopende zaken als koffie, computersystemen, afvalwaterzuiveringsinstallaties, schepen en adviezen. Geraamd wordt dat alle overheidsopdrachten in de EU samen 17% van het BIP van de Unie uitmaken. Volgens de EU-wetgeving inzake overheidsopdrachten moeten aanbestedingsprocedures open en transparante zijn, zodat er meer concurrentie komt, er sterkere garanties tegen corruptie zijn, de dienstverlening beter wordt en de belastingbetaler weet dat zijn geld goed wordt besteed.
In hoeverre leeft Nederland deze regels niet na?
De provincie Noord-Holland heeft een overheidsopdracht voor de levering en het beheer van koffiemachines gegund via een openbare aanbesteding op EU-niveau. De Commissie heeft een klacht over deze zaak ontvangen en is vervolgens een onderzoek gestart. Volgens de Commissie voldeed de aanbestedingsprocedure niet aan de eisen van de EU op het gebied van openbare aanbestedingen, met name ten aanzien van de technische specificaties en de selectie? en gunningscriteria.
De provincie heeft de inschrijvers gevraagd thee en koffie te leveren en heeft daarbij, in de technische specificaties, één of twee specifieke keurmerken genoemd, hetgeen niet is toegestaan in het kader van overheidsopdrachten, aangezien daarmee tegen bepaalde inschrijvers wordt gediscrimineerd. Hoewel de provincie heeft verklaard dat zij vergelijkbare keurmerken zou accepteren, heeft zij geen inhoudelijke criteria opgesteld aan de hand waarvan de inschrijvers konden uitmaken wanneer een keurmerk vergelijkbaar zou zijn. Deze situatie is niet transparant voor concurrerende bedrijven.
Met het oog op de selectie van de inschrijvers vroeg de provincie hun onder meer aan te geven wat zij doen om de koffiemarkt duurzamer te maken en hoe zij bijdragen aan een vanuit ecologisch, maatschappelijk en economisch opzicht gezonde koffieproductie. Het doel van dergelijke criteria is echter niet ervoor te zorgen dat de inschrijvers de nodige technische en professionele capaciteiten hebben om het contract uit te voeren, zoals op grond van de EU-regels inzake overheidsopdrachten zou moeten, maar eerder om de aanbestedende dienst te informeren over het algemene zakelijke beleid van de inschrijvers. Ook was het niet duidelijk hoe en volgens welke criteria de provincie de door de inschrijvers verstrekte informatie zou beoordelen. Dit ging ten koste van de transparantie van de aanbestedingsprocedure.
Tot slot heeft de provincie ook de regels op het gebied van gunningscriteria overtreden. Zij paste namelijk een criterium toe op grond waarvan aan inschrijvers die ingrediënten (suiker en melk) van een bepaald keurmerk of een vergelijkbaar keurmerk aanbieden, extra punten worden toegekend. Volgens de Commissie mag een aanbestedende dienst dergelijke gunningscriteria niet hanteren, omdat een keurmerk als zodanig geen geschikt criterium is om het uit economisch oogpunt voordeligste bod te selecteren. De provincie heeft op dit gebied geen materiële criteria vastgesteld, hetgeen ook niet transparant is voor de inschrijvers.
Wat zijn de negatieve gevolgen voor burgers en/of bedrijven in de EU?
Het op oneerlijke wijze aanbieden van opdrachten leidt tot concurrentievervalsing, discriminatie van bedrijven die een offerte hebben gedaan en verspilling van belastinggeld. Onder die omstandigheden bestaat het risico dat overheden niet het beste bod selecteren en dus te veel betalen.
Over inbreukprocedures
Op grond van artikel 258 van het Verdrag inzake de werking van de Europese Unie (VWEU) heeft de Europese Commissie de bevoegdheid om in rechte op te treden tegen lidstaten die hun uit de EU-voorschriften voortvloeiende verplichtingen niet nakomen. Men spreekt hierbij van inbreukprocedures. Deze procedures bestaan uit drie fasen. In de eerste fase ontvangt de lidstaat een ingebrekestelling waarin de Commissie om nadere informatie vraagt, als zij vermoedt dat er sprake zou kunnen zijn van een overtreding van de EU-wetgeving. De lidstaat heeft daarna twee maanden om daarop te reageren. Als de vermoedens van Commissie omtrent de overtreding van de EU-wetgeving worden bevestigd, stuurt de Commissie een met redenen omkleed advies, waarin de lidstaat wordt gevraagd binnen twee maanden aan die wetgeving te voldoen. Wanneer de Commissie binnen twee maanden geen bevredigend antwoord ontvangt, kan zij de zaak aanhangig maken bij het Hof van Justitie in Luxemburg. Als de uitspraak van het Hof negatief uitvalt voor de lidstaat, en laatstgenoemde conformeert zich niet aan die uitspraak, dan kan de Commissie het Hof verzoeken de betrokken lidstaat een boete op te leggen.
Voor meer informatie
Aanbestedingen.
http://ec.europa.eu/internal_market/publicprocurement/index_en.htm
Laatste nieuws over inbreukprocedures betreffende alle lidstaten:
http://ec.europa.eu/community_law/index_nl.htm