Belgisch voorzitterschap Europese Unie 2e helft 2010
Van 1 juli tot en met 31 december 2010 vervulde België het voorzitterschap1 van de Raad van de Europese Unie2. België nam het stokje over van Spanje. Tijdens het voorzitterschap werkte België nauw samen in een trojka3 met Spanje en Hongarije, die België voorging, respectievelijk opvolgde.
Hongarije4 nam op 1 januari 2011 het voorzitterschap over.
Inhoudsopgave
België zag een bescheiden rol voor zichzelf weggelegd tijdens het voorzitterschap. Er moest vooral ruimte geboden worden aan de implementatie van het Verdrag van Lissabon dat ruim een half jaar eerder in werking was getreden. Door zich bescheiden op te stellen kon ruimte geboden worden aan de Hoge vertegenwoordiger voor buitenlandse zaken, Catherine Ashton, en de permanente voorzitter van de Europese Raad, Herman van Rompuy. België wilde zich vooral op de lopende de zaken richten, en was niet van plan om met grootse plannen te komen.
Economisch herstel
In lijn met het gezamenlijke werkplan was het uitwerken van de economische strategie, Europa20205, één van de hoofdprioriteiten van het voorzitterschap. Specifiek zou er worden gewerkt aan het versterken van de Europese concurrentiekracht en aan duurzame groei. Hiernaast werd het debat over het voltooien van de interne markt voortgezet.
Sociaal beleid
In het kader van het Europees jaar van bestrijding van armoede en sociale uitsluiting, richtte België zich op het stimuleren van sociale vooruitgang. De bestrijding van armoede en de versterking van de sociale bescherming over de hele levenscyclus stond hoog op de agenda.
Speerpunten milieubeleid
Het thema milieubeleid vervulde een belangrijke rol en werd onderverdeeld in vier speerpunten:
-
-Klimaat
-
-Biodiversiteit
-
-Duurzaam materialenbeheer
-
-Betere instrumenten voor het milieubeleid
Langlopende dossiers
Daarnaast wilde België vooral voortgang boeken op enkele langlopende dossiers, en moesten recente initiatieven worden uitgewerkt:
-
-stappen zetten in de toetredingsonderhandelingen met Turkije en het mogelijk afronden van de toetredingsonderhandelingen met Kroatië
-
-voortzetten van de klimaatonderhandelingen voor de top in Cancun6 eind 2010
-
-een succesvolle start maken met de nieuwe Europese diplomatieke dienst
-
-overeenstemming bereiken over de plannen rond hedgefondsen en financieel toezicht in de EU
Politieke situatie in België
Gedurende het hele voorzitterschap was België verwikkeld in een langdurig formatieproces voor een nieuwe federale regering. Vanuit Belgische zijde was de EU verzekerd dat dit geen invloed zou hebben op het voorzitterschap. In december 2010 bleek dat er ondanks eerdere twijfels over de daadkracht van de Belgen het nodige bereikt was.
België vormde samen met Spanje en Hongarije een 'trojka'. Dat betekent dat deze landen naast een eigen programma en de eigen prioriteiten ook een aantal zaken samen hebben aangepakt.
De bestrijding van de economische crisis, het behoud van banen en juist een groei van de werkgelegenheid waren voor de hele periode van groot belang. Hiernaast waren het klimaat7 en een nieuwe Europese strategie voor energie belangrijke prioriteiten voor alle drie de voorzitterschappen. Ook moest er verder worden gegaan met de uitbreiding, met de nadruk op de toetreding van Kroatië en de nieuwe aanvragen van Albanië, Montenegro en IJsland. Gaandeweg werden de hervorming van het landbouwbeleid en de onderhandelingen over de meerjarenbegroting van de Unie ook steeds belangrijker.
Zowel Commissievoorzitter Barroso8 als EU-president Van Rompuy9 hebben België gefeliciteerd met het behaalde resultaat. Zo kwam er na jaren eindelijk beweging in de onderhandelingen over één Europees octrooi. Ook zijn er akkoorden gesloten over de begroting van 2011 en over de invulling van de Europese diplomatieke dienst.
In de bestrijding van de economische crisis zijn tijdens het Belgisch voorzitterschap ook verdere stappen ondernomen, al was de rol van het voorzitterschap daarin beperkt. Niet alles verliep succesvol. Zo zat er bijvoorbeeld weinig schot in de toetredingsonderhandelingen met Turkije.
- 1.Elk half jaar (van januari t/m juni en van juli t/m december) wordt de Europese Unie afwisselend voorgezeten door een lidstaat. Het land dat voorzitter is, leidt de vergaderingen van de Raad van de Europese Unie. Het Voorzitterschap van de Raad speelt een essentiële rol bij de sturing van het wetgevend en politiek besluitvormingsproces.
- 2.In deze instelling van de Europese Unie (kortweg 'de Raad van Ministers' of nog korter 'de Raad' genoemd) zijn de regeringen van de 27 lidstaten van de EU vertegenwoordigd. De Raad oefent samen met het Europees Parlement de wetgevings- en begrotingstaak uit.
- 3.De drie achtereenvolgende EU-voorzitterschappen Spanje, België en Hongarije werkten samen als Trojka. Ze hadden een gezamenlijk beleidsprogramma opgesteld waar zij als voorzittende landen aan hebben gewerkt.
- 4.Van 1 januari tot en met 30 juni 2011 vervulde Hongarije het voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie. Hongarije nam het stokje over van België. Tijdens het voorzitterschap werkte Hongarije nauw samen in een trojka met België en Spanje, die Hongarije vooraf gingen.
- 5.De EU 2020-strategie was de langetermijnstrategie van de Europese Unie voor een sterke en duurzame economie met veel werkgelegenheid. Deze strategie bouwde voort op de Lissabon-strategie (2000-2010) en moest ervoor zorgen dat de Europese economie zich ontwikkelde tot een zeer concurrerende, sociale en groene markteconomie. Net als bij de Lissabon-strategie was de looptijd van de EU 2020-strategie tien jaar.
- 6.Met enige regelmaat komen staten bijeen om met elkaar te spreken over de internationale klimaatproblematiek. Een agentschap van de Verenigde Naties, de UNFCCC, coördineert het internationale klimaatbeleid door elk jaar een Conference of Parties (COP) te organiseren. Tijdens deze conferenties vergaderen ministers en hoge ambtenaren uit vrijwel alle landen ter wereld over het klimaat. Samen bespreken zij de laatste wetenschappelijke informatie en manieren waarop men de uitstoot van broeikasgassen kan verminderen om zo de verandering van het klimaat te beperken.
- 7.De meeste wetenschappers zijn het er over eens dat de aarde door de uitstoot van broeikasgassen opwarmt en dat extreme weersomstandigheden vaker voorkomen. Deze klimaatverandering zet de leefbaarheid van veel gebieden op aarde onder druk en heeft grote gevolgen voor onder andere natuur en landbouw. Om de gevolgen te beperken is internationaal afgesproken de wereldwijde temperatuurstijging te beperken tot 2°C ten opzichte van het pre-industriële tijdperk. Ook de Europese Unie spant zich zowel op Europees niveau als op mondiaal niveau in om klimaatverandering tegen te gaan.
- 8.De Portugees José Manuel Durao Barroso (1956) was van 18 november 2004 tot 1 november 2014 voorzitter van de Europese Commissie. Hij leidde twee periodes de Europese Commissie. Daarvoor was Barroso staatssecretaris, minister van Buitenlandse Zaken (1992-1995), en ten slotte premier van Portugal (2000-2004). Hij is doctor in de politieke wetenschappen en werkte als wetenschapper. Barrosso is lid van de centrumrechtse PSD (Partido Social Democrata), een partij die is aangesloten bij de Europese Volkspartij. Sinds 2016 is hij non-executive president van de bank Goldman Sachs.
- 9.Herman Van Rompuy (1947) was van 1 december 2009 tot 1 december 2014 vaste voorzitter van de Europese Raad. Hij begon zijn werkzaamheden op 1 januari 2010. Hij werd op 19 november 2009 in die functie voor tweeënhalf jaar gekozen door de Europese Raad en op 1 maart 2012 herbenoemd. Van 30 december 2008 tot 25 november 2009 was Van Rompuy minister-president van België. Hij begon zijn loopbaan bij de Nationale Bank en vervulde daarna diverse politieke functies. Zo was hij staatssecretaris, senator, voorzitter van de CVP, viceminister-president en minister van Begroting, en Kamervoorzitter. Van Rompuy is lid van de Vlaamse christendemocratische partij CD&V. Hij leidde in 2008-2009 een kabinet van christendemocraten, liberalen en Waalse socialisten. Sinds 1 september 2015 is hij voorzitter van het European Policy Centre.