Europa kiest met drie voorzitters marsroute tot 2014
Op 29 en 30 oktober zet de Europese Raad2 tijdens de jaarlijkse ‘herfsttop’ de marsroute uit voor de Unie voor de komende jaren. Het gaat onder andere om:
-
-De datum waarop het Verdrag van Lissabon3 met diverse belangrijke vernieuwingen eindelijk in werking treedt. Dit betreft dus de eerder verworpen Grondwet voor Europa waarover sedert 2001 is onderhandeld.
-
-De samenstelling van de nieuwe Europese Commissie4 en de datum waarop zij het werk van de Commissie Barroso I5 overneemt.
-
-Het kiezen van de eerste vaste voorzitter van de Europese Raad die in de media al de ‘president van Europa’ heet.
-
-De bijdrage aan de klimaatconferentie van de VN in december te Kopenhagen. De Commissie wil dat de EU-landen hiervoor jaarlijks gezamenlijk ruwweg tien miljard euro opbrengen. Daarmee kan de Derde Wereld haar deelname aan een klimaatakkoord deels financieren. Wellicht lukt dit beraad pas later.
De EU heeft in september het vergaderseizoen hervat met een akkoord over de bonussen in het bankwezen als leidraad voor de G20. Het Ierse ja bracht vervolgens het inwerking treden van het Verdrag van Lissabon binnen bereik. Europa krijgt dan drie voorzitters.
Inhoudsopgave
‘Dank je wel, Ierland. Dit is een belangrijke dag voor Ierland en een feest voor Europa’, zo reageerde Commissievoorzitter José Manuel Barroso6 opgelucht zodra op 3 oktober bekend werd dat Ierland alsnog ja heeft gezegd7 tegen het Verdrag van Lissabon. Met een ruim tweederde meerderheid schaarden de Ieren zich achter het verdrag. Merkwaardig was het wel dat Barroso voluit erkende dat de speciale garantie van de Europese Raad aan de Ieren gegeven dat zij hun eigen eurocommissaris zeker behouden, een belangrijke rol heeft gespeeld. Volgens Barroso waren de Ieren hierover ‘terecht bezorgd’ toen zij in juni 2008 het verdrag in het eerste referendum afwezen. Met deze verklaring erkende de Commissievoorzitter wellicht onbedoeld dat Ierland aanvankelijk terecht het verdrag naar de prullenbak wenste.
Met de ratificatie van ‘Lissabon’ door Ierland zijn de problemen overigens niet van de baan. In Polen bekrachtigde president Lech Kaczyński op 10 oktober de ratificatie door zijn land met zijn handtekening. De Tsjechische president Vaclav Klaus8, een notoir anti-Europeaan, echter wil het verdrag zelfs nu alsnog tegenhouden. Het Grondwettelijk Hof in Tsjechië moet oordelen over een klacht van enkele parlementsleden. In de loop van oktober zou dat Hof beslissen of die klacht ontvankelijk is. Zo ja, dan volgen nog zeker enkele maanden voor een definitief oordeel. In het slechtste scenario (waarop Klaus dus mikt) zal de ratificatie door Tsjechië aanslepen tot de parlementsverkiezingen in het Verenigd Koninkrijk van komend voorjaar. Moet Labour dan plaats maken voor de Conservatieven, dan zouden die alsnog een referendum over ‘Lissabon’ houden. Zo’n Brits referendum betekent de doodsteek voor het verdrag. De kans dat het zo afloopt is overigens zeer gering.
Zweden is dit halfjaar voorzitter9 van de Europese Raad. Premier Fredrik Reinfeldt10 heeft dezer dagen met zowat alle nationale politieke leiders gesproken behalve met president Klaus. ‘Ik probeer hem te bereiken, maar dat lukt alsmaar niet’, aldus de Zweedse premier. De Tsjechische premier Jan Fischer11 heeft hem en ook Barroso op 7 oktober echter laten weten dat volgens zijn inlichtingen president Klaus het verdrag tekent zodra het Tsjechische Hof de klacht onontvankelijk heeft verklaard. Dat zou nog deze oktobermaand kunnen gebeuren. Reinfeldt wil hoe dan ook dat de komende Europese Raad spreekt over de verdeling van de portefeuilles binnen de nieuwe Commissie.
Ingeval de Tsjechische president deze maand ‘Lissabon’ nog tekent kan de Europese Raad dan bovendien aanduiden wie zijn permanente voorzitter wordt. Die functie vervangt de huidige halfjaarlijks roulerende voorzitter (zoals genoemde Reinfeldt) die tegelijk staatshoofd dan wel minister-president is. Reinfeldt opent als Raadsvoorzitter de discussie over de vaste voorzitter echter pas zodra zekerheid bestaat over de inwerkingtreding van ‘Lissabon’. De 27 betrokken staatshoofden en regeringsleiders kiezen hun vaste voorzitter op basis van een gekwalificeerde meerderheid12. Uiteindelijk krijgt de Unie samengevat binnenkort drie voorzitters: Barroso, Jerzy Busek13 van de EVP14, deze zomer gekozen tot president van het Europees Parlement15 en de vaste voorzitter van de Europese Raad.
Als favorieten gelden in de media onder andere premier Jan Peter Balkenende16 namens de christen-democraten (en met name kanselier Angela Merkel17) en voormalig Brits premier Tony Blair namens de sociaal-democraten (en met name president Nicolas Sarkozy18). Een andere meer gebruikelijke optie is om de topfuncties de komende vijf jaar over de grootste partijen te verdelen. Naast Barroso (christen-democraten) past dan Blair (namens de sociaal-democraten). De Finse huidige commissaris Olli Rehn19 wordt in die formule genoemd als liberaal opvolger van Javier Solana20 op de sleutelpost van Europees minister van Buitenlandse Zaken die ‘Lissabon’ brengt.
De keuze tussen Blair of Balkenende (dan wel een vergelijkbaar politicus uit een kleiner land) is politiek belangrijk. Met Blair krijgt Europa een wereldwijd bekend ‘president’. Blair zal zijn oren vooral laten hangen naar de grote landen, zo verwacht voormalig minister van Buitenlandse Zaken Bernard Bot21. Balkenende of een vergelijkbaar politicus, zal de 21 kleinere landen die de EU telt wat meer in het oog houden. Anderzijds zal een mondiaal minder bekend president wellicht iets minder snel toegang hebben tot het Witte Huis, het Kremlin of te Peking. Wordt Balkenende het (of een ander lid van de Europese Raad) dan moet die ‘thuis’ aftreden. Inmiddels noemen de media dagelijks nog andere kandidaten.
De termijn van Barroso I loopt daags na de Europese Raad op 1 november af. Het is onmogelijk dat Barroso II dan al door de Commissievoorzitter is samengesteld en goedgekeurd door het Europees Parlement. Een verlenging van de zittingsperiode, bijvoorbeeld tot komend Nieuwjaar, is waarschijnlijk. Een extra complicatie is dat onduidelijk is of de Commissie Barroso II wordt samengesteld op basis van het lopende Verdrag van Nice22, dan wel op basis van ‘Lissabon’. Ook dat dilemma moet de Europese Raad op de laatste dagen van oktober oplossen.
De (her)benoeming van José Manuel Barroso als voorzitter op voordracht van de Europese Raad is inmiddels op 16 september bij geheime stemming goedgekeurd door het Europees Parlement met 382 stemmen voor, 219 tegen en 117 onthoudingen.
Barroso was de kandidaat van de Europese Volkspartij (waaronder het CDA), dat is de verreweg sterkste fractie. De tweede grootste fractie de sociaal-democratische PES23 had afgesproken tegen Barroso te stemmen. Hij zou te weinig ambitieus zijn en bovendien als ‘lakei’ van de Europese Raad weinig hebben ondernomen tegen de financiële crisis. Omdat veel zuidelijke socialistische Europarlementsleden toen het er op aan kwam toch voor Barroso kozen, verwierf de Portugees onverwacht veel stemmen. Ook de steun van de nieuwe Eurofractie van Conservatieven en Hervormers droeg daaraan bij. Barroso scoorde voldoende zowel volgens het Verdrag van Nice als op basis van het Verdrag van Lissabon. Laatstgenoemd verdrag let de lag hoger en eist dat de kandidaat-voorzitter 369 stemmen krijgt wat Barroso dus royaal lukte.
De voorzitter van de sociaal-democratische fractie (PES), de Duitser Martin Schulz en die van de groene fractie, Daniël Cohn-Bendit, hadden maandenlang geprobeerd van Barroso af te komen. Ook de kleinere radicaal linkse en rechtse fracties, waaronder de PVV, stemden tegen hem. Schulz’ actie mislukte omdat de Europese Raad Barroso unaniem had voorgedragen en omdat sociaal-democraten noch liberalen een eigen kandidaat hadden. Barroso hield voor de stemming in Straatsburg een dringend pleidooi voor herbenoeming. Onder het motto ‘my party is Europe’ beloofde hij met alle politieke stromingen rekening te zullen houden.
In het Amerikaanse Pittsburgh heeft de G20 op 25 september een akkoord bereikt over de aanpak van de economische crisis. In een gezamenlijke verklaring beloven de leiders van de grootste geïndustrialiseerde landen, waaronder Balkenende, een einde te maken aan de excessieve bonussen in het bankwezen. Bonusregelingen hebben de crisis uitgelokt doordat zij bankdirecties aanmoedigden Amerikanen massaal hypotheken aan te smeren die zij nooit konden afbetalen.
De G20 sprak een taboe uit over dergelijke bonussen zeker als die doorlopen ongeacht de winstcijfers. Bonussen die onterecht zijn betaald, bijvoorbeeld omdat de betrokken instelling op langere termijn niet succesvol was, kunnen voortaan teruggevorderd worden. Bonussen bij banken met zwakke financiële reserves worden beperkt. Er komt echter geen maximale grens aan de bonussen. Duitsland, Frankrijk, Italië, Spanje, Nederland, Zweden en Luxemburg bepleitten afgelopen maanden tevergeefs voor een maximumbonus van één jaarsalaris. Minister van Financiën Wouter Bos24 sprak in Pittsburgh na afloop niettemin van een ‘ongelooflijke vooruitgang’. Bos wees er op dat de bonussen tot vorig jaar in de G20 onbespreekbaar waren.
De tekst van Pittsburgh is redelijk vaag en niet afdwingbaar. Dat komt omdat alle deelnemende landen hun eigen uiteenlopende wetgeving kennen die zij alleen met medewerking van het nationale parlement kunnen veranderen. Nog belangrijker is wellicht dat de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk hun enorme financiële sector liever niet veel sterker reguleren. Tenslotte voorspellen sommige experts dat welke regeling de overheid ook bedenkt, de bankwereld die zal weten te omzeilen. In Nederland bijvoorbeeld kregen de betrokken bankiers ondanks de crisis in 2008 toch weer hoge bonussen uitgekeerd.
Belangrijk is verder de afspraak in Pittsburgh dat de G20 hét orgaan wordt waar de grote landen hun economische problemen bespreken en coördineren. De jaarlijkse G8 topconferenties, waar grote opkomende economieën als China, India en Brazilië ontbreken, gaan voortaan vooral over veiligheid en andere algemeen politieke vraagstukken. Nederland hoort officieel niet bij de G20 maar is de voorbije drie keer wel uitgenodigd. Nederland is wereldwijd de 16e grootste nationale economie. De regering ijvert er voor volgend jaar bij de volgende bijeenkomst in Canada er weer bij te zijn. De G20 besloten verder het IMF te hervormen met meer stemrecht voor ontwikkelingslanden en opkomende nationale economieën, zoals die van China. Makkelijk zal dat niet gaan, omdat Europa dan stemmen moet inleveren.
Ter voorbereiding van de bijeenkomst in Pittsburgh was op 17 september een korte informele bijeenkomst gehouden van de Europese Raad in Brussel. Daar kwam een gezamenlijk standpunt tot stand over de economische problemen met een paragraaf ‘verantwoordelijke beloningspraktijken in de financiële sector’. Het is een succes van de initiatiefnemers, president Sarkozy en kanselier Merkel, dat men de Britse premier Gordon Brown25 hierbij mee kreeg. Minister Maxime Verhagen26 van Buitenlandse Zaken, die premier Balkenende wegens de algemene politieke beschouwingen in de Kamer verving, was na afloop tevreden. Vooruitkijkend naar Pittsburgh zei de minister: ‘De EU komt daar nu met één boodschap. Dan pas kun je internationaal invloed uitoefenen’.
Dr. Jan Werts is EU-Correspondent te Brussel. Hij publiceerde onlangs 'The European Council', ISBN 978-0-9556202-1-8, Londen, John Harper Publishing.
Meer over ...
- 1.Jan Werts is sinds 1976 journalist en publicist in Brussel, waar hij eerder onder meer werkte als correspondent van de Haagsche Courant. Verder was hij zes jaar als journalist werkzaam in Washington. Hij promoveerde in 1991 aan de Vrije Universiteit Brussel in het Europees en internationaal recht op een dissertatie over de Europese Raad. In 2008 verscheen hiervan een herziene versie. Schrijft analyses over Europese Toppen, gebundeld in het document Hoe Europa al tien jaar lang crises bevecht - 100 plus analyses van Jan Werts.
- 2.De Europese Raad bestaat uit de regeringsleiders of staatshoofden van de 27 lidstaten van de Europese Unie, de vaste voorzitter en de voorzitter van de Europese Commissie. Alleen de regeringsleiders of staatshoofden hebben stemrecht tijdens de vergaderingen. De Europese Raad heeft geen wetgevingstaak, maar stelt wel de politieke richting van de EU vast.
- 3.Op 1 december 2009 is het Verdrag van Lissabon in werking getreden. Hiermee kwam een einde aan een lang hervormingsproces. Het verdrag is erop gericht de Europese Unie beter bestuurbaar en democratischer te maken.
- 4.Deze instelling van de Europese Unie kan worden beschouwd als het 'dagelijks bestuur' van de EU. De leden van de Europese Commissie worden 'Eurocommissarissen' genoemd. Elke Eurocommissaris is verantwoordelijk voor één of meerdere beleidsgebieden.
- 5.Deze Commissie trad op 22 november 2004* aan en bleef tot 10 februari 2010 in functie. De voorzitter van de Commissie was de Portugese politicus José Manuel Barosso. VVD-politica Neelie Kroes was Eurocommissaris voor mededinging.
- 6.De Portugees José Manuel Durao Barroso (1956) was van 18 november 2004 tot 1 november 2014 voorzitter van de Europese Commissie. Hij leidde twee periodes de Europese Commissie. Daarvoor was Barroso staatssecretaris, minister van Buitenlandse Zaken (1992-1995), en ten slotte premier van Portugal (2000-2004). Hij is doctor in de politieke wetenschappen en werkte als wetenschapper. Barrosso is lid van de centrumrechtse PSD (Partido Social Democrata), een partij die is aangesloten bij de Europese Volkspartij. Sinds 2016 is hij non-executive president van de bank Goldman Sachs.
- 7.De Ieren stemden op 2 oktober 2009 vóór goedkeuring van het Verdrag van Lissabon. Tijdens het vorige referendum op 12 juni 2008 stemde de Ierse bevolking nog tegen.
- 8.Vacláv Klaus (1941) was in 2003-2013 president van de Tsjechische Republiek. Hij is econoom en was werkzaam als wetenschapper en medewerker van de Tsjechoslowaakse Staatsbank. In 1989 speelde hij een belangrijke rol in Burgerforum en na de omwenteling werd hij minister van Financiën. Klaus werd daarna leider van de rechts-liberale partij ODS en minister-president van Tsjechië. Na de verkiezingsnederlaag van 1997 werd hij Kamervoorzitter. In februari 2003 werd hij gekozen tot president en in 2008 als zodanig herkozen.
- 9.Van 1 juli t/m 31 december 2009 vervulde Zweden het voorzitterschap van de Europese Unie. Zweden nam het stokje over van Tsjechië. Het Zweeds voorzitterschap was het laatste 'alleenstaande' voorzitterschap, hierna werkten de voorzittende landen altijd in een zogenaamde Trojka.
- 10.Fredrik Reinfeldt (1965) was in 2006-2014 minister-president van Zweden. Hij was leider van de conservatief-liberale Moderaterna-partij, die in 2004 een coalitie (Allians för Sverige) vormde met de christendemocraten, de Volkspartij (sociaal-liberalen) en de Centrumpartij (boeren). Reinfeldt, die economie heeft gestudeerd, zit sinds 1991 in de Zweedse Rijksdag en werd in 2003 leider van zijn partij.
- 11.Jan Fischer (1951) was in 2009-2010 minister-president van Tsjechië. Hij was voorzitter van het Tsjechische Statistische Bureau en werkte ook voorheen bij instituten op statistisch gebied. In 1980-1989 was Fischer lid van de communistische partij, sindsdien is hij partijloos.
- 12.De Raad van Ministers kan met gekwalificeerde meerderheid een voorstel aannemen wanneer 55% van het aantal lidstaten, met een minimum van vijftien, vóór stemt. Ook moet in de lidstaten die voor zijn, ten minste 65% van de totale bevolking van de Europese Unie wonen. Met het huidige aantal lidstaten (27) betekent 55% dat minimaal vijftien lidstaten voor moeten stemmen.
- 13.Jerzy Buzek (1940) was van 14 juli 2009 tot 1 januari 2012 voorzitter van het Europees Parlement. Vanaf 2004 is hij lid van dat Parlement. Buzek was in 1997-2001 minister-president van Polen. Hij volgde een opleiding als scheikundig ingenieur en was actief in de wetenschap, onder meer als hoogleraar. Verder speelde hij in de jaren tachtig van de vorige eeuw een leidinggevende rol in de vrije vakbond Solidariteit. Na de omwenteling in Polen werd hij politiek actief. Buzek is nu lid van het Burgerforum, een centrumrechtse partij, die in het Europees Parlement is aangesloten bij de christendemocratische fractie.
- 14.De fractie van de Europese Volkspartij is een centrum-rechtse politieke fractie en vertegenwoordigt de christendemocratische stromingen in het Europees Parlement. De fractie is gelieerd aan de EVP-partij.
- 15.Het Europees Parlement (EP) vertegenwoordigt ruim 450 miljoen Europeanen en bestaat momenteel uit 720 afgevaardigden (inclusief voorzitter). Nederland heeft 31 zetels in het Europees Parlement. Het Europees Parlement wordt geacht een stem te geven aan de volkeren van de 27 landen die aan de Unie deelnemen, en vooral te letten op het belang van de Unie in zijn geheel.
- 16.Zeeuwse CDA-politicus die negen jaar partijleider en acht jaar premier was. Afkomstig uit de wetenschap en partijideoloog, die eigen verantwoordelijkheid van burgers voorstond. Als Tweede Kamerlid financieel woordvoerder. Werd in 2001 onverwacht lijsttrekker van het CDA na de machtstrijd tussen De Hoop Scheffer en Van Rij. Leidde vanaf 2002 als premier kabinetten van wisselende samenstelling in een na de moord op Fortuyn politiek instabiele periode. Probeerde terugkeer van 'normen en waarden' op de politieke agenda te zetten. Nadat zijn tweede kabinet diverse hervormingen had doorgevoerd, was zijn vierde kabinet op dat punt minder daadkrachtig. Een bankencrisis werd wel bezworen. In zijn publieke optredens soms wat onhandig, maar niettemin - of juist daardoor - lange tijd populair en succesvol. De verkiezingen van 2010 verliepen voor zijn partij echter desastreus, waarna hij de politiek verliet. Sinds 2022 minister van staat.
- 17.Angela Merkel (1954) was van 22 november 2005 tot 8 december 2021 bondskanselier van Duitsland. Zij leidde sinds 2018 een coalitie van CDU/CSU met de SPD. Zij is scheikundige en werkte als wetenschapper in de DDR. In 1990 werd zij voor de CDU lid van de Bondsdag. In 1991-1994 was Angela Merkel minister voor vrouwen- en jeugdzaken en in 1994-1998 minister van milieu. In 2000 volgde zij Helmut Kohl op als voorzitter van de CDU.
- 18.Nicolas Sarkozy (1955) was in 2007-2012 president van Frankrijk. Hij was advocaat, burgemeester en Kamerlid en onder president Chirac enkele keren minister (van Binnenlandse Zaken en van financiën en Economische Zaken). Hij was politiek leider van de conservatief-liberale partij UMP.
- 19.De Fin Olli Rehn (1962) was van juli 2004 tot juni 2014 lid van de Europese Commissie. In de Commissie-Barroso II was hij belast met economische en monetaire zaken. In de commissie-Barroso I (2004-2010) was hij verantwoordelijk voor de betrekkingen met de kandidaat-lidstaten en zaken betreffende de uitbreiding van de Europese Unie. Eerder was hij lid van het Finse parlement en werkte hij bij de Europese Commissie in Brussel. Na zijn aftreden als Eurocommissaris was hij lid van het Europees Parlement en van de Riksdag en minister van Economische Zaken (2015-2017). Sinds 12 juli 2018 is hij president van de Finse centrale bank.
- 20.Javier Solana (1942) was van oktober 1999 tot 1 december 2009 secretaris-generaal van de Raad van Ministers en Hoge Vertegenwoordiger voor het Buitenlands- en Veiligheidsbeleid van de EU. Hij was eerder hoogleraar natuurkunde in Madrid, socialistisch parlementslid en minister van Cultuur (1982-1988), van Onderwijs en Wetenschappen (1988-1992), en van Buitenlandse Zaken (1992-1995). In 1995-1999 was Solana secretaris-generaal van de NAVO.
- 21.Ervaren diplomaat die in 2003 De Hoop Scheffer opvolgde als CDA-minister van Buitenlandse Zaken in het kabinet-Balkenende II. Zoon van Indisch ambtenaar, diplomaat en minister Theo Bot. Zat in zijn jonge jaren in een Japans concentratiekamp. Was werkzaam op diverse diplomatieke posten, laatstelijk als ambassadeur in Turkije, en werd in 1989 secretaris-generaal van Buitenlandse Zaken. Daarna tot zijn pensionering vertegenwoordiger bij de Europese Unie. Beschikte over een uitgebreid internationaal netwerk en had als minister veel gezag. Zette zich na de negatieve uitkomst van het referendum over de Europese Grondwet in voor herstel van de Nederlandse positie in de EU.
- 22.Dit Europese verdrag heeft institutionele hervormingen mogelijk gemaakt die met het oog op de uitbreiding van de Europese Unie met de tien landen in het oosten en zuiden van Europa noodzakelijk waren. Het Verdrag van Nice is op 1 februari 2003 in werking getreden.
- 23.De Progressieve Alliantie van Socialisten en Democraten (S&D) is de sociaaldemocratische fractie in het Europees Parlement. De fractie is ontstaan als een alliantie tussen de Partij van de Europese Sociaal-Democraten (PES) en de Italiaanse Democratische Partij.
- 24.Uit het bedrijfsleven afkomstige partijleider van de PvdA in de jaren 2002-2010. Werkte na zijn studie economie en politicologie ruim negen jaar in binnen- en buitenland voor Shell. Werd daarna Tweede Kamerlid en spoedig staatssecretaris van Financiën. In 2002 de eerste direct gekozen lijsttrekker van de PvdA. Leidde in 2003 zijn partij naar electoraal herstel, maar zag onderhandelingen met het CDA mislukken. Na vier jaar oppositie in 2007 vicepremier en minister van Financiën. Oogstte waardering voor de wijze waarop hij de gevolgen van de internationale financiële crisis aanpakte. Niet lang na de breuk in het kabinet-Balkenende IV koos hij voor zijn jonge gezin en verliet hij de politiek. Goed debater, die echter soms aarzelde over de koers van zijn partij. Tegenstanders betichtten hem daarom wel van 'draaien'. Was bestuursvoorzitter van VU Medisch Centrum en is nu voorzitter van het bestuur van Menzis.
- 25.Gordon Brown (1951) was van juni 2007 tot mei 2010 minister-president van het Verenigd Koninkrijk. Hij was leider van de Labour Party. Sinds 1983 is hij lid van het Britse Lagerhuis. Brown begon zijn loopbaan als docent en journalist. In 1997-2007 was hij minister van Financiën in de kabinetten-Blair. Daarmee was hij de langstzittende minister van Financiën uit de moderne Britse geschiedenis.
- 26.CDA-voorman, die het tot minister van Buitenlandse Zaken in het kabinet-Balkenende IV en vicepremier in het kabinet-Rutte I bracht, maar die in 2012 afzag van het politiek leiderschap. Zoon van een Limburgse gedeputeerde. Als (jong) historicus werd hij fractiemedewerker en, in 1989, Europarlementariër, alvorens in 1994 de overstap te maken naar de CDA-Tweede Kamerfractie. Ontpopte zich als vaardig woordvoerder asielbeleid en buitenlandse en Europese zaken. Toen Balkenende in 2002 premier werd, nam hij het fractievoorzitterschap over. Als diens secondant schuwde hij harde uithalen naar tegenstanders niet ('Met Bos bent u de klos'). Genoot van het ministerschap van BZ, maar mede vanwege rugklachten werd hij in 2010 minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Stond bekend als emotioneel en slim en als strateeg. Vanaf 2013 was hij tien jaar voorzitter van Bouwend Nederland.