Kabinetsformatie 2006-2007
Op basis van de uitslag van de Tweede Kamerverkiezingen lag een coalitie van CDA1 en PvdA2 voor de hand. Deze partijen moesten echter wel een derde partij zoeken omdat ze samen maar 74 zetels hadden. Nadat coalities van CDA en PvdA met SP of GroenLinks3 niet mogelijk waren gebleken, kwam onder leiding van informateur Wijffels4 een coalitie van CDA1, PvdA2 en ChristenUnie5 tot stand.
Het nieuwe kabinet-Balkenende IV6 trad op 22 februari 2007 aan na een relatief vlotte formatie van 89 dagen.
Inhoudsopgave
datum |
wat |
wie |
tot en met |
dagen |
---|---|---|---|---|
22 november 2006 |
||||
25 november 2006 |
Benoeming informateur8 |
19 december 2006 |
25 |
|
20 december 2006 |
Benoeming informateur |
8 februari 2007 |
51 |
|
6 februari 2007 |
Coalitieakkoord 'Samen werken, samen leven' |
|||
7 februari 2007 |
||||
9 februari 2007 |
Benoeming formateur |
21 februari 2007 |
13 |
|
22 februari 2007 |
Beëdiging12 nieuwe bewindslieden; kabinet missionair |
|||
Totale duur formatie14 |
89 |
Verkiezingsuitslag
Na de Tweede Kamerverkiezingen leken het CDA en de PvdA op elkaar aangewezen, maar zij moesten wel een derde partij zoeken omdat ze samen maar 74 zetels hadden. Bij die verkiezingen behaalde het CDA 41 zetels (verlies drie zetels) en de PvdA 33 (verlies negen). De VVD kampte met interne spanningen na de strijd om het lijsttrekkerschap tussen Mark Rutte15 en Rita Verdonk16. De VVD verloor zes zetels en kwam uit op 22 zetels. CDA en VVD hadden samen slechts 63 zetels. Oud-VVD-dissident Geert Wilders17 kwam met de door hem gevormde PVV/Lijst Wilders met negen zetels in de Tweede Kamer. Door de winst van negen zetels werd de SP met 25 zetels de derde partij in grootte. De SP leek daarmee een serieuze coalitiekandidaat.
Voormalige regeringspartij D66 werd gehalveerd en hield nog slechts drie zetels over. GroenLinks verloor één zetel. De in Lijst Vijf Fortuyn18 herdoopte LPF verdween uit de Kamer. De ChristenUnie verdubbelde daarentegen zijn zeteltal en kwam op zes. Ook die partij kwam in beeld als coalitiekandidaat.
Informatie-Hoekstra
Op 25 november benoemde de koningin staatsraad en oud-topambtenaar Rein Jan Hoekstra9 tot informateur. Hij moest 'op korte termijn onderzoeken welke mogelijkheden op basis van de verkiezingsuitslag aanwezig zijn voor de vorming van een kabinet dat mag rekenen op een vruchtbare samenleving met de Staten-Generaal.'
Op 28 november begon hij met zijn eerste gesprekken, waarbij PvdA-leider Wouter Bos19 en SP-leider Jan Marijnissen20 een voorkeur uitspraken voor een kabinet met CDA, PvdA en SP. Op 12 december bleek dat een kabinet met deze drie partijen niet mogelijk was. Hoekstra meldde dat tussen CDA en SP inhoudelijk te grote verschillen bestonden.
De informateur stuurde vervolgens aan op een coalitie van CDA, PvdA en GroenLinks, maar ook deze poging mislukte. GroenLinks-leider Femke Halsema21 zag haar partij een bijrol spelen in een coalitie met CDA en PvdA. Ook wilde zij geen coalitie met alleen partijen die hadden verloren. De ChristenUnie was wel in voor regeringsdeelname.
Informatie-Wijffels
Op 20 december werd op voorstel van informateur Hoekstra de CDA'er Herman Wijffels4 benoemd tot nieuwe informateur. Hij stuurde aan op een coalitie van CDA, PvdA en ChristenUnie. Hierbij was het vooral van belang dat het CDA en de PvdA zich bereid vonden om, na de moeizame formatie van 2003, opnieuw informerende gesprekken te houden. De formatiebesprekingen vonden buiten Den Haag plaats, namelijk in het Hotel Lauswolt in het Friese Beetsterzwaag.
Op 5 februari kwamen de onderhandelaars van CDA, PvdA en ChristenUnie en hun secondanten (Maxime Verhagen22 - CDA, Jacques Tichelaar23 - PvdA en Arie Slob24 -ChristenUnie) onder leiding van Wijffels tot een concept-regeerakkoord ('Samen werken, samen leven'). Opvallend was het ontbreken van grote hervormingsplannen en de belofte om meer te investeren, onder meer in duurzaamheid en milieu.
Een dag later stemden de fracties in met het ontwerp-programma.
Formatie-Balkenende
Balkenende werd op 9 februari wederom formateur. Bij het samenstellen van de kabinetsploeg kwamen er bij de PvdA vier 'buitenstaanders', de hoogleraren Ronald Plasterk25 en Jacqueline Cramer26, oud-vakbondsbestuurder Ella Vogelaar27 en de Nijmeegse burgemeester Guusje ter Horst28. Bos zelf was bereid, anders dan hij aanvankelijk had verklaard, onder Balkenende vicepremier te worden. Hij werd tevens minister van Financiën. Ook bij de ChristenUnie ging de politiek leider over naar het kabinet. André Rouvoet29 werd vicepremier en minister voor Jeugd en Gezin.
Bij het CDA zag fractievoorzitter Maxime Verhagen22 zijn wens in vervulling gaan om minister van Buitenlandse Zaken te worden. Donner30 keerde terug als minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Maria van der Hoeven31 verruilde Onderwijs voor Economische Zaken. Partijideoloog en senator Ab Klink32 werd minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Het zoeken van bewindslieden leverde betrekkelijk weinig problemen op. Onder de staatssecretarissen waren diverse (oud-)Kamerleden, zoals Ank Bijleveld33, Frans Timmermans34, Jet Bussemaker35, Sharon Dijksma36 en Frank Heemskerk37.
Op 22 februari werden de nieuwe minsters en staatssecretarissen van het kabinet-Balkenende IV beëdigd.
Het regeerakkoord 'Samen werken, samen leven' omvat de afspraken gemaakt tussen regeringspartijen CDA1, ChristenUnie5 en PvdA2 en vormde de basis voor het kabinet-Balkenende IV6. Het regeerakkoord telde 53 pagina's. Centraal stond een focus op werken aan groei, duurzaamheid, respect en solidariteit.
De informateurs
R.J. (Rein Jan) Hoekstra
In Friesland geboren maar in Groningen opgegroeide jurist en topambtenaar. CDA-lid. Begon als advocaat in Rotterdam en werd daarna ambtenaar op Binnenlandse Zaken. Was als adjunct-secretaris en lid betrokken bij twee staatscommissies die zich met staatkundige vernieuwing bezighielden. Op Algemene Zaken adviseur van Den Uyl38, Van Agt39 en Lubbers40 en vooral onder die laatstgenoemde een ambtelijke spil bij het ondersteunen van de premier. Werd in 1994 lid van de Raad van State en bleef dat ruim tien jaar. Zat in 2006 de Nationale Conventie41 over bestuurlijke vernieuwing voor. Speelde in 200342 als informateur een belangrijke rol bij de vorming van het tweede kabinet-Balkenende43. Bij de formatie van 2006/200744 was hij opnieuw informateur.
H.H.F. (Herman) Wijffels
Boerenzoon uit Zeeuws-Vlaanderen en invloedrijk CDA'er, die na een loopbaan in het bankwezen voorzitter van de SER werd. Groot voorstander van de overlegeconomie. Begon als ambtenaar op Landbouw en was later secretaris van het Christelijk werkgeversverbond. Zat achttien jaar in de top van de Rabobank, maar was meer een wat voorzichtige bestuurder dan een ambitieuze financiële manager. Ambieerde echter geen politieke functies. Vanuit zijn boerenachtergrond begaan met het behoud van het landschap; voorzitter van Natuurmonumenten. Had een topfunctie bij de Wereldbank. Bij de formatie van het vierde kabinet-Balkenende6 betrokken als informateur.
De formateur
J.P. (Jan Peter) Balkenende
Zeeuwse CDA-politicus die negen jaar partijleider en acht jaar premier was. Afkomstig uit de wetenschap en partijideoloog, die eigen verantwoordelijkheid van burgers voorstond. Als Tweede Kamerlid financieel woordvoerder. Werd in 2001 onverwacht lijsttrekker van het CDA na de machtstrijd tussen De Hoop Scheffer45 en Van Rij46. Leidde vanaf 2002 als premier kabinetten van wisselende samenstelling in een na de moord op Fortuyn47 politiek instabiele periode. Probeerde terugkeer van 'normen en waarden' op de politieke agenda te zetten. Nadat zijn tweede kabinet diverse hervormingen had doorgevoerd, was zijn vierde kabinet6 op dat punt minder daadkrachtig. Een bankencrisis werd wel bezworen. In zijn publieke optredens soms wat onhandig, maar niettemin - of juist daardoor - lange tijd populair en succesvol. De verkiezingen van 201048 verliepen voor zijn partij echter desastreus, waarna hij de politiek verliet. Sinds 2022 minister van staat.
De fractievoorzitters bij de onderhandelingen
J.P. (Jan Peter) Balkenende
Zeeuwse CDA-politicus die negen jaar partijleider en acht jaar premier was. Afkomstig uit de wetenschap en partijideoloog, die eigen verantwoordelijkheid van burgers voorstond. Als Tweede Kamerlid financieel woordvoerder. Werd in 2001 onverwacht lijsttrekker van het CDA na de machtstrijd tussen De Hoop Scheffer45 en Van Rij46. Leidde vanaf 2002 als premier kabinetten van wisselende samenstelling in een na de moord op Fortuyn47 politiek instabiele periode. Probeerde terugkeer van 'normen en waarden' op de politieke agenda te zetten. Nadat zijn tweede kabinet diverse hervormingen had doorgevoerd, was zijn vierde kabinet6 op dat punt minder daadkrachtig. Een bankencrisis werd wel bezworen. In zijn publieke optredens soms wat onhandig, maar niettemin - of juist daardoor - lange tijd populair en succesvol. De verkiezingen van 201048 verliepen voor zijn partij echter desastreus, waarna hij de politiek verliet. Sinds 2022 minister van staat.
W.J. (Wouter) Bos
Uit het bedrijfsleven afkomstige partijleider van de PvdA in de jaren 2002-2010. Werkte na zijn studie economie en politicologie ruim negen jaar in binnen- en buitenland voor Shell. Werd daarna Tweede Kamerlid en spoedig staatssecretaris van Financiën. In 2002 de eerste direct gekozen lijsttrekker van de PvdA. Leidde in 2003 zijn partij naar electoraal herstel, maar zag onderhandelingen met het CDA mislukken. Na vier jaar oppositie in 2007 vicepremier en minister van Financiën. Oogstte waardering voor de wijze waarop hij de gevolgen van de internationale financiële crisis aanpakte. Niet lang na de breuk in het kabinet-Balkenende IV6 koos hij voor zijn jonge gezin en verliet hij de politiek. Goed debater, die echter soms aarzelde over de koers van zijn partij. Tegenstanders betichtten hem daarom wel van 'draaien'. Was bestuursvoorzitter van VU Medisch Centrum en is nu voorzitter van het bestuur van Menzis.
A. (André) Rouvoet
Voorman van de ChristenUnie, die zijn partij in 2007 in het kabinet-Balkenende IV6 tot regeringsdeelname bracht. Hijzelf was in dat kabinet minister voor Jeugd en Gezin en viceminister-president. Maakte zich sterk voor betere toegankelijkheid van gezinsondersteuning. Werd in november 2002 als jonge jurist politiek leider van zijn partij, na in 1994 voor de RPF Tweede Kamerlid te zijn geworden. Verwierf snel gezag als goed debater en vanwege zijn dossierkennis. Hij was voordien vijf jaar directeur van de Marnix van Sint Aldegonde Stichting, het wetenschappelijk bureau van de RPF. In 2010 was hij tevens acht maanden minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. In april 2011 verliet hij de politiek om voorzitter van Zorgverzekeraars Nederland te worden.
De secondanten
M.J.M. (Maxime) Verhagen
CDA-voorman, die het tot minister van Buitenlandse Zaken in het kabinet-Balkenende IV6 en vicepremier in het kabinet-Rutte I49 bracht, maar die in 2012 afzag van het politiek leiderschap. Zoon van een Limburgse gedeputeerde. Als (jong) historicus werd hij fractiemedewerker en, in 1989, Europarlementariër, alvorens in 1994 de overstap te maken naar de CDA-Tweede Kamerfractie. Ontpopte zich als vaardig woordvoerder asielbeleid en buitenlandse en Europese zaken. Toen Balkenende11 in 2002 premier werd, nam hij het fractievoorzitterschap over. Als diens secondant schuwde hij harde uithalen naar tegenstanders niet ('Met Bos bent u de klos'). Genoot van het ministerschap van BZ, maar mede vanwege rugklachten werd hij in 2010 minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Stond bekend als emotioneel en slim en als strateeg. Vanaf 2013 was hij tien jaar voorzitter van Bouwend Nederland.
J. (Jacques) Tichelaar
Vakbondsman uit Heerenveen, die ten tijde van het kabinet-Balkenende IV6 fractievoorzitter van de PvdA was. Was als secondant van Wouter Bos19 betrokken geweest bij de vorming van dat kabinet. Als voormalige bestuurder van de Algemene Onderwijsbond gold hij als een bekwaam en integer onderhandelaar, die zaken op scherp kon zetten. Als Tweede Kamerlid, wat hij in 2002 werd, hield hij zich onder meer bezig met onderwijs, economische zaken, arbeidsparticipatie en natuurbeheer. Verder was hij voorzitter van de vaste commissie voor Financiën. Aan zijn fractievoorzitterschap kwam al na een jaar een einde door gezondheidsproblemen. Een jaar later werd hij commissaris van de Koning(in) in Drenthe. Per 1 maart 2017 stapte hij op vanwege een aanbestedingsaffaire. Bevlogen politicus die zich tamelijk direct uitdrukte (hij werd omschreven als 'straatvechter'), maar die ook kon relativeren.
A. (Arie) Slob
Arie Slob (1961) was van 26 oktober 2017 tot 10 januari 2022 minister voor Basis en Voortgezet Onderwijs en Media in het kabinet-Rutte III50. Hij was van 14 februari 2001 tot 23 mei 2002 en van 19 november 2002 tot 2 december 2015 Tweede Kamerlid, aanvankelijk voor het GPV en na de fusie met de RPF voor de ChristenUnie. Van 14 mei 2011 tot 10 november 2015 was de heer Slob politiek leider van zijn partij en in 2007-2010 en 2011-2015 fractievoorzitter. Behalve met algemene politieke onderwerpen hield hij zich als Kamerlid bezig met onder andere onderwijs, binnenlands bestuur en financiën. De heer Slob was eerder projectleider bij een schoolbegeleidingsdienst en gemeenteraadslid in Zwolle. In 2016-2017 was hij directeur van het Historisch Centrum Overijssel in Zwolle.
De vaste adviseurs van de Koningin
Y.E.M.A. (Yvonne) Timmerman-Buck
Yvonne Timmerman (1956) was van 1 november 2009 tot 1 januari 2019 lid van de Raad van State51. Van 8 juni 1999 tot 1 november 2009 was zij Eerste Kamerlid voor het CDA. In de periode 2001-2003 was zij fractievoorzitter en tussen 17 juni 2003 en 6 oktober 2009 voorzitter van de Eerste Kamer. Zij was de eerste vrouwelijke voorzitter van de Senaat. Mevrouw Timmerman was voordien ondervoorzitter van de Commissie Gelijke Behandeling. In de Eerste Kamer hield zij zich, voor zij fractievoorzitter werd, bezig met justitie en was zij voorzitter van de vaste commissie voor Justitie.
F.W. (Frans) Weisglas
Liberaal Tweede Kamerlid, dat na twintig jaar te zijn opgetreden als buitenlandwoordvoerder van de VVD in mei 2002 tot Kamervoorzitter werd gekozen. Daaraan was een tot dan toe ongebruikelijke persoonlijke actie vooraf gegaan waarbij hij de kandidaat van zijn eigen fractie versloeg. Voor 1982 diplomaat en secretaris van de minister voor Ontwikkelingssamenwerking. Scherp debater die gehecht was aan parlementaire stijl en correct taalgebruik. Voelde zich zeer betrokken bij de ontwikkelingen in Suriname. Als voorzitter maakte hij zich sterk voor het burgerinitiatief52, waarbij hij zelfs tegen de fractielijn inging. Verdediger van de politieke moraal en van het aanzien van de politiek. Stond bekend als een bekwame, charmante behartiger van zijn eigen publiciteit.
H.D. (Herman) Tjeenk Willink
Politicus van PvdA-huize met veel gezag als topadviseur en kritisch beschouwer van politiek en bestuur. Topambtenaar ministerie van Algemene Zaken, die optrad als secretaris van achtereenvolgende kabinetsformateurs en jarenlang adviseur was van de minister-president. Regeringscommissaris reorganisatie rijksdienst. Hoogleraar bestuurswetenschappen. Als PvdA'er lid en voorzitter van de Eerste Kamer. Bepleitte een actievere rol voor de Eerste Kamer bij de bewaking van de kwaliteit van de wetgeving, ook Europees. Bijna vijftien jaar vicepresident Raad van State53 en in die positie de voornaamste adviseur van de koningin bij kabinetsformaties en zelf informateur in 199454, 199955, 201056, 201757 en opnieuw in 202158. Is sinds 2012 minister van staat59.
Meer over
- 1.Het Christen-Democratisch Appèl (CDA) is een christelijk geïnspireerde partij in het centrum van het politieke spectrum. Henri Bontenbal is momenteel politiek leider van het CDA. De partij werd opgericht op 11 oktober 1980 als fusie van Anti-Revolutionaire Partij (ARP), Christelijk-Historische Unie (CHU) en Katholieke Volkspartij (KVP).
- 2.De Partij van de Arbeid (PvdA) is een progressieve, sociaaldemocratische partij. De partij werd opgericht in 1946 als een voortzetting van de vooroorlogse Sociaal-Democratische Arbeiders Partij (SDAP), de Vrijzinnig-Democratische Bond (VDB) en de Christelijk-Democratische Unie (CDU). De PvdA trok samen met GroenLinks op en deed met een gezamenlijke lijst mee aan de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023. Frans Timmermans leidt de gezamenlijke fractie in de Tweede Kamer.
- 3.GroenLinks is een progressieve partij, die duurzaamheid hoog in het vaandel heeft. De partij werd opgericht op 24 november 1990 als fusie van de Communistische Partij van Nederland (CPN), de Evangelische Volkspartij (EVP), de Politieke Partij Radikalen (PPR) en de Pacifistisch-Socialistische Partij (PSP). GroenLinks trok samen met de PvdA op en deed met een gezamenlijke lijst mee aan de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023. Frans Timmermans leidt de gezamenlijke fractie in de Tweede Kamer.
- 4.Boerenzoon uit Zeeuws-Vlaanderen en invloedrijk CDA'er, die na een loopbaan in het bankwezen voorzitter van de SER werd. Groot voorstander van de overlegeconomie. Begon als ambtenaar op Landbouw en was later secretaris van het Christelijk werkgeversverbond. Zat achttien jaar in de top van de Rabobank, maar was meer een wat voorzichtige bestuurder dan een ambitieuze financiële manager. Ambieerde echter geen politieke functies. Vanuit zijn boerenachtergrond begaan met het behoud van het landschap; voorzitter van Natuurmonumenten. Had een topfunctie bij de Wereldbank. Bij de formatie van het vierde kabinet-Balkenende betrokken als informateur.
- 5.De ChristenUnie is een christelijke partij, met op sociaal en ecologisch gebied progressieve en op ethisch gebied behoudender standpunten. Politiek leider van de ChristenUnie is sinds januari 2023 Mirjam Bikker. De partij ontstond in januari 2000 als samenwerkingsverband tussen het Gereformeerd Politiek Verbond (GPV) en de Reformatorische Politieke Federatie (RPF). Per 22 januari 2000 zijn de partijen gefuseerd.
- 6.Dit kabinet werd gevormd na de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2006. Het was tot 23 februari 2010 een coalitie van CDA, PvdA en ChristenUnie en daarna van CDA en CU. Het trad op 22 februari 2007 aan als opvolger van het kabinet-Balkenende III. Motto van het kabinet was 'Samen werken, samen leven'.
- 7.Op 22 november 2006 vonden er Tweede Kamerverkiezingen plaats. De verkiezingen waren aanvankelijk gepland op 15 mei 2007, maar werden vervroegd door de val van het kabinet-Balkenende II. Het CDA handhaafde zich als grootste, maar de SP onder leiding van Jan Marijnissen werd met zestien zetels winst de grote winnaar. De Groep-Wilders/PVV kwam met negen zetels in de Kamer. PvdA, VVD en D66 verloren.
- 8.Na elke Tweede Kamerverkiezing, of soms na de val van een kabinet, begint het proces van de formatie van een nieuw kabinet. Doel van de kabinetsformatie is een kabinet te vormen dat enerzijds kan rekenen op steun van de meerderheid van de Tweede Kamer en anderzijds tot een gezamenlijk beleid kan komen. De Grondwet is vrij bescheiden wat betreft de kabinetsformatie. Slechts de artikelen 43 en 48 van de Grondwet spreken over de vorming van een kabinet: ministers en staatssecretarissen worden bij koninklijk besluit benoemd.
- 9.In Friesland geboren maar in Groningen opgegroeide jurist en topambtenaar. CDA-lid. Begon als advocaat in Rotterdam en werd daarna ambtenaar op Binnenlandse Zaken. Was als adjunct-secretaris en lid betrokken bij twee staatscommissies die zich met staatkundige vernieuwing bezighielden. Op Algemene Zaken adviseur van Den Uyl, Van Agt en Lubbers en vooral onder die laatstgenoemde een ambtelijke spil bij het ondersteunen van de premier. Werd in 1994 lid van de Raad van State en bleef dat ruim tien jaar. Zat in 2006 de Nationale Conventie over bestuurlijke vernieuwing voor. Speelde in 2003 als informateur een belangrijke rol bij de vorming van het tweede kabinet-Balkenende. Bij de formatie van 2006/2007 was hij opnieuw informateur.
- 10.Het Centraal Planbureau (CPB) is een onderzoeksinstituut gericht op economische wetenschap en economische beleidsplannen. Organisatorisch is het een onderdeel van het ministerie van Economische Zaken.
- 11.Zeeuwse CDA-politicus die negen jaar partijleider en acht jaar premier was. Afkomstig uit de wetenschap en partijideoloog, die eigen verantwoordelijkheid van burgers voorstond. Als Tweede Kamerlid financieel woordvoerder. Werd in 2001 onverwacht lijsttrekker van het CDA na de machtstrijd tussen De Hoop Scheffer en Van Rij. Leidde vanaf 2002 als premier kabinetten van wisselende samenstelling in een na de moord op Fortuyn politiek instabiele periode. Probeerde terugkeer van 'normen en waarden' op de politieke agenda te zetten. Nadat zijn tweede kabinet diverse hervormingen had doorgevoerd, was zijn vierde kabinet op dat punt minder daadkrachtig. Een bankencrisis werd wel bezworen. In zijn publieke optredens soms wat onhandig, maar niettemin - of juist daardoor - lange tijd populair en succesvol. De verkiezingen van 2010 verliepen voor zijn partij echter desastreus, waarna hij de politiek verliet. Sinds 2022 minister van staat.
- 12.Bij het aantreden van een nieuw kabinet worden de nieuwe ministers en alle staatssecretarissen beëdigd. Zittende ministers gaan over in het nieuwe kabinet. Feitelijk wordt besloten het door hen gevraagde ontslag niet te verlenen (of zij komen terug op hun verzoek hun portefeuilles ter beschikking te stellen). Wel kunnen bewindslieden in het nieuwe kabinet een andere functie krijgen, maar dit wordt bij Koninklijk Besluit geregeld.
- 13.Prinses Beatrix was tot zij op 30 april 2013 abdiceerde ten gunste van haar zoon Willem-Alexander regerend vorstin. Als zodanig trad zij op 30 april 1980 aan. Prinses Beatrix is de oudste dochter van koningin Juliana en prins Bernhard. Zij studeerde rechten in Leiden en heeft speciale belangstelling voor het gehandicaptenbeleid en voor cultuur. In 1966 huwde zij met Claus von Amsberg, die in 2002 overleed. Zij kregen drie zonen, van wie de middelste, prins Friso, in 2013 is gestorven. Door haar met grote plichtsbetrachting, waardigheid en betrokkenheid uitgeoefende koningschap verwierf zij veel aanzien en waardering. In 1996 ontving zij de Karlsprijs en in 2005 kreeg zij een eredoctoraat aan de Leidse Universiteit.
- 14.Kabinetsformaties na de verkiezingen duren sinds 1946 gemiddeld 103 dagen. Formaties van tussenkabinetten zijn daarbij buiten beschouwing gelaten. Soms komt het voor dat na een kabinetscrisis zonder nieuwe verkiezingen een ander of overgangskabinet wordt gevormd. Dergelijke formaties verlopen doorgaans veel sneller.
- 15.Mark Rutte (1967) is sinds 1 oktober 2024 secretaris-generaal van de NAVO. Hij was van 14 oktober 2010 tot 2 juli 2024 minister-president en minister van Algemene Zaken. Sinds 2006 was hij politiek leider van de VVD. In 2006-2010 was de heer Rutte fractievoorzitter van de VVD in de Tweede Kamer. Hij was van 17 juni 2004 tot 28 juni 2006 staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap belast met wetenschapsbeleid, beroepsonderwijs en studiefinanciering. Daarvoor was hij bijna twee jaar staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid belast met onder andere volksverzekeringen, bijstand en arbeidsomstandigheden. De heer Rutte was eerder voorzitter van de JOVD en manager bij een werkmaatschappij van Unilever.
- 16.Spraakmakende politica in het post-Fortuyn-tijdperk. Kreeg na haar studie in Nijmegen leidinggevende functies bij onder meer het gevangeniswezen en werd in 2003 als 'buitenstaander' minister voor Vreemdelingenbeleid en Integratie in het tweede kabinet-Balkenende. Was daarna het boegbeeld van het strengere asielbeleid en greep haar toenemende populariteit aan om zich te mengen in de leiderschapsstrijd bij de VVD. Zij werd echter verslagen door Rutte, maar kreeg bij de Kamerverkiezingen in 2006 als nummer twee wel meer stemmen. Claimde toen een leidende rol in de VVD en werd later uit de fractie gezet. De door haar in 2008 opgerichte beweging 'Trots op Nederland' bleek uiteindelijk geen succes. Sinds 2022 is zij raadslid voor Hart voor Den Haag.
- 17.Geert Wilders (1963) is sinds november 2006 politiek leider van de PVV. Hij is sinds 25 augustus 1998 (met een korte onderbreking in 2002) Tweede Kamerlid. Aanvankelijk was hij dat voor de VVD, maar op 2 september 2004 werd hij een onafhankelijk Kamerlid. In 2023 was hij voor de zesde keer lijsttrekker. De heer Wilders was medewerker van de afdeling Verdragen bij de Ziekenfondsraad, wetstechnisch medewerker van de Sociale Verzekeringsraad en beleidsmedewerker en speechschrijver van de VVD-Tweede Kamerfractie. In 2010 zat hij enige tijd in de gemeenteraad van Den Haag.
- 18.De Lijst Pim Fortuyn (LPF) werd opgericht in 2002 na de breuk tussen de lijsttrekker Pim Fortuyn en de partij Leefbaar Nederland. De oorzaak van de breuk was een aantal ongelukkig gekozen uitspraken in De Volkskrant door Fortuyn. De partij heette officieel: Politieke Vereniging Lijst Pim Fortuyn. Op 6 mei 2002 werd de politiek leider van de partij, Pim Fortuyn, vermoord. Desondanks maakte de LPF samen met CDA en VVD deel uit van het kabinet Balkenende I.
- 19.Uit het bedrijfsleven afkomstige partijleider van de PvdA in de jaren 2002-2010. Werkte na zijn studie economie en politicologie ruim negen jaar in binnen- en buitenland voor Shell. Werd daarna Tweede Kamerlid en spoedig staatssecretaris van Financiën. In 2002 de eerste direct gekozen lijsttrekker van de PvdA. Leidde in 2003 zijn partij naar electoraal herstel, maar zag onderhandelingen met het CDA mislukken. Na vier jaar oppositie in 2007 vicepremier en minister van Financiën. Oogstte waardering voor de wijze waarop hij de gevolgen van de internationale financiële crisis aanpakte. Niet lang na de breuk in het kabinet-Balkenende IV koos hij voor zijn jonge gezin en verliet hij de politiek. Goed debater, die echter soms aarzelde over de koers van zijn partij. Tegenstanders betichtten hem daarom wel van 'draaien'. Was bestuursvoorzitter van VU Medisch Centrum en is nu voorzitter van het bestuur van Menzis.
- 20.Politiek voorman en lange tijd 'het gezicht' van de Socialistische Partij. Voor die partij vanaf 1994 zestien jaar Tweede Kamerlid, waarvan veertien jaar fractievoorzitter. Werd eerder, in 1975, lid van de gemeenteraad van Oss en bleef dat tot 1993 en was in 1987-1989 lid van Provinciale Staten van Noord-Brabant. Fabrieksarbeider - hij was worstmaker bij 'Unox' en constructie-bankwerker/lasser - die altijd duidelijke taal sprak. Goed debater, die een belangrijke factor was bij de groei van zijn partij in de periode tot 2006. Moest in 2008 vanwege gezondheidsproblemen voortijdig zijn leiderschap neerleggen. Hij bleef tot 2015 wel partijvoorzitter; een functie die hij sinds 1988 had.
- 21.Femke Halsema (1966) is sinds 12 juli 2018 burgemeester van Amsterdam. Werd in 1998, een jaar na haar breuk met de PvdA, Tweede Kamerlid voor GroenLinks en in 2002 daarvan als opvolger van Paul Rosenmöller de politiek leider. Stuurde aan op een vrijzinnig-linkse koers, maar wist in 2010 geen kabinetsdeelname te bewerkstellingen voor haar partij. Verliet in januari 2011 de politiek. Zij begon haar loopbaan na haar studie criminologie in Utrecht als universitair onderzoeker en was daarna stafmedewerker van de Wiardi Beckman Stichting. Na haar vertrek uit de Haagse politiek was zij in Tilburg bijzonder hoogleraar politiek in de 21e eeuw, publiciste en documentairemaker.
- 22.CDA-voorman, die het tot minister van Buitenlandse Zaken in het kabinet-Balkenende IV en vicepremier in het kabinet-Rutte I bracht, maar die in 2012 afzag van het politiek leiderschap. Zoon van een Limburgse gedeputeerde. Als (jong) historicus werd hij fractiemedewerker en, in 1989, Europarlementariër, alvorens in 1994 de overstap te maken naar de CDA-Tweede Kamerfractie. Ontpopte zich als vaardig woordvoerder asielbeleid en buitenlandse en Europese zaken. Toen Balkenende in 2002 premier werd, nam hij het fractievoorzitterschap over. Als diens secondant schuwde hij harde uithalen naar tegenstanders niet ('Met Bos bent u de klos'). Genoot van het ministerschap van BZ, maar mede vanwege rugklachten werd hij in 2010 minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Stond bekend als emotioneel en slim en als strateeg. Vanaf 2013 was hij tien jaar voorzitter van Bouwend Nederland.
- 23.Vakbondsman uit Heerenveen, die ten tijde van het kabinet-Balkenende IV fractievoorzitter van de PvdA was. Was als secondant van Wouter Bos betrokken geweest bij de vorming van dat kabinet. Als voormalige bestuurder van de Algemene Onderwijsbond gold hij als een bekwaam en integer onderhandelaar, die zaken op scherp kon zetten. Als Tweede Kamerlid, wat hij in 2002 werd, hield hij zich onder meer bezig met onderwijs, economische zaken, arbeidsparticipatie en natuurbeheer. Verder was hij voorzitter van de vaste commissie voor Financiën. Aan zijn fractievoorzitterschap kwam al na een jaar een einde door gezondheidsproblemen. Een jaar later werd hij commissaris van de Koning(in) in Drenthe. Per 1 maart 2017 stapte hij op vanwege een aanbestedingsaffaire. Bevlogen politicus die zich tamelijk direct uitdrukte (hij werd omschreven als 'straatvechter'), maar die ook kon relativeren.
- 24.Arie Slob (1961) was van 26 oktober 2017 tot 10 januari 2022 minister voor Basis en Voortgezet Onderwijs en Media in het kabinet-Rutte III. Hij was van 14 februari 2001 tot 23 mei 2002 en van 19 november 2002 tot 2 december 2015 Tweede Kamerlid, aanvankelijk voor het GPV en na de fusie met de RPF voor de ChristenUnie. Van 14 mei 2011 tot 10 november 2015 was de heer Slob politiek leider van zijn partij en in 2007-2010 en 2011-2015 fractievoorzitter. Behalve met algemene politieke onderwerpen hield hij zich als Kamerlid bezig met onder andere onderwijs, binnenlands bestuur en financiën. De heer Slob was eerder projectleider bij een schoolbegeleidingsdienst en gemeenteraadslid in Zwolle. In 2016-2017 was hij directeur van het Historisch Centrum Overijssel in Zwolle.
- 25.Gerenommeerd wetenschapper en libertair politiek commentator, die in 2007 als PvdA'er de overstap maakte naar de landspolitiek. Hij werd toen, in het kabinet-Balkenende IV, minister van OCW. Enigszins flamboyante bewindsman, die een koerswijziging in het onderwijs nastreefde, maar die allereerst onvrede onder leerkrachten en afnemend onderwijspeil moest aanpakken. Als Tweede Kamerlid financieel woordvoerder. Dong in 2012 mee naar het partijleiderschap en werd in Rutte II minister van BZK. Kreeg onvoldoende steun voor de vorming van landsdelen, maar bracht wel een nieuwe wet op de inlichtingen- en veiligheidsdienst tot stand. Voor hij minister werd, was hij directeur van de onderzoekschool van het Nederlands Kanker Instituut en hoogleraar ontwikkelingsgenetica. Sinds 2017 is hij actief in de farmacie en in 2018 werd hij hoogleraar Novel Strategies to Access to Therapeutics aan de UvA. Was columnist van de De Telegraaf.
- 26.Praktijk-gerichte wetenschapper die zich in het kabinet-Balkenende IV drie jaar als PvdA-minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer met name sterk maakte voor verduurzaming en voor de nationale en internationale aanpak van de klimaatproblematiek. Onderhandelde in Kopenhagen over een klimaatakkoord. Tot haar taken behoorde verder ruimtelijke ordening, op welk gebied zij met nieuwe omgevingswetgeving kwam. Werd minister na lang actief te zijn geweest in maatschappelijke functies, waaronder tot midden jaren tachtig de milieubeweging, onder meer als voorzitter van de Vereniging Milieudefensie. Daarna gaf zij in adviesorganen en het bedrijfsleven richting aan het integreren van duurzaamheid in de bedrijfsstrategie en productketens. Na haar ministerschap keerde zij terug naar de wetenschap en nu treedt zij op als regisseur van de circulaire economie.
- 27.Vakbondsvrouw die in het kabinet-Balkenende IV als minister de projectportefeuille Wonen, Wijken en Integratie had. Begon haar loopbaan in het vormingswerk en werd daarna bestuurder van de onderwijsvakbond. Was drie jaar vicevoorzitter van de FNV en stapte toen over naar overheid en bedrijfsleven. Maakte zich als minister vooral sterk voor een geïntegreerde aanpak van problemen in (stedelijke) wijken. Toonde daarbij ook een grote persoonlijke betrokkenheid. Onzekerheid over de financiering van de wijkaanpak verstoorde haar relatie met PvdA-leider Bos. Ongelukkige mediaoptredens ondermijnden daarnaast haar gezag. Op 14 november 2008 trad zij af, nadat de partijleiding het vertrouwen in haar had opzegd.
- 28.PvdA-bestuurder, minister en senator. Studeerde psychologie en was wetenschapper en docent op tandheelkundig gebied. Haar bestuurlijke loopbaan liep via de Amsterdamse raad, de Universiteit van Amsterdam, een wethouderschap in Amsterdam en het burgemeesterschap in Nijmegen tot een ministerschap in het kabinet-Balkenende IV (2007-2010). In dat kabinet was zij minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Daarna voorzitter van de HBO-raad en in 2011-2015 Eerste Kamerlid. Hield zich in de Senaat bezig met volksgezondheid en verkeer. Gold als een krachtdadige en charmante bestuurder, maar was als minister wat minder gelukkig omdat haar wat ongeduldige en doelgerichte bestuursstijl soms weerstand opriep.
- 29.Voorman van de ChristenUnie, die zijn partij in 2007 in het kabinet-Balkenende IV tot regeringsdeelname bracht. Hijzelf was in dat kabinet minister voor Jeugd en Gezin en viceminister-president. Maakte zich sterk voor betere toegankelijkheid van gezinsondersteuning. Werd in november 2002 als jonge jurist politiek leider van zijn partij, na in 1994 voor de RPF Tweede Kamerlid te zijn geworden. Verwierf snel gezag als goed debater en vanwege zijn dossierkennis. Hij was voordien vijf jaar directeur van de Marnix van Sint Aldegonde Stichting, het wetenschappelijk bureau van de RPF. In 2010 was hij tevens acht maanden minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. In april 2011 verliet hij de politiek om voorzitter van Zorgverzekeraars Nederland te worden.
- 30.Piet Hein Donner (1948) was van 1 februari 2012 tot 1 november 2018 vicepresident van de Raad van State. Hij was van 22 juli 2002 tot 21 september 2006 minister van Justitie, van 22 februari 2007 tot 14 oktober 2010 minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van 14 oktober 2010 tot 16 december 2011 minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Daarvoor was de heer Donner onder meer voorzitter van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid en lid van de Raad van State (1998-2002). In 2001-2002 leidde hij een commissie die adviseerde over de WAO-problematiek en in 2002 en 2003 trad hij op als informateur. In de periode november 2006-februari 2007 was hij Tweede Kamerlid voor het CDA. Sinds december 2018 is hij minister van staat.
- 31.Doortastende CDA-politica uit Maastricht, die een vooraanstaande rol speelde als vicefractievoorzitter en minister. Begon haar loopbaan als lerares en was later directeur van het technologiecentrum Limburg. In Maastricht was zij raadslid en daarna elf jaar Tweede Kamerlid voor het CDA. In de Tweede Kamer hield zij zich onder meer bezig met bestuurlijke organisatie en voortgezet onderwijs. Dong enkele keren vergeefs naar het voorzitterschap van de Tweede Kamer, maar was wel ondervoorzitter. Als minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in de kabinetten-Balkenende I-III zette zij zich in voor grotere beleidsvrijheid voor scholen, terugdringing van regeldruk en het tegengaan van schooluitval. Tijdens haar ministerschap van Economische Zaken in het kabinet-Balkenende IV werd het thema energietransitie actueel. In 2011-2015 was zij executive director van het Internationaal Energie Agentschap.
- 32.Op Goedereede geboren CDA-ideoloog, Kamerlid en minister. Socioloog, die als directeur van het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA, nauw samenwerkte met Jan Peter Balkenende en als ambtenaar van Justitie met Piet-Hein Donner. Werd in 2003 Eerste Kamerlid en maakte in februari 2007 de overstap naar het kabinet-Balkenende IV, waarin hij minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport was. Pleitbezorger van eigen verantwoordelijkheid en marktwerking in de zorg. Kwam met een rookverbod voor de horeca. Na de verkiezingen van 2010 werd hij als Tweede Kamerlid en secondant bij de formatie voornaamste tegenstander van samenwerking met de PVV; een opstelling die hem tot dissident maakte en tot zijn snelle vertrek leidde. Sinds mei 2011 is hij deeltijd-hoogleraar zorg, arbeid en politieke sturing aan de VU en in 2014-2021 zat hij in de directie van zorgverzekeraar VGZ.
- 33.Ank Bijleveld (1962) was van 26 oktober 2017 tot en met 17 september 2021 minister van Defensie in het kabinet-Rutte III. Van 1 november 2019 tot 14 april 2020 was zij tevens minister voor de Algemene Inlichtingen en Veiligheidsdienst. Mevrouw Bijleveld was van 22 februari 2007 tot 14 oktober 2010 staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in het kabinet-Balkenende IV. Zij was Tweede Kamerlid voor het CDA in de periode 1989-2001 en in 2010. Zij was enige jaren vicefractievoorzitter en in 2010 betrokken bij de onderhandelingen tijdens de kabinetsformatie. Eerder werkte mevrouw Bijleveld bij de gemeente Hengelo (Ov.), was zij raadslid in Enschede en was zij actief bij het dekenaat van Enschede. Van 1 januari 2001 tot 22 februari 2007 was zij burgemeester van Hof van Twente en van 1 januari 2011 tot 26 oktober 2017 commissaris van de Koning(in) in Overijssel. Op 17 januari 2022 werd zij waarnemend burgemeester van Almere en bleef dat tot 1 maart 2023.
- 34.Frans Timmermans (1961) is sinds 23 november 2023 fractievoorzitter van GroenLinks-PvdA in de Tweede Kamer. Sinds 6 december 2023 is hij Tweede Kamerlid en eerder was hij dat in 1998-2007 en 2010-2012 voor de PvdA. Van 1 november 2014 tot 22 augustus 2023 was de heer Timmermans vicevoorzitter van de Europese Commissie. In de Commissie-Juncker was hij verantwoordelijk voor 'betere regulering' en duurzame ontwikkeling en in de Commissie-Von der Leyen voor de Europese Green Deal. De heer Timmermans was in 2012-2014 minister van Buitenlandse Zaken in het kabinet-Rutte II. Daarvoor was hij staatssecretaris van Buitenlandse Zaken (belast met Europese samenwerking) in het kabinet-Balkenende IV. Eerder was hij adviseur en particulier secretaris van dr. M. van der Stoel, Hoge Commissaris nationale minderheden van de OVSE.
- 35.Talentvolle, nogal serieuze PvdA-politica, die na onderzoeker, beleidsmedewerker en universitair docent te zijn geweest, al snel een gerespecteerd Tweede Kamerlid werd. Hield zich bezig met volksgezondheid, sociale zaken en cultuur en was bij de mislukte formatie van 2003 secondant van partijleider Wouter Bos. In het kabinet-Balkenende IV was zij als staatssecretaris verantwoordelijk voor onder meer medische ethiek, de wmo, zorg, ouderenbeleid en sport. Keerde, na ruim anderhalf jaar rector van de Hogeschool van Amsterdam te zijn geweest, in 2012 in Rutte II terug als minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Voerde het sociaal leenstelsel in. Werd in 2018 hoogleraar in Leiden aan de medische en de governance faculteit. Haar vader overleefde als jongen de Japanse kampen en zij schreef daar een boek over. Was al jong maatschappelijk betrokken.
- 36.Sharon Dijksma (1971) is sinds 17 december 2020 burgemeester van Utrecht. Zij was van 18 december 2012 tot 3 november 2015 staatssecretaris van Economische Zaken (met name voor landbouw) en van 3 november 2015 tot 26 oktober 2017 staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu (met name voor milieu) in het kabinet-Rutte II. Van 22 februari 2007 tot 23 februari 2010 was zij staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in het kabinet-Balkenende IV. Verder was zij in de jaren 1994-2007, 2010-2012 en 2017-2018 Tweede Kamerlid voor de PvdA. Zij was toen onder meer fractiesecretaris. In 1992-1994 was mevrouw Dijksma voorzitter van de Jonge Socialisten en in de periode 2018-2020 wethouder van verkeer en vervoer van Amsterdam. Bij haar aantreden als Tweede Kamerlid in 1994 was zij het tot dan jongste Kamerlid.
- 37.Uit het bankwezen afkomstige PvdA-politicus (een krant betitelde hem als 'rode bankier'), die als Tweede Kamerlid belangrijke onderwerpen in zijn portefeuille had. Zo was hij één van de woordvoerders bij de behandeling van de wetsvoorstellen over het nieuwe stelsel van ziektekostenverzekering. Verder hield hij zich bezig met economische zaken (markt en overheid). In het kabinet-Balkenende IV was hij als staatssecretaris van Economische Zaken verantwoordelijk voor onder meer exportbeleid, consumentenbeleid en ondernemerschap. Hij was voor hij Kamerlid werd vicepresident Institutional Servicing Midden-Oosten van ABN AMRO Asset Management. In 2011-2013 bestuurder van Royal Haskoning en daarna bewindvoerder namens Nederland bij de Wereldbank in Washington tot eind 2018.
- 38.Gedreven PvdA-ideoloog en -politicus en econoom. Voor sommigen 'ome Joop', voor anderen de verpersoonlijking van verfoeilijk socialisme. Kwam vanuit de journalistiek in de 'denktank' van de PvdA en werd in 1956 Tweede Kamerlid. Stapte in 1962 over het wethouderschap van economische zaken in Amsterdam en stimuleerde onder andere de industrievestiging. In 1965 minister van Economische Zaken in het kabinet-Cals. Volgde in 1966 Vondeling op als partijleider. Zou tot 1986 het gezicht van de PvdA zijn. Het door hem geleide kabinet ging als het meest linkse de geschiedenis in. Kon het succes bij de verkiezingen van 1977 niet omzetten in hernieuwde regeermacht. Zijn derde optreden als minister (ditmaal van Sociale Zaken onder Van Agt) verliep teleurstellend. Ondanks herstel in 1982 bleef zijn partij buiten het kabinet. Erudiet analyticus en scherp debater, die door zijn gedrevenheid echter soms drammerig overkwam.
- 39.CDA-voorman, jurist en premier van KVP-huize. Stond als hoogleraar strafrecht bekend als vernieuwingsgezind en bracht als minister van Justitie belangrijke wetten tot stand. Vicepremier in het kabinet-Den Uyl. Kwam in de kabinetten-Biesheuvel en -Den Uyl diverse malen in politieke problemen, onder meer door discussies over de vrijlating van de Drie van Breda, de abortuskwestie en de affaire-Menten. Werd in 1977 de eerste leider van het CDA en was daarna vijf jaar premier. Was toen de politieke tegenvoeter van PvdA-leider Den Uyl; even populair bij zijn achterban als verguisd door zijn tegenstanders. Stapte na de verkiezingen van 1982 op als politiek leider. Nadien Commissaris van de Koningin in Noord-Brabant en EG-ambassadeur. Relativeerde de politiek en zichzelf, maar was tactisch sterk. Formuleerde zorgvuldig en viel op door zijn kleurrijke en soms archaïsche taalgebruik.
- 40.Christendemocraat die twaalf jaar minister-president was. Werd in 1973 als jonge ondernemer minister van Economische Zaken in het kabinet-Den Uyl. Na zijn ministerschap en een jaar 'gewoon' Kamerlid voorzitter van de CDA-fractie. Was vier jaar steunpilaar van het kabinet-Van Agt/Wiegel. Na het mislukte kabinet-Van Agt/Den Uyl werd hij in 1982 premier en CDA-leider. Voerde in kabinetten met de VVD een 'no-nonsense'-beleid dat zorgde voor economisch herstel en vermindering van de staatsschuld. Leidde het CDA in 1986 naar verkiezingswinst en wist die in 1989 te consolideren. Werd daarna premier van een kabinet met de PvdA. Een meester in het vinden van compromisteksten, die vaak tot stand kwamen op zijn werkkamer, het torentje. Na zijn premierschap ontging hem het voorzitterschap van de Europese Commissie en de functie secretaris-generaal van de NAVO. Werd later wel onverwacht Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen, maar trad in 2005 voortijdig terug. Harde werker, manager.
- 41.De Nationale conventie werd per 1 januari 2006 door minister Pechtold ingesteld om de vraag te beantwoorden of belangrijke elementen uit het huidige staatsbestel nog voldeden. De CDA'er Rein Jan Hoekstra was voorzitter.
- 42.Het kabinet-Balkenende II, met CDA, VVD en D66 als deelnemende partijen, kwam tot stand nadat een (eerste) poging om een kabinet van CDA en PvdA te formeren, was mislukt. Informateurs waren Piet Hein Donner en Frits Korthals Altes.
- 43.Na de Tweede Kamerverkiezingen van 2003 werd het kabinet-Balkenende II gevormd. In dit kabinet werkten CDA, VVD en D66 samen. De CDA- en VVD-bewindslieden uit het voorgaande kabinet-Balkenende I keerden allen terug. Jan Peter Balkenende (CDA) werd wederom premier. Bijzonder waren het recordaantal van vijf vrouwen in het kabinet en het feit dat D66 voor het eerst aan een centrumrechts kabinet meedeed.
- 44.Op basis van de uitslag van de Tweede Kamerverkiezingen lag een coalitie van CDA en PvdA voor de hand. Deze partijen moesten echter wel een derde partij zoeken omdat ze samen maar 74 zetels hadden. Nadat coalities van CDA en PvdA met SP of GroenLinks niet mogelijk waren gebleken, kwam onder leiding van informateur Wijffels een coalitie van CDA, PvdA en ChristenUnie tot stand.
- 45.CDA-politicus en diplomaat. Begon zijn loopbaan als ambassadesecretaris in Ghana en werd later secretaris van de minister van Buitenlandse Zaken. Kreeg als Tweede Kamerlid snel een goede naam als woordvoerder asielbeleid en buitenlandse zaken en volgde in 1997 Heerma op als fractievoorzitter. Slaagde er echter niet in de neergang van zijn partij om te buigen en aan zijn politiek leiderschap kwam najaar 2001 een einde na een machtsstrijd met partijvoorzitter Van Rij. Maakte in juli 2002 een comeback als minister van Buitenlandse Zaken in het kabinet-Balkenende I. Stond bekend als atlanticus en zijn benoeming in december 2003 tot secretaris-generaal van de NAVO was daar feitelijk een logisch uitvloeisel van. Hij bekleedde aan de Leidse universiteit de Pieter Kooijmans-leerstoel. Is sinds 2018 minister van staat. Sportieve telg van een bekende Amsterdamse familie.
- 46.Marnix van Rij (1960) was van 10 januari 2022 tot 2 juli 2024 staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst in het kabinet-Rutte IV. In de periode 2015-2019 was hij Eerste Kamerlid voor het CDA. Hij werd in 1999 na functies in de Wassenaarse gemeentepolitiek voorzitter van het CDA. Was werkzaam in het bedrijfsleven en sinds 1998 senior partner van Ernst & Young. Hield zich als Eerste Kamerlid vooral bezig met belastingwetgeving. In 2020-2021 was hij regeringscommissaris in Sint Eustatius en in 2021 interimvoorzitter van het CDA. Sinds 1 november 2024 is de heer Van Rij plaatsvervangend bewindvoerder bij het IMF.
- 47.Voormalige hoogleraar en columnist die in 2001 op stormachtige wijze de politiek betrad en die op een onconventionele wijze politiek bedreef. Hedonistische, flamboyante, enigszins dandy-achtige man, die omstreden uitspraken niet schuwde, maar daarom ook fel werd bestreden. Had een grote geldingsdrang, die hem ertoe bracht de politiek in te gaan. Werd in 2001 gekozen tot lijsttrekker van Leefbaar Nederland. Zeer succesvol bij de gemeenteraadsverkiezingen in Rotterdam. Na een conflict met Leefbaar Nederland kwam hij met een eigen lijst, de Lijst Pim Fortuyn. Fel bestrijder van het 'paarse kabinet' en het 'poldermodel'. Leek af te stevenen op een grote verkiezingswinst en had ambitie om minister-president te worden. Werd kort voor de verkiezingen vermoord; een moord die de gehele politiek schokte.
- 48.Op 9 juni 2010 vonden er Tweede Kamerverkiezingen plaats. Deze waren nodig na de val van het kabinet-Balkenende IV. De PvdA-bewindslieden traden in februari 2010 uit dat kabinet. Grote winnaars van de verkiezingen waren PVV en VVD. De VVD, met Mark Rutte als lijsttrekker, werd voor het eerst de grootste partij door de PvdA met één zetel voor te blijven. GroenLinks won licht. Het CDA leed een (zware) nederlaag, net als SP en D66. De Partij voor de Dieren kreeg voor het eerst (twee) zetels.
- 49.Dit minderheidskabinet van VVD en CDA werd gevormd na de Tweede Kamerverkiezingen 2010 en trad op 14 oktober 2010 aan als opvolger van het kabinet-Balkenende IV. Voor een meerderheid in de Tweede Kamer sloten de regeringspartijen een gedoogakkoord met de PVV. VVD-leider Mark Rutte werd de eerste premier van VVD-huize.
- 50.Dit kabinet van VVD, D66, CDA en ChristenUnie kwam na de tot dan langste formatie sinds 1945 tot stand. Zeven maanden na de verkiezingen van 15 maart 2017 stond er een opvolger van het kabinet-Rutte II op het bordes. Voor premier Mark Rutte was het de derde keer dat hij een kabinet leidt. Het kabinet bood op 15 januari 2021 ontslag aan, vanwege de harde conclusies van het parlementair onderzoek kinderopvangtoeslag. Hiermee werd het kabinet, en de leden hiervan, demissionair. Deze demissionaire periode zou 360 dagen duren, een record.
- 51.De Raad van State is een van de Hoge Colleges van Staat en heeft als voornaamste taak de regering en het parlement te adviseren over wetgeving en bestuur. Daarnaast is deze instantie de hoogste algemene bestuursrechter.
- 52.In Nederland bestaat de mogelijkheid om via een burgerinitiatief een onderwerp op de Tweede Kameragenda te plaatsen. Om deze onderwerpen op de agenda te krijgen moeten steunbetuigingen verzameld worden en de onderwerpen moeten niet al door de Kamer besproken worden. De Tweede Kamer vergadert echter al over zoveel uiteenlopende onderwerpen dat dit moeilijk hard te maken is.
- 53.De vicepresident van de Raad van State heeft de feitelijke leiding van dit Hoge College van Staat, het belangrijkste adviesorgaan van de regering. Hij of zij bekleedt tevens het voorzitterschap van de Afdeling Advisering van de Raad van State, die adviezen uitbrengt over onder meer wetsvoorstellen en verdragen. Verder is de vicepresident een belangrijk (persoonlijk) adviseur van het staatshoofd bij staatkundige kwesties.
- 54.Het kabinet-Lubbers III hield na de Tweede Kamerverkiezingen van 1994 71 van de 103 zetels over, waardoor voortzetting van de coalitie van PvdA en CDA uitgesloten was. Een coalitie van PvdA, VVD en D66 leek het meest voor de hand te liggen. Besprekingen tussen PvdA, VVD en D66 strandden echter na enige weken en er leek een impasse te ontstaan.
- 55.De Tweede Kamerverkiezingen van 1998 wezen op twee zaken: aan de ene kant leek de kiezer het vertrouwen in de paarse coalitie te hebben behouden, met winst voor de PvdA en de VVD. Aan de andere kant leed D66 een gevoelige nederlaag. Hoewel D66 niet nodig was voor een meerderheid in de Tweede Kamer, werd snel op een vervolg van een paarse coalitie van PvdA, VVD en D66 aangestuurd.
- 56.De kabinetsformatie van 2010 mondde uit in het minderheidskabinet-Rutte I dat werd gedoogd door de PVV. Dat gebeurde na een moeizame formatie, waarin pas op een (emotioneel) congres van het CDA het groene licht werd gegeven.
- 57.Deze formatie was met 225 dagen de tot dan langste formatie sinds de Tweede Wereldoorlog. De formatie 2017 stond aanvankelijk in het teken van vorming van een kabinet van VVD, D66, CDA en GroenLinks. Daartoe werden twee pogingen ondernomen, maar op 12 juni concludeerde informateur Tjeenk Willink dat een geschil over het migratiebeleid definitief een onoverkomelijk probleem opleverde.
- 58.De kabinetsformatie 2021-2022 duurde in totaal 299 dagen. Zij resulteerde uiteindelijk in een voortzetting van de bestaande coalitie in kabinet-Rutte IV.
- 59.Minister van staat is een eretitel die op voordracht van het kabinet door de Koning wordt verleend*) aan personen die zich verdienstelijk hebben gemaakt op bestuurlijk gebied. Het gaat daarbij vaak om politici en bestuurders met een lange staat van dienst, zoals oud-premiers, oud-ministers, oud-Kamervoorzitters en oud-vicevoorzitters van de Raad van State. Een minister van staat wordt soms om advies gevraagd over politieke zaken. Bij een moeizame formatie of bij een staatsrechtelijke kwestie, kan bijvoorbeeld zijn ervaring van pas komen.
- 60.In de periode 1945 tot en met 2024 zijn er zo'n 30 formaties geweest. Een formatie vindt in de regel elke vier jaar plaats, maar soms worden er nieuwe verkiezingen uitgeschreven na een val van een kabinet. Dit was bijvoorbeeld het geval in 1982 na de val van het kabinet-Van Agt II of in 2012 na de val van het kabinet-Rutte I.