Tweede Kamerverkiezingen 2003
Op 22 januari 2003 werden er vervroegde Tweede Kamerverkiezingen gehouden. De verkiezingen waren nodig na de val van het kabinet-Balkenende I1. Deze val kwam doordat het CDA en de VVD het vertrouwen in hun coalitiepartner LPF2 hadden opgezegd. De verkiezingen stonden in het teken van de vraag of het door CDA, VVD en LPF uitgestippelde beleid kon worden voortgezet. De LPF verloor echter fors. De PvdA van Wouter Bos3 herstelde zich sterk ten opzichte van 2002. Het CDA bleef wel de grootste partij.
De verkiezingen leidden tot de vorming van het kabinet-Balkenende II4, bestaande uit het CDA, de VVD en D66, nadat eerder was gepoogd een kabinet van CDA en PvdA te vormen.
Inhoudsopgave
partij |
percentage |
zetels 2003 |
zetels 2002 |
winst/verlies |
---|---|---|---|---|
28,6 |
44 |
43 |
+1 |
|
27,3 |
42 |
23 |
+19 |
|
17,9 |
28 |
24 |
+4 |
|
6,3 |
9 |
9 |
0 |
|
5,7 |
8 |
26 |
-18 |
|
5,1 |
8 |
10 |
-2 |
|
4,1 |
6 |
7 |
-1 |
|
2,1 |
3 |
4 |
-1 |
|
1,6 |
2 |
2 |
0 |
|
0,5 |
0 |
0 |
0 |
|
0,4 |
0 |
2 |
-2 |
|
0,1 |
- |
- |
- |
|
0,1 |
- |
- |
- |
|
0,1 |
- |
- |
- |
|
0,1 |
- |
- |
- |
|
0 |
- |
- |
- |
|
0 |
- |
- |
- |
|
0 |
- |
- |
- |
|
0 |
- |
- |
- |
Tweede Kamerverkiezingen 2003 |
|
---|---|
verkiezingsdatum |
22 januari 2003 |
aantal kiesgerechtigden |
12.076.711 |
aantal uitgebrachte stemmen |
9.666.602 |
aantal geldige stemmen |
9.654.475 |
aantal ongeldige stemmen |
12.127 |
kiesdeler |
64.363 |
voorkeursdrempel |
16.091 |
opkomstpercentage |
80,0 |
aantal deelnemende partijen |
20 |
aantal partijen dat zetel behaalde |
9 |
Lijsttrekkers en verkiezingsprogramma's
In onderstaande tabel is per partij aangegeven wie de lijsttrekker was en met welk verkiezingsprogramma een partij mee heeft gedaan aan de verkiezingen.
Partij |
Lijst |
Lijsttrekker |
Verkiezingsprogramma |
---|---|---|---|
CDA |
1 |
||
LPF |
2 |
||
VVD |
3 |
||
PvdA |
4 |
||
GroenLinks |
5 |
||
SP |
6 |
||
D66 |
7 |
||
ChristenUnie |
8 |
||
SGP |
9 |
Val kabinet-Balkenende I
Op woensdag 16 oktober 2002 was de val van het1 kabinet-Balkenende I. Na wekenlang geruzie tussen de LPF-ministers Bomhoff en Heinsbroek hadden de overige ministers, inclusief de LPF-collega's, aangedrongen op hun vertrek. Hoewel Bomhoff en Heinsbroek woensdagochtend de premier hun ontslag hadden aangeboden, zegden de fractievoorzitters van VVD en CDA, Zalm en Verhagen, op 16 oktober toch het vertrouwen in het kabinet op.
Formatie kabinet-Balkenende II
De formatie van het kabinet-Balkenende II31 , met CDA, VVD en D66 als deelnemende partijen, kwam tot stand nadat een (eerste) poging om een kabinet van CDA en PvdA te formeren, was mislukt. Informateurs waren Piet Hein Donner en Frits Korthals Altes32. Omdat CDA en VVD samen geen meerderheid hadden en de LPF zichzelf had gediskwalificeerd als regeringspartij, werd de voormalige coalitiepartner uit Balkenende I ingeruild door D66. Op 20 mei 2002 stond het kabinet-Balkenende II naast de koningin op het bordes.
Hieronder een overzicht van de gekozen Tweede Kamerleden die op 30 januari 2003 zijn geïnstalleerd.
fractie | naam Kamerlid |
---|---|
CDA | |
CU | |
D66 | |
GL | |
LPF | |
PvdA | |
SGP | |
SP | |
VVD | |
Meer over
- 1.Op woensdag 16 oktober 2002 kwam het kabinet-Balkenende I ten val. Na wekenlange geruzie tussen de LPF-ministers Bomhoff en Heinsbroek hadden de overige ministers, inclusief de LPF-collega's, aangedrongen op hun vertrek.
- 2.De Lijst Pim Fortuyn (LPF) werd opgericht in 2002 na de breuk tussen de lijsttrekker Pim Fortuyn en de partij Leefbaar Nederland. De oorzaak van de breuk was een aantal ongelukkig gekozen uitspraken in De Volkskrant door Fortuyn. De partij heette officieel: Politieke Vereniging Lijst Pim Fortuyn. Op 6 mei 2002 werd de politiek leider van de partij, Pim Fortuyn, vermoord. Desondanks maakte de LPF samen met CDA en VVD deel uit van het kabinet Balkenende I.
- 3.Uit het bedrijfsleven afkomstige partijleider van de PvdA in de jaren 2002-2010. Werkte na zijn studie economie en politicologie ruim negen jaar in binnen- en buitenland voor Shell. Werd daarna Tweede Kamerlid en spoedig staatssecretaris van Financiën. In 2002 de eerste direct gekozen lijsttrekker van de PvdA. Leidde in 2003 zijn partij naar electoraal herstel, maar zag onderhandelingen met het CDA mislukken. Na vier jaar oppositie in 2007 vicepremier en minister van Financiën. Oogstte waardering voor de wijze waarop hij de gevolgen van de internationale financiële crisis aanpakte. Niet lang na de breuk in het kabinet-Balkenende IV koos hij voor zijn jonge gezin en verliet hij de politiek. Goed debater, die echter soms aarzelde over de koers van zijn partij. Tegenstanders betichtten hem daarom wel van 'draaien'. Was bestuursvoorzitter van VU Medisch Centrum en is nu voorzitter van het bestuur van Menzis.
- 4.Na de Tweede Kamerverkiezingen van 2003 werd het kabinet-Balkenende II gevormd. In dit kabinet werkten CDA, VVD en D66 samen. De CDA- en VVD-bewindslieden uit het voorgaande kabinet-Balkenende I keerden allen terug. Jan Peter Balkenende (CDA) werd wederom premier. Bijzonder waren het recordaantal van vijf vrouwen in het kabinet en het feit dat D66 voor het eerst aan een centrumrechts kabinet meedeed.
- 5.Het CDA haalde bij de verkiezingen van 22 januari 2003 44 zetels in de Tweede Kamer. Lijsttrekker was Jan Peter Balkenende. Het nog uit 2002 stammende verkiezingsprogramma was getiteld 'Betrokken samenleving, betrouwbare overheid'. Het CDA had voor de verkiezingen 43 zetels in de Tweede Kamer.
- 6.De PvdA haalde bij de verkiezingen van 22 januari 2003 42 zetels in de Tweede Kamer. Lijsttrekker was Wouter Bos. Het verkiezingsmanifest was getiteld 'Voor verantwoordelijkheid, respect en solidariteit'. De PvdA had voor de verkiezingen 23 zetels in de Tweede Kamer.
- 7.De VVD haalde bij de verkiezingen van 22 januari 2003 28 zetels in de Tweede Kamer. Lijsttrekker was Gerrit Zalm. Het verkiezingsprogramma was getiteld 'De VVD maakt werk van Nederland'. Vóór de verkiezingen had de VVD 24 zetels in de Tweede Kamer.
- 8.De SP haalde bij de verkiezingen van 22 januari 2003 9 zetels in de Tweede Kamer. Lijsttrekker was Jan Marijnissen. Het actieprogramma was getiteld 'Eerste weg links'. De SP had voor de verkiezingen 9 zetels in de Tweede Kamer.
- 9.GroenLinks haalde bij de verkiezingen van 22 januari 2003 8 zetels in de Tweede Kamer. Lijsttrekker was Femke Halsema. Het verkiezingsprogramma was getiteld 'Protest en perspectief'. GroenLinks had voor de verkiezingen 10 zetels in de Tweede Kamer.
- 10.D66 haalde bij de verkiezingen van 22 januari 2003 6 zetels in de Tweede Kamer. Lijsttrekker was Thom de Graaf. Het verkiezingspamflet was getiteld 'Juist nu!'. D66 had voor de verkiezingen 7 zetels in de Tweede Kamer.
- 11.De ChristenUnie haalde bij de verkiezingen van 22 januari 2003 3 zetels in de Tweede Kamer. Lijsttrekker was André Rouvoet. Het verkiezingsprogramma was getiteld 'Samen leven naar bijbelse waarden'. De ChristenUnie had voor de verkiezingen 4 zetels in de Tweede Kamer.
- 12.De SGP haalde bij de verkiezingen van 22 januari 2003 2 zetels in de Tweede Kamer. Lijsttrekker was Bas van der Vlies. Het verkiezingsprogramma was getiteld 'Tot Uw dienst'. De SGP had voor de verkiezingen 2 zetels in de Tweede Kamer.
- 13.De PvdD haalde bij de verkiezingen van 22 januari 2003 geen zetels in de Tweede Kamer. Lijsttrekker was Marianne Thieme. De PvdD had voor de verkiezingen ook geen zetels in de Tweede Kamer.
- 14.Leefbaar Nederland haalde bij de verkiezingen van 22 januari 2003 geen zetels in de Tweede Kamer. Lijsttrekker was Haitske van der Linde. Het verkiezingsprogramma was getiteld 'Deze keer doen ze echt wat ze beloven'. Leefbaar Nederland had voor de verkiezingen 2 zetels in de Tweede Kamer.
- 15.De PvdT is een politieke partij, die zich richt op democratische vernieuwing en praktische oplossingen. De partij deed mee aan de Tweede Kamerkiezingen van 12 september 2012. Eerder, in 2002 en 2003, nam de PvdT eveneens deel aan de verkiezingen, maar er werd geen zetel behaald. Lijsttrekker was Johan Vlemmix.
- 16.De lijst Emile Ratelband was een politieke beweging onder leiding van 'communicatietrainer' Emile Ratelband. De lijst deed mee aan de Tweede Kamerverkiezingen van 22 januari 2003.
- 17.Duurzaam Nederland was een democratische milieupartij. De partij werd opgericht in 2002 als afsplitsing van Leefbaar Nederland.
- 18.De NCPN is een anti-kapitalistische partij, gebaseerd op het marxisme-leninisme, de wetenschappelijke leer van Marx en Engels. De partij werd opgericht in 1992 nadat de CPN opgegaan was in GroenLinks.
- 19.De Conservatieven.nl was de partij van voormalig LPF-Tweede Kamerlid Winny de Jong. Zij was tevens lijsttrekker bij de verkiezingen van 2003. De conservatieven.nl wilde het gedachtegoed van Pim Fortuyn blijven uitdragen. De partij behaalde in januari 2003 geen zetel.
- 20.De Vooruitstrevende Integratie Partij streefde naar ruimte en respect voor immigranten en voor behoud en cultuur van etnische minderheden. Zij wilde een tegenwicht bieden voor partijen die migranten als zondebok aanwijzen. De partij deed in 18 van de 19 kieskringen aan de Tweede Kamerverkiezingen van 2003 mee met advocaat Ranesh Dhalganjansing als lijsttrekker. Er werden geen zetels gehaald.
- 21.De AVD wilde zonder geruzie voortborduren op het gedachtegoed van Pim Fortuyn. De partij deed tijdens de verkiezingen van januari 2003 in 16 van de 19 kieskringen mee (niet in Zwolle, Rotterdam en Maastricht) met ex-LPF'er IJsbrand van der Krieke als lijsttrekker. De AVD heeft hierbij geen zetels behaald.
- 22.Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2003 deed de lijst-Veldhoen mee in de kieskringen Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Dordrecht. De Lijst Veldhoen had als doelstelling het bevorderen van welzijn van iedere inwoner van het Koninkrijk der Nederlanden. Dit moest zowel voor autochtonen als allochtonen gelden. Lijsttrekker en enige kandidaat was Jan Veldhoen. Er werd geen zetel behaald.
- 23.Zeeuwse CDA-politicus die negen jaar partijleider en acht jaar premier was. Afkomstig uit de wetenschap en partijideoloog, die eigen verantwoordelijkheid van burgers voorstond. Als Tweede Kamerlid financieel woordvoerder. Werd in 2001 onverwacht lijsttrekker van het CDA na de machtstrijd tussen De Hoop Scheffer en Van Rij. Leidde vanaf 2002 als premier kabinetten van wisselende samenstelling in een na de moord op Fortuyn politiek instabiele periode. Probeerde terugkeer van 'normen en waarden' op de politieke agenda te zetten. Nadat zijn tweede kabinet diverse hervormingen had doorgevoerd, was zijn vierde kabinet op dat punt minder daadkrachtig. Een bankencrisis werd wel bezworen. In zijn publieke optredens soms wat onhandig, maar niettemin - of juist daardoor - lange tijd populair en succesvol. De verkiezingen van 2010 verliepen voor zijn partij echter desastreus, waarna hij de politiek verliet. Sinds 2022 minister van staat.
- 24.Vriendelijke, relativerende LPF-voorman, die - feitelijk noodgedwongen - vier jaar een vooraanstaande politieke rol speelde. Als voorlichter van Pim Fortuyn trad hij, na diens geweldadige dood, onverwacht als aanvoerder van de LPF naar voren. Hij werd fractievoorzitter en onderhandelaar bij de formatie. Kreeg toen zowel waardering voor zijn bezadigde rol als kritiek, omdat hij volgens partijleden te mild was. Trok zich daarom al na enige maanden terug. Kort voor de kabinetscrisis van 2002 keerde hij terug als fractievoorzitter en in 2003 was hij lijsttrekker. Ook dat leiderschap werd voortijdig beëindigd, maar in 2006 werd hij opnieuw fractievoorzitter. Als oud-voorlichter van defensie had dat onderwerp zijn bijzondere belangstelling en hij zette zich onder meer in voor veteranen. Is sinds 2018 gemeenteraadslid in Montfoort.
- 25.Met twaalf jaar de langstzittende minister van Financiën. Kwam uit een eenvoudig milieu (zijn vader was kolenboer); hardwerkend en wars van dikdoenerij. Doorliep na een studie economie een ambtelijke loopbaan en werd gezaghebbend directeur van het Planbureau. Als minister in het paarse kabinet ontwikkelde hij een nieuwe begrotingsnorm die uitging van een strikte scheiding van overheidsinkomsten en -uitgaven. Was verantwoordelijk voor een omvangrijke herziening van het belastingstelsel en de invoering van de euro. Bepleitte strakke naleving van de begrotingsregels in de EU. Na de verkiezingen van 2002 fractievoorzitter en politiek leider van de VVD. Keerde echter na anderhalf jaar terug naar het ministerschap dat hem beter lag. Lag goed in het parlement zowel door zijn deskundigheid als joviale optreden. Na zijn ministerschap acht jaar voorzitter van de Raad van Bestuur van ABN AMRO.
- 26.Femke Halsema (1966) is sinds 12 juli 2018 burgemeester van Amsterdam. Werd in 1998, een jaar na haar breuk met de PvdA, Tweede Kamerlid voor GroenLinks en in 2002 daarvan als opvolger van Paul Rosenmöller de politiek leider. Stuurde aan op een vrijzinnig-linkse koers, maar wist in 2010 geen kabinetsdeelname te bewerkstellingen voor haar partij. Verliet in januari 2011 de politiek. Zij begon haar loopbaan na haar studie criminologie in Utrecht als universitair onderzoeker en was daarna stafmedewerker van de Wiardi Beckman Stichting. Na haar vertrek uit de Haagse politiek was zij in Tilburg bijzonder hoogleraar politiek in de 21e eeuw, publiciste en documentairemaker.
- 27.Politiek voorman en lange tijd 'het gezicht' van de Socialistische Partij. Voor die partij vanaf 1994 zestien jaar Tweede Kamerlid, waarvan veertien jaar fractievoorzitter. Werd eerder, in 1975, lid van de gemeenteraad van Oss en bleef dat tot 1993 en was in 1987-1989 lid van Provinciale Staten van Noord-Brabant. Fabrieksarbeider - hij was worstmaker bij 'Unox' en constructie-bankwerker/lasser - die altijd duidelijke taal sprak. Goed debater, die een belangrijke factor was bij de groei van zijn partij in de periode tot 2006. Moest in 2008 vanwege gezondheidsproblemen voortijdig zijn leiderschap neerleggen. Hij bleef tot 2015 wel partijvoorzitter; een functie die hij sinds 1988 had.
- 28.Thom de Graaf (1957) is sinds 1 november 2018 vicepresident van de Raad van State. Daarvoor was hij van 7 juni 2011 tot 20 september 2018 Eerste Kamerlid voor D66. Van juni 2015 tot juni 2018 was hij tevens fractievoorzitter. In 2007-2012 was hij burgemeester van Nijmegen en van 1 februari 2012 tot 26 september 2018 was hij voorzitter van de Vereniging Hogescholen. De heer De Graaf werd op jonge leeftijd gemeenteraadslid in Leiden en was daarnaast topambtenaar op Binnenlandse Zaken. In 1994 werd hij Tweede Kamerlid. Hij was lid van de enquêtecommissie IRT. In 1997 volgde hij Wolffensperger op als fractievoorzitter en hij leidde de D66-fractie tijdens paars II en Balkenende I, maar stapte na de verkiezingsnederlaag van 2003 op. Keerde in het kabinet-Balkenende II terug als vicepremier en minister voor Bestuurlijke vernieuwing. Zag in 2005 zijn voorstel voor de gekozen burgemeester stranden in de Senaat en trad toen af.
- 29.Voorman van de ChristenUnie, die zijn partij in 2007 in het kabinet-Balkenende IV tot regeringsdeelname bracht. Hijzelf was in dat kabinet minister voor Jeugd en Gezin en viceminister-president. Maakte zich sterk voor betere toegankelijkheid van gezinsondersteuning. Werd in november 2002 als jonge jurist politiek leider van zijn partij, na in 1994 voor de RPF Tweede Kamerlid te zijn geworden. Verwierf snel gezag als goed debater en vanwege zijn dossierkennis. Hij was voordien vijf jaar directeur van de Marnix van Sint Aldegonde Stichting, het wetenschappelijk bureau van de RPF. In 2010 was hij tevens acht maanden minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. In april 2011 verliet hij de politiek om voorzitter van Zorgverzekeraars Nederland te worden.
- 30.Politiek voorman van de SGP, die als nestor van de Tweede Kamer gezag verwierf. Studeerde weg- en waterbouw en was werkzaam in het onderwijs. Kwam in 1981, na ruim acht jaar Statenlid in Utrecht te zijn geweest, in de Kamer. Vanaf 1986 fractievoorzitter en partijleider. Voerde in de Kamer het woord over uiteenlopende onderwerpen. Minzame, hardwerkende volksvertegenwoordiger die zich dienstbaar opstelde en geen eerzucht kende. Als nestor ontwikkelde hij zich, ondanks het tamelijk politieke isolement van zijn partij, tot het staatsrechtelijk en 'zedelijk' geweten van de Kamer. Waarschuwde geregeld tegen verruwing van de parlementaire mores.
- 31.Het kabinet-Balkenende II, met CDA, VVD en D66 als deelnemende partijen, kwam tot stand nadat een (eerste) poging om een kabinet van CDA en PvdA te formeren, was mislukt. Informateurs waren Piet Hein Donner en Frits Korthals Altes.
- 32.Vooraanstaand Rotterdams advocaat, die achtereenvolgens partijvoorzitter, Kamerlid, minister, Eerste Kamervoorzitter en minister van staat was en die een grote staat van dienst in de VVD had. Was onder meer geruime tijd secretaris en voorzitter van zijn partij. Drong er als partijvoorzitter, met anderen, bij vicepremier Wiegel op aan steun te geven aan de lijn dat verdergaande bezuinigingen nodig waren, onder meer bij het aftreden van minister Andriessen. Minister van Justitie in eerste kabinet-Lubbers en tweede kabinet-Lubbers. Vond bij zijn aantreden, dat "oerstaatszaken" niet in gevaar mochten komen. Vergde daarom het uiterste van de rechterlijke macht en de politie, maar verwierf brede steun in het parlement. In 1997 de eerste liberale voorzitter van de Eerste Kamer sinds 1900. Kleine welsprekende heer; volbloed jurist. Toegewijd en krachtdadig bestuurder, die van zijn medewerkers een zelfde houding en loyaliteit verlangde. Was sinds 2001 minister van staat.
- 33.Het 'gemiddelde' Tweede Kamerlid na de verkiezingen van 2003 is man, hoog opgeleid, tussen de 41 en 50 jaar en afkomstig uit de Randstad. Hij is eerder werkzaam geweest bij de overheid of een politiek-maatschappelijke organisatie en heeft relatief weinig 'Haagse' ervaring. Het aantal vrouwen ligt lager dan in de vorige periode. Er zijn 54 vrouwelijke Kamerleden. Het aantal nieuwkomers is met 58 hoog. Dertien leden keren terug in de Kamer (van wie enkelen overigens alleen als vervanger tijdelijk Tweede Kamerlid zijn geweest).
- 34.Hieronder zijn de belangrijkste (kansrijke) kandidaten opgenomen voor de Tweede Kamerverkiezingen 2003. Voor zover informatie is ontvangen, is tevens een c.v. opgenomen. Bij de nieuwkomers wordt volstaan met de top van de lijst. In de rubriek 'partijen' is informatie te vinden over de doelstellingen van de partijen.
- 35.Wat is er te zeggen over Tweede Kamerverkiezingen in het verleden, bijvoorbeeld over de grootste winst en het grootste verlies, over resultaten van regeringspartijen en over de kansen op succes van nieuwe partijen?
- 36.De leden van de Tweede Kamer worden in principe eens in de vier jaar gekozen op basis van het stelsel van evenredige vertegenwoordiging. Ook na de val van een kabinet worden bijna altijd verkiezingen gehouden. Kiesgerechtigd zijn alle Nederlanders die op de dag van de kandidaatstelling 18 jaar of ouder zijn, mits niet het kiesrecht vanwege een veroordeling is ontnomen.