Procedure zonder deelname Europees Parlement (ADO)
Deze procedure is één van de bijzondere wetgevingsprocedures1 die in de Europese Unie gebruikt worden. De procedure zonder deelname van het Europees Parlement2 wordt gebruikt voor enkele economisch heel belangrijke kwesties. Het belangrijkste kenmerk van de procedure is dat het Europees Parlement geen enkele rol speelt in de besluitvorming.
In het kort gaat de procedure als volgt: de Europese Commissie3 doet een voorstel aan de Raad van Ministers4. De Raad neemt daar vervolgens een besluit over.
Inhoudsopgave
Stap 1: initiatief
De Europese Commissie stuurt een voorstel naar de Raad van Ministers.
Stap 2: aannemen voorstel
De Raad van Ministers neemt met gekwalificeerde meerderheid van stemmen5 een besluit over het voorstel.
Als het voorstel betrekking heeft op het verlenen van bijstand van de EU aan één of meerdere lidstaten6 in bijzondere situaties op macro-economisch gebied, wordt het Europees Parlement op de hoogte gesteld van het genomen besluit.
Uitzondering: maatregelen tegen buitensporige overheidstekorten van een lidstaat
Stap 1: vaststellen overtreding
De Europese Commissie ziet toe op de begrotingssituatie van iedere lidstaat op basis van het Stabiliteits- en groeipact7. Indien een land die afspraken niet nakomt, stelt de Commissie een verslag op.
Stap 2: voorstel voor aanbevelingen
Het Economisch en Financieel Comité adviseert de Commissie over het verslag. Vervolgens kan de Commissie ervoor kiezen een voorstel - een aanbeveling aan de lidstaat in kwestie - naar de Raad van Ministers te sturen.
Stap 3: aanbevelingen vaststellen
De Raad neemt een besluit over de aanbeveling. De Raad moet de lidstaat waarop het voorstel betrekking heeft de gelegenheid geven om zijn standpunt uiteen te zetten.
De Raad ziet erop toe dat deze aanbevelingen worden overgenomen.
Stap 4: voorstel voor dwingende maatregelen
Indien de lidstaat in kwestie geen of niet afdoende gehoor geeft aan de aanbevelingen, kan de Commissie voorstellen voor sancties opstellen. De Commissie stuurt deze voorstellen naar de Raad van Ministers.
Stap 5: dwingende maatregelen vaststellen
De Raad neemt een besluit over het voorstel.
Het Europees Parlement wordt op de hoogte gesteld van het genomen besluit.
Stemwijze
De Raad neemt besluiten op basis van gekwalificeerde meerderheid van stemmen5. Het land waar het besluit betrekking op heeft, heeft in dit geval geen stemrecht.
De procedure zonder deelname van het Europees Parlement wordt niet veel gebruikt. Het beperkt zich vooral tot een aantal specifieke economische, financiële en monetaire kwesties:
-
-het uiteenzetten van het algemene beleidskader en de voorwaarden voor een evenwichtige ontwikkeling van de interne markt
-
-het controleren of lidstaten zich aan de regels voor begrotingstekorten houden, en het mogelijk straffen van lidstaten die zich niet aan die regels houden
-
-het te hulp schieten van lidstaten die door uitzonderlijke omstandigheden economische steun nodig hebben
-
-het vaststellen van de gemeenschappelijke douane-tarieven. Kanttekening hierbij is dat de Commissie de regels en tarieven in de praktijk (verder) uitwerkt.
-
-het uitvoeren van maatregelen tegen terrorisme die van financiële aard zijn
Met de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon8 is de procedure zonder deelname van het Europees Parlement op een aantal onderwerpen vervangen door een andere procedure. De regels omtrent het vrij verkeer van goederen en diensten, handelsovereenkomsten en het vaststellen van richtsnoeren voor het algemene economisch beleid worden nu via andere procedures vastgesteld.
De procedure zonder deelname van het Europees Parlement vindt zijn basis in het Verdrag betreffende de Europese Unie9 en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie10. Per beleidsterrein staat beschreven of deze procedure op dat terrein of een deel ervan van toepassing is.
-
-Buitensporig tekort lidstaten: derde deel VwEU titel VIII hoofdstuk 1 art. 12611
- 1.De bijzondere wetgevingsprocedure is een verzamelterm voor een groot aantal besluitvormingsprocedures in de Europese Unie. Wat al die besluitvormingsprocedures gemeen hebben is dat ze een uitzondering zijn op de gewone wetgevingsprocedure. Per bijzondere wetgevingsprocedure wordt aangegeven welke rol de verschillende Europese instellingen hebben in de besluitvorming; wie voorstellen mogen doen, wie er over mogen meebeslissen, en hoe er over voorstellen gestemd wordt.
- 2.Het Europees Parlement (EP) vertegenwoordigt ruim 450 miljoen Europeanen en bestaat momenteel uit 720 afgevaardigden (inclusief voorzitter). Nederland heeft 31 zetels in het Europees Parlement. Het Europees Parlement wordt geacht een stem te geven aan de volkeren van de 27 landen die aan de Unie deelnemen, en vooral te letten op het belang van de Unie in zijn geheel.
- 3.Deze instelling van de Europese Unie kan worden beschouwd als het 'dagelijks bestuur' van de EU. De leden van de Europese Commissie worden 'Eurocommissarissen' genoemd. Elke Eurocommissaris is verantwoordelijk voor één of meerdere beleidsgebieden.
- 4.In deze instelling van de Europese Unie (kortweg 'de Raad van Ministers' of nog korter 'de Raad' genoemd) zijn de regeringen van de 27 lidstaten van de EU vertegenwoordigd. De Raad oefent samen met het Europees Parlement de wetgevings- en begrotingstaak uit.
- 5.De Raad van Ministers kan met gekwalificeerde meerderheid een voorstel aannemen wanneer 55% van het aantal lidstaten, met een minimum van vijftien, vóór stemt. Ook moet in de lidstaten die voor zijn, ten minste 65% van de totale bevolking van de Europese Unie wonen. Met het huidige aantal lidstaten (27) betekent 55% dat minimaal vijftien lidstaten voor moeten stemmen.
- 6.Momenteel zijn 27 landen lid van de Europese Unie. De meest recente uitbreiding van de Unie vond plaats op 1 juli 2013, met de toetreding van Kroatië. Er wordt verder over uitbreiding gesproken met verschillende landen in Oost-Europa. Het Verenigd Koninkrijk is sinds 31 januari 2020 middernacht geen lid meer van de Europese Unie. Dat was het eerste land dat de EU verliet.
- 7.In het Stabiliteits- en Groeipact spreken de landen die lid zijn van de Europese Unie af dat hun begrotingen in evenwicht zijn of een overschot hebben. Dat betekent dat de regeringen niet meer geld uitgeven dan ze ontvangen. Dat doel hoeft nog niet meteen bereikt te worden, maar de EU-landen moeten er wel naartoe werken. De afspraken zijn gemaakt in 1997.
- 8.Dit Europese verdrag voerde een aantal hervormingen door om de Europese Unie democratischer en beter bestuurbaar te maken nadat in 2004 en 2007 twaalf nieuwe landen lid zijn geworden van de Europese Unie. Het Verdrag van Lissabon is op 1 december 2009 in werking getreden.
- 9.In dit verdrag staan de waarden waar de Europese Unie en alle lidstaten zich aan moeten houden, en de belangrijkste doelstellingen van de Europese Unie. Dit verdrag vormt samen met het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie de basis van de Europese Unie.
- 10.Het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VwEU) is een gewijzigde versie van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (EG). De gewijzigde versie is in 2009 van kracht geworden. In het VwEU staat wat de bevoegdheden zijn van de Europese Unie, en op welke manier de Europese Unie die bevoegdheden kan uitoefenen. Dit verdrag vormt samen met het Verdrag betreffende de Europese Unie de basis van de Europese Unie.
- 11.1. De lidstaten vermijden buitensporige overheidstekorten.
- 12.De Europese Unie kent verschillende procedures om besluiten te nemen. Naast de gewone wetgevingsprocedure gelden er voor een aantal onderwerpen bijzondere wetgevingsprocedures. Daarnaast zijn er een aantal aparte procedures voor het vaststellen van afgeleide regelgeving.