Periode 1994-2002: Paars

Met dank overgenomen van Parlement.com.

In deze periode regeren twee kabinetten onder leiding van Wim Kok1 met vertegenwoordigers uit PvdA, VVD en D66. De vorming van het eerste kabinet komt in 1994 tot stand nadat de zittende coalitie van CDA en PvdA haar meerderheid heeft verloren. Beide partijen verliezen fors. Winnaars zijn D66 en VVD.

De veranderde politieke verhoudingen en een gematigder koers van de PvdA maken samenwerking tussen de vroegere tegenstanders PvdA en VVD mogelijk. Bovendien is in beide partijen een afkeer gegroeid tegen de machtspositie van het CDA. Informeel is al langer naar een zgn. paars kabinet toegewerkt. Vooral D66 heeft zich daar hard voor gemaakt.

De paarse kabinetten voeren een stringent financieel beleid, maar worden door het economische klimaat begunstigd. Burgers en bedrijven krijgen lastenverlichting, de werkloosheid daalt en het begrotingstekort loopt terug. Op immaterieel gebied kunnen diverse zaken worden geregeld die in een combinatie met het CDA ondenkbaar zijn geweest, zoals de euthanasie en het homohuwelijk. Ook komt er een veel ruimere openingsregeling voor winkels (mogelijkheid tot zondagsopenstelling).

Tijdens het tweede paarse kabinet ontstaan spanningen, die in 1999 tot een tijdelijke kabinetscrisis leiden. Economische teruggang en kritiek vanwege problemen op het gebied van veiligheid, zorg en onderwijs scheppen een klimaat waarin de oppositie kan groeien. De opkomst van Pim Fortuyn en een rapport over de val van Srebrenica versterken het negatieve beeld, waarna de regeringspartijen bij de verkiezingen van 2002 hun meerderheid verliezen. Daarmee komt er na acht jaar een einde aan 'paars'.

Inhoudsopgave

  1. Kabinetten
  2. Kabinetcrises
  3. Tweede Kamerverkiezingen

1.

Kabinetten

Kabinet-Kok I (1994-1998)

Kabinet-Kok I - Voorste rij v.l.n.r.: Ritzen, Van Mierlo, Kok, koningin Beatrix, Dijkstal, Sorgdrager en Zalm. Achterste rij: Borst, Van Aartsen, Jorritsma, Voorhoeve, De Boer, Wijers, Melkert en Pronk.
© RVD
Voorste rij v.l.n.r.: Ritzen, Van Mierlo, Kok, koningin Beatrix, Dijkstal, Sorgdrager en Zalm. Achterste rij: Borst, Van Aartsen, Jorritsma, Voorhoeve, De Boer, Wijers, Melkert en Pronk.

Aan dit eerste 'paarse' kabinet namen PvdA2, VVD3 en D664 deel. Het werd op 22 augustus 1994 gevormd na de Tweede Kamerverkiezingen van 19945. De kleur paars refereerde aan de vermenging van het rood van de PvdA en het blauw van de VVD. PvdA-leider Wim Kok1, minister van financiën en vicepremier in het voorgaande kabinet-Lubbers III6, werd premier.

meer informatie

Kabinet-Kok II (1998-2002)

Kabinet Kok II op bordes Huis ten Bosch met koningin Beatrix
© RVD
Voortse rij v.l.n.r.: Korthals, Borst, Kok, koningin Beatrix, Jorritsma, Van Aartsen en Peper. Achterste rij v.l.n.r.: Herfkens, Apotheker, Pronk, Zalm, Hermans, De Grave, Netelenbos, De Vries en Van Boxtel.

Dit kabinet, in de wandelgangen veelal 'Paars II' genoemd, was een voortzetting van het kabinet-Kok I7. Hoewel het kabinet het bijna de volle vier jaar uithield, verliep de samenwerking tussen PvdA2, VVD3 en D664 minder soepel dan in de vorige kabinetsperiode. PvdA-leider Wim Kok1 werd voor de tweede keer premier.

meer informatie

2.

Kabinetcrises

Kabinetscrisis 1999: de Nacht van Wiegel

In de nacht van 18 op 19 mei 1999 kreeg een wetsvoorstel tot invoering van de mogelijkheid voor een correctief referendum in de Eerste Kamer niet de vereiste tweederde meerderheid. Daarop bood het kabinet in de loop van 19 mei zijn ontslag aan. Vooral D664 was zeer ontstemd en teleurgesteld over de verwerping, omdat zij het referendum als één van haar 'kroonjuwelen' beschouwde.

meer informatie

Kabinetscrisis 2002: Srebrenica

Op 16 april 2002 boden de ministers en staatssecretarissen van het tweede kabinet-Kok8 hun ontslag aan naar aanleiding van het rapport van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) over het bloedbad bij Srebrenica. In dit rapport werden de gebeurtenissen uiteengezet die in juli 1995 tot de moord door Serviërs op 7000 Bosnische mannen hadden geleid. Daarbij werd vooral ingegaan op de rol van het Nederlandse VN-bataljon (Dutchbat), dat de bevolking had moeten beschermen.

meer informatie

3.

Tweede Kamerverkiezingen

  • 1994

    Op 3 mei 1994 vonden er Tweede Kamerverkiezingen plaats. Dit waren reguliere verkiezingen, nadat het kabinet-Lubbers III6 zijn hele termijn had uitgezeten. Daarnaast lag er een wijziging van de Grondwet voor ten aanzien van het niet langer ontbinden van de Eerste Kamer bij grondwetswijzigingen. Grote winnaars waren VVD en D66 en de nieuwe ouderenpartij AOV9.

  • 1998

    De Tweede Kamerverkiezingen van 6 mei 1998 waren reguliere verkiezingen. Het kabinet-Kok I7 zat zijn gehele termijn uit. Er lagen ook grondwetswijzigingen10 voor, zoals het grondwetsvoorstel voor het correctief referendum dat in eerste lezing was aangenomen. De regeringspartijen PvdA en VVD wonnen de verkiezingen; de PvdA bleef de grootste. Verlies was er voor D66 en opnieuw het CDA. GroenLinks won flink. CD11 en ouderenpartijen verdwenen uit de Kamer.

  • 2002

    Op 15 mei 2002 waren er reguliere (vierjaarlijkse) verkiezingen voor een nieuwe Tweede Kamer12, maar er lagen ook grondwetsvoorstellen voor, zoals over de kroonbenoemingen. Grote winnnaars waren nieuwkomer LPF13, van de op 6 mei vermoorde Pim Fortuyn14, en het CDA. De LPF kreeg als nieuwkomer 26 zetels, het CDA werd onder leiding van Jan Peter Balkenende15 de grootste. De drie regeringspartijen verloren 43 zetels, waarbij voor de PvdA fors achteruit ging. Naast de LPF was Leefbaar Nederland16 met twee zetels een nieuwkomer.

 

Meer over

  • kabinetten per tijdvak17

  • 1. 
    Minister-president die acht jaar lang een coalitie leidde met daarin de politieke tegenvoeters PvdA en VVD (de paarse kabinetten). Was van betrekkelijk eenvoudige komaf en klom via de vakbond op tot minister. Volgde in 1986 Den Uyl op als partijleider en was minister van Financiën in het derde kabinet-Lubbers. Voerde een stringent ombuigingsbeleid. Dat beleid werd onder zijn premierschap (Paars I) voortgezet en leidde tot groei van de werkgelegenheid. Kreeg als minister-president te maken met het debacle in Srebrenica en de bijna-crisis rond het huwelijk van de kroonprins. Zijn tweede kabinet was vooral in de laatste periode minder succesvol door problemen in de zorg en het onderwijs en dat leidde mede tot een verkiezingsnederlaag van de PvdA. Werd in 2003 minister van staat. Integere, resultaatgerichte en meer op samenbinden dan op bezielen ingestelde rasbestuurder. Internationaal gerespecteerd. Kon soms wat nors zijn als er in zijn ogen onterechte kritiek was.
     
  • 2. 
    De Partij van de Arbeid (PvdA) is een progressieve, sociaaldemocratische partij. De partij werd opgericht in 1946 als een voortzetting van de vooroorlogse Sociaal-Democratische Arbeiders Partij (SDAP), de Vrijzinnig-Democratische Bond (VDB) en de Christelijk-Democratische Unie (CDU). De PvdA trok samen met GroenLinks op en deed met een gezamenlijke lijst mee aan de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023. Frans Timmermans leidt de gezamenlijke fractie in de Tweede Kamer.
     
  • 3. 
    De Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) is een rechtse liberale partij, met op onder meer ethisch gebied progressievere standpunten. Politiek leider is sinds 14 augustus 2023 Dilan Yesilgöz-Zegerius. De partij werd opgericht in 1948 als opvolger van de Partij van de Vrijheid (PvdV), die weer een voortzetting was van de vooroorlogse Liberale Staatspartij (LSP).
     
  • 4. 
    Democraten 66 (D66) is een hervormingsgezinde sociaal-liberale partij. De huidige politiek leider is Rob Jetten. De partij werd opgericht op 14 oktober 1966 door 44 'homines novi', waarvan er 25 eerder bij andere politieke partijen actief waren geweest. Belangrijkste initiatiefnemer en voorman (tot 1998) was de oud-journalist Hans van Mierlo.
     
  • 5. 
    Op 3 mei 1994 vonden er Tweede Kamerverkiezingen plaats. Dit waren reguliere verkiezingen, nadat het kabinet-Lubbers III zijn hele termijn had uitgezeten. Daarnaast lag er een wijziging van de Grondwet voor ten aanzien van het niet langer ontbinden van de Eerste Kamer bij grondwetswijzigingen. Grote winnaars waren VVD en D66 en de nieuwe ouderenpartij AOV.
     
  • 6. 
    In het derde kabinet-Lubbers werkte het CDA samen met de PvdA. De VVD, coalitiepartner van het CDA in het voorgaande kabinet-Lubbers II, belandde na de verkiezingen van 1989 in de oppositie. CDA-leider Ruud Lubbers werd voor de derde keer premier.
     
  • 7. 
    Aan dit eerste 'paarse' kabinet namen PvdA, VVD en D66 deel. Het werd op 22 augustus 1994 gevormd na de Tweede Kamerverkiezingen van 1994. De kleur paars refereerde aan de vermenging van het rood van de PvdA en het blauw van de VVD. PvdA-leider Wim Kok, minister van financiën en vicepremier in het voorgaande kabinet-Lubbers III, werd premier.
     
  • 8. 
    Dit kabinet, in de wandelgangen veelal 'Paars II' genoemd, was een voortzetting van het kabinet-Kok I. Hoewel het kabinet het bijna de volle vier jaar uithield, verliep de samenwerking tussen PvdA, VVD en D66 minder soepel dan in de vorige kabinetsperiode. PvdA-leider Wim Kok werd voor de tweede keer premier.
     
  • 9. 
    Het AOV was een belangenpartij, die op 1 december 1993 door Martin Batenburg werd opgericht. Het Verbond wilde opkomen voor de belangen van ouderen. Het AOV, dat spoedig te maken kreeg met interne ruzies, ging later op in de Verenigde Senioren Partij (VSP) en de Ouderenunie.
     
  • 10. 
    Om de Nederlandse Grondwet te wijzigen, moet een voorstel tot wijziging worden ingediend. De wijziging moet twee keer in de Tweede en Eerste Kamer worden behandeld. Zo’n behandeling van een wetsvoorstel in het parlement wordt een lezing genoemd. Er zijn dus twee lezingen nodig voor de Grondwet kan worden gewijzigd. Vóórdat de tweede lezing plaatsvindt, moeten Tweede Kamerverkiezingen worden gehouden. In theorie moeten kiezers zich zo over de wijziging(en) kunnen uitspreken. Bij de tweede lezing is er in beide Kamers een tweederdemeerderheid vereist.
     
  • 11. 
    De CD was een extreemrechtse partij, die zich keerde tegen de aanwezigheid van niet-westerse allochtonen. De partij werd opgericht in 1984 als afsplitsing van de Centrumpartij (CP).
     
  • 12. 
    De Tweede Kamer is deel van de volksvertegen­woor­di­ging. Zij speelt een belangrijke rol bij de totstandkoming van wetten, controleert de regering en beslist over de vraag of een kabinet (of bewindspersoon) genoeg vertrouwen heeft.
     
  • 13. 
    De Lijst Pim Fortuyn (LPF) werd opgericht in 2002 na de breuk tussen de lijsttrekker Pim Fortuyn en de partij Leefbaar Nederland. De oorzaak van de breuk was een aantal ongelukkig gekozen uitspraken in De Volkskrant door Fortuyn. De partij heette officieel: Politieke Vereniging Lijst Pim Fortuyn. Op 6 mei 2002 werd de politiek leider van de partij, Pim Fortuyn, vermoord. Desondanks maakte de LPF samen met CDA en VVD deel uit van het kabinet Balkenende I.
     
  • 14. 
    Voormalige hoogleraar en columnist die in 2001 op stormachtige wijze de politiek betrad en die op een onconventionele wijze politiek bedreef. Hedonistische, flamboyante, enigszins dandy-achtige man, die omstreden uitspraken niet schuwde, maar daarom ook fel werd bestreden. Had een grote geldingsdrang, die hem ertoe bracht de politiek in te gaan. Werd in 2001 gekozen tot lijsttrekker van Leefbaar Nederland. Zeer succesvol bij de gemeenteraadsverkiezingen in Rotterdam. Na een conflict met Leefbaar Nederland kwam hij met een eigen lijst, de Lijst Pim Fortuyn. Fel bestrijder van het 'paarse kabinet' en het 'poldermodel'. Leek af te stevenen op een grote verkiezingswinst en had ambitie om minister-president te worden. Werd kort voor de verkiezingen vermoord; een moord die de gehele politiek schokte.
     
  • 15. 
    Zeeuwse CDA-politicus die negen jaar partijleider en acht jaar premier was. Afkomstig uit de wetenschap en partijideoloog, die eigen verantwoordelijkheid van burgers voorstond. Als Tweede Kamerlid financieel woordvoerder. Werd in 2001 onverwacht lijsttrekker van het CDA na de machtstrijd tussen De Hoop Scheffer en Van Rij. Leidde vanaf 2002 als premier kabinetten van wisselende samenstelling in een na de moord op Fortuyn politiek instabiele periode. Probeerde terugkeer van 'normen en waarden' op de politieke agenda te zetten. Nadat zijn tweede kabinet diverse hervormingen had doorgevoerd, was zijn vierde kabinet op dat punt minder daadkrachtig. Een bankencrisis werd wel bezworen. In zijn publieke optredens soms wat onhandig, maar niettemin - of juist daardoor - lange tijd populair en succesvol. De verkiezingen van 2010 verliepen voor zijn partij echter desastreus, waarna hij de politiek verliet. Sinds 2022 minister van staat.
     
  • 16. 
    Leefbaar Nederland was een democratische partij die op 21 maart 1999 werd opgericht als landelijke voortzetting van Leefbaar Hilversum en Leefbaar Utrecht. Zij streefde naar een hoger democratisch gehalte van de Nederlandse samenleving. Burgers moesten meer zeggenschap krijgen over hun leefomgeving, maar ook worden aangesproken op hun verantwoordelijkheden. De partij was voorstander van de rechtstreeks gekozen burgemeester en van referenda. Voormannen waren Jan Nagel, Fred Teeven en, korte tijd, Pim Fortuyn.
     
  • 17. 
    De Nederlandse kabinetten zijn in verschillende tijdvakken in te delen. De eerste kabinetten vanaf 1848 waren afwisselend liberaal, gematigd liberaal en conservatief. Thorbecke speelde een grote rol in deze periode; hij leidde drie kabinetten. In 1888 kwam er een eerste confessioneel kabinet en vanaf 1918 domineerden confessionele kabinetten. Het politieke landschap was toen sterk verzuild.