Kabinetsformatie 2002

Met dank overgenomen van Parlement.com.

De Tweede Kamerverkiezingen van 20021 lieten een grote winst zien voor nieuwkomer LPF2 en verlies voor de deelnemers aan Paars (PvdA3, VVD4, D665). CDA6, LPF en VVD stuurden aan op vorming van een kabinet en slaagden daarin onder leiding van informateur Piet Hein Donner7. Zij sloten een 'strategisch akkoord'.

Op 4 juli 2002 debatteerde de Tweede Kamer8 over dit akkoord. Op 22 juli 2002 werd, na een door openheid gekenmerkte formatie, het kabinet-Balkenende I9 beëdigd.

Inhoudsopgave

  1. Overzicht
  2. Verloop van de formatie
  3. Regeerakkoord
  4. Betrokken personen

1.

Overzicht

datum

wat

wie

tot en met

dagen

15 mei 2002

Tweede Kamerverkiezingen1

     

17 mei 2002

Benoeming informateur10

J.P.H. Donner7

3 juli 2002

48

3 juli 2002

Strategisch akkoord Werken aan vertrouwen, een kwestie van aanpakken

     

juli 2002

Analyse Economische gevolgen van het Strategisch Akkoord 2003-2006

CPB11

   

4 juli 2002

Benoeming formateur

J.P. Balkenende

21 juli 2002

18

22 juli 2002

Beëdiging12 nieuwe bewindslieden

     
 

Totale duur13 formatie

   

66

2.

Verloop van de formatie

Verkiezingsuitslag

Op basis van de Tweede Kamerverkiezingen leek een kabinet met daarin winnaars CDA en LPF onvermijdelijk. De PvdA, VVD en D66 kregen geen meerderheid meer. Nederland leek 'Paars-moe' te zijn. Het CDA kreeg 43 zetels en de LPF kwam met 26 zetels de Tweede Kamer binnen. Als noodzakelijke derde partij schoof de VVD aan bij de besprekingen.

Informatie-Donner

Na overleg met haar vaste adviseurs op 16 mei, benoemde de koningin de volgende dag CDA'er Piet Hein Donner7 tot informateur. De koningin vroeg hem om 'gelet op de uitslag van de verkiezingen, de mogelijkheden te onderzoeken van de spoedige vorming van een kabinet dat mag rekenen op een vruchtbare samenwerking met de volksvertegenwoordiging en de weg aan te geven waarlangs dat kabinet tot stand kan komen'.

Na overleg met de fractievoorzitters van de Tweede Kamer werd door Donner besloten om een kabinet te formeren bestaande uit het CDA, de LPF en de VVD. De VVD uitte in eerste instantie bezwaren vanwege het flinke verlies bij de verkiezingen (14 zetels). De drie partijen werden het op 3 juli, volgens de wens van CDA-onderhandelaar Jan Peter Balkenende14, eens over een strategisch akkoord, een ontwerp-regeerakkoord op hoofdlijnen. Dit was een parlementair novum.

Nadat de coalitiepartners het akkoord hadden goedgekeurd, debatteerde de Tweede Kamer op 4 juli over het concept-regeerakkoord. Nooit eerder werd een regeerakkoord voor het tot stand komen van een kabinet in de Kamer behandeld. Doel was in het kader van de openheid het akkoord in de Tweede Kamer te bespreken. Donner nam zelf plaats in het 'regeringsvak' om het akkoord toe te lichten. Zoals te verwachten haalde de oppositie fel uit naar het akkoord.

Formatie-Balkenende

Balkenende werd diezelfde dag tot formateur benoemd. Zijn voornaamste taak was het samenstellen van de kabinetsploeg, waarvoor de deelnemende partijen personen zochten. De LPF had daarbij de meeste moeite om die te vinden. Onder de gevraagde personen waren een ex-PvdA-lid (Bomhoff), ex-CDA'er (Nawijn) en VVD-lid (De Boer), alsmede de zakenman Heinsbroek.

Op 21 juli rondde Balkenende de formatie van zijn kabinet af en een dag later werd het kabinet-Balkenende I door de koningin beëdigd. Het motto van het kabinet werd 'duidelijkheid en daadkracht', waarmee het nieuwe kabinet het vertrouwen van de burger in de politiek wilde herstellen.

3.

Regeerakkoord

Het 'strategisch akkoord' omvat de afspraken gemaakt tussen regeringspartijen CDA, VVD en LPF en vormde de basis voor het kabinet-Balkenende I9. Het regeerakkoord telde 48 pagina's. Centraal stonden zaken als de verscherping van het vreemdelingenbeleid tot afschaffing van het kwartje van Kok15 en de onroerend-zaakbelasting. Bij het strategisch akkoord hoorden vier bijlagen, waarin de financiële afspraken waren vastgelegd.

  • meer informatie

4.

Betrokken personen

De informateur

J.P.H. (Piet Hein) Donner

Piet-Hein Donner

Piet Hein Donner (1948) was van 1 februari 2012 tot 1 november 2018 vicepresident van de Raad van State16. Hij was van 22 juli 2002 tot 21 september 2006 minister van Justitie, van 22 februari 2007 tot 14 oktober 2010 minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van 14 oktober 2010 tot 16 december 2011 minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Daarvoor was de heer Donner onder meer voorzitter van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid17 en lid van de Raad van State (1998-2002). In 2001-2002 leidde hij een commissie die adviseerde over de WAO-problematiek en in 2002 en 2003 trad hij op als informateur. In de periode november 2006-februari 2007 was hij Tweede Kamerlid voor het CDA. Sinds december 2018 is hij minister van staat.

meer informatie

De formateur

J.P. (Jan Peter) Balkenende

Balkenende, Mr.dr. J.P.

Zeeuwse CDA-politicus die negen jaar partijleider en acht jaar premier was. Afkomstig uit de wetenschap en partijideoloog, die eigen verantwoordelijkheid van burgers voorstond. Als Tweede Kamerlid financieel woordvoerder. Werd in 2001 onverwacht lijsttrekker van het CDA na de machtstrijd tussen De Hoop Scheffer18 en Van Rij19. Leidde vanaf 2002 als premier kabinetten van wisselende samenstelling in een na de moord op Fortuyn20 politiek instabiele periode. Probeerde terugkeer van 'normen en waarden' op de politieke agenda te zetten. Nadat zijn tweede kabinet diverse hervormingen had doorgevoerd, was zijn vierde kabinet21 op dat punt minder daadkrachtig. Een bankencrisis werd wel bezworen. In zijn publieke optredens soms wat onhandig, maar niettemin - of juist daardoor - lange tijd populair en succesvol. De verkiezingen van 201022 verliepen voor zijn partij echter desastreus, waarna hij de politiek verliet. Sinds 2022 minister van staat.

meer informatie

De fractievoorzitters bij de onderhandelingen

J.P. (Jan Peter) Balkenende

Balkenende, Mr.dr. J.P.

Zeeuwse CDA-politicus die negen jaar partijleider en acht jaar premier was. Afkomstig uit de wetenschap en partijideoloog, die eigen verantwoordelijkheid van burgers voorstond. Als Tweede Kamerlid financieel woordvoerder. Werd in 2001 onverwacht lijsttrekker van het CDA na de machtstrijd tussen De Hoop Scheffer18 en Van Rij19. Leidde vanaf 2002 als premier kabinetten van wisselende samenstelling in een na de moord op Fortuyn20 politiek instabiele periode. Probeerde terugkeer van 'normen en waarden' op de politieke agenda te zetten. Nadat zijn tweede kabinet diverse hervormingen had doorgevoerd, was zijn vierde kabinet21 op dat punt minder daadkrachtig. Een bankencrisis werd wel bezworen. In zijn publieke optredens soms wat onhandig, maar niettemin - of juist daardoor - lange tijd populair en succesvol. De verkiezingen van 201022 verliepen voor zijn partij echter desastreus, waarna hij de politiek verliet. Sinds 2022 minister van staat.

meer informatie

M.J.A. (Maria) van der Hoeven

Hoeven, M.J.A. van der

Doortastende CDA-politica uit Maastricht, die een vooraanstaande rol speelde als vicefractievoorzitter en minister. Begon haar loopbaan als lerares en was later directeur van het technologiecentrum Limburg. In Maastricht was zij raadslid en daarna elf jaar Tweede Kamerlid voor het CDA. In de Tweede Kamer hield zij zich onder meer bezig met bestuurlijke organisatie en voortgezet onderwijs. Dong enkele keren vergeefs naar het voorzitterschap van de Tweede Kamer, maar was wel ondervoorzitter. Als minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in de kabinetten-Balkenende I-III zette zij zich in voor grotere beleidsvrijheid voor scholen, terugdringing van regeldruk en het tegengaan van schooluitval. Tijdens haar ministerschap van Economische Zaken in het kabinet-Balkenende IV21 werd het thema energietransitie actueel. In 2011-2015 was zij executive director van het Internationaal Energie Agentschap.

meer informatie

M. (Mat) Herben

Herben, M.

Vriendelijke, relativerende LPF-voorman, die - feitelijk noodgedwongen - vier jaar een vooraanstaande politieke rol speelde. Als voorlichter van Pim Fortuyn trad hij, na diens geweldadige dood, onverwacht als aanvoerder van de LPF naar voren. Hij werd fractievoorzitter en onderhandelaar bij de formatie. Kreeg toen zowel waardering voor zijn bezadigde rol als kritiek, omdat hij volgens partijleden te mild was. Trok zich daarom al na enige maanden terug. Kort voor de kabinetscrisis van 2002 keerde hij terug als fractievoorzitter en in 2003 was hij lijsttrekker. Ook dat leiderschap werd voortijdig beëindigd, maar in 2006 werd hij opnieuw fractievoorzitter. Als oud-voorlichter van defensie had dat onderwerp zijn bijzondere belangstelling en hij zette zich onder meer in voor veteranen. Is sinds 2018 gemeenteraadslid in Montfoort.

meer informatie

G. (Gerrit) Zalm

Zalm, Dr. G.

Met twaalf jaar de langstzittende minister van Financiën. Kwam uit een eenvoudig milieu (zijn vader was kolenboer); hardwerkend en wars van dikdoenerij. Doorliep na een studie economie een ambtelijke loopbaan en werd gezaghebbend directeur van het Planbureau. Als minister in het paarse kabinet ontwikkelde hij een nieuwe begrotingsnorm23 die uitging van een strikte scheiding van overheidsinkomsten en -uitgaven. Was verantwoordelijk voor een omvangrijke herziening van het belastingstelsel en de invoering van de euro. Bepleitte strakke naleving van de begrotingsregels in de EU. Na de verkiezingen van 2002 fractievoorzitter en politiek leider van de VVD. Keerde echter na anderhalf jaar terug naar het ministerschap dat hem beter lag. Lag goed in het parlement zowel door zijn deskundigheid als joviale optreden. Na zijn ministerschap acht jaar voorzitter van de Raad van Bestuur van ABN AMRO.

meer informatie

De vaste adviseurs van de koningin

G.J.M. (Gerrit) Braks

Gerrit Braks

Vooraanstaand CDA-politicus uit een Brabants boerengezin. Werkte in Brussel als landbouwraad en werd toen hij nog maar drie jaar Tweede Kamerlid was al minister van Landbouw in het eerste kabinet-Van Agt24. Keerde vervolgens na een jaar onderbreking in 1982 op die post terug. Kreeg als minister te maken met zaken als de mestproblematiek, problemen rond het dierenwelzijn en de visfraude25. Omdat coalitiegenoot PvdA vond dat hij tegen dat laatste te weinig had gedaan en het vertrouwen in hem opzegde, trad hij in 1990 af. Werd daarna voorzitter van de KRO, senator en voorzitter van de CDA-Eerste Kamerfractie. Sloot zijn politieke loopbaan af als voorzitter van de Eerste Kamer, een ambt dat hij met de hem kenmerkende gemoedelijkheid vervulde. Was in 2007-2008 waarnemend burgemeester van Eindhoven

meer informatie

J. (Jeltje) van Nieuwenhoven

Jeltje van Nieuwenhoven

Eerste vrouwelijke voorzitter van de Tweede Kamer en na de verkiezingen van 2002 een half jaar politiek leider van de PvdA. Dochter van een meubelmaker uit de Stellingwerven. Was actief bij de Rooie Vrouwen, bibliothecaresse van de Wiardi Beckman Stichting en assistent van partijvoorzitter Max van den Berg26. Werd in 1981 Tweede Kamerlid. Ontpopte zich als een gedegen mediawoordvoerster. Na voorzitter van Kamercommissies te zijn geweest in 1998 tot Kamervoorzitter gekozen. Wist zich in die functie populariteit te verwerven door haar ongedwongen optreden. Was na de verkiezingsnederlaag van 2002 fractievoorzitter, maar werd in oktober dat jaar bij een ledenraadpleging verslagen door Wouter Bos27. Werd twee jaar later gedeputeerde van Zuid-Holland, maar bleef dat slechts kort. In 2010 lijsttrekker van de PvdA bij de raadsverkiezingen in Den Haag en daarna acht jaar raadslid.

meer informatie

H.D. (Herman) Tjeenk Willink

Herman Tjeenk Willink

Politicus van PvdA-huize met veel gezag als topadviseur en kritisch beschouwer van politiek en bestuur. Topambtenaar ministerie van Algemene Zaken, die optrad als secretaris van achtereenvolgende kabinetsformateurs en jarenlang adviseur was van de minister-president. Regeringscommissaris reorganisatie rijksdienst. Hoogleraar bestuurswetenschappen. Als PvdA'er lid en voorzitter van de Eerste Kamer. Bepleitte een actievere rol voor de Eerste Kamer bij de bewaking van de kwaliteit van de wetgeving, ook Europees. Bijna vijftien jaar vicepresident Raad van State16 en in die positie de voornaamste adviseur van de koningin bij kabinetsformaties en zelf informateur in 199428, 199929, 201030, 201731 en opnieuw in 202132. Is sinds 2012 minister van staat33.

meer informatie
 

Meer over

  • Kabinetsformaties sinds 194534
  • kabinet-Balkenende I9

  • 1. 
    Op 15 mei 2002 waren er reguliere (vierjaarlijkse) verkiezingen voor een nieuwe Tweede Kamer, maar er lagen ook grondwetsvoorstellen voor, zoals over de kroonbenoemingen. Grote winnnaars waren nieuwkomer LPF, van de op 6 mei vermoorde Pim Fortuyn, en het CDA. De LPF kreeg als nieuwkomer 26 zetels, het CDA werd onder leiding van Jan Peter Balkenende de grootste. De drie regeringspartijen verloren 43 zetels, waarbij voor de PvdA fors achteruit ging. Naast de LPF was Leefbaar Nederland met twee zetels een nieuwkomer.
     
  • 2. 
    De Lijst Pim Fortuyn (LPF) werd opgericht in 2002 na de breuk tussen de lijsttrekker Pim Fortuyn en de partij Leefbaar Nederland. De oorzaak van de breuk was een aantal ongelukkig gekozen uitspraken in De Volkskrant door Fortuyn. De partij heette officieel: Politieke Vereniging Lijst Pim Fortuyn. Op 6 mei 2002 werd de politiek leider van de partij, Pim Fortuyn, vermoord. Desondanks maakte de LPF samen met CDA en VVD deel uit van het kabinet Balkenende I.
     
  • 3. 
    De Partij van de Arbeid (PvdA) is een progressieve, sociaaldemocratische partij. De partij werd opgericht in 1946 als een voortzetting van de vooroorlogse Sociaal-Democratische Arbeiders Partij (SDAP), de Vrijzinnig-Democratische Bond (VDB) en de Christelijk-Democratische Unie (CDU). De PvdA trok samen met GroenLinks op en deed met een gezamenlijke lijst mee aan de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023. Frans Timmermans leidt de gezamenlijke fractie in de Tweede Kamer.
     
  • 4. 
    De Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) is een rechtse liberale partij, met op onder meer ethisch gebied progressievere standpunten. Politiek leider is sinds 14 augustus 2023 Dilan Yesilgöz-Zegerius. De partij werd opgericht in 1948 als opvolger van de Partij van de Vrijheid (PvdV), die weer een voortzetting was van de vooroorlogse Liberale Staatspartij (LSP).
     
  • 5. 
    Democraten 66 (D66) is een hervormingsgezinde sociaal-liberale partij. De huidige politiek leider is Rob Jetten. De partij werd opgericht op 14 oktober 1966 door 44 'homines novi', waarvan er 25 eerder bij andere politieke partijen actief waren geweest. Belangrijkste initiatiefnemer en voorman (tot 1998) was de oud-journalist Hans van Mierlo.
     
  • 6. 
    Het Christen-Democratisch Appèl (CDA) is een christelijk geïnspireerde partij in het centrum van het politieke spectrum. Henri Bontenbal is momenteel politiek leider van het CDA. De partij werd opgericht op 11 oktober 1980 als fusie van Anti-Revolutionaire Partij (ARP), Christelijk-Historische Unie (CHU) en Katholieke Volkspartij (KVP).
     
  • 7. 
    Piet Hein Donner (1948) was van 1 februari 2012 tot 1 november 2018 vicepresident van de Raad van State. Hij was van 22 juli 2002 tot 21 september 2006 minister van Justitie, van 22 februari 2007 tot 14 oktober 2010 minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van 14 oktober 2010 tot 16 december 2011 minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Daarvoor was de heer Donner onder meer voorzitter van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid en lid van de Raad van State (1998-2002). In 2001-2002 leidde hij een commissie die adviseerde over de WAO-problematiek en in 2002 en 2003 trad hij op als informateur. In de periode november 2006-februari 2007 was hij Tweede Kamerlid voor het CDA. Sinds december 2018 is hij minister van staat.
     
  • 8. 
    De Tweede Kamer is deel van de volksvertegen­woor­di­ging. Zij speelt een belangrijke rol bij de totstandkoming van wetten, controleert de regering en beslist over de vraag of een kabinet (of bewindspersoon) genoeg vertrouwen heeft.
     
  • 9. 
    Na acht jaar 'paars' (de kabinetten Kok I en Kok II) trad in 2002 een centrumrechtse coalitie aan van CDA en VVD samen met nieuwkomer LPF (de Lijst Pim Fortuyn). De enorme winst van deze nieuwe partij (26 zetels) bij de Tweede Kamerverkiezingen van 15 mei 2002 maakte een kabinet zonder deze partij bijna onmogelijk. CDA-leider Jan-Peter Balkenende werd de nieuwe premier.
     
  • 10. 
    Na elke Tweede Kamerverkiezing, of soms na de val van een kabinet, begint het proces van de formatie van een nieuw kabinet. Doel van de kabinetsformatie is een kabinet te vormen dat enerzijds kan rekenen op steun van de meerderheid van de Tweede Kamer en anderzijds tot een gezamenlijk beleid kan komen. De Grondwet is vrij bescheiden wat betreft de kabinetsformatie. Slechts de artikelen 43 en 48 van de Grondwet spreken over de vorming van een kabinet: ministers en staatssecretarissen worden bij koninklijk besluit benoemd.
     
  • 11. 
    Het Centraal Planbureau (CPB) is een onderzoeksinstituut gericht op economische wetenschap en economische beleidsplannen. Organisatorisch is het een onderdeel van het ministerie van Economische Zaken.
     
  • 12. 
    Bij het aantreden van een nieuw kabinet worden de nieuwe ministers en alle staatssecretarissen beëdigd. Zittende ministers gaan over in het nieuwe kabinet. Feitelijk wordt besloten het door hen gevraagde ontslag niet te verlenen (of zij komen terug op hun verzoek hun portefeuilles ter beschikking te stellen). Wel kunnen bewindslieden in het nieuwe kabinet een andere functie krijgen, maar dit wordt bij Koninklijk Besluit geregeld.
     
  • 13. 
    Kabinetsformaties na de verkiezingen duren sinds 1946 gemiddeld 103 dagen. Formaties van tussenkabinetten zijn daarbij buiten beschouwing gelaten. Soms komt het voor dat na een kabinetscrisis zonder nieuwe verkiezingen een ander of overgangskabinet wordt gevormd. Dergelijke formaties verlopen doorgaans veel sneller.
     
  • 14. 
    Zeeuwse CDA-politicus die negen jaar partijleider en acht jaar premier was. Afkomstig uit de wetenschap en partijideoloog, die eigen verantwoordelijkheid van burgers voorstond. Als Tweede Kamerlid financieel woordvoerder. Werd in 2001 onverwacht lijsttrekker van het CDA na de machtstrijd tussen De Hoop Scheffer en Van Rij. Leidde vanaf 2002 als premier kabinetten van wisselende samenstelling in een na de moord op Fortuyn politiek instabiele periode. Probeerde terugkeer van 'normen en waarden' op de politieke agenda te zetten. Nadat zijn tweede kabinet diverse hervormingen had doorgevoerd, was zijn vierde kabinet op dat punt minder daadkrachtig. Een bankencrisis werd wel bezworen. In zijn publieke optredens soms wat onhandig, maar niettemin - of juist daardoor - lange tijd populair en succesvol. De verkiezingen van 2010 verliepen voor zijn partij echter desastreus, waarna hij de politiek verliet. Sinds 2022 minister van staat.
     
  • 15. 
    Minister-president die acht jaar lang een coalitie leidde met daarin de politieke tegenvoeters PvdA en VVD (de paarse kabinetten). Was van betrekkelijk eenvoudige komaf en klom via de vakbond op tot minister. Volgde in 1986 Den Uyl op als partijleider en was minister van Financiën in het derde kabinet-Lubbers. Voerde een stringent ombuigingsbeleid. Dat beleid werd onder zijn premierschap (Paars I) voortgezet en leidde tot groei van de werkgelegenheid. Kreeg als minister-president te maken met het debacle in Srebrenica en de bijna-crisis rond het huwelijk van de kroonprins. Zijn tweede kabinet was vooral in de laatste periode minder succesvol door problemen in de zorg en het onderwijs en dat leidde mede tot een verkiezingsnederlaag van de PvdA. Werd in 2003 minister van staat. Integere, resultaatgerichte en meer op samenbinden dan op bezielen ingestelde rasbestuurder. Internationaal gerespecteerd. Kon soms wat nors zijn als er in zijn ogen onterechte kritiek was.
     
  • 16. 
    De vicepresident van de Raad van State heeft de feitelijke leiding van dit Hoge College van Staat, het belangrijkste adviesorgaan van de regering. Hij of zij bekleedt tevens het voorzitterschap van de Afdeling Advisering van de Raad van State, die adviezen uitbrengt over onder meer wetsvoorstellen en verdragen. Verder is de vicepresident een belangrijk (persoonlijk) adviseur van het staatshoofd bij staatkundige kwesties.
     
  • 17. 
    De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) is een kenniscentrum en adviesorganisatie van de regering en het parlement op het gebied van grote maatschappelijke vraagstukken.
     
  • 18. 
    CDA-politicus en diplomaat. Begon zijn loopbaan als ambassadesecretaris in Ghana en werd later secretaris van de minister van Buitenlandse Zaken. Kreeg als Tweede Kamerlid snel een goede naam als woordvoerder asielbeleid en buitenlandse zaken en volgde in 1997 Heerma op als fractievoorzitter. Slaagde er echter niet in de neergang van zijn partij om te buigen en aan zijn politiek leiderschap kwam najaar 2001 een einde na een machtsstrijd met partijvoorzitter Van Rij. Maakte in juli 2002 een comeback als minister van Buitenlandse Zaken in het kabinet-Balkenende I. Stond bekend als atlanticus en zijn benoeming in december 2003 tot secretaris-generaal van de NAVO was daar feitelijk een logisch uitvloeisel van. Hij bekleedde aan de Leidse universiteit de Pieter Kooijmans-leerstoel. Is sinds 2018 minister van staat. Sportieve telg van een bekende Amsterdamse familie.
     
  • 19. 
    Marnix van Rij (1960) was van 10 januari 2022 tot 2 juli 2024 staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst in het kabinet-Rutte IV. In de periode 2015-2019 was hij Eerste Kamerlid voor het CDA. Hij werd in 1999 na functies in de Wassenaarse gemeentepolitiek voorzitter van het CDA. Was werkzaam in het bedrijfsleven en sinds 1998 senior partner van Ernst & Young. Hield zich als Eerste Kamerlid vooral bezig met belastingwetgeving. In 2020-2021 was hij regeringscommissaris in Sint Eustatius en in 2021 interimvoorzitter van het CDA. Sinds 1 november 2024 is de heer Van Rij plaatsvervangend bewindvoerder bij het IMF.
     
  • 20. 
    Voormalige hoogleraar en columnist die in 2001 op stormachtige wijze de politiek betrad en die op een onconventionele wijze politiek bedreef. Hedonistische, flamboyante, enigszins dandy-achtige man, die omstreden uitspraken niet schuwde, maar daarom ook fel werd bestreden. Had een grote geldingsdrang, die hem ertoe bracht de politiek in te gaan. Werd in 2001 gekozen tot lijsttrekker van Leefbaar Nederland. Zeer succesvol bij de gemeenteraadsverkiezingen in Rotterdam. Na een conflict met Leefbaar Nederland kwam hij met een eigen lijst, de Lijst Pim Fortuyn. Fel bestrijder van het 'paarse kabinet' en het 'poldermodel'. Leek af te stevenen op een grote verkiezingswinst en had ambitie om minister-president te worden. Werd kort voor de verkiezingen vermoord; een moord die de gehele politiek schokte.
     
  • 21. 
    Dit kabinet werd gevormd na de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2006. Het was tot 23 februari 2010 een coalitie van CDA, PvdA en ChristenUnie en daarna van CDA en CU. Het trad op 22 februari 2007 aan als opvolger van het kabinet-Balkenende III. Motto van het kabinet was 'Samen werken, samen leven'.
     
  • 22. 
    Op 9 juni 2010 vonden er Tweede Kamerverkiezingen plaats. Deze waren nodig na de val van het kabinet-Balkenende IV. De PvdA-bewindslieden traden in februari 2010 uit dat kabinet. Grote winnaars van de verkiezingen waren PVV en VVD. De VVD, met Mark Rutte als lijsttrekker, werd voor het eerst de grootste partij door de PvdA met één zetel voor te blijven. GroenLinks won licht. Het CDA leed een (zware) nederlaag, net als SP en D66. De Partij voor de Dieren kreeg voor het eerst (twee) zetels.
     
  • 23. 
    Bij een trendmatig begrotingsbeleid (Zalmnorm) wordt een vast reëel uitgavenkader vastgesteld, waarbij de uitgaven niet hoger mogen zijn dan een vooraf afgesproken plafond. Inkomstenmeevallers mogen niet worden gebruikt voor extra uitgaven en inkomstentegenvallers worden niet automatisch opgevangen door extra bezuinigingen. Voor de ministerraad is er één hoofdbesluitvormingsmoment over de begroting, in het voorjaar. Hoewel de precieze invulling op onderdelen in de loop der jaren iets verschillend is geweest, is het vaste reële uitgavenkader de kernafspraak in alle regeerakkoorden sinds 1994.
     
  • 24. 
    Dit kabinet van CDA en VVD kwam na een lange formatieperiode tot stand, nadat vorming van een tweede kabinet-Den Uyl was mislukt. Hoewel de PvdA bij de verkiezingen van 1977 de grootste partij was geworden, werd CDA-leider Dries van Agt premier.
     
  • 25. 
    Eind 1986 verschenen berichten in de media dat ambtenaren van het ministerie van Landbouw en Visserij via een dubbele boekhouding meewerkten aan het ontduiken van in Europees verband genomen visquoteringsregelingen. Op 1 december 1986 stelde de vaste commissie voor de Visserij daarom een subcommissie in die moest onderzoeken of ambtenaren van het ministerie betrokken waren bij het ontduiken van de visquoteringsregelingen door de visserij.
     
  • 26. 
    Spraakmakende partijvoorzitter van de PvdA in de jaren tachtig en in de periode 1999-2007 Europarlementariër en leider van de PvdA-delegatie in dat parlement. Werd in een 'rood nest' in Ammerstol geboren, maar groeide op in Twente. Na zijn studie sociologie wethouder van Groningen in een overwegend links college. Versloeg in 1979 de meer tot de gevestigde orde behorende Wim Meijer in de strijd om het partijvoorzitterschap en zette de polarisatiestrategie voort. Stapte in 1986 over naar de Novib waar hij algemeen secretaris en directeur werd. Van 1 september 2007 tot 1 april 2016 was hij Commissaris van de Koning(in) in Groningen.
     
  • 27. 
    Uit het bedrijfsleven afkomstige partijleider van de PvdA in de jaren 2002-2010. Werkte na zijn studie economie en politicologie ruim negen jaar in binnen- en buitenland voor Shell. Werd daarna Tweede Kamerlid en spoedig staatssecretaris van Financiën. In 2002 de eerste direct gekozen lijsttrekker van de PvdA. Leidde in 2003 zijn partij naar electoraal herstel, maar zag onderhandelingen met het CDA mislukken. Na vier jaar oppositie in 2007 vicepremier en minister van Financiën. Oogstte waardering voor de wijze waarop hij de gevolgen van de internationale financiële crisis aanpakte. Niet lang na de breuk in het kabinet-Balkenende IV koos hij voor zijn jonge gezin en verliet hij de politiek. Goed debater, die echter soms aarzelde over de koers van zijn partij. Tegenstanders betichtten hem daarom wel van 'draaien'. Was bestuursvoorzitter van VU Medisch Centrum en is nu voorzitter van het bestuur van Menzis.
     
  • 28. 
    Het kabinet-Lubbers III hield na de Tweede Kamerverkiezingen van 1994 71 van de 103 zetels over, waardoor voortzetting van de coalitie van PvdA en CDA uitgesloten was. Een coalitie van PvdA, VVD en D66 leek het meest voor de hand te liggen. Besprekingen tussen PvdA, VVD en D66 strandden echter na enige weken en er leek een impasse te ontstaan.
     
  • 29. 
    De Tweede Kamerverkiezingen van 1998 wezen op twee zaken: aan de ene kant leek de kiezer het vertrouwen in de paarse coalitie te hebben behouden, met winst voor de PvdA en de VVD. Aan de andere kant leed D66 een gevoelige nederlaag. Hoewel D66 niet nodig was voor een meerderheid in de Tweede Kamer, werd snel op een vervolg van een paarse coalitie van PvdA, VVD en D66 aangestuurd.
     
  • 30. 
    De kabinetsformatie van 2010 mondde uit in het minderheidskabinet-Rutte I dat werd gedoogd door de PVV. Dat gebeurde na een moeizame formatie, waarin pas op een (emotioneel) congres van het CDA het groene licht werd gegeven.
     
  • 31. 
    Deze formatie was met 225 dagen de tot dan langste formatie sinds de Tweede Wereldoorlog. De formatie 2017 stond aanvankelijk in het teken van vorming van een kabinet van VVD, D66, CDA en GroenLinks. Daartoe werden twee pogingen ondernomen, maar op 12 juni concludeerde informateur Tjeenk Willink dat een geschil over het migratiebeleid definitief een onoverkomelijk probleem opleverde.
     
  • 32. 
    De kabinetsformatie 2021-2022 duurde in totaal 299 dagen. Zij resulteerde uiteindelijk in een voortzetting van de bestaande coalitie in kabinet-Rutte IV.
     
  • 33. 
    Minister van staat is een eretitel die op voordracht van het kabinet door de Koning wordt verleend*) aan personen die zich verdienstelijk hebben gemaakt op bestuurlijk gebied. Het gaat daarbij vaak om politici en bestuurders met een lange staat van dienst, zoals oud-premiers, oud-ministers, oud-Kamervoorzitters en oud-vicevoorzitters van de Raad van State. Een minister van staat wordt soms om advies gevraagd over politieke zaken. Bij een moeizame formatie of bij een staatsrechtelijke kwestie, kan bijvoorbeeld zijn ervaring van pas komen.
     
  • 34. 
    In de periode 1945 tot en met 2024 zijn er zo'n 30 formaties geweest. Een formatie vindt in de regel elke vier jaar plaats, maar soms worden er nieuwe verkiezingen uitgeschreven na een val van een kabinet. Dit was bijvoorbeeld het geval in 1982 na de val van het kabinet-Van Agt II of in 2012 na de val van het kabinet-Rutte I.