Motie van afkeuring/wantrouwen [EU] - Hoofdinhoud
Het Europees Parlement i beschikt over de bevoegdheid een motie van afkeuring jegens de Europese Commissie i in te dienen. Dit is een fundamenteel recht van de leden van het Europees Parlement om de democratische controle van de Europese Unie te garanderen. Het Parlement kan de Commissie dus dwingen af te treden nadat de motie is aangenomen. De Commissie kan alleen als geheel worden weggestuurd. Een motie van afkeuring wordt ook wel een motie van wantrouwen genoemd.
Een motie van afkeuring jegens de Commissie kan bij de Voorzitter van het Parlement worden ingediend, mits ten minste een tiende van de leden van het Parlement deze motie heeft ondertekend (art. 119 van het Reglement i).
Wanneer een meerderheid van het totale aantal leden van het Europees Parlement stemt én van de uitgebrachte stemmen tweederde meerderheid vóór de motie van afkeuring stemt, moeten de leden van de Commissie gezamenlijk aftreden. Zij blijven de lopende zaken behartigen, totdat in hun vervanging is voorzien (overeenkomstig artikel 234 VwEU i). In dat geval verstrijkt de ambtsperiode van de ter vervanging benoemde leden van de Commissie op de datum waarop de ambtstermijn van de gezamenlijk tot aftreden gedwongen leden zou zijn verstreken.
De motie moet het opschrift "motie van afkeuring" dragen en met redenen zijn omkleed. Zij wordt toegezonden aan de Commissie. Het debat over deze motie van afkeuring vindt niet eerder plaats dan 24 uur na kennisgeving aan de leden van de indiening van een motie van afkeuring. De stemming over de motie is hoofdelijk en vindt niet eerder dan 48 uur na de opening van het debat plaats.
Aangenomen
Op 15 maart 1999 trad de Commissie-Santer i af al voordat het Parlement haar daartoe dwong. Dit naar aanleiding van een beschuldiging van corruptie tegen de Franse eurocommissaris Cresson i. De motie tegen de Commissie werd niet aanvaard, maar toen Cresson weigerde af te treden, verdween de politieke steun binnen het Parlement. De Commissie trad toen als geheel af.
Niet aangenomen
In mei 2016 dienden verschillende fracties een motie van wantrouwen in tegen de Commissie-Juncker i. De motie werd ondersteund door de fracties van EFDD, EFD, GUE i, ENF en niet-ingeschreven leden. De commissie zou wettelijke verplichtingen om de volksgezondheid, milieu en dieren te beschermen tegen hormoonverstorende stoffen, niet naleven. In juni 2016 wordt er over de motie gestemd, deze werd niet aangenomen.
In november 2014 diende de anti-Europese fractie (Europa van Vrijheid en Directe Democratie) samen met niet-ingeschreven Europarlementariërs een motie van wantrouwen in tegen de Commissie Juncker i. Deze motie haalde het bij lange na niet: 461 leden stemden tegen, 101 voor en 88 onthielden zich van stemming.
Een derde voorbeeld van een motie van wantrouwen vond plaats in juni 2005 bij de Commissie-Barroso I i. De euroscepticus Nigel Farage i diende destijds een motie van wantrouwen in. Hij beschuldigde Barroso van belangenverstrengeling naar aanleiding van zijn vakantie op het jacht van de Griekse multimiljardair en scheepsmagnaat Spiro Latsis. De motie behaalde geen meerderheid en ontving slechts 35 van de 732 stemmen voor.