Gemeenschappelijk buitentarief
Met dank overgenomen van Europa Nu.
Een gemeenschappelijk buitentarief wil zeggen dat alle landen van een douane-unie een gelijk tarief heffen op invoer uit derde landen. Het gemeenschappelijk buitentarief is daarmee één van de belangrijkste kenmerken van de Europese douane-unie1. Ook de Europese Unie2 kent een gemeenschappelijk buitentarief.
De opbrengsten uit het buitentarief zijn onderdeel van de eigen middelen3 van de EU.
- 1.De douane-unie is een samenwerking op het gebied van douanetarieven. De douane-unie werd in 1968 tot stand gebracht tussen de zes oorspronkelijke lidstaten van de Europese Economische Gemeenschap (EEG). Dat was anderhalf jaar eerder dan in het EEG-Verdrag was bepaald. De douane-unie vormt de grondslag van de interne markt. Sinds de inwerkingtreding van de douane-unie worden in het goederenverkeer tussen de EU-lidstaten onderling geen invoerrechten meer geheven. Bovendien geldt in de gehele EU een gemeenschappelijk douanetarief (GDT) voor goederen uit derde landen. De inkomsten uit douanerechten maken deel uit van de eigen middelen van de Gemeenschap.
- 2.De Europese Unie (EU) is het belangrijkste samenwerkingsverband in Europa. De deelnemende landen hebben voor deze Unie een aantal organisaties opgericht waaraan zij een deel van hun eigen bevoegdheden hebben overgedragen. Dit zijn onder meer het Europees Parlement, de Europese Commissie, de Raad en het Europese Hof van Justitie.
- 3.De Europese Unie beschikt sinds 1970 over eigen financiële middelen. Met de term 'eigen middelen' wordt verwezen naar inkomsten die voortkomen uit afspraken in het kader van het communautaire beleid. Zo worden bijvoorbeeld Europese belastingen geheven op goederen die door de EU-landen worden geïmporteerd vanuit landen buiten de EU. Het externe handelsbeleid is namelijk een communautair beleidsterrein.