Europees Centrum voor Ziektepreventie en -bestrijding (ECDC)
Het doel van dit agentschap1 is de bescherming van de inwoners van EU-lidstaten tegen overdraagbare ziekten als COVID-19, influenza, SARS en hiv/aids te helpen versterken.
Het agentschap is operationeel sinds 20 mei 2005.
Inhoudsopgave
Locatie (stad) |
Solna |
---|---|
Locatie (land) |
Zweden |
Grondslag |
Verordening (EG) 851/2004 |
Oprichting |
21 april 2004 |
Aard organisatie |
|
Ondersteuning beleid |
Volksgezondheidsbeleid |
Dit agentschap1 bevordert en ontwikkelt systemen voor bewaking van en vroegtijdige waarschuwing voor ziekten in samenwerking met nationale instanties voor volksgezondheid op het niveau van het hele continent.
Bij epidemieën brengt het ECDC dagelijks updates en nieuwe risicobeoordelingen uit. Het ECDC neemt dan ook een actieve rol op zich bij het ondersteunen en uitvoeren van veldonderzoeken. Het ECDC brengt mede op basis daarop adviezen uit over te nemen maatregelen.
Door met deskundigen van nationale instanties samen te werken bundelt het agentschap de Europese kennis op het gebied van volksgezondheid, om zo gezaghebbende wetenschappelijke inzichten te ontwikkelen over de risico's van nieuwe en zich ontwikkelende overdraagbare ziekten.
Het agenschap beschikt over een beperkte kernstaf met een uitgebreid netwerk van partners in de lidstaten van de EU en de EVA2/EER3.
De Raad van Bestuur bestaat uit een vertegenwoordiger van elke lidstaat, twee leden aangewezen door het Europees Parlement4 en drie vertegenwoordigers van de Europese Commissie5.
In de Raad van Bestuur heeft een vertegenwoordiger van elke lidstaat zitting.
Nederland wordt in het bestuur van het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding vertegenwoordigd door:
-
-de directeur Publieke Gezondheid van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
-
-het hoofd Crisisbeheersing en Infectiezaken van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (plaatsvervanger)
- 1.Een Europees agentschap is een instantie die zich bezighoudt met de ondersteuning en uitvoering van specifieke juridische, technische of wetenschappelijke overheidstaken. Hierbij werken zij nauw samen met de Europese Commissie en de nationale overheden van de EU-lidstaten, zonder direct deel uit te maken van nationale ministeries of de Europese instellingen. Daarnaast onderhouden zij ook banden met maatschappelijke organisaties en onderzoeksinstituten uit de lidstaten.
- 2.Deze vrijhandelsorganisatie is in 1960 opgericht en bestaat op dit moment uit IJsland, Liechtenstein, Noorwegen en Zwitserland. De Europese Vrijhandelsassociatie (EVA, Engelse afkorting EFTA) is een handelsblok waarin de samenwerking minder ver gaat dan in de Europese Unie. Zo is er geen politieke samenwerking tussen de leden van de EVA en vormen de lidstaten ook geen douane-unie.
- 3.De Europese Unie en drie van de landen van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA) - Liechtenstein, Noorwegen en IJsland - vormen samen de Europese Economische Ruimte (EER). In de EER gelden de regels voor de interne markt (het vrije verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal) en de regels voor mededinging en overheidssubsidies.
- 4.Het Europees Parlement (EP) vertegenwoordigt ruim 450 miljoen Europeanen en bestaat momenteel uit 720 afgevaardigden (inclusief voorzitter). Nederland heeft 31 zetels in het Europees Parlement. Het Europees Parlement wordt geacht een stem te geven aan de volkeren van de 27 landen die aan de Unie deelnemen, en vooral te letten op het belang van de Unie in zijn geheel.
- 5.Deze instelling van de Europese Unie kan worden beschouwd als het 'dagelijks bestuur' van de EU. De leden van de Europese Commissie worden 'Eurocommissarissen' genoemd. Elke Eurocommissaris is verantwoordelijk voor één of meerdere beleidsgebieden.