Publicatieblad van de Europese Unie (PB)
In het Publicatieblad staat alle nieuwe Europese wetgeving. Daarnaast staan er officiële mededelingen en bekendmakingen in. Het Publicatieblad verschijnt iedere werkdag en wordt uitgegeven in alle officiële talen van de Europese Unie. Voor wetgeving geldt dat de uitgave die in het Publicatieblad staat rechtsgeldig is. Met ingang van 1 juli 2013 is de elektronische uitgave van het PB (e-PB) leidend, voordien was alleen de papieren versie rechtsgeldig.
Alle edities en documenten in het Publicatieblad hebben een nummer. Deze nummerreeks staat bekend als het PB-nummer of OJ-nummer, naar de Engelse afkorting van het Official Journal.
Binnen de Europese Unie worden nog een aantal andere nummerseries gebruikt, waaronder wetgevingsnummers en reeksen van individuele instellingen. Die reeksen komen niet met elkaar overeen.
Het Publicatieblad valt uiteen in twee reeksen, de L-serie en de C-serie. Op hun beurt kennen deze series varianten, zoals de CA-serie of de LI-serie.
Per dag kunnen er meerdere nummers van het Publicatieblad verschijnen binnen een zelfde serie.
In de loop van de tijd zijn er ook series opgeheven, zoals de CE-serie, of worden op een andere manier ontsloten, zoals de S-serie.
L-serie
De L-serie is onderverdeeld in een aantal secties. De eerste sectie bevat alle wetgevende handelingen van de Europese Unie zoals richtlijnen1, verordeningen2 en besluiten3 als ook het vaststellen van begrotingen. Deze wetgevende handelingen moeten in het Publicatieblad zijn gepubliceerd voor ze van kracht kunnen worden.
De tweede sectie van de L-serie heet 'niet-wetgevende handelingen'. In verreweg de meeste gevallen bevat deze sectie handelingen met rechtsgevolg, zoals gedelegeerde en uitvoeringshandelingen4, internationale overeenkomsten5 en besluiten. Toch wordt de serie 'niet-wetgevend' genoemd omdat publicatie in het Publicatieblad voor de wetgevende handelingen in deze sectie géén vereiste is om van kracht te worden. Aanbevelingen6 en richtsnoeren7 staan ook in deze sectie van de L-serie.
Verbeteringen in de wetteksten, de corrigenda, worden ook in de L-serie gepubliceerd.
De L-serie heeft verder een derde sectie voor besluiten aangaande de Europese Economische Ruimte en een vierde sectie voor besluiten in het kader van het Euratom-verdrag en, vóór 1 december 2009, besluiten op het terrein van het gemeenschappelijk buitenlands- en veiligheidsbeleid en politiële en justitiële samenwerking in strafzaken.
Er bestaat ook een LI-serie waarmee specifieke maatregelen kunnen worden gepubliceerd. In de praktijk gaat het vrijwel altijd om maatregelen en sancties tegen bepaalde landen.
C-serie
De C-serie omvat een breed scala aan verschillende documenten. Het gaat om adviezen8 en aanbevelingen6 van de Commissie, resoluties9 van het EP, verklaringen10 en mededelingen van de instellingen van de Europese Unie. De C-serie bevat ook 'voorbereidende handelingen', dat wil zeggen voorstellen voor wetgeving11 en stukken over wetgeving die in de maak is.
Gerechtelijke en bestuurlijke procedures zoals onderzoeken naar kartelvorming of zaken voor het Europees Hof worden ook bekendgemaakt in de C-serie van het Publicatieblad.
De CA-serie betreft een annex bij een publicatie in de C-serie. De CA-serie bevat in principe geen belangrijke documenten. Zo stonden er in de CA-publicatiebladen uit 2015 en 2016 alleen nieuw opengestelde vacatures bij de instellingen van de EU, en geen andere documenten.
In onbruik geraakte series
Van 1999 tot 2014 maakte de EU gebruik van de CE-serie, de elektronische versies van documenten als Commissievoorstellen en bijbehorende stukken van de Raad en het EP, alsmede nog een aantal andere soorten stukken van het EP. Met het definitief overgaan naar het elektronische Publicatieblad in 2013 is deze serie langzaam uitgefaseerd.
De A-serie en de P-serie bevatten documenten uit de begintijd van de Europese samenwerking. De A-serie gaat van 1952 tot 1958, vóór oprichting van de E.E.G., en de P-serie gaat van 1958 tot 1967. Daarna is men overgestapt naar de indeling in L- en C-serie.
In de S-serie staan aankondigingen voor aanbestedingen van de EU-instellingen en projecten waar de EU als financier of co-financier nauw bij betrokken is. De S-serie is nu onderdeel van het Tendernet van de Europese Unie waar overheidsopdrachten worden gepubliceerd. Iedere opdracht krijgt een Publicatiebladnummer mee, verder staat de S-serie geheel los van het Publicatieblad.
Het OJ-nummer kent drie veelgebruikte annotaties, waarvan de eerste twee vooral gericht zijn op een uitgave van het Publicatieblad in zijn geheel. De laatste is gericht op specifieke documenten in een uitgave.
Ieder nummer is uniek.
Volledige uitgave
De annotatie voor een volledige uitgave is:
PB |
hoofdserie |
jaar |
nummer (3 cijfers) |
subserie (indien nodig) |
In de praktijk ziet het er dan zo uit, met als voorbeeld de eerste uitgave van het Publicatieblad in 2017 en de eerste uitgave met annex:
PB L 2017 001
PB C 2017 009A
In sommige gevallen wordt het jaar uit het nummer gehaald, en voor het nummer de precieze datum van uitgave van het Publicatieblad erbij gezet. Ook staat het jaartal soms tussen ().
Een variant op deze presentatie is:
hoofdserie |
:jaar |
:nummer (3 cijfers) |
subserie (indien nodig) |
Wat er zo uit komt te zien:
L:2017:001
C:2017:009A
Specifiek document
Bij verwijzingen naar een specifiek document in een uitgave van het Publicatieblad worden er in andere databases van de Europese Unie gebruik gemaakt van de volgende annotatie:
PB |
hoofdserie subserie (indien nodig) |
/jaar |
/nummer |
/nummer |
Het eerste nummer na het jaar verwijst naar de uitgave, en wordt door het Publicatieblad zelf met drie cijfers weergegeven. Deze lijn wordt niet altijd overgenomen door andere bronnen die ernaar verwijzen. Het tweede nummer betreft het paginanummer waarop de tekst van het specifieke document begint in het Publicatieblad.
In de praktijk ziet dat er zo uit:
OJ C/2011/216/9
OJ C E/2013/033/233 of OJ C E/2013/33/233
Het laatste voorbeeld is het nummer dat verwijst naar een specifiek document - in dit geval het gepubliceerde standpunt van het Europees Parlement over een wetsvoorstel - op pagina 233 van de 33ste uitgave in de C-serie in 2013.
- 1.Dit bindende besluit van de Europese Unie bevat doelstellingen waar alle lidstaten van de Europese Unie aan moeten voldoen. De lidstaten zijn verplicht de doelstellingen te verwezenlijken; de wijze waarop staat de lidstaten vrij. Lidstaten zijn verantwoordelijk voor de juiste en tijdige implementatie van richtlijnen.
- 2.Dit bindende besluit van de Europese Unie geldt rechtstreeks in alle lidstaten van de Europese Unie. Hierdoor hebben verordeningen dezelfde werking als een nationale wet. In geval van strijdigheid gaat de verordening echter boven nationaal recht. Daarmee is een verordening het meest verstrekkende wetgevingsinstrument van de Europese Unie.
- 3.Een besluit is verbindend in al zijn onderdelen. In beginsel geldt een besluit voor iedereen. Indien besluiten op specifieke personen of instanties zijn gericht, zijn ze alleen voor hen verbindend. Het besluit als rechtsinstrument vervangt sinds de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon de beschikking en - samen met de richtlijn - in strikt juridische zin ook een aantal rechtsinstrumenten die onder de tweede (defensie en buitenlands beleid) en derde pijler (justitiële en politiële samenwerking) van het oude EU-verdrag vielen.
- 4.Veel regelgeving in de Europese Unie is algemeen van aard en moet nog verder worden uitgewerkt. Dat wordt gedaan via afgeleide regelgeving. Hoe deze afgeleide regelgeving wordt vastgesteld, is afhankelijk van één van de drie procedures die daarvoor van toepassing zijn. Bij het vaststellen van afgeleide regelgeving moet de Europese Unie binnen de kaders blijven die in de algemene, primaire wetgeving zijn vastgesteld. Desalniettemin kan het nog steeds om belangrijke besluiten gaan.
- 5.Internationale overeenkomsten, ook wel internationale akkoorden genoemd, zijn bindende afspraken die de Europese Unie sluit met derde landen of internationale organisaties.
- 6.Aanbevelingen zijn niet-bindende besluiten waarmee de Europese Unie iets wil bereiken zonder dat zij verplichtingen oplegt. Aanbevelingen kunnen over beleid voor de hele Unie gaan of zijn gericht aan individuele lidstaten.
- 7.Richtsnoeren zijn niet-bindende besluiten die de grote lijnen op een bepaald beleidsterrein in de Europese Unie uitzetten. Richtsnoeren zijn zelf weliswaar niet bindend, maar zijn vaak het kader waarin vervolgens wel bindende besluiten worden genomen. De EU voorziet in richtsnoeren op de terreinen van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid, het werkgelegenheidsbeleid, macro-economisch beleid, en meer praktisch, trans-Europese netwerken.
- 8.Adviezen zijn niet-bindende besluiten waarmee de Europese Unie een oordeel geeft over een bepaalde situatie zonder dat zij verplichtingen oplegt. Een advies is meestal gericht tot een lidstaat of betreft een heel specifiek onderwerp.
- 9.Een resolutie van het Europees Parlement geeft het standpunt van het EP weer over een bepaald onderwerp. De resolutie heeft politieke betekenis, maar met een resolutie wordt er niets besloten.
- 10.Met een verklaring geven de instellingen van de Europese Unie hun standpunt weer over een bepaald onderwerp. Een verklaring leidt niet tot regelgeving en er worden ook geen concrete programma's mee bekend gemaakt. De EU maakt zelden gebruik van verklaringen.
- 11.De Europese Commissie kent nummers toe aan officiële documenten van de Europese Unie. De Commissie maakt onderscheid in een aantal typen documenten door middel van het toekennen van verschillende nummerseries. Het onderscheid is gebaseerd op het soort document en/of de instelling van de Unie van wie het document afkomstig is.