Artikel A: Intrekking van de eerdere verdragen - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
Het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap van 25 maart 1957, de Europese Akte van 17 februari 1986, het Verdrag betreffende de Europese Unie van 7 februari 1992, alsmede het Verdrag van Amsterdam van 2 oktober 1997 en dat van Nice van 26 februari 2001 worden op de datum van inwerkingtreding van het constitutioneel verdrag ingetrokken. De in de bijlage genoemde akten en verdragen worden eveneens ingetrokken.
Dit artikel dient tot intrekking van het Verdrag van Rome van 1957 (VEG), de Europese Akte van 1986, het Verdrag betreffende de Europese Unie van 1992 (VEU) alsmede het Verdrag van Amsterdam en dat van Nice en alle andere wijzigingsverdragen, aangezien de bepalingen daarvan vervangen worden door het constitutioneel verdrag.
Voorgesteld wordt te verwijzen naar een bijlage voor de opsomming van de andere verdragen en akten tot wijziging van het VEG en het VEU die bij de inwerkingtreding van de constitutie moeten worden ingetrokken.
De redactie van een dergelijke bijlage is geen gemakkelijke zaak, daar zij een bestudering van alle verdragen tot wijziging van het VEG en het VEU alsmede de akten van toetreding vergt om na te gaan of zij nog toepasselijke bepalingen bevatten die hetzij ergens in de constitutie overgenomen moeten worden, hetzij apart moeten voortbestaan.
Voorgesteld wordt dat de Conventie niet een dergelijke lijst maakt en dat zij de Europese Raad erop wijst dat die lijst voor het einde van de besprekingen van de Intergouvernementele Conferentie moet worden opgesteld.
-
1.De Unie neemt de communautaire verworvenheden over.
-
2.De bepalingen van de Verdragen tot oprichting van de Europese Gemeenschappen, alsmede van de overeenkomsten en protocollen inzake deze Gemeenschappen welke de doelstellingen ervan en het toepassingsgebied betreffen en die niet uitdrukkelijk of impliciet door dit Verdrag zijn gewijzigd, maken deel uit van het recht van de Unie. Zij kunnen slechts worden gewijzigd volgens de in artikel 84 i van dit Verdrag vervatte herzieningsprocedure.
-
3.De andere bepalingen van bovengenoemde verdragen, overeenkomsten en protocollen maken eveneens deel uit van het recht van de Unie voor zover zij verenigbaar zijn met dit Verdrag. Zij kunnen slechts worden gewijzigd volgens de voor een organieke wet geldende procedure, als bedoeld in artikel 38 i van dit Verdrag.
-
4.De besluiten van de Europese Gemeenschappen en de in het kader van het Europese Monetaire Stelsel en de Europese Politieke Samenwerking genomen maatregelen blijven van kracht voor zover zij verenigbaar zijn met dit Verdrag en zolang zij niet zijn vervangen door besluiten of maatregelen, genomen door de instellingen van de Unie op grond van hun respectieve bevoegdheden.
-
5.De Unie eerbiedigt alle verbintenissen van de Europese Gemeenschappen, inzonderheid de akkoorden of overeenkomsten met een of meer derde landen of een internationale organisatie.
Het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap van 25 maart 1957, de Europese Akte van 17 februari 1986, het Verdrag betreffende de Europese Unie van 7 februari 1992, alsmede het Verdrag van Amsterdam van 2 oktober 1997 en dat van Nice van 26 februari 2001 worden op de datum van inwerkingtreding van het constitutioneel verdrag ingetrokken. De in de bijlage genoemde akten en verdragen worden eveneens ingetrokken.
Dit artikel dient tot intrekking van het Verdrag van Rome van 1957 (VEG), de Europese Akte van 1986, het Verdrag betreffende de Europese Unie van 1992 (VEU) alsmede het Verdrag van Amsterdam en dat van Nice en alle andere wijzigingsverdragen, aangezien de bepalingen daarvan vervangen worden door het constitutioneel verdrag.
Voorgesteld wordt te verwijzen naar een bijlage voor de opsomming van de andere verdragen en akten tot wijziging van het VEG en het VEU die bij de inwerkingtreding van de constitutie moeten worden ingetrokken.
De redactie van een dergelijke bijlage is geen gemakkelijke zaak, daar zij een bestudering van alle verdragen tot wijziging van het VEG en het VEU alsmede de akten van toetreding vergt om na te gaan of zij nog toepasselijke bepalingen bevatten die hetzij ergens in de constitutie overgenomen moeten worden, hetzij apart moeten voortbestaan.
Voorgesteld wordt dat de Conventie niet een dergelijke lijst maakt en dat zij de Europese Raad erop wijst dat die lijst voor het einde van de besprekingen van de Intergouvernementele Conferentie moet worden opgesteld.
Op de datum van inwerkingtreding van het verdrag tot instelling van de Grondwet worden ingetrokken, het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en het Verdrag betreffende de Europese Unie, alsmede de akten en verdragen waarbij deze zijn gewijzigd of aangevuld en die zijn opgenomen in het aan het verdrag tot instelling van de Grondwet gehechte Protocol ...
Op de datum van inwerkingtreding van het verdrag tot instelling van de Grondwet worden ingetrokken, het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en het Verdrag betreffende de Europese Unie, alsmede de akten en verdragen waarbij deze zijn gewijzigd of aangevuld en die zijn opgenomen in het aan het verdrag tot instelling van de Grondwet gehechte Protocol.
-
1.Bij dit verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa worden het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, het Verdrag betreffende de Europese Unie, alsmede, onder de in het protocol betreffende de akten en verdragen houdende aanvulling of wijziging van het EG-Verdrag en het EU-Verdrag [*] bepaalde voorwaarden, de akten en verdragen waarbij deze zijn gewijzigd of aangevuld, ingetrokken, onder voorbehoud van het bepaalde in de leden 2 en 3.
-
2.Ingetrokken worden de verdragen betreffende de toetreding van:
-
a)het Koninkrijk Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland,
-
b)de Helleense Republiek,
-
c)het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek,
-
d)de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden, en
-
e)de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek.
-
-
3.Niettemin:
-
-blijven van de in de punten a) tot en met d) bedoelde verdragen de bepalingen die in het protocol [**] aangaande de verdragen en akten betreffende de toetreding van het Koninkrijk Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden zijn opgenomen, van kracht en worden de rechtsgevolgen ervan gehandhaafd overeenkomstig dat protocol;
-
-blijven van het in punt e) bedoelde verdrag de bepalingen die in het protocol 2 aangaande het verdrag en de akte betreffende de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek zijn opgenomen of waarnaar in dat protocol wordt verwezen, van kracht en worden de rechtsgevolgen ervan gehandhaafd overeenkomstig dat protocol.".
-
Voetnoot [*] lid 1
Het protocol zal vóór 10 februari 2004 worden opgesteld. (Noot PDC: De Werkgroep Juridische Deskundigen IGC heeft dit protocol op 3 februari 2004 geopenbaard. Deze is als pdf-bestand toegankelijk in het documentenoverzicht hieronder).
Voetnoot [**] bij lid 3
Het protocol zal worden opgesteld vóór de ondertekening van het Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa.
-
1.Bij dit verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa worden ingetrokken het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en het Verdrag betreffende de Europese Unie, alsmede, onder de voorwaarden die zijn bepaald in het protocol betreffende de akten en verdragen waarbij het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en het Verdrag betreffende de Europese Unie zijn aangevuld of gewijzigd i, de akten en verdragen waarbij deze zijn aangevuld of gewijzigd, onder voorbehoud van lid 2 van dit artikel.
-
2.De verdragen betreffende de toetreding van:
-
a)het Koninkrijk Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland;
-
b)de Helleense Republiek;
-
c)het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek;
-
d)de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden, en
-
e)de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek
worden ingetrokken.
-
Evenwel
-
-blijven van de onder a) tot en met d) genoemde verdragen de bepalingen die zijn overgenomen of waarnaar wordt verwezen in het protocol betreffende de verdragen en akten inzake de toetreding van het Koninkrijk Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek, alsmede de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden, van kracht en worden de rechtsgevolgen ervan gehandhaafd overeenkomstig dat protocol,
-
-blijven van het onder e) genoemde verdrag de bepalingen die zijn overgenomen of waarnaar wordt verwezen in het protocol betreffende het verdrag en de akte inzake de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek, van kracht en worden de rechtsgevolgen ervan gehandhaafd overeenkomstig dat protocol.