Samenwerkingsprocedure (SYN)
Deze besluitvormingsprocedure is opgeheven door het Verdrag van Lissabon1.
De procedure werd met name gebruikt op het terrein van economisch en monetair beleid. Kern van de procedure was dat de mening van het Europees Parlement2 (EP) over een voorstel zwaar meetelde, al kon het EP een wetsvoorstel niet definitief tegenhouden.
In het kort verliep de samenwerkingsprocedure als volgt: de Europese Commissie3 deed een voorstel. Het Europees Parlement bracht daar advies over uit, waarna de Raad van Ministers4 een standpunt over het voorstel innam. Het EP kon aangeven het eens of oneens te zijn met het standpunt van de Raad. De Raad kon het voorstel vervolgens goed- of afkeuren. Was het EP tegen een voorstel, dan kon de Raad dat voorstel alleen met eenparigheid van stemmen5 aannemen.
Inhoudsopgave
Stap 1: initiatief
De Europese Commissie deed een voorstel aan de Raad van Ministers en het Europees Parlement.
Stap 2: standpunt bepalen
Het Europees Parlement bracht een advies uit over het voorstel.
De Raad van Ministers nam een gemeenschappelijk standpunt in over het voorstel. De Raad was niet verplicht rekening te houden met het advies van het Europees Parlement, maar deed dat in de praktijk wel.
Stap 3: aannemen besluit (eerste lezing)
Het Europees Parlement stemde over het gemeenschappelijk standpunt van de Raad. Daarbij konden vier dingen gebeuren:
-
1.het EP deed geen uitspraak over het voorstel
-
2.het EP stemde in met het standpunt van de Raad
-
3.het EP keurde het standpunt van de Raad af
-
4.het EP bracht wijzigingen in het voorstel aan
Indien het EP geen uitspraak deed over het voorstel of ermee instemde, nam de Raad een besluit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen6.
Indien het EP tegen het voorstel stemde, nam de Raad een besluit met eenparigheid van stemmen5.
Stap 4: aannemen gewijzigd besluit
Als het EP het voorstel wijzigde, ging het voorstel naar de Commissie. Die kon twee dingen doen:
-
1.de Commissie nam de wijzigingen van het EP wel over
-
2.de Commissie nam de wijzigingen van het EP niet over
Indien de Commissie het EP volgde, nam de Raad een besluit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen.
Indien de Commissie het EP niet volgde, nam de Raad een besluit met eenparigheid van stemmen.
Stemwijze
In alle stappen in het besluitvormingsproces nam het Europees Parlement besluiten met meerderheid van de uitgebrachte stemmen7. De stemwijze in de Raad van Ministers hing af van de positie die het EP had ingenomen, zoals hierboven staat beschreven.
De samenwerkingsprocedure wordt niet meer gebruikt.
De samenwerkingsprocedure is eind jaren tachtig ingesteld om het Europees Parlement een grotere rol in de besluitvorming te geven. In de daarop volgende verdragswijzigingen werd de samenwerkingsprocedure op steeds meer terreinen vervangen door de medebeslissingsprocedure8 (nu de gewone wetgevingsprocedure geheten). Met de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon is de samenwerkingsprocedure definitief afgeschaft.
De samenwerkingsprocedure staat niet in de huidige Europese verdragen9 beschreven. Geen van de bijzondere wetgevingsprocedures10, inclusief varianten, lijken in hun opzet op deze procedure.
- 1.Dit Europese verdrag voerde een aantal hervormingen door om de Europese Unie democratischer en beter bestuurbaar te maken nadat in 2004 en 2007 twaalf nieuwe landen lid zijn geworden van de Europese Unie. Het Verdrag van Lissabon is op 1 december 2009 in werking getreden.
- 2.Het Europees Parlement (EP) vertegenwoordigt ruim 450 miljoen Europeanen en bestaat momenteel uit 720 afgevaardigden (inclusief voorzitter). Nederland heeft 31 zetels in het Europees Parlement. Het Europees Parlement wordt geacht een stem te geven aan de volkeren van de 27 landen die aan de Unie deelnemen, en vooral te letten op het belang van de Unie in zijn geheel.
- 3.Deze instelling van de Europese Unie kan worden beschouwd als het 'dagelijks bestuur' van de EU. De leden van de Europese Commissie worden 'Eurocommissarissen' genoemd. Elke Eurocommissaris is verantwoordelijk voor één of meerdere beleidsgebieden.
- 4.In deze instelling van de Europese Unie (kortweg 'de Raad van Ministers' of nog korter 'de Raad' genoemd) zijn de regeringen van de 27 lidstaten van de EU vertegenwoordigd. De Raad oefent samen met het Europees Parlement de wetgevings- en begrotingstaak uit.
- 5.Eenparigheid van stemmen wil zeggen dat een voorstel alleen aangenomen kan worden wanneer geen enkele lidstaat tegen het voorstel stemt, én alle lidstaten een stem uitbrengen. Dit wordt ook wel unanimiteit genoemd. Bij afwezigheid van een lidstaat kan een voorstel niet worden aangenomen.
- 6.De Raad van Ministers kan met gekwalificeerde meerderheid een voorstel aannemen wanneer 55% van het aantal lidstaten, met een minimum van vijftien, vóór stemt. Ook moet in de lidstaten die voor zijn, ten minste 65% van de totale bevolking van de Europese Unie wonen. Met het huidige aantal lidstaten (27) betekent 55% dat minimaal vijftien lidstaten voor moeten stemmen.
- 7.Het Europees Parlement neemt een voorstel aan als de helft plus één van alle uitgebrachte stemmen vóór het voorstel zijn. Het gaat hier alleen om de uitgebrachte stemmen, niet om het aantal leden van het Europees Parlement.
- 8.Deze procedure is de wetgevingsprocedure die standaard van toepassing is op alle besluitvorming in de Europese Unie, tenzij in de verdragen specifiek staat dat er een andere, bijzondere wetgevingsprocedure geldt. De procedure stond vóór de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon eind 2009 bekend als de medebeslissingsprocedure. Kern van de procedure is dat zowel de Raad van Ministers als het Europees Parlement een beslissende stem hebben in het wetgevingsproces, én dat allebei de instellingen de mogelijkheid hebben om een voorstel aan te passen.
- 9.De geschiedenis van de Europese verdragen begint bij de oprichting van de eerste "Gemeenschap", de Europese Gemeenschap voor kolen en staal (de EGKS). Tussen 1952 (EGKS) en 2007 ("Lissabon") zijn negentien verdragen gesloten tussen een steeds toenemend aantal lidstaten.
- 10.De bijzondere wetgevingsprocedure is een verzamelterm voor een groot aantal besluitvormingsprocedures in de Europese Unie. Wat al die besluitvormingsprocedures gemeen hebben is dat ze een uitzondering zijn op de gewone wetgevingsprocedure. Per bijzondere wetgevingsprocedure wordt aangegeven welke rol de verschillende Europese instellingen hebben in de besluitvorming; wie voorstellen mogen doen, wie er over mogen meebeslissen, en hoe er over voorstellen gestemd wordt.
- 11.De Europese Unie kent verschillende procedures om besluiten te nemen. Naast de gewone wetgevingsprocedure gelden er voor een aantal onderwerpen bijzondere wetgevingsprocedures. Daarnaast zijn er een aantal aparte procedures voor het vaststellen van afgeleide regelgeving.