Algemene Politieke Beschouwingen
In de Algemene Politieke Beschouwingen (APB) worden in het parlement de hoofdlijnen van het kabinetsbeleid besproken. Daarbij wordt meestal veel aandacht besteed aan de overheidsfinanciën en sociaaleconomische onderwerpen. Er is zowel in de Tweede als Eerste Kamer1 een dergelijk debat, maar die in de Tweede Kamer2 heeft veel meer politieke betekenis.
Direct na Prinsjesdag3 gaan de fractievoorzitters4 in de Tweede Kamer in debat met elkaar en met de minister-president5. Dat gebeurt als regel direct de woensdag en donderdag na Prinsjesdag.
Inhoudsopgave
In politieke kringen worden de APB beschouwd als een hoogtepunt van het parlementaire jaar, of vindt men althans dat de APB een hoogtepunt zou moeten zijn. Het is namelijk één van de weinige plenaire, algemeen politieke debatten tussen de fractievoorzitters en de minister-president die veel media-aandacht krijgt en de betrokken politici de kans biedt zichzelf en hun partij te profileren.
Het wordt als gepast beschouwd als zoveel mogelijk Tweede Kamerleden het debat ook in de plenaire vergaderzaal bijwonen (bij 'gewone' debatten is dat niet gebruikelijk). Hetzelfde geldt voor de kabinetsleden, die plaats nemen in een voor hen gereserveerd gedeelte van de zaal, het zogenaamde 'Vak K'. Toen de toenmalige Tweede Kamervoorzitter Jeltje van Nieuwenhoven6 zich een aantal jaren achtereen halverwege de APB als debatsvoorzitter liet vervangen om een filmfestival te bezoeken, werden de wenkbrauwen in de Tweede Kamer dan ook gefronst.
De fractievoorzitters komen in een vaste volgorde aan het woord. Deze volgorde is dezelfde als wordt gehanteerd bij de begrotingsbehandelingen, de zogenaamde 'begrotingsvolgorde': eerst is de oppositiefractie met de meeste zetels aan de beurt, vervolgens de coalitiefractie met de meeste zetels, dan de tweede oppositiefractie in zeteltal en daarna de tweede coalitiefractie qua zetels, enzovoort tot alle fractievoorzitters aan het woord geweest zijn.
Op Prinsjesdag3, dus de dag voor de APB, presenteert het kabinet voor het aankomende jaar:
-
-de plannen
-
-de begrotingen7
-
-
-
-de Macro-Economische Verkenning van het Centraal Planbureau, met macro-economische prognoses en koopkrachtcijfers
De APB zijn dus ook voor een belangrijk deel een debat over deze kabinetsplannen, met name over de plannen en de ontwikkelingen op financieel en sociaaleconomisch gebied.
Daarnaast bieden de APB de mogelijkheid aan de fractievoorzitters om andere zaken aan de orde te stellen die zij van groot politiek belang achten.
De APB zijn een plenair9 Tweede Kamerdebat. Zo'n debat bestaat normaal gesproken uit twee termijnen, dat wil zeggen twee debatrondes.
Het debat begint met toespraken van de voorzitters van de Tweede Kamerfracties in de zogenaamde eerste termijn van de kant van de Kamer. Fracties krijgen meer spreektijd naarmate ze groter zijn. De fractievoorzitters die niet aan het woord zijn, mogen degene die op dat moment aan het woord is in de rede vallen (interrumperen) om een vraag te stellen en/of in debat te gaan. Het is de taak van de voorzitter om te zorgen dat het aantal en de lengte van deze interrupties niet teveel uit de hand loopt.
Het debat wordt de volgende ochtend voortgezet met de eerste termijn van de kant van de regering. De minister-president krijgt dan het woord om het kabinetsbeleid toe te lichten en te verdedigen, en vragen die de fractievoorzitters de vorige dag hebben gesteld te beantwoorden.
De eerste termijn van de minister-president duurt vele uren, zeker tot diep in de middag. Dit wordt zowel veroorzaakt door de vaak vele interrupties (vooral van oppositiepartijen) als door de doorgaans breedsprakige betogen van Nederlandse premiers. Een Tweede Kamerlid noemde in de wandelgangen de toenmalige premier Wim Kok10 om deze reden ooit de Fidel Castro (de Cubaanse leider die bekend staat om zijn marathontoespraken) van de lage landen.
Als de minister-president is uitgesproken, is de eerste termijn afgelopen en begint de tweede termijn van de kant van de Kamer. De fractievoorzitters krijgen dan het woord om te reageren op wat er allemaal is gezegd. Hun spreektijden zijn in de tweede termijn een stuk korter dan in de eerste termijn.
Veel fractievoorzitters dienen in hun tweede termijn één of meer moties11 in. Hiermee proberen ze een meerderheid van de Tweede Kamer achter een bepaalde uitspraak te krijgen. Moties, die veelal door meer dan één fractievoorzitter worden ondertekend, bevatten vaak een verzoek aan het kabinet, bijvoorbeeld om ergens onderzoek naar te doen of om ergens extra geld voor uit te trekken.
In de vergaderzaal en in de wandelgangen kan druk overleg plaatsvinden over de vraag of andere fracties de moties van een fractie willen steunen bij de stemmingen12 of zelfs medeondertekenen. Omdat de fractievoorzitters hun aandacht tegelijkertijd op het debat in de zaal moeten richten, spelen de vicefractievoorzitters meestal een grote rol bij het voorbereiden van en overleggen over de moties. Achter de schermen wordt ook dikwijls gepolst hoe het kabinet op een motie zal reageren.
Na de tweede termijn van de kant van de Kamer reageert de minister-president in zijn tweede termijn op de resterende vragen en opmerkingen van de fractievoorzitters. Ook geeft de minister-president aan hoe hij over de ingediende moties denkt. Als het kabinet het met een motie eens is, wordt deze door het kabinet 'overgenomen'. Er kunnen echter ook moties zijn waar het kabinet het niet of niet helemaal mee eens is.
Als de tweede termijn van de minister-president is afgerond is het meestal al avond. Normaal gesproken wordt de tweede termijn niet gevolgd door een derde, en is het debat dus afgelopen. De Tweede Kamer kan dan gaan stemmen over de ingediende moties. Vaak wordt de vergadering voorafgaand aan de stemmingen en/of na de tweede termijn aan de kant van de Kamer een tijdje geschorst, zodat fracties en kabinet intern en soms met elkaar kunnen overleggen over de moties.
In de Tweede Kamer vinden zelden debatten plaats tussen de fractievoorzitters en de minister-president. Om deze reden, en omdat de politiek in verband met Prinsjesdag tijdens de APB volop in de belangstelling staat, zijn de APB een belangrijk politiek debat. De APB zijn ook belangrijk omdat het debat wordt gevoerd tussen mensen die veelal politiek leider13 van hun partij zijn. Zo niet, dan behoren ze als fractievoorzitter in ieder geval tot de kopstukken van hun partij.
Tijdens de APB kunnen oppositiepartijen hun ongenoegen over het kabinetsbeleid kenbaar maken. Coalitiepartijen kunnen het beleid prijzen of proberen in een hun welgevallige richting te beïnvloeden. Het komt ook voor dat coalitiepartijen zich juist profileren via kritiek op het kabinetsbeleid. Toenmalig VVD-fractievoorzitter Frits Bolkestein14 deed dat veelvuldig ten tijde van het eerste paarse kabinet15. De minister-president moet het kabinetsbeleid juist verdedigen.
Voor politieke partijen zijn de APB belangrijk, omdat de grote journalistieke aandacht de fractievoorzitters de kans geeft zichzelf en hun partij te profileren. Voor de minister-president biedt het debat de kans zichzelf als een boven de partijen staande staatsman te presenteren; gewoonlijk is dit electoraal voordelig voor de partij waarvan hij politiek leider is. Andersom geldt dat de deelnemers tijdens het debat ook door de mand kunnen vallen.
Tweede Kamerleden en journalisten kijken en luisteren tijdens de APB wie naar hun mening als 'winnaar' en 'verliezer' van het debat uit de bus komen. De APB zijn daarom belangrijk voor het prestige van de fractievoorzitters en van de minister-president. Zeker politici die voor het eerst als fractievoorzitter of minister-president aan het debat deelnemen of wier positie ter discussie staat worden nauwlettend gevolgd.
Omdat grote delen van het debat (voor zover dit overdag plaatsvindt) op de televisie worden uitgezonden, bieden de APB de fractievoorzitters en de minister-president meteen de mogelijkheid om zich over de hoofden van de Tweede Kamerleden heen tot de 'kijkers thuis' te richten.
Dit moet wel enigszins gerelativeerd worden, omdat het niet zo is dat Nederland tijdens de APB massaal voor de buis zit. Voor de Tweede Kamerfracties is het dan ook belangrijk om buiten de plenaire vergadering om ook in de media, voorafgaand aan en tijdens de APB, te 'scoren' met hun politieke punten.
De sprekersvolgorde werkt in het voordeel van de grote partijen, omdat de fractievoorzitters daarvan als eerste aan de beurt zijn. De fractievoorzitters van de kleinere partijen spreken pas als het debat al uren aan de gang is en de Tweede Kamerleden en journalisten niet meer zo goed opletten; soms is de rechtstreekse televisie-uitzending dan al gestopt. Vandaar dat sommige voorzitters van kleinere fracties, met name van de oppositie, de voorzitters van de grotere fracties en de minister-president bij voortduring interrumperen.
Er is in de afgelopen jaren wel eens kritiek geweest op de wijze waarop tijdens de APB is gedebatteerd, omdat het debat bijna alleen over financiële onderwerpen ging en nauwelijks over andere politieke zaken. De APB leken daardoor steeds meer op de Algemene Financiële Beschouwingen16 (AFB), een debat dat jaarlijks enkele weken na de APB wordt gevoerd tussen de financiële woordvoerders van de Tweede Kamerfracties en de minister en staatssecretaris van Financiën. De journalistieke belangstelling voor de APB heeft hieronder te lijden gehad.
In de jaren van het tweede paarse kabinet17 gingen de APB vanwege de financiële meevallers hoofdzakelijk over de verdeling hiervan, met name van de laatste tientallen of honderden miljoenen onder het zogenaamde 'uitgavenkader18'. Dit terwijl het in de totale begroting om veel grotere bedragen gaat.
Ook in de Eerste Kamer worden in het najaar Algemene Politieke Beschouwingen gehouden. Hier gaan de Eerste Kamerfractievoorzitters in debat met elkaar en met de minister-president. De media-aandacht voor de APB in de Eerste Kamer is veel geringer dan die voor de APB in de Tweede Kamer.
Tot 1993 werden de algemene beschouwingen in de Tweede Kamer in oktober (meestal de tweede week) gehouden. In de negentiende eeuw vond na Prinsjesdag een debat over het Adres van Antwoord19 plaats.
Als er een demissionair kabinet20 is, wordt er vaak afgezien van algemene beschouwingen. Dat was bijvoorbeeld het geval in 1977, 1981, 1989, 2010, 2012 en 2017. In 2021 en 2023 is er wel voor gekozen om de algemene beschouwingen door te laten gaan, hoewel het kabinet demissionair was.
In 1980 werden de algemene beschouwingen een dag onderbroken vanwege ziekte van premier Dries van Agt21. In 2004 moest premier Jan Peter Balkenende22 zich laten vervangen door vicepremier Gerrit Zalm23. In 2013 vond het debat een week later plaats dan gebruikelijk. In 2018 was het debat op woensdag en vrijdag vanwege een Europese Top waar minister-president Mark Rutte24 naar toe wilde.
Meer over
- 1.De Eerste Kamer is deel van de volksvertegenwoordiging en heeft met name een rol op wetgevend gebied. Over een wetsvoorstel moet, als de Tweede Kamer het heeft aangenomen, ook door de Eerste Kamer worden gestemd. De Eerste Kamer kan een wetsvoorstel nog tegenhouden.
- 2.De Tweede Kamer is deel van de volksvertegenwoordiging. Zij speelt een belangrijke rol bij de totstandkoming van wetten, controleert de regering en beslist over de vraag of een kabinet (of bewindspersoon) genoeg vertrouwen heeft.
- 3.De derde dinsdag van september is het Prinsjesdag. Normaal gesproken reed de koning op die dag in de Glazen Koets naar het Binnenhof en las in de Ridderzaal de troonrede voor. Zolang de verbouwing van het Binnenhof gaande is, is de Koninklijke Schouwburg in Den Haag tot ten minste eind 2028 de plaats waar de Verenigde Vergadering van Eerste en Tweede Kamer plaatsvindt en de troonrede wordt voorgelezen. In de troonrede staan de plannen van de regering voor het komende jaar.
- 4.Een fractievoorzitter is de leider van zijn fractie, een groep Kamerleden van dezelfde partij. Hij of zij voert het woord bij belangrijke debatten, zoals over de regeringsverklaring en bij de algemene beschouwingen over de rijksbegroting.
- 5.De minister-president, ook wel premier genoemd, is voorzitter van de ministerraad. In die functie coördineert de premier het regeringsbeleid. De minister-president is ook de minister van Algemene Zaken. De huidige minister-president is Dick Schoof.
- 6.Eerste vrouwelijke voorzitter van de Tweede Kamer en na de verkiezingen van 2002 een half jaar politiek leider van de PvdA. Dochter van een meubelmaker uit de Stellingwerven. Was actief bij de Rooie Vrouwen, bibliothecaresse van de Wiardi Beckman Stichting en assistent van partijvoorzitter Max van den Berg. Werd in 1981 Tweede Kamerlid. Ontpopte zich als een gedegen mediawoordvoerster. Na voorzitter van Kamercommissies te zijn geweest in 1998 tot Kamervoorzitter gekozen. Wist zich in die functie populariteit te verwerven door haar ongedwongen optreden. Was na de verkiezingsnederlaag van 2002 fractievoorzitter, maar werd in oktober dat jaar bij een ledenraadpleging verslagen door Wouter Bos. Werd twee jaar later gedeputeerde van Zuid-Holland, maar bleef dat slechts kort. In 2010 lijsttrekker van de PvdA bij de raadsverkiezingen in Den Haag en daarna acht jaar raadslid.
- 7.Een begroting is een overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven in een bepaalde periode. Hoe komt de begroting van ons land, de rijksbegroting tot stand? Onderwerpen als de begrotingscyclus, het begrotingsstelsel en het begrotingsbeleid en het budgetrecht van de Tweede Kamer spelen hierbij een rol.
- 8.De Miljoenennota geeft een overzicht van het budgettaire beleid van het kabinet voor het komende begrotingsjaar, inclusief meerjarenramingen. In de vorm van Vermoedelijke Uitkomsten bevat de Miljoenennota tevens geactualiseerde ramingen over de lopende begroting. De Miljoenennota wordt jaarlijks op de derde dinsdag in september (Prinsjesdag) door de minister van Financiën aangeboden aan het parlement.
- 9.De vergadering van alle 150 Tweede Kamerleden noemen we de plenaire vergadering. Deze wordt geleid door de Tweede Kamervoorzitter en wordt gehouden in de grote vergaderzaal. Er is een publieke tribune. Daarnaast zijn de plenaire vergaderingen live op internet te volgen. Alle plenaire vergaderingen zijn dus openbaar.
- 10.Minister-president die acht jaar lang een coalitie leidde met daarin de politieke tegenvoeters PvdA en VVD (de paarse kabinetten). Was van betrekkelijk eenvoudige komaf en klom via de vakbond op tot minister. Volgde in 1986 Den Uyl op als partijleider en was minister van Financiën in het derde kabinet-Lubbers. Voerde een stringent ombuigingsbeleid. Dat beleid werd onder zijn premierschap (Paars I) voortgezet en leidde tot groei van de werkgelegenheid. Kreeg als minister-president te maken met het debacle in Srebrenica en de bijna-crisis rond het huwelijk van de kroonprins. Zijn tweede kabinet was vooral in de laatste periode minder succesvol door problemen in de zorg en het onderwijs en dat leidde mede tot een verkiezingsnederlaag van de PvdA. Werd in 2003 minister van staat. Integere, resultaatgerichte en meer op samenbinden dan op bezielen ingestelde rasbestuurder. Internationaal gerespecteerd. Kon soms wat nors zijn als er in zijn ogen onterechte kritiek was.
- 11.Moties zijn uitspraken van de Tweede of Eerste Kamer, die door één of meer Kamerleden worden voorgesteld. Een motie wordt vaak gebruikt om een conclusie van een debat of een actiepunt voor een minister (of staatssecretaris) vast te leggen. Moties komen veel voor bij de bespreking van regeringsnota's en -notities in de Tweede Kamer.
- 12.De Tweede Kamer neemt besluiten door na discussie over een onderwerp te stemmen. Bij het stemmen velt iedere volksvertegenwoordiger op basis van eigen inzicht en overtuiging een oordeel. Wel bepalen fracties als regel een lijn over de vraag of zij voor of tegen stemmen. Dat heet fractiediscipline.
- 13.Politiek leiders treden naar buiten toe op als het 'boegbeeld' en het aanspreekpunt van hun partij. Binnen hun partij moeten zij zorgen voor politieke eensgezindheid.
- 14.Succesvolle en erudiete VVD-politicus, die zijn partij in 1994 en 1998 naar verkiezingsoverwinningen leidde. Afkomstig uit het bedrijfsleven (Shell) en uit hoofde van zijn functies lange tijd in het buitenland verblijvend. Was staatssecretaris van buitenlandse handel in het eerste kabinet-Lubbers en daarna een vooraanstaand VVD-Kamerlid. Volgde in 1988 Van Eekelen op als minister van Defensie en werd in 1990 politiek leider van de VVD, als tussentijdse opvolger van Voorhoeve. Bleef daarna, net als Romme (KVP) in de jaren vijftig, buiten het kabinet. Wist als geen ander het publieke debat te stimuleren door pittige uitspraken en plaatste het thema 'integratie' blijvend op de politieke agenda. In 1999-2004 Europees Commissaris voor de interne markt. Was daarna bijzonder hoogleraar in Delft en Leiden.
- 15.Aan dit eerste 'paarse' kabinet namen PvdA, VVD en D66 deel. Het werd op 22 augustus 1994 gevormd na de Tweede Kamerverkiezingen van 1994. De kleur paars refereerde aan de vermenging van het rood van de PvdA en het blauw van de VVD. PvdA-leider Wim Kok, minister van financiën en vicepremier in het voorgaande kabinet-Lubbers III, werd premier.
- 16.De Algemene financiële beschouwingen (AFB) zijn een belangrijk onderdeel van de begrotingsbehandeling. In de Algemene financiële beschouwingen, die normaliter enige weken na de Algemene politieke beschouwingen plaatsvinden, bespreekt de Tweede Kamer de financiële aspecten van de rijksbegroting. De minister van Financiën debatteert dan met de fractievoorzitters of de financiële woordvoerders van de diverse politieke partijen.
- 17.Dit kabinet, in de wandelgangen veelal 'Paars II' genoemd, was een voortzetting van het kabinet-Kok I. Hoewel het kabinet het bijna de volle vier jaar uithield, verliep de samenwerking tussen PvdA, VVD en D66 minder soepel dan in de vorige kabinetsperiode. PvdA-leider Wim Kok werd voor de tweede keer premier.
- 18.Bij een trendmatig begrotingsbeleid (Zalmnorm) wordt een vast reëel uitgavenkader vastgesteld, waarbij de uitgaven niet hoger mogen zijn dan een vooraf afgesproken plafond. Inkomstenmeevallers mogen niet worden gebruikt voor extra uitgaven en inkomstentegenvallers worden niet automatisch opgevangen door extra bezuinigingen. Voor de ministerraad is er één hoofdbesluitvormingsmoment over de begroting, in het voorjaar. Hoewel de precieze invulling op onderdelen in de loop der jaren iets verschillend is geweest, is het vaste reële uitgavenkader de kernafspraak in alle regeerakkoorden sinds 1994.
- 19.De Tweede Kamer stelde tot 1906 en de Eerste Kamer tot 1946 na de troonrede een Adres van Antwoord op dat aan de koning(in) werd aangeboden. Het door de Tweede Kamer opgestelde Adres van Antwoord bevatte vooral beleefdheidsformuleringen, maar had deels ook een politieke inhoud.
- 20.Als een kabinet of minister ontslag heeft gevraagd aan de Koning(in), maar dit ontslag nog niet is verleend, noemen we dat demissionair. Het is na 1922 gebruikelijk dat een kabinet op de dag van de verkiezingen zijn ontslag aanbiedt, tenzij het dat eerder al had gedaan vanwege een kabinetscrisis.
- 21.CDA-voorman, jurist en premier van KVP-huize. Stond als hoogleraar strafrecht bekend als vernieuwingsgezind en bracht als minister van Justitie belangrijke wetten tot stand. Vicepremier in het kabinet-Den Uyl. Kwam in de kabinetten-Biesheuvel en -Den Uyl diverse malen in politieke problemen, onder meer door discussies over de vrijlating van de Drie van Breda, de abortuskwestie en de affaire-Menten. Werd in 1977 de eerste leider van het CDA en was daarna vijf jaar premier. Was toen de politieke tegenvoeter van PvdA-leider Den Uyl; even populair bij zijn achterban als verguisd door zijn tegenstanders. Stapte na de verkiezingen van 1982 op als politiek leider. Nadien Commissaris van de Koningin in Noord-Brabant en EG-ambassadeur. Relativeerde de politiek en zichzelf, maar was tactisch sterk. Formuleerde zorgvuldig en viel op door zijn kleurrijke en soms archaïsche taalgebruik.
- 22.Zeeuwse CDA-politicus die negen jaar partijleider en acht jaar premier was. Afkomstig uit de wetenschap en partijideoloog, die eigen verantwoordelijkheid van burgers voorstond. Als Tweede Kamerlid financieel woordvoerder. Werd in 2001 onverwacht lijsttrekker van het CDA na de machtstrijd tussen De Hoop Scheffer en Van Rij. Leidde vanaf 2002 als premier kabinetten van wisselende samenstelling in een na de moord op Fortuyn politiek instabiele periode. Probeerde terugkeer van 'normen en waarden' op de politieke agenda te zetten. Nadat zijn tweede kabinet diverse hervormingen had doorgevoerd, was zijn vierde kabinet op dat punt minder daadkrachtig. Een bankencrisis werd wel bezworen. In zijn publieke optredens soms wat onhandig, maar niettemin - of juist daardoor - lange tijd populair en succesvol. De verkiezingen van 2010 verliepen voor zijn partij echter desastreus, waarna hij de politiek verliet. Sinds 2022 minister van staat.
- 23.Met twaalf jaar de langstzittende minister van Financiën. Kwam uit een eenvoudig milieu (zijn vader was kolenboer); hardwerkend en wars van dikdoenerij. Doorliep na een studie economie een ambtelijke loopbaan en werd gezaghebbend directeur van het Planbureau. Als minister in het paarse kabinet ontwikkelde hij een nieuwe begrotingsnorm die uitging van een strikte scheiding van overheidsinkomsten en -uitgaven. Was verantwoordelijk voor een omvangrijke herziening van het belastingstelsel en de invoering van de euro. Bepleitte strakke naleving van de begrotingsregels in de EU. Na de verkiezingen van 2002 fractievoorzitter en politiek leider van de VVD. Keerde echter na anderhalf jaar terug naar het ministerschap dat hem beter lag. Lag goed in het parlement zowel door zijn deskundigheid als joviale optreden. Na zijn ministerschap acht jaar voorzitter van de Raad van Bestuur van ABN AMRO.
- 24.Mark Rutte (1967) is sinds 1 oktober 2024 secretaris-generaal van de NAVO. Hij was van 14 oktober 2010 tot 2 juli 2024 minister-president en minister van Algemene Zaken. Sinds 2006 was hij politiek leider van de VVD. In 2006-2010 was de heer Rutte fractievoorzitter van de VVD in de Tweede Kamer. Hij was van 17 juni 2004 tot 28 juni 2006 staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap belast met wetenschapsbeleid, beroepsonderwijs en studiefinanciering. Daarvoor was hij bijna twee jaar staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid belast met onder andere volksverzekeringen, bijstand en arbeidsomstandigheden. De heer Rutte was eerder voorzitter van de JOVD en manager bij een werkmaatschappij van Unilever.
- 25.Na een begrotingsvoorbereiding van ruim een jaar wordt de Rijksbegroting en de Miljoenennota voor het volgende jaar aan de Tweede Kamer aangeboden. Dit gebeurt op Prinsjesdag nadat de koning(in) de Troonrede heeft voorgelezen. Anders dan bij gewone wetsvoorstellen, die per post naar de Tweede Kamer worden gestuurd, overhandigt de minister van Financiën tijdens een vergadering van de Tweede Kamer de begrotingsvoorstellen in een 'koffertje' aan de voorzitter. Tevens houdt hij of zij daarbij een korte aanbiedingsspeech.