Dilemma’s bij participatie onder Omgevingswet

Met dank overgenomen van Onafhankelijke Senaatsfractie (OSF) i, gepubliceerd op donderdag 31 oktober 2024.

Digitale Nieuwsbrief OPNL 12

Veel gemeenten worstelen met participatie onder de Omgevingswet. De communicatie met bewoners verloopt stroef. Onbedoeld kunnen verkeerde verwachtingen worden gewekt. En hoe krijg je externe initiatiefnemers zover om de omgeving bij hun plannen te betrekken?

De dilemma’s kwamen recent uitgebreid naar voren tijdens een workshop over participatie op het congres ‘Grijp de kansen van de Omgevingswet’. Zo zien de aanwezige gemeenteambtenaren ‘verwachtingsmanagement’ als een uitdaging: het op één lijn krijgen van de verwachtingen bij inwoners met wat de gemeente kan leveren. Bij bewoners leeft vaak het idee dat participatie betekent dat aan alle ingebrachte wensen voldaan moet worden. Als niet iedereen tevreden wordt gesteld, blijkt ook uit eerdere ervaringen van gemeenten, leidt dat tot frustraties en boosheid.

Evenwichtiger beeld

Voor een evenwichtiger beeld is het belangrijk ook inwoners te raadplegen die juist positief tegenover een ontwikkeling staan. Doorgaans roeren zich vooral inwoners die de plannen geen goed idee vinden. Maar hoe doe je dat, en hoe maak je participatie laagdrempeliger? ‘We willen graag het gesprek voeren met alle inwoners van de stad,’ vertelt een van de ambtenaren tijdens de workshop, ‘en ook jongeren bij inspraaktrajecten betrekken’.

Leidraad

‘Als gemeente moet je vooraf helder maken waar de deelnemers aan een participatietraject invloed op hebben en wie uiteindelijk beslist. Zoiets kan per traject verschillen’, zegt Maike Delfgaauw van de gemeente Ede, die de workshop leidde. Ze geeft regelmatig participatietrainingen en lichtte de in 2019 opgestelde Edese Participatie Aanpak toe, een leidraad om inwoners bij besluitvormingsprocessen te betrekken. De gemeente op de Veluwe (een beschermd natuurgebied) paart een stedelijk gebied met 80.000 inwoners aan een uitgestrekt achterland met zo’n 45.000 inwoners. Daar behoren alle ruim 600 agrariërs tot de landelijke piekbelasters. Er spelen veel uiteenlopende belangen, ook omdat Ede een ambitieus woningbouwprogramma heeft.

Participatie laagdrempeliger maken kent in Ede verschillende dimensies, geeft Delfgaauw aan. ‘In de dorpen organiseren we dan een informatieavond in het buurthuis. In de stad Ede verspreiden we QR-codes om de inspraak digitaal te doen.’ Dat laatste kan ook een prima instrument zijn om jongeren te bereiken.

Interesse

Een minimumeis voor ambtenaren, stelt Delfgaauw, is oprechte interesse tonen in wat direct betrokkenen bij een ontwikkeling belangrijk vinden. Ze raadt haar aanwezige collega’s aan zich goed in de locatie te verdiepen. ‘Hetzelfde ontwikkelingsproject dat op de ene plek welkom is, kan ergens anders voor omwonenden volstrekt onacceptabel zijn.’

Delfgaauw geeft aan dat er niet altijd evenveel inhoudelijke ruimte is voor inspraak bij ontwikkelingsprojecten. Denk aan de bouw van een rotonde die maar op één manier inpasbaar is. ‘De inbreng van bewoners heeft dan heel weinig zin, hooguit om wat over de mogelijke beplanting van de rotonde te vinden.’

Ook zijn gemeentelijke budgetten vaak beperkt om succesvol aan participatie te kunnen doen. ‘In dat soort gevallen is het misschien beter om dan maar helemaal niet aan participatie te doen,’ adviseert ze.

Evaluatie

Ede onderging zelf ook een leerproces. De praktijk van de Edese participatieaanpak bleek weerbarstig, kwam vorig jaar naar voren in een evaluatie. In een enquête gaven inwoners de samenwerking met de gemeente weliswaar gemiddeld een 6,6, maar er was ook kritiek. De gemeente moet inwoners vroegtijdiger betrekken bij plannen. Soms gebeurde dat pas in een vergevorderd stadium, wat de ruimte voor inspraak beperkt. Daarnaast gaf de gemeente onvoldoende feedback over wat er met de inbreng gebeurde.

De leidraad is in 2023 dan ook vernieuwd. De nadruk ligt nu nog meer op het expliciet benoemen van het niveau van participatie. Dit zorgt voor meer duidelijkheid over de mate van inspraak die inwoners hebben in verschillende projecten.

Terugkoppeling

Een belangrijk punt, bracht een aantal gemeenteambtenaren op de workshop in, is dat de raad voor de besluitvorming alle informatie krijgt die tijdens het participatieproces opgehaald is. De ervaring leert echter dat de gemeenteraad niet alles te zien krijgt, weet een van hen te vertellen. Ede heeft dat opgelost met de afspraak dat ambtenaren na het ophalen van informatie bij inwoners altijd moeten terugkoppelen met welke inbreng ze wel en niet wat gedaan hebben. De terugkoppeling is onderdeel van het participatieverslag, dat naar de raad gaat. ‘Dat is heel transparant’, benadrukt Delfgaauw.

Eisen

Waar gemeenten nog het meest mee worstelen zijn de plannen van initiatiefnemers die zelf participatie moeten regelen. Gemeenten kunnen daar geen eisen aan stellen, ook als ze dat zouden willen. Een aantal gemeenten wees er op deze site al eerder op, dat de verplichte participatie onder de Omgevingswet een wassen neus is.

In Ede kunnen initiatiefnemers bij de gemeente terecht voor een handreiking die hen helpt om bij hun aanvraag voor een omgevingsvergunning aan participatie te doen. ‘We willen zo stimuleren dat initiatiefnemers de omgeving bij hun plannen betrekken. We toetsen dit ook bij de vergunningverlening’, legt Delfgaauw uit. ‘Mochten ze hulp nodig hebben, dan kunnen ze contact met ons opnemen. We denken graag mee.’ De participatieplicht, stelt ze, leidt er anders inderdaad toe dat initiatiefnemers gewoon een vinkje zetten. ‘Ze moeten juist het goede gesprek aangaan.’

Invloed

Eerder op het congres stelde directeur-generaal ruimtelijke ordening Marjolein Jansen van het ministerie van VRO dat gemeenten beslist invloed uit kunnen oefenen op de bouwplannen van externe initiatiefnemers als die aan de lat staan voor een partcipatietraject. Als voorbeeld noemde zij het uitdelen van lijstjes, waar initiatiefnemers aan moeten denken, vergelijkbaar met de handreiking van Ede.

Nog beter, vindt ze, doet Leiden het. ‘De gemeente zorgt ervoor dat medewerkers bij de participatiemomenten met inwoners en initiatiefnemers zoveel mogelijk aanwezig zijn.’ Jansen kreeg op het congres in een interview ten overstaan van het publiek overigens veel kritiek te verduren, want het gros van de aanwezige gemeenteambtenaren is na 9 maanden Omgevingswet nog altijd teleurgesteld.

(Bron: Gemeente.nu)