De Europalezing

Met dank overgenomen van J.P. (Jimmy) Dijk i, gepubliceerd op zondag 26 mei 2024, column.

Michel Albert was een Franse econoom en voormalig voorzitter van het Franse Centraal Planbureau. In zijn boek Kapitalisme contra Kapitalisme uit 1991 -net na de val van de Muur-, beschrijft hij dat er twee vormen van kapitalisme zichtbaar zijn geworden. De ene is gebaseerd op individualisme, de ander op solidariteit. De eerste noemde hij het Neo-Amerikaanse-Model, de tweede noemde hij het Rijnland Model. Wij zijn deze twee vormen van kapitalisme later het Angelsaksische en het Rijnlandse model gaan noemen. Het is boeiend om dit onderscheid er nog eens bij te pakken en erop te reflecteren.

Want het is ontegenzeggelijk waar dat het kapitalisme zich op het Europese continent vanaf de Tweede Wereldoorlog wezenlijk anders heeft ontwikkeld dan in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk. Op het Europese continent ontwikkelt zich -volgens Albert- het Rijnlandse model, waarin de vrije kapitalistische markt wordt beteugeld. Door de democratisch gekozen overheid en door overleg tussen de sociale partners: werkgevers- en werknemersorganisaties. Dit staat in schril contrast met de ontwikkeling van het kapitalisme in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk. Daar is de markt zoveel mogelijk ongereguleerd, is de invloed van de overheid en zeker van werknemersorganisaties beperkt of werd zelfs actief tegengewerkt en is er sprake van een bijna heilig geloof in de zelfregulerende werking van de markt. De overheid wordt gewantrouwd, is ineffectief en inefficiënt.

Volgens Albert is het Angelsaksische model gericht op individueel belang en winst op de korte termijn en het Rijnlandse model op overeenstemming en de lange termijn. Als je het zo beluistert dan lijkt het alsof we het in Europa toch maar mooi voor elkaar hebben. De democratische controle op de economie is op orde door een sterke overheid en goed overleg tussen sociale partners. Niks aan de hand. Dus door op dezelfde voet dan maar?

Dan kent u de SP -en zeker mij- nog niet. Want nog los van de vraag of het onderscheid tussen beide vormen van kapitalisme, zoals Albert schetst, wel ooit echt heeft bestaan, is het in de huidige tijd met verregaande mondialisering van bedrijven en kapitaalstromen al helemaal niet meer aan de orde. Sinds de jaren ’80 heeft een vorm van kapitalisme, veel meer gestoeld op het Angelsaksische model, zich meester gemaakt over de inrichting van onze wereldeconomie. Deze vorm van kapitalisme, verkocht met een ideologisch sausje van vrijheid voor het individu, hebben wij in de jaren ’90 gemunt als het ‘neoliberalisme’. Het kenmerkt zich onder andere door verregaande vermarkting van publieke diensten, het terugdringen van de invloed van georganiseerde werknemersinstituties en een forse beteugeling van de democratische invloed op de economie.

En ondanks dat ons nog lang is voorgehouden dat Europa en Nederland het sympathiekere Rijnlandse kapitalistische model hanteerden is de werkelijkheid een andere. Alleen zij die ideologische blind en doof waren, of zij die andere belangen dan die van de samenleving dienden, durfden dat nog met droge ogen te beweren. Want ook in Europa werd in de jaren ’90 de neoliberale beweging ingezet die onze zorgvuldig opgebouwde verzorgingsstaten afbrak, onze publieke diensten in de uitverkoop deed en onze sociale verworvenheden uitholde. Allemaal onder de eufemistische noemer van vrij verkeer van personen, goederen, kapitaal en diensten. De SP heeft zich altijd consequent verzet tegen en voor de gevolgen van dit neoliberalisme. Dit ‘tegengeluid van de voorvechters’ bleek ver vooruit te lopen op de tijdsgeest. Maar daarover straks meer. Eerst wil ik met u een aantal gevolgen van dit vrij verkeer van personen, goederen, kapitaal en diensten bespreken.

Ik begin met de laatste: vrij verkeer van diensten. Dit luidde de afbraak in van de publieke sector, dat wat van ons allemaal is, ten faveure van private winsten.

Bijvoorbeeld in het openbaar vervoer. Europese regels schrijven voor dat dat vermarkt moest worden. Publieke vervoersbedrijven werden ontmanteld en via openbare aanbestedingen konden commerciële bedrijven de concessie op stads- en streekvervoer kopen, meestal voor een bepaalde tijd. Het gevolg laat zich makkelijk raden. Het belang van goed en bereikbaar openbaar vervoer werd ondergeschikt aan of het wel rendabel was. Bedrijven schrijven zich immers niet in om de publieke zaak te dienen, maar om bedrijfswinsten te maken en hun aandeelhouders te dienen met klinkende winstcijfers en mooie dividenden. Buslijnen werden onder het mom van efficiency of rendabiliteit afgeschaald of geschrapt, op arbeidsvoorwaarden van buschauffeurs werden beknibbeld. Het openbaar vervoer werd duurder, de kwaliteit minder en de werkdruk voor chauffeurs, machinisten en conducteurs werd hoger. En de samenleving verloor de zeggenschap over het OV. Alleen de aandeelhouders profiteren.

Onze energievoorziening kende eenzelfde lot. Ook dat moest volgens Europese regels naar de markt. Het netwerkbedrijf dat de infrastructuur aanlegt moest voortaan gesplitst worden van het leveringsbedrijf. Niet geheel onverwacht bleven de netwerkbedrijven vaak publiek, daar worden vooral kosten gemaakt, op infrastructuur valt niet zoveel te verdienen. Maar de levering moest op de markt. Het gevolg: publieke energiebedrijven zoals Essent en Nuon werden voor een habbekrats verkocht. Voor de levering van energie werden we vervolgens afhankelijk van Duitse en Zweedse bedrijven, waar we geen enkele democratische zeggenschap over hebben. Dat was te merken bij de laatste energiecrisis. Terwijl veel Nederlandse huishoudens in de problemen kwamen en de energierekening amper nog konden betalen, betaalde wij met belastinggeld voor een energieplafond. Maar de torenhoge winsten van de energiebedrijven als RWE en Vattenfall bleven onaangeroerd. Wij droegen letterlijk publiek belastinggeld over naar de winsten van deze bedrijven. Om nog maar te zwijgen van de miljarden aan belastinggeld voor energietoeslagen en noodpakketten. Ook dat was indirect een overdracht van belastinggeld naar de winst van deze bedrijven. Zonder enige zeggenschap stond de Nederlandse overheid machteloos. Mensen waren beroofd van hun democratische zeggenschap over deze sector. Dat dit gebrek aan zeggenschap elke vorm van een eerlijke energietransitie in de weg staat is zo evident dat ik daar verder maar niet op in ga.

Ik heb slechts twee voorbeelden van publieke afbraak door het ‘vrije’ verkeer van diensten eruit gelicht. Met hetzelfde gemak had ik het kunnen hebben over de hoger onderwijs markt. Over aanbestedingen in de huishoudelijke zorg. En hoewel deze uitverkoop enerzijds werd aangejaagd door regels uit Europa, werden ze niet zelden met enthousiasme ontvangen door streberige Nederlandse liberalen, christendemocraten en sociaaldemocraten die ze tot een soort van ijzeren wet uitriepen en als beste jongetje van de klas uitvoerden.

Dan het vrij verkeer van kapitaal:

Je hoeft geen econoom te zijn om te snappen dat het ‘vrij’ verkeer van kapitaal vooral dienstbaar is aan hen die kapitaal bezitten. Dat kapitaal kan immers ongehinderd op zoek naar de beste rentes, de meest rendabele investeringen en het kan er net zo snel weer uit worden weggetrokken als het elders meer kan opleveren. Het maakt onze reële economie totaal afhankelijk van het schuiven met geld door kapitaalkrachtigen. Zij, de aandeelhouders en investeerders hebben daarmee meer en meer macht verworven. Het mag niet verbazen dat de Europese Unie 20 miljoen miljonairs en 500 miljardairs kent. Sinds 2020 is hun vermogen met een derde toegenomen en komt nu uit op 1,9 biljoen euro (dat zijn twaalf nullen!). De keerzijde van dit vrije verkeer van kapitaal is ook pijnlijk duidelijk. In de zoektocht naar het allerhoogste rendement kopen investeerders woningen op als investeringsobject, huurders betalen hun rendement. Private equity partijen kopen in hun zoektocht naar snelle winsten voor hun investeerders onze huisartspraktijken op, kleden de dienstverlening uit en cashen. Patiënten zijn de dupe, ons zorgsysteem wordt erdoor ontwricht. Het gevolg is ook in macro-economische cijfer zichtbaar: het vermogen van 99% van de EU-bevolking is in tegenstelling tot de toename bij miljonairs juist afgenomen. Zij betalen de prijs.

Dan het vrij verkeer van personen. Natuurlijk is het best prettig dat je niet meer bij elke grens met je paspoortje langs de douane hoeft. Maar we kunnen ook niet meer onze ogen sluiten voor de negatieve en vaak mensonterende gevolgen die dit vrije verkeer van personen ook met zich meebrengt. Natuurlijk heb ik het dan over migratie. En laat ik heel helder zijn, dan gaat het voor de SP ook over arbeidsmigratie. Onze lijsttrekker voor de Europese verkiezingen Gerrie Elfrink analyseerde dat in een debat op Radio 1 heel helder: Steeds als wij problemen met arbeidsmigratie aankaarten willen zij die ervan profiteren dat wij het over asielmigratie hebben. Maar dat ga ik hier niet doen. Mensen die vluchten voor oorlog en geweld moet je opvangen. Punt. Daar staan socialisten voor. Maar socialisten staan ook op als er mensen uitgebuit worden. En juist dat is er aan de hand bij arbeidsmigratie. En daar staan wij al tegen op sinds wij in de Tweede Kamer zitten. In citeer uit de maidenspeech van Jan Marijnissen in 1994:

Men haalt hier Polen, Ieren en Turken naartoe die onder, naar onze maatstaven, schandelijke omstandigheden werk verrichten, vaak nog gebruikmakend van koppelbazen, of zoals dat zo mooi heet, handmatige loonbedrijven. Deze mensen stellen geen eisen. Zij zorgen voor het thuisfront, omdat ze daar helemaal niks te vreten hebben. Maar het punt is wel dat de omstandigheden waaronder zij hier gedwongen worden te werken schandelijk zijn en volgens mij absoluut niet in Nederland thuishoren. Slechte huisvesting, lage lonen, lange werkdagen; niet zelden zijn zij het slachtoffer van enorme willekeur van de kant van werkgever. Hier is gewoon sprake van uitbuiting.

Die praktijken zijn onveranderd. Dat heeft onze lijsttrekker Gerrie zelf aan den lijve ondervonden toen hij undercover ging als arbeidsmigrant. Foute uitzendbureaus profiteren van de slechte omstandigheden in het thuisland van deze migranten. De huisvesting is erbarmelijk en niet zelden illegaal. Deze huisbazen geven niks om de druk die op wijken en dorpen legt als er vele tientallen slecht betaalde mannen en vrouwen komen wonen zonder voorzieningen. Dit misbruik van het vrije verkeer van personen is natuurlijk interessant voor bedrijven en hun aandeelhouders. Ooit voorspelde toenmalig staatsecretaris Rutte dat er in 2030 maar 44.000 arbeidsmigranten in Nederland zouden zijn. Het zijn er vandaag de dag 1 miljoen. Laagbetaalde werknemers in de beroepsbevolking drukt immers de lonen. Om nog maar te zwijgen van de ontwrichting die deze migratie op lokale, maar zeker ook Europese schaal met zich meebrengt. Gescheurde gezinnen en de tekorten in de landen waar onze arbeidsmigranten vandaan komen worden weer aangevuld uit landen met nog lagere lonen. Zou het daarom zijn dat de EU zich steeds verder wil uitbreiden naar de randen? Vrij verkeer van personen is dus vooral vrijheid voor hen die eraan verdienen, en onvrijheid en uitbuiting voor zij die het werk doen.

Spijt

De laatste jaren horen we steeds meer spijtoptanten, met name in sociaaldemocratische of christendemocratische hoek. Zij hebben spijt van hun keuzes om belangrijke diensten te privatiseren. Of zij vinden inmiddels ook dat ‘de marktwerking teveel is doorgeschoten’. Zij kijken deemoedig terug en pleiten voor een herwaardering van het Rijnlandse model, waarin meer waarde gehecht wordt aan collectief succes en zorgen voor de lange termijn. En hoewel dat model inderdaad beter was, is het een illusie om te denken dat het op de lange termijn bestand is tegen de veel te groot geworden invloed van de factor kapitaal. Ik hoef maar te wijzen op de duizenden lobbyisten van het grootbedrijf per Europarlementariër om u een beeld te geven van de kansen.

Maar het kan wel een belangrijke eerste tussenstap zijn. Er is een hoop te repareren, opnieuw op te bouwen en het te verbeteren. Het is goed te zien dat de SP op verschillende plekken in het land voorop loopt bij het opzetten van gemeentelijke of provinciale energiebedrijven. Waar we de winsten herinvesteren in het isoleren van woningen of meer zonnepanelen op daken. Het is goed om te zien dat de SP, met andere partijen die nu spijt van de uitverkoop hebben, het mogelijk maken dat provincies eigen vervoersbedrijven kunnen oprichten. Dit is de sociale vooruitgang die nodig is om onze publieke voorzieningen weer op te bouwen. Omdat sterke publieke voorzieningen de ongelijkheid verkleinen en onze samenleving en economie verstrekken. Het is dus goed voor ons allemaal.

En hoewel sterke publieke voorzieningen, met goede democratische controle belangrijk zijn, is dit ook maar de helft van de oplossing. Uiteindelijk zal met name onze economie zich verregaand moeten democratiseren. Verregaande democratie, zeggenschap én eigenaarschap van de werkenden in onze bedrijven zijn uiteindelijk de beste garantie dat de belangen van die werkenden prevaleren boven die van de aandeelhouders en investeerders. Dat is niet iets dat zomaar in een parlement gedaan is. Daarvoor is langdurige sociale strijd nodig. Strijd van werkenden verenigd in vakbonden en politieke organisaties, om voldoende politieke druk op te bouwen. Dat is niet onmogelijk, dat is allemaal eerder gedaan. Mijn partij zal altijd, met iedereen die aan die democratisering wil bouwen samenwerken. Nationaal, Europees én Internationaal. Want uiteindelijk kan deze verandering alleen het werk zijn van een georganiseerde internationale beweging van mensen die hun inkomen verkrijgen uit werk of een uitkering. Wij zullen op elk terrein en elk parlement dat we tot onze beschikking hebben die beweging steunen en aanjagen.

Spijt is er ook steeds vaker te horen over de gevolgen van het ‘vrije’ verkeer van kapitaal. Maar ook daar loopt de SP met haar tegengeluid van de voorvechters vooruit. Wij hebben onlangs een voorstel ingediend voor een exittax. Een maatregel die ervoor zorgt dat belasting wordt geheven op het inkomen en vermogen in het land waar het verworven is. Zodat de superrijken die Nederland of Europa verlaten om belasting te ontwijken alsnog een blauwe enveloppe op de mat krijgen. Ons voorstel om in Europa voorop te lopen om deze exittax overal in te voeren, is door de Tweede Kamer aangenomen. Zo verdwijnt het argument dat vermogenden zouden verhuizen als een lidstaat een fatsoenlijk vermogensbelasting invoert. Zoals het voorstel van de SP voor een miljonairsbelasting om vermogens boven de 5 miljoen met 5% te belasten. Tijd om onze winsten en welvaart te herverdelen. Als wij de komende tijd ergens de samenwerking met andere Europese partijen, Europese vakbonden en organisaties moeten aangaan, dan is het hierop. Want we weten dat aangenomen voorstellen ook uitgevoerd moeten worden. Dus laten we de druk hoog houden en verder opvoeren.

Met de PvdA België heb ik al contact gehad om dit samen op te pakken en uit te werken. Maar ik kan me goed voorstellen dat wij de komende tijd met partijen zoals La France Insoumise en met de partij van Sarah Wagenknecht dit verder uitbouwen.

Want net als het privatiseren van onze publieke diensten, de problemen met asiel- en arbeidsmigratie en de vervuiling van ons milieu en onze natuur, vraagt het bestrijden van tweedeling en ongelijkheid een nationale en grensoverstijgende aanpak.

Tot slot.

In deze lezing ben in ingegaan op de ‘vrijheden’ van Europa. Ik heb betoogt hoe deze zogenaamde vrijheden hebben gezorgd voor privatiseringen van publieke voorzieningen, een totale vrijheid voor aandeelhouders en investeerders en ongebreidelde uitbuiting in de vorm van arbeidsmigratie. Ironisch genoeg leiden deze vrijheden juist bij de werkende klasse vooral tot onvrijheden. Ik schetste daarbij een oplossing die de oude dichotomie van het Rijnlandse versus Angelsaksische kapitalisme overstijgt, met als kernelementen het democratiseren van de economie en het bestrijden van ongelijkheid.

Bescheidenheid is een mooie eigenschap die onze partij moet behouden. Maar daar waar veel van de veroorzakers van de neoliberale ellende pas de laatste paar jaren spijt betuigen, kan ik namens mijn partij ook met trots en het volste recht stellen dat wij problemen als eerste signaleerden, hier als eerste een analyse van maakten en met alternatieven zijn gekomen.

Maar gelijk hebben is wat anders dan gelijk krijgen. Om verandering waar te maken moet je geloven dat een ander Europa mogelijk is. Een Europa dat mensen centraal zet. Dat respect heeft voor de democratie. En alles op alles zet om de sociaaleconomische omstandigheden van mensen te verbeteren. Bij de pakken neer gaan zitten heeft nog nooit verandering gebracht. Sterker nog: Links heeft te lang stilgezeten en rechts gaat er nu met de winst vandoor. En zorgt voor winst voor mensen die het toch al nodig hebben en niet verdienen. Dit gebeurt nu al in Nederland, maar ook elders in Europa. Dit is niet het moment om bij de pakken neer te zitten, dit is niet het moment om met een moralistische toon te klagen dat het allemaal zo slecht is. Daarmee zet je mensen weg en neem je hun zorgen niet serieus. De weg vooruit is kritiek formuleren op plannen die sociale vooruitgang in de weg staan. En daarnaast sterke en scherpe alternatieven presenteren. In Nederland en Europa.

Want laat de uitslag van de verkiezingen in Nederland en de vorming van deze regering voor rijk rechts een waarschuwing zijn. We zien dat de PVV, samen met de VVD, BBB en NSC, twee miljard euro aan cadeautjes uitdeelt aan aandeelhouders, beleggers, vermogenden en bedrijven met recordwinsten. We zien dat zij de inkomens- en vermogensongelijkheid laten toenemen, de armoede niet bestrijden en de kinderarmoede zelfs laten toenemen. We zien dat zij één miljard bezuinigen op onze zorg. Een miljard op ons onderwijs én een miljard op onze sociale zekerheid. Wederom is het credo van rijk rechts de markt voor alles en alles voor de markt. Het is helder welke belangen deze partijen dienen.

Europees zullen zij exact diezelfde belangen dienen. Door mensen tegen elkaar op te zetten en te verdelen, zullen zij het kapitaal alle vrijheid geven zonder onze gezamenlijk opgebouwde welvaart her te verdelen.

Het is daarom van cruciaal belang dat de SP weer vertegenwoordigd zal zijn in het Europees Parlement. Omdat onze strijd voor vooruitgang en herverdeling hét antwoord is op de rechtse politiek van verdeling en verderf. Omdat onze analyses, alternatieven en acties onmisbaar zijn voor de toekomst van Europese samenwerking. Omdat onze politiek mensen voorop zet en niet het kapitaal.