Staat van de Europese Unie 2023 - Hoofdinhoud
Minister van Buitenlandse Zaken Wopke Hoekstra heeft op 13 februari 2023 de Tweede Kamer de Staat van de Unie 2023 aangeboden. In dit jaarlijkse rapport neemt het kabinet positie in ten aanzien van ontwikkelingen wat betreft de zes prioriteiten van de Commissie Von der Leyen: de Europese Green Deal, de digitale toekomst van de Europese Unie, een economie die werkt voor de mensen, een sterkere positie voor Europa in de wereld, de bevordering van de Europese levenswijze en een nieuwe impuls voor de Europese democratie.
In het algemeen toont het kabinet zich positief over de ontwikkelingen die gemaakt zijn door de Europese Commissie. De Kamerbrief begint met een chapeau voor hoe de EU solidariteit en daadkracht heeft getoond na de Russische invasie van Oekraïne. In het kader van dit conflict en vanuit de noodzaak de Europese waarden te verdedigen, ziet het kabinet het als van belang voor de toekomst van de Europese Unie om te investeren in defensie en concurrentiekracht.
Ook de rest van het rapport lijkt in grote mate getekend te zijn door de huidige geopolitieke situatie. Zo stelt het kabinet te pleiten voor meer gekwalificeerde meerderheidsbesluiten binnen het Gemeenschappelijk Buitenlands- en Veiligheidsbeleid (GBVB) om de EU internationaal meer slagkracht te geven. Daarnaast presenteert het kabinet zich als groot voorvechter op het gebied van de energietransitie die als noodzakelijk wordt gezien in reactie op de Russische inval in Oekraïne. In het geheel toont het 35-pagina tellende rapport een kabinet dat in meerdere gevallen verder wenst te gaan dan op Europees niveau tot nu toe bereikt is.
Inhoudsopgave
In het kader van de geopolitieke situatie hecht het kabinet grote waarde aan de zogeheten groene transitie. Het kabinet is over het algemeen positief over de vorderingen die afgelopen jaar zijn gemaakt op het gebied van de Green Deal. De akkoorden over verschillende voorstellen van het Fit-for-55 pakket die in 2022 bereikt zijn, waaronder op het gebied van de vermindering van de CO2-uitstoot van de transportsector, zijn in lijn met de Nederlandse positie op dit gebied. Het kabinet presenteert zich als een belangrijke aanjager van verdergaand beleid wat betreft de Green Deal en als een groot voorstander van het internationaal uitdragen van het klimaatleiderschap van de Europese Unie.
In het kader van de Russische oorlogsvoering in Oekraïne sluit Nederland zich aan bij de ambitie van de Europese Commissie het energiebeleid te hervormen. Het kabinet benadrukt hierbij de noodzaak duurzame energierelaties op te bouwen met betrouwbare partners en in te zetten op hernieuwbare energie die betaalbaar en toegankelijk is voor consumenten. Vooral op het gebied van energie ziet het kabinet zich als een aanjager van een verdergaand beleid. Het is voorstander van het versterken van de verbondenheid tussen lidstaten wat betreft het energiebeleid en wil daarnaast ook in Europees verband werken aan het in grotere mate benutten van wind op zee en waterstof.
Het enige voorstel van de Commissie waar het kabinet terughoudend over is, is het voorstel voor een verordening Natuurherstel. De doelstelling van het voorstel is in lijn met die van het kabinet, maar gaat op sommige gebieden te ver voor het kabinet. Tijdens de onderhandelingen over dit voorstel zal het kabinet benadrukken dat eventuele afspraken op dit vlak ruimte moeten bieden aan de individuele omstandigheden van de verschillende lidstaten.
De digitale agenda van de Commissie sluit over het algemeen goed aan bij de ambities van het kabinet. Ook op dit gebied koestert het kabinet de ambitie als EU hier internationaal leidend in te zijn. Zeker gezien de investeringen van onder andere de Verenigde Staten en China in hun eigen digitale toekomst, verwelkomt het kabinet de vorderingen die de EU recentelijk heeft gemaakt. Zo prijst het kabinet de Digital Markets Act, als ook de concrete doelstellingen die gesteld zijn om de digitale transitie voor het jaar 2030 te voltooien. Strategische partnerschappen, waaronder de EU-US Trade and Technology Council (TTC) ziet het kabinet ook als van groot belang in het kader van de digitale toekomst.
Een reden dat de agenda van de Commissie goed aansluit op de ambities van het kabinet, is dat de specifieke wensen van het kabinet bij meerdere akkoorden zijn overgenomen. Zo is de inbreng van het kabinet wat betreft Artificial Intelligence (AI), onder andere over de definitie van een AI-systeem, overgenomen in het Raadsakkoord. Ook op het akkoord over de Europese Digitale Identiteit (EDI) heeft het kabinet zijn stempel gedrukt, onder andere wat betreft de implementatietermijn. In de toekomst zal het kabinet wat betreft de EDI blijven pleiten voor strenge regelgeving.
Het kabinet erkent dat de Europese economie negatief beïnvloed is door de gestegen energieprijzen, de Amerikaanse Inflation Reduction Act (IRA) en het dalende consumentenvertrouwen. Het kabinet staat dan ook positief tegenover het Commissievoorstel voor een noodinstrument voor de interne markt, die ook in tijden van crisis diensten en producten zou moeten leveren. In de ogen van het kabinet is er voor een sterke interne markt echter ook een offensieve benadering nodig, gericht op het wegnemen van barrières op handel en het garanderen van een gelijk speelveld.
In het kader van geopolitieke verschuivingen is het kabinet ook voornemens zich actief op te stellen ten opzichte van Commissievoorstellen die moeten bijdragen aan het verminderen van economische afhankelijkheid, waaronder de Europese Critical Raw Materials Act. Dit plan van de Commissie zal er onder andere voor moeten zorgen dat de EU kritieke grondstoffen beter kan monitoren. Specifiek gericht op de IRA steunt Nederland het Clean Tech Europe initiatief van de Commissie. Dit initiatief is gericht op het bevorderen van investeringen in technologieën die bijdragen aan de energietransitie.
Draagvlak onder de Europese bevolking ziet het kabinet ook als van groot belang voor het functioneren van de interne markt. Om dit te garanderen moet iedereen hiervan profiteren. Het kabinet staat dan ook positief tegenover het recentelijk bereikte akkoord tussen de Raad, het Parlement en de Commissie over de richtlijn loontransparantie, die de handhaving van het principe van gelijke beloning van mannen en vrouwen zou moeten versterken. Daarnaast ondersteunt het kabinet het akkoord op de Raadsaanbeveling op het gebied van minimuminkomens.
Vanuit de ambitie om als EU slagvaardig en zelfstandig te opereren op het internationale toneel, ziet het kabinet het als noodzakelijk dat de Europese Unie risicovolle afhankelijkheden op bijvoorbeeld energiegebied in kaart brengt en zich hieruit losmaakt. Aan de andere kant moet de Europese Unie zelf ook assertiviteit tonen, waar sancties in de ogen van het kabinet een goed middel voor zijn. Het kabinet is daarom tevreden over de steun van Commissievoorzitter Von der Leyen wat betreft het opzetten van een effectief sanctiebeleid. Daarnaast acht het kabinet het in het kader van slagkracht ook noodzakelijk meer gebruik te maken van gekwalificeerde meerderheidsbesluiten binnen het Gemeenschappelijk Buitenlands- en Veiligheidsbeleid (GBVB), onder andere op het gebied van sancties.
De versterking van het Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid (GVDB) is in de ogen van het kabinet een groot belang voor de internationale status van de EU als machtspolitieke speler. Het kabinet ziet het Strategisch Kompas uit 2022 als leidraad voor deze versterking. Nederland was één van de initiatiefnemers voor de EU Hybrid Toolbox, het overkoepelende raamwerk dat de EU middelen biedt om te reageren op hybride dreigingen zoals op het gebied van cyberveiligheid. Het kabinet zal zich nu inzetten voor het effectief gebruik van deze toolbox, onder meer in de vorm van de uitwerking van de Europese Hybride Rapid Reponse Teams.
De Russische invasie van Oekraïne heeft in de ogen van het kabinet aangetoond dat er hard gewerkt moet worden aan het terugbrengen van de afhankelijkheid van onbetrouwbare geopolitieke spelers. Een manier om dit te bereiken is het uitzetten van meerdere handelsstromen, waardoor afhankelijkheid van specifieke actoren minder groot wordt. Het kabinet ziet de door de Commissie gepresenteerde actiepunten om afspraken over handel en duurzame ontwikkeling te versterken als een noodzakelijke ontwikkeling om een actiever handelsbeleid te faciliteren. Het kabinet is met name voorstander van een intensievere samenwerking met landen aan de oost- en zuidflanken van de Unie om onder andere voedsel- en energiezekerheid ook in de toekomst te kunnen garanderen.
Het kabinet erkent de verschillende manieren waarop de EU probeert de Europese leefwijze te bevorderen. Het kabinet steunt de Commissie onder andere in haar rol als beschermer van gendergelijkheid en gelijkheid voor lhbtiq+-personen. Het juicht de inbreukzaak van de Commissie tegen Hongarije vanwege de anti-lhbtiq+-wetgeving in dit land toe. Op dit gebied zal het kabinet zich ook inzetten voor het behouden van de functie Eurocommissaris voor Gelijkheid binnen de Commissie.
Een ander belangrijk punt voor het kabinet is het Europees migratiebeleid. Het kabinet zal zich op Europees niveau blijven hard maken voor een goede implementatie van de Dublin-afspraken, versterking van de banden met de landen van herkomst en een beter toezicht op de buitengrenzen van de Europese Unie.
Verder is het kabinet wat betreft de aanpak van ondermijnende, grensoverschrijdende criminaliteit tevreden gestemd over de plannen voor een zesde EU anti-witwasrichtlijn en de richtlijn over de Europese anti-witwasautoriteit. Om criminaliteit beter aan te pakken als EU vindt het kabinet het verder van groot belang knooppunten als vliegvelden en havens niet te laten dienen als instrumenten voor de georganiseerde misdaad.
Tot slot verwelkomt het kabinet het voorstel dat de Commissie in september 2022 deed op het gebied van mediavrijheid. Deze mediawet zou moeten beschermen tegen politieke inmenging in de journalistiek. Verder betekent het onder andere dat er regels komen over de financiering van media. Het kabinet acht dit voorstel van belang in het kader van de toenemende druk die de Russische inval van Oekraïne op de vrijheid van media heeft gezet en verschillende aanwijzingen dat ook binnen de EU de mediavrijheid ondermijnd wordt, terwijl het kabinet dit ziet als een kernwaarde van de EU.
Het kabinet stelt constructief te willen meewerken aan het vergroten van transparantie en integriteit binnen de Europese Unie en daarmee het verbeteren van de democratische legitimiteit van de EU. Het kabinet erkent dat de Commissie daadkrachtiger haar rol is gaan vervullen als hoedster van de Europese verdragen en zal de instantie blijven aanmoedigen dit in de toekomst ook te doen. In het bijzonder steunt het kabinet het gebruik van inbreukprocedures door de Commissie om problemen op het gebied van de onafhankelijkheid van rechters aan te kaarten en het herstelfonds als drukmiddel te gebruiken om de rechtsstaat in de Europese Unie te beschermen.
Het bestrijden van corruptie ziet het kabinet ook als een gebied waar binnen de EU meer aandacht aan geschonken zou moeten worden. Het kabinet blijft daarom lidstaten die nog niet deelnemen aan het Europees Openbaar Ministerie (EOM) aansporen dit wel te worden. In hetzelfde kader van de aanpak van ondermijnende criminaliteit, presenteert het kabinet zich ook als een voorstander van grensoverschrijdende justitiële samenwerking tussen EU-lidstaten. Het voorstel van de Commissie om digitale informatie-uitwisseling tussen lidstaten op civiel en strafrechtelijk niveau te verplichten is dan ook positief ontvangen door het kabinet.
Vanuit de overtuiging dat burgerparticipatie van groot belang is voor de democratische legitimiteit van de EU, verwelkomt het kabinet de aankondiging van de Commissie dat het de Europese burger in 2023 zal blijven betrekken in de beleidsvorming. Het kabinet organiseert in 2023 en 2024 zelf ook burgerdialogen. Het is hierbij van groot belang dat de burger goed geïnformeerd is over de Europese Unie. Naast de inzet op verschillende communicatiemiddelen zet het kabinet zich daarom ook in voor modernisering van het EU-transparantiebeleid en het toegankelijker maken van de EU-besluitvormingsprocedure. Het kabinet hoopt dat de recentelijke corruptie-aantijgingen in het Europees Parlement een nieuwe impuls zullen geven aan voorstellen die zij in 2019 samen met negen andere lidstaten deden.