Raad van State raadt nieuwe benoemingsprocedure leden van de Hoge Raad af - Hoofdinhoud
DEN HAAG (PDC i) - De Afdeling advisering van de Raad van State i adviseert om af te zien van de voorgestelde grondwetswijziging die de benoemingsprocedure van de leden van de Hoge Raad wijzigt. Mocht de regering toch door willen met het wetsvoorstel, zal het voorstel beter onderbouwd moeten worden en de praktische vormgeving aangepast. Dit advies is in 2021 uitgebracht en op 16 juni 2022 openbaar gemaakt.
In de huidige benoemingsprocedure van leden van de Hoge Raad spelen de Tweede Kamer, de minister voor Rechtsbescherming en de Hoge Raad een rol. Eerst beveelt de Hoge Raad zes kandidaten aan, daaruit selecteert de Tweede Kamer vervolgens drie personen en ten slotte wordt het lid bij koninklijk besluit benoemd op voordracht van de minister voor Rechtsbescherming.
De regering stelt voor om het voordrachtrecht van de Tweede Kamer af te schaffen. In plaats daarvan krijgt een commissie, bestaande uit één door de Kamer en één door de Hoge Raad aangewezen lid, dit recht. Op deze manier zou de partijpolitieke beïnvloeding bij de benoeming verkleind worden. De Afdeling advisering ziet de voorgestelde procedure als niet effectief en misschien zelfs contraproductief.
Daarnaast vindt de Raad van State dat de grondwetswijziging onvoldoende onderbouwd is. Het bestaande evenwicht tussen de staatsmachten wordt ingrijpend aangepast zonder dat daarbij rekening gehouden wordt met de grondwettelijke betekenis van het voordrachtrecht van de Tweede Kamer. Het wetsvoorstel is in internetconsultatie gegaan, maar tot op heden niet ingediend bij de Tweede Kamer.
Bron: Raad van State